Historisch Archief 1877-1940
Vrouwen en Vrouwenleven
Vrouwelijke schildwachten
op onze groote stations
MARIETJE heeft een dienstje ge
kregen in Amsterdam, bij een
mevrouw in de Emmastraat.
Ze heeft op een advertentie geschreven,
want voor haar ouders, die het niet al
te ruim hebben, is het een zorg minder
als hun kind voor zichzelf zorgen kan.
Met haar kartonnen koffertje stapt ze
in het Centraalstation uit; ze is in het
wonder van de groote stad die ze nog
nooit gezien heeft, aangeland. Nu
moet ze met de menschen mee loopen
naar den uitgang, en dan in lijn twee
stappen en aan den conducteur vragen
om in de Emmastraat stil te houden.
Boem, daar heeft ze haar koffertje la
ten vallen. Nog voor ze het oprapen
kan, is er een vriendelijke meneer
toegeschoten en raapt het voor haar op.
Hij houdt het in zijn hand, en zegt iets.
Ze verstaat het niet omdat de locomo
tief zoo staat te sissen, of omdat ze zoo
zenuwachtig is. In ieder geval heeft die
meneer iets aardigs gezegd, en zonder
zich er rekenschap van te geven, loopt
ze met hem naar den uitgang. Ze denkt
bij zichzelf dat het toch een heel wat
nettere meneer is dan Dries van 't Hof;
hij is zoo keurig gekleed en is zoo be
leefd tegen haar. De menschen in de
groote stad zijn toch erg aardig, vindt
ze. Hij vertelt dat hij ook met lijn 2
moet, en nu zitten ze tegenover elkaar
in den bijwagen. Hij maakt haar een
compliment, ze begrijpt het niet goed
en voelt het rood naar haar wangen
optrekken. Dat vindt ze eigenlijk wel
een klein beetje prettig. Ze durft hem
niet goed aan te kijken, maar als hij
uit het raam kijkt, ziet ze tersluiks dat
hij mooie blauwe oogen heeft en prach
tige witte tanden. Hij lijkt precies op
een man die ze laatst in de bioscoop
gezien heeft, in Assen. Misschien is
De stationsjuffrouw op wacht
het hem wel, heette hij niet Garrie
Kooper?
Als de tram bij de Dam stopt, stap
pen ze uit. Marietje denkt dat ze nu al
in de Emmastraat zijn, en vindt het
wat jammer. Hij zegt dat ze eerst maar
even een kopje koffie moeten drinken,
dan zullen ze er verder heenwandelen.
Het blijft niet bij n kopje koffie, in
het dure caféwaar ze stom verbaasd
naar al die deftige menschen, die vast
allemaal graven en baronnen zijn, zit
te staren. Wat zijn de menschen in de
groote stad toch aardig. Ze loopen sa
men door een winkelstraat, en in de
bedwelmend schitterende winkelpalei
zen koopt hij een flesch parfum en een
armbandje. Daarna zitten ze in een
bioscoop die zoo groot is als ze zich
niet had kunnen voorstellen. Hij heeft
haar verteld dat ze toch niet voor zes
uur bij haar mevrouw hoeft te zijn.
Na de bioscoop zitten ze in een intieme
gelegenheid met muziek, en ze drinkt
vreemde dingen uit groote glazen.
Marietje is om zes uur niet bij haar
mevrouw. Niet om zeven uur, en niet
den volgenden dag. De aardige meneer
die ze Henri is gaan noemen, heeft
haar een mooi bontmanteltje gegeven,
en dat vindt ze heelemaal niet erg,
want ze houdt van hem. En hij van
haar. Ze zullen trouwen. Wat ze vroe
ger eens in de bioscoop gezien heeft, is
waar: er bestaan prinsen, en zij is een
prinses geworden. Drie dagen is ze ge
lukkig.
Na een week moet Henri op reis.
Dan leert ze Eddy kennen. Ze heeft
niet veel meer te verliezen. Drie maan
den is ze ongelukkig. Dan leert ze Ferry
kennen. Ze woont in een straat die
eenigszins berucht is. Vijftig jaar is
haar leven een hel, en dat alleen maar
omdat die aardige meneer zoo vriende
lijk was haar koffertje op te rapen.
Maar dit alles is niet gebeurd,
want toen Marietje met de
vriendelijke meneer de trap van het
perron af wilde loopen, kwam de
stationsjuffrouw op hen toegestapt.
Meneer, kent U deze jongedame?"
De vriendelijke meneer nam zijn hoed
af, en verdween. Op al ' onze groote
stations staan deze juffrouwen die
dank zij hun routine direct zien welke
meisjes den weg niet weten en dus vat
baar zijn voor ean verkeerden weg
zooals die in het bovenstaand verhaal
tje is ui gestippeld.
Van deze verkeerde wegen zijn er
vele, al is hun aantal in de laatste
tientallen jaren sterk afgenomen dank
zij het werk van de Nederlandsche
Vereeniging ter Behartiging van de
Belangen der Jonge Meisjes waarvan
de stationsjuffrouwen vertegenwoor
digsters zijn.
In de tweede helft van de vorige
eeuw werd te Genève de Union
Internationale des Amies de la Jeune
Fille" opgericht, waarbij de Neder
landsche vereeniging die in 1882 opge
richt is, is aangesloten. Deze vereeni
ging wordt meestal kortweg de Union"
genoemd, omdat haar naam een bijna
onuitspreekbare mondvol is. Het instel
len van deze vereeniging was indertijd
een noodzaak, want de handel in
blanke slavinnen was niet zoo denk
beeldig als wel eens gedacht werd. En
ook thans blijkt het dat de zorgen van
de Union" allesbehalve overbodig
zijn. Zij houdt een oogje op de meisjes
die uit de provincie (en het buitenland)
komen om in Amsterdam en andere
groote steden in betrekking te gaan.
De stationsjuffrouwen spreken zoo'n
meisje aan om hun goede diensten
aan te bieden. Daarbij informeeren ze
naar het adres waar ze in betrekking
gaan. De adressen van de
nieuwgekomen meisjes die den stationsjuf
frouwen ontgaan zijn, krijgt de ver
eeniging door middel van den Burger
lijken Stand. Als deze adressen ver
dacht voorkomen (de vereeniging be
schikt over een uitgebreid
adressenmateriaal met gegevens) wordt het
meisje gewaarschuwd. Zoo noodig
verstrekt zij haar andere huisvesting
en zoekt zij een andere betrekking
voor het meisje. Alle meisjes die in de
groote steden in betrekking gekomen
zijn, worden na zoowat een week aan
huis bezocht. Er wordt geïnformeerd
hoe het haar bevalt, en het meisje
wordt op de hoogte gebracht van het
werk der vereeniging. Zoo heeft
Amsterdam een tweetal huizen waar
de meisjes kunnen wonen, of de
avonden en de Zondagen doorbrengen
met boeken, muziek, sport, cursussen,
of alleen maar gezelligheid met een
kopje thee.
In de hall van het Centraalstation
is het M.A.I.-bureau
(MaatschappelijkAdvies-en-Inlichtingen-Bureau) dat in
samenwerking met de A.M.V.J. opge
richt is. Daar kan men vrijwel alles te
weten komen, bijvoorbeeld: betrouw
baarheid van betrekkingen, adressen
voor logies, hotels, kamers en
vacantieoorden. Het verstrekken van inlich
tingen aan en van buitenlanders is
uiteraard den laatsten tijd nihil ge
worden. Maar onze mobilisatietijd
heeft zijn nieuwe problemen gebracht.
Het is den laatsten tijd meer dan eens
gebeurd dat een meisje verloofd was
met een militair die getrouwd bleek te
zijn. In deze gevallen werd de
snoodaard door het M.A.I.-Bureau ontmas
kerd, natuurlijk nadat het betrokken
meisje om inlichtingen had gevraagd.
Op verzoek der ouders kan het
M.A.I.Bureau verwijzen naar een instantie die
toezicht houdt op een kind dat het
slechte pad op dreigt te gaan.
DE GROENE
Neerland's Origineelste
WEEKBLAD @
HET veelomvattende werk van de
Union" beperkt zich niet uit
sluitend tot de hulp aan jonge meisjes.
Als een oude gebrekkige dame bijvoor
beeld in Utrecht over moet stappen,
kan zij van te voren even een briefje
schrijven aan de stationsjuffrouw van
dat station; dan kan ze er verzekerd
van zijn dat ze geholpen wordt. Aan
alleen-reizende kinderen wordt natuur
lijk hulp verstrekt, al is het dan niet
de bedoeling van de vereeniging het
alleen reizen van kinderen in de hand
te werken. Maar de stationsjuffrouwen
worden soms met de gekste dingen
lastig gevallen: Kunt u me ook
zeggen waar ik hier in Amsterdam
een ijsmachine kan koopen?" of
Weet u soms waar de Vries woont?
Ik ben de straat vergeten, maar ik
geloof dat hij op nummer 64 woont".
Het kan niet zoo gek zijn of de juf
frouw en het M.A.I.-Bureau weten
raad. Hoe het ook zij, het leven van
de stationsjuffrouwen is wél vol van
afwisseling. Laten wij n harer aan
het woord:
Een jonge man zwierf aldoor in de
3e klasse-wachtkamer rond, en toen
hij zag dat ik op hem lette, kwam hij
brutaalweg naar de glazen deur en
bleef me twintig minuten aankijken.
Toen ik hoorde, dat hij twee meisjes
van 14 en 15 jaar met zijn onbehoorlijke
vrijheden lastig viel, waarschuwde ik
de politie. Mijn confrontatie met hem
was niet erg prettig; later hoorde ik,
dat hij tot drie.maanden gevangenis
straf was veroordeeld; hij is nooit
meer teruggekomen. Ik leende eens
een gulden aan een werklooze die zijn
kaartje verloren had; den volgenden
dag reeds kwam hij hem terug brengen.
Helaas worden we ook wel eens be
drogen ! Een dame die niet dadelijk
het goede perron vond, beklaagde zich
dat er geen trein-aanwijzingen in het
Fransen waren".
Dit zijn enkele van de eindelooze
ervaringen van de internationaal ver
spreide vrouwelijke schildwachten op
de groote stations, die temidden van
het galmende stationslawaai hun stille
werk verrichten, een werk waarvoor
de menschen dankbaar mogen zijn.
Kinderen
Freek wordt
FREEK is werkelijk erg opge
knapt! Hij gaat er mannelijk uit
zien," zei een vrouwelijk familielid op
leeftijd, prijzend. En moeder voegde
er plagend aan toe: Ja...., hij krijgt
een snor ! En de baard in zijn keel!"
En daarbij streek ze Freek vlug even
over het dons onder zijn neus.
Hou op met die flauwe
je-weetwel...," zei Freek nijdig, maar Zus
vond het noodig om er nog gauw het
hare aan toe te voegen: En dan moet
u 'm in die nieuwe winterjas van 'm
zien, tante! Beslist een volwassen kalf".
Waarop een bokspartij tusschen Zus
en het volwassen kalf volgde, want
ze had hier op een pijnlijk plekje ge
trapt: Freek vindt de nieuwe winterjas
ouwelijk, om niet te zeggen
ouweman-achtig en moeder vindt 'm, aan
vankelijk gesteund door den
winkelmeneer en later door de verzamelde
familie, keurig-netjes en heel flink."
's Middags, toen Freek uit de tram
kwam, van school, grinnikte hij schaap
achtig. D'r is me zóóiets leuks over
komen," zei hij , natuurlijk net iets
voor zoo'n Pieter Simpel als ik ben.
Laat er nou tegenover me in de tram
een mensch met een kind zitten en
nauwelijks krijgt dat wurm mij in de
gaten, of het steekt twee elastieken
armen in de lucht en brult: Pap-pa !
Pap-pa !" De heele tram gilt natuur
lijk..."
De familie gilde óók. Komt van die
PAG. 12 DE GROENE No. 3271