De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 17 februari pagina 16

17 februari 1940 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE VLEK OP BLADZIJ 21 Een verhaal van De Groene door Ossip Kalenter DE Hollander" en de Spaansche" hadden eenige Franschen hen geestig gedoopt, terwijl de Duitschers uit het hotel zich er mee tevreden stelden hen als onharmonisch geheel" te registreeren. De Engelschen hadden hen in het geheel niet opgemerkt. Zij hadden trouwens ook niets opvallends; zij kwamen stipt op tijd bij de maaltijden, namen vlijtig aan alle pleiziertjes deel en pasten zich in alle opzichten aan de stijl van het hotel aan. Onharmonisch" waren zij zonder twijfel; hij: breed, kerngezond, een man in de jaren, die men de beste pleegt te noemen omdat het de goede niet meer zijn. Zij: klein, slank, donker, haar huid wasachtig en doorschijnend ondanks een bruin vernisje. Een paar" was het ten eenen male niet, tenminste wettelijk niet, en Hollander" was hij net zoo min als zij Spaansche". Veeleer had men in hem te zien Mijnheer Lukas Grüter uit Hamburg, die ten allen tijde meubelen, .koffie of cacao onderweg had en wiens voorouders na te gaan waren tot de vijftiende eeuw (naar mijn heer Grüter althans beweerde). Zij daarentegen was een zekere Mad. Saint?Alban, Margot, Go genaamd, geboren in Perpignan: een steeds naar de laatste mode gekleed, teer persoontje van nau welijks twintig jaar, die na haar echtscheiding een onbekommerd leventje leidde en op het oogenblik een zekere mevrouw Grüter was. Zij schenen samen volmaakt gelukkig en geen mensch kon ook maar het minste ten hunnen nadeele zeggen. Totdat op zekeren avond Madame alleen aan tafel verscheen. Mijnheer Grüters plaats bleef leeg en de Franschen vermoedden een echtelijke scène. Mevrouw Saint?Alban was een nuance wasachtiger dan gewoonlijk. Wat mankeerde die mijnheer Grüter wel, om zich zoo maar in zijn kamer op te sluiten en voor geen geld de deur te openen, nietszeggende opmerkingen naar buiten te roepen en op gemelijken toon te verzoeken hem met rust te laten? Volgens mevr. Saint?Alban was zijn optreden niet te kwalificeeren. Met een bewonderenswaardige gratie en een raadselachtighoogmoedig gezicht ontleedde zij haar visch, toen een kellner haar kwam melden, dat mijnheer haar verzocht, bij hem te komen. Zij was te veel Franfaise om den man en zijn ellendigen opdrachtgever een antwoord waardig te keuren, en te nieuws gierig om zich niet desondanks voor te nemen, naar hem toe te gaan. Op perfecte wijze beëindigde zij haar diner, met eindelooze traagheid gebruikte zij in de hall nog haar koffie, rookte een sigaret en besteeg ten slotte met een droomerigen blik de trappen die naar Grüter's vertrekken leidden. ZIJN gewone blozende, frissche gelaatskleur had plaats gemaakt voor een op nervositeit wijzende bleekheid. Hij ontving haar met een plechtigheid, die weinig goeds beloofde. Ernstig en afgemeten nam hij een boek uit een koffer (?Herfstrozen" luidde de titel), toonde het haar en vroeg zonder het los te laten: Heb jij dit boek soms in handen gehad" ? Mevrouw Saint?Alban verstond de Duitsche taal prima; stellig beter dan zij zijn school-Fransch verstond, dat hij aanvankelijk haar ter eere ten beste gegeven had. Voor alle zekerheid antwoordde zij: Neen!" Werkelijk niet?" Mijnheer Grüter hield er een manier van nadruk kelijk ondervragen op na, die haar ondragelijk was. Werkelijk niet", antwoordde zij op kouden, zakel ijken toon. Maar daarmee was Mijnheer Grüter nog lang niet tevreden. Ik verzoek je met den meesten nadruk", zei hij plotseling en zag er angstaanjagend uit, ik bid en smeek je, lieve Go zeg mij, of je dit boek in handen hebt gehad!" Wat voor belang kan dat hebben?" Een oneindig groot belang.... alles.... Mijn geheele verdere leven hangt er van af.. .." Van het feit, of ik al of niet een bepaald boek in handen gehad heb?" Kun je er een eed op doen?" vroeg Mijnheer Grüter op duisteren toon. Hij is gek geworden, dacht zij, en op de vrien delijke, onschuldigen toon, waarop men met idioten pleegt te praten, zei zij: Wat mankeert je eigenlijk ? Ben je niet heelemaal lekker, mon chéri?" Dof antwoordde Mijnheer Grüter: Wat er ge beurd is en nog te gebeuren staat, kan ik ie nu niet uitleggen. Later misschien. Wanneer ik weer wat overzicht over de dingen zal hebben. Op het oogenblik voel ik mij alsof ik een geweldigen slag op mijn hoofd gekregen heb. Ik geloof" en hij drukte de vuisten tegen zijn slapen ik geloof, dat ik mijn verstand verlies." Net zoomin als zij zich illusies maakte over Mijnheer Grüters geestesgesteldheid, zullen wij ons illusies maken over dit, volgens steeds de laatste mode gekleede Mevrouwtje Saint?Alban en haar karakter. Vandaar dat wij in het minst niet zullen schrikken, wanneer zij op hetzelfde oogenblik en geenszins onlogisch uitroept: Mon chéri, ik heb hard geld noodig...." Met een omfloersden blik op haar langgewimperde blauwe oogen, zag zij Mijnheer Grüter als in een film oogenblikkelijk zijn cheque-boek trekken. Baar geld.. . ." lispelt Go uit Perpignan. In dat geval heb ik helaas niet meer dan dit.. " Het waren duizend Zwitsersche francs. Arme kerel, dacht Go ontroerd. Hij heeft wer kelijk zijn verstand verloren. OOK het hotelpersoneel hield hem den volgenden dag voor krankzinnig. Ook aan hen, had hij, n voor n den roman getoond en hun op eer en geweten gevraagd of zij het bewuste boek ook in handen gehad hadden. Tegen den avond, even voor het eten, klopte Mevr. Saint?Alban op de deur van Mijnheer Grüter's appartement. Zij was nog steeds op slot. Doodstil was het binnen. Den volgenden morgen bleek Mijnheer Grüter te zijn afgereisd. Waarheen ?Mevrouw Saint?Alban, die om zich ook verder volkomen aan de stijl van het hotel aan te passen, voortaan voor Mijnheer Grüter's vrouw wilde blijven doorgaan, besloot zich daaromtrent te ori°nteeren. Mijnheer was vertrokken, na een ontzettende zenuw-crisis. Naar Hamburg was hij gereisd kwam Mevr. Saint Alban te weten, en hij had welk een toonbeeld van zorgzaam echtgenoot! haar appartement voor vier weken gehuurd en vooruit betaald. De vier weken waren voorbij en Madame's cofjUette koffers waren naar Montreux getrans porteerd tezamen met twee koffers van een Britsen officier, toen er voor Mevr. Grüter uit Hamburg een brief arriveerde. Daar de Zwitsersche post met haar onbestelbaar" nogal zuinig is, ging de brief voor alle zekerheid p.a. Mr. Algenon McBride naar Montreux, waar hij de geadresseerde, die weer Mad. Saint?Alban, heette, door Mr. MacBride over handigd werd. Lieve Go", stond er, je zult je wel afvragen... " Mevr. Saint?Alban zocht naar het einde van de alinea en begon aan de volgende, die met En nu wil ik je alles verklaren" aanving. MIJNHEER Grüter kon op een ideaal huwelijks leven bogen. Minnie, zijn vrouw kon heerlijke Hamburger worstjjs klaarmaken, waar hij een zwak voor had. En hij had voor haar spiritistische seances gezorgd, die haar zwak waren. Op een mooi oogenblik hadden zij gezworen, dat daar zij in een leven na den dood geloofden degeen, die het eerst stierf den ander een teeken zou zenden, ten einde na te gaan of een dergelijk leven werke lijk bestond. Nu had de hemel haar uitverkoren om heen te gaan, hem om te blijven. Hij was niet te troosten. Aanvankelijk nam hij zich voor in het geheel geen teeken at te wachten, maar haar oogenblikkelijk te volgen, ongeacht waarheen. Hij werd echter geruimen tijd opgehouden. Zijn dagen sleten in het zakenleven. Zijn avonden bracht hij thuis door, moe en overspannen. En zoo wachtte hij op antwoord.. . Met de ;aren sleet zijn smart en langzamerhand keerde hij in de wereld terug. Evenwel zonder te vergeten, zonder het wachten op te geven. Er kwam weer een tijd van uitgaan, vrienden enz. Er kwam weer een tijd van kleine vacantiereisj ss, bij voorbeeld naar St.-Moritz, waar hij Madame Saint?Alban leerde kennen, waarmee hij naar het Berner Oberland verhuisde, naar Gstaad. Daar, toen zijn zinnen verder dan ooit van de dierbare doode verwijderd waren, kwam het teeken tot hem. In een boek, dat sedert Minnie's dood niet meer van mijn zijde geweest is", aldus Mijnheer Grüter, in haar lievelingsboek, vond ik op zekeren dag een geheimzinnige, onverklaarbare vlek: zwart pikzwart, als van een aardachtige olie, met een bruinige in geel overgaande kring er omheen. En wel door verscheidene bladzijden heen, zoodat de vlek, waarvan het centrum op bladzijde 21 lag, nog op de bladzijden 19 en 26 zichtbaar was. Nog nooit in mijn leven heb ik een dergelijke vlek gezien. Geen twijfel mogelijk: De hand van een geest was er debet aan! Ik heb occultisten van naam geraad pleegd en de vlek laten onderzoeken." Mevrouw Saint?Alban sloeg nogmaals een alinea over, aangezien zij in groote spanning was. Nu kan ik het niet meer met mijn levensopvat tingen rijmen het leven weg te gooien", verklaarde Mijnheer Grüter verder, en Mevrouw Saint?Alban haalde verlicht adem. Ik blijf. En het valt mij licht te blijven. Hoe na of hoe ver het ook zijn mag: er bestaat een weerzien. Ik breng mijn avonden weer alleen thuis door. Ik spreek dan met Minnie en zij geeft mij antwoord. Ik heb gebiecht en zij heeft mij vergeven. Voor het eerst in mijn leven voel ik de ware beteekenis van de eeuwige liefde." NA het lezen van deze brief, die haar meer interesseerde dan zij aanvankelijk gedacht had, verviel Mevr. Saint?Alban in gepeins. Op een goeden avond in Gstaad Mijnheer Grüter zat, zooals gewoonlijk, reeds in smoking in de hall was haar te binnen geschoten, dat hij in zijn koffer een uiterst geheimzinnig boek had. Zij had het heimelijk te voorschijn gehaald en het mee naar haar toilettafel genomen. Zij las een stuk van het einde, een stuk uit het midden en ten slotte ook een stuk uit het begin. Zij kon het noch begrijpen noch bijster amusant vinden. Intusschen voltooide zij haar toilet. Het fleschje met de verf voor haar wimpers stond open naast het boek en zoo ontstond de vlek: zij stootte het om. Mevrouw Saint?Alban wikte en woog. Lang zaam en speelsch verscheurde zij tenslotte Mijnheer Grüters brief en wierp de snippers in het meer. De eerste fijne nevels begonnen op te stijgen. Was de GROENE juist uitverkocht? NEEM EEN ABONNEMENT! PAG. l« DE GROENE No. 3272

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl