De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 9 februari pagina 12

9 februari 1940 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

Vrouwen en Vrouwenleven Vrouwelijke schildwachten op onze groote stations MARIETJE heeft een dienstje ge kregen in Amsterdam, bij een mevrouw in de Emmastraat. Ze heeft op een advertentie geschreven, want voor haar ouders, die het niet al te ruim hebben, is het een zorg minder als hun kind voor zichzelf zorgen kan. Met haar kartonnen koffertje stapt ze in het Centraalstation uit; ze is in het wonder van de groote stad die ze nog nooit gezien heeft, aangeland. Nu moet ze met de menschen mee loopen naar den uitgang, en dan in lijn twee stappen en aan den conducteur vragen om in de Emmastraat stil te houden. Boem, daar heeft ze haar koffertje la ten vallen. Nog voor ze het oprapen kan, is er een vriendelijke meneer toegeschoten en raapt het voor haar op. Hij houdt het in zijn hand, en zegt iets. Ze verstaat het niet omdat de locomo tief zoo staat te sissen, of omdat ze zoo zenuwachtig is. In ieder geval heeft die meneer iets aardigs gezegd, en zonder zich er rekenschap van te geven, loopt ze met hem naar den uitgang. Ze denkt bij zichzelf dat het toch een heel wat nettere meneer is dan Dries van 't Hof; hij is zoo keurig gekleed en is zoo be leefd tegen haar. De menschen in de groote stad zijn toch erg aardig, vindt ze. Hij vertelt dat hij ook met lijn 2 moet, en nu zitten ze tegenover elkaar in den bijwagen. Hij maakt haar een compliment, ze begrijpt het niet goed en voelt het rood naar haar wangen optrekken. Dat vindt ze eigenlijk wel een klein beetje prettig. Ze durft hem niet goed aan te kijken, maar als hij uit het raam kijkt, ziet ze tersluiks dat hij mooie blauwe oogen heeft en prach tige witte tanden. Hij lijkt precies op een man die ze laatst in de bioscoop gezien heeft, in Assen. Misschien is De stationsjuffrouw op wacht het hem wel, heette hij niet Garrie Kooper? Als de tram bij de Dam stopt, stap pen ze uit. Marietje denkt dat ze nu al in de Emmastraat zijn, en vindt het wat jammer. Hij zegt dat ze eerst maar even een kopje koffie moeten drinken, dan zullen ze er verder heenwandelen. Het blijft niet bij n kopje koffie, in het dure caféwaar ze stom verbaasd naar al die deftige menschen, die vast allemaal graven en baronnen zijn, zit te staren. Wat zijn de menschen in de groote stad toch aardig. Ze loopen sa men door een winkelstraat, en in de bedwelmend schitterende winkelpalei zen koopt hij een flesch parfum en een armbandje. Daarna zitten ze in een bioscoop die zoo groot is als ze zich niet had kunnen voorstellen. Hij heeft haar verteld dat ze toch niet voor zes uur bij haar mevrouw hoeft te zijn. Na de bioscoop zitten ze in een intieme gelegenheid met muziek, en ze drinkt vreemde dingen uit groote glazen. Marietje is om zes uur niet bij haar mevrouw. Niet om zeven uur, en niet den volgenden dag. De aardige meneer die ze Henri is gaan noemen, heeft haar een mooi bontmanteltje gegeven, en dat vindt ze heelemaal niet erg, want ze houdt van hem. En hij van haar. Ze zullen trouwen. Wat ze vroe ger eens in de bioscoop gezien heeft, is waar: er bestaan prinsen, en zij is een prinses geworden. Drie dagen is ze ge lukkig. Na een week moet Henri op reis. Dan leert ze Eddy kennen. Ze heeft niet veel meer te verliezen. Drie maan den is ze ongelukkig. Dan leert ze Ferry kennen. Ze woont in een straat die eenigszins berucht is. Vijftig jaar is haar leven een hel, en dat alleen maar omdat die aardige meneer zoo vriende lijk was haar koffertje op te rapen. Maar dit alles is niet gebeurd, want toen Marietje met de vriendelijke meneer de trap van het perron af wilde loopen, kwam de stationsjuffrouw op hen toegestapt. Meneer, kent U deze jongedame?" De vriendelijke meneer nam zijn hoed af, en verdween. Op al ' onze groote stations staan deze juffrouwen die dank zij hun routine direct zien welke meisjes den weg niet weten en dus vat baar zijn voor ean verkeerden weg zooals die in het bovenstaand verhaal tje is ui gestippeld. Van deze verkeerde wegen zijn er vele, al is hun aantal in de laatste tientallen jaren sterk afgenomen dank zij het werk van de Nederlandsche Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes waarvan de stationsjuffrouwen vertegenwoor digsters zijn. In de tweede helft van de vorige eeuw werd te Genève de Union Internationale des Amies de la Jeune Fille" opgericht, waarbij de Neder landsche vereeniging die in 1882 opge richt is, is aangesloten. Deze vereeni ging wordt meestal kortweg de Union" genoemd, omdat haar naam een bijna onuitspreekbare mondvol is. Het instel len van deze vereeniging was indertijd een noodzaak, want de handel in blanke slavinnen was niet zoo denk beeldig als wel eens gedacht werd. En ook thans blijkt het dat de zorgen van de Union" allesbehalve overbodig zijn. Zij houdt een oogje op de meisjes die uit de provincie (en het buitenland) komen om in Amsterdam en andere groote steden in betrekking te gaan. De stationsjuffrouwen spreken zoo'n meisje aan om hun goede diensten aan te bieden. Daarbij informeeren ze naar het adres waar ze in betrekking gaan. De adressen van de nieuwgekomen meisjes die den stationsjuf frouwen ontgaan zijn, krijgt de ver eeniging door middel van den Burger lijken Stand. Als deze adressen ver dacht voorkomen (de vereeniging be schikt over een uitgebreid adressenmateriaal met gegevens) wordt het meisje gewaarschuwd. Zoo noodig verstrekt zij haar andere huisvesting en zoekt zij een andere betrekking voor het meisje. Alle meisjes die in de groote steden in betrekking gekomen zijn, worden na zoowat een week aan huis bezocht. Er wordt geïnformeerd hoe het haar bevalt, en het meisje wordt op de hoogte gebracht van het werk der vereeniging. Zoo heeft Amsterdam een tweetal huizen waar de meisjes kunnen wonen, of de avonden en de Zondagen doorbrengen met boeken, muziek, sport, cursussen, of alleen maar gezelligheid met een kopje thee. In de hall van het Centraalstation is het M.A.I.-bureau (MaatschappelijkAdvies-en-Inlichtingen-Bureau) dat in samenwerking met de A.M.V.J. opge richt is. Daar kan men vrijwel alles te weten komen, bijvoorbeeld: betrouw baarheid van betrekkingen, adressen voor logies, hotels, kamers en vacantieoorden. Het verstrekken van inlich tingen aan en van buitenlanders is uiteraard den laatsten tijd nihil ge worden. Maar onze mobilisatietijd heeft zijn nieuwe problemen gebracht. Het is den laatsten tijd meer dan eens gebeurd dat een meisje verloofd was met een militair die getrouwd bleek te zijn. In deze gevallen werd de snoodaard door het M.A.I.-Bureau ontmas kerd, natuurlijk nadat het betrokken meisje om inlichtingen had gevraagd. Op verzoek der ouders kan het M.A.I.Bureau verwijzen naar een instantie die toezicht houdt op een kind dat het slechte pad op dreigt te gaan. DE GROENE Neerland's Origineelste WEEKBLAD @ HET veelomvattende werk van de Union" beperkt zich niet uit sluitend tot de hulp aan jonge meisjes. Als een oude gebrekkige dame bijvoor beeld in Utrecht over moet stappen, kan zij van te voren even een briefje schrijven aan de stationsjuffrouw van dat station; dan kan ze er verzekerd van zijn dat ze geholpen wordt. Aan alleen-reizende kinderen wordt natuur lijk hulp verstrekt, al is het dan niet de bedoeling van de vereeniging het alleen reizen van kinderen in de hand te werken. Maar de stationsjuffrouwen worden soms met de gekste dingen lastig gevallen: Kunt u me ook zeggen waar ik hier in Amsterdam een ijsmachine kan koopen?" of Weet u soms waar de Vries woont? Ik ben de straat vergeten, maar ik geloof dat hij op nummer 64 woont". Het kan niet zoo gek zijn of de juf frouw en het M.A.I.-Bureau weten raad. Hoe het ook zij, het leven van de stationsjuffrouwen is wél vol van afwisseling. Laten wij n harer aan het woord: Een jonge man zwierf aldoor in de 3e klasse-wachtkamer rond, en toen hij zag dat ik op hem lette, kwam hij brutaalweg naar de glazen deur en bleef me twintig minuten aankijken. Toen ik hoorde, dat hij twee meisjes van 14 en 15 jaar met zijn onbehoorlijke vrijheden lastig viel, waarschuwde ik de politie. Mijn confrontatie met hem was niet erg prettig; later hoorde ik, dat hij tot drie.maanden gevangenis straf was veroordeeld; hij is nooit meer teruggekomen. Ik leende eens een gulden aan een werklooze die zijn kaartje verloren had; den volgenden dag reeds kwam hij hem terug brengen. Helaas worden we ook wel eens be drogen ! Een dame die niet dadelijk het goede perron vond, beklaagde zich dat er geen trein-aanwijzingen in het Fransen waren". Dit zijn enkele van de eindelooze ervaringen van de internationaal ver spreide vrouwelijke schildwachten op de groote stations, die temidden van het galmende stationslawaai hun stille werk verrichten, een werk waarvoor de menschen dankbaar mogen zijn. Kinderen Freek wordt FREEK is werkelijk erg opge knapt! Hij gaat er mannelijk uit zien," zei een vrouwelijk familielid op leeftijd, prijzend. En moeder voegde er plagend aan toe: Ja...., hij krijgt een snor ! En de baard in zijn keel!" En daarbij streek ze Freek vlug even over het dons onder zijn neus. Hou op met die flauwe je-weetwel...," zei Freek nijdig, maar Zus vond het noodig om er nog gauw het hare aan toe te voegen: En dan moet u 'm in die nieuwe winterjas van 'm zien, tante! Beslist een volwassen kalf". Waarop een bokspartij tusschen Zus en het volwassen kalf volgde, want ze had hier op een pijnlijk plekje ge trapt: Freek vindt de nieuwe winterjas ouwelijk, om niet te zeggen ouweman-achtig en moeder vindt 'm, aan vankelijk gesteund door den winkelmeneer en later door de verzamelde familie, keurig-netjes en heel flink." 's Middags, toen Freek uit de tram kwam, van school, grinnikte hij schaap achtig. D'r is me zóóiets leuks over komen," zei hij , natuurlijk net iets voor zoo'n Pieter Simpel als ik ben. Laat er nou tegenover me in de tram een mensch met een kind zitten en nauwelijks krijgt dat wurm mij in de gaten, of het steekt twee elastieken armen in de lucht en brult: Pap-pa ! Pap-pa !" De heele tram gilt natuur lijk..." De familie gilde óók. Komt van die PAG. 12 DE GROENE No. 3271

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl