De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 24 februari pagina 12

24 februari 1940 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

Vrouwen en Vrouwenleven Remedie tegen eenzaamheid OETJE, eten wij vandaag niet te laat, want ik moet. ..." Oetje" is de padvindstersnaam van de directrice van het Clubhuis voor Werkende Vrouwen en Meisjes, dat ongeveer een jaar geleden, te 's Gravenhage werd geopend. De directrice, tevens oprichtster, mejuf frouw J. Snijder van Wissenkerke, laat zich door haar gasten bij dien naam noemen. Juffrouw is zoo stijf", ver klaart zij. Wij zitten in de gezellige huiskamer van het Clubhuis, ouderwetsch, maar knus gemeubeld met een divan, een bank, een paar crapauds om een tafeltje, piano, schrijfbureau in een hoek ? den werkhoek van de direc trice een paar schemerlampen, boeken. ... De thuiskomenden worden verwelkomd met een kopje thee en daarna gaan wij naar beneden, naar de eetkamer, waar directrice, huisgenooten en gast zich om den wei verzorgden disch scharen. Onder genoeglijken kout over de dingen van den dag, over werkkring en school, wordt de maaltijd genuttigd en dan gaan wij terug naar de zitkamer, waar ge leidelijk de buitenleden" als zij zoo mogen worden genoemd binnen komen. Meisjes, die over dag haar werk hebben, werk, dat niet zeer ruim wordt betaald, zoodat zij zich slechts een bescheiden kamertje kunnen ver oorloven. In het Clubhuis komen zij wat gezelligheid zoeken: er wordt gehandwerkt gepraat. Een heelen dag hebben zij gezwegen of slechts zakelijke gesprekken gevoerd, deze kantoor-dames, winkeljuffrouwen' kinderjufs en alle anderen, die hier huiselijke gezelligheid vinden. U weet niet, hoevele werkende vrouwen zich in haar trieste kamertjes eenzaam gevoelen, met niemand, bij wie zij haar hart eens kunnen uitstorten. Ik had dan ook al heel lang beseft, dat er in Nederland clubhuizen moesten komen naar het voorbeeld van de Fransche foyers", tehuizen, waar enkele vrouwen en meisjes kunnen wonen en waar anderen haar vrijen tijd kunnen doorbrengen, maar dan niet, zooals in Parijs, waar elk beroep -zijn eigen stichting heeft, zoodat de bezoeksters uitsluitend vakgenooten ontmoeten, wat leidt tot een zekere begrensdheid, kwaadsprekerij, enz. Eigenlijk had ik nooit aan de mogelijk heid gedacht zelf zoo'n thuis op te richten. Ik had een kinderhuis en wijdde mij daaraan met hart en ziel. Misschien ging ik er te veel in op, want ik werd ziek en de dokter ried mij het Kinderhuis te sluiten. Dat was mij dus uit de hand geslagen !" vertelt de directrice. Voor mejuffrouw Snijder was dit geen reden bij de pakken te gaan neer zitten. Men herinnerde haar aan haar sympathie voor de Parijsche Foyers en zij zag in, dat dit het oogenblik was om die sympathie als het ware te materialiseeren. Zij wachtte een gun stig moment af om haar vader het huis Madoerastraat 5, dat zijn eigen dom was, af te bedelen, zij wist de sympathie te krijgen van den burge meester, de presidente van den NatioZit-slaapkamer in het Haagsche Clubhuis voor Werkende Vrouwen en Meisjes nalen Vrouwenraad, mej. Joh. Wester man, bleek het plan ook gunstig gezind te zijn en zoo waagde mejuffrouw Snijder van Wissenkerke het er op het huis te openen. Zeven inwonende gasten kon zij huisvesten en die zeven meldden zich al heel spoedig aan. Andere kamer bewoonsters hoorden uit de plaatselijke bladen, van kantoor-genooten, enz. van het bestaan van het Clubhuis en 3 enigeen kwam eens een kijkje nemen en haastte zich daarna zich als lid aan te melden. N ATUURLIJK was het voor de Contact met anderen" is wat een zame kamerbewoonsters bovenal noodig hebben. Daarom stelt de directrice De mode voor 1940 is geboren Deze japon is gemaakt van fijne zwarte wol, met een ingehaalde ceintuur en wat ruimte aan den achterkant. Het hoedje is plat, en versierd met een afhangende veer. ER is, wederom, een nieuwe mode geboren. Geboren onder omstandigheden,' die zich wel uitzonderlijk slecht laten rijmen met al wat een nieuwe mode inhoudt aan luxe en zorgeloosheid: in de hoofdstad van een oorlog voerend land. En toch: een nieuwe mode, waaraan verreweg de meeste modehuizen hebben meegewerkt; slechts weinige zijn gesloten. De andere werken niet op volle kracht, veel arbeidskrachten zijn gerequireerd, in verband met den oorlog. Maar het gaat per slot van rekening niet aan om alles stil te leggen, en de goede klanten der verschillende modehuizen zouden dan met de handen in 't perfect gekapte haar zitten! En zoo brengt Parijs dan weer honderden jurken, costuums en jassen, middag- en avondjaponnen, hoedjes, snufjes", grapjes en amusante bijzonderheden, misschien wat minder avondkleeding, en stellig minder détails, een simpeler lijn; bovenal echter een belangrijke verandering in het kleuren gamma. Men kan zich, op het zien van al dit zwart en wit, dit ingetogen grijs, dit ongecompliceerde rood en blauw, nauwelijks voorstellen dat wij nog geen jaar geleden onzen grootsten trots stelden in een splinter nieuwe combinatie van tusschentinten; dat Parijs alle mogelijkheden van lila, rose, rood en blauw had uitgebuit, en dat wij op onze beurt maar niet genoeg konden krijgen van die kleurschakeeringen, die soms met veel smaak, soms ook met meer enthousiasme werden uitgevoerd ! Uit den aard der zaak is het tailleurcostuum, dit meest eenvoudige en praktische kleedingstuk, opnieuw op den voorgrond getreden. De rok is vrij kort, meestal eenigszins ruim (platte plooien, plissé, klokkend), het jaquetjeheeft verschillende lengten. Is het lang, dan blijft de rok zoo nauw mogelijk; draagt men het daarentegen zeer kort, tot even onder of zelfs tot in de taille, zooals, dat vooral bij meer gekleede tailleurcostuums voorkomt, dan is het rokje wijd. Onder de mantels behaalde het redingotemodel de overwinning op de wijde jas. De wollen japonnen blijven zeer simpel van uitvoering; veelal zonder kraag, en met knoopsluiting vóór; impriméjurkjes worden met plissé's in dezelfde stof gegarneerd. Onder de avondjaponnen vindt men veel kant, dikwijls in combinatie met tulle of crêpe georgette, wat aanleiding geeft tot zeer be werkelijke modellen. Zwart en wit voeren den boventoon. Een goede vondst was een kort, los avondjasje, dat ook binnenste buiten gekeerd kon worden; de buitenkant was donker, van de japonstof, de binnenkant gestreept, ge bloemd of voorzien van motieven, die ook op de japon waren aangegeven. De meeste hoeden zijn laag en plat, met uitzondering van de Mexicaansche" modellen: platte rand, kegelvor mige bol. De schoenen hebben vaak dikke zolen, en zijn over 't algemeen tamelijk excentriek. Maar dat is ongeveer de eenige ietwat frivole kant van deze bijzonder ingetogen smaakvolle mode van 1940. zich altijd open om de moeilijkheden, welke de bezoeksters van haar huis ondervinden, met haar te bespreken; desnoods gaat zij familieleden of vrienden van haar gasten bezoeken om strubbelingen, welke zich hebben voor gedaan, uit den weg te ruimen. Den eenzamen moet worden geleerd, niet langer eenzaam te zijn. Velen wroeten zoo erg in eigen smart", verklaarde mejuffrouw Snijder, en daar moeten ze van worden bevrijd". In de dagelijksche gesprekken, door muziek avonden, schouwburgbezoek, enz. (het Tooneelgezelschap Verbeek stelt eiken Vrijdag- en Zondagavond vier toegangskaarten gratis ter beschikking en ook de Haagsche Kunstkring geeft vrijbiljetten voor concerten, lezingen, enz.) wordt getracht het belangstellings terrein der leden uit te breiden. En. .. . van het n is het ander gekomen", vertelt de directrice. Want ik hoorde van een kamerbewoonster, die drie dagen ziek was geweest zonder dat iemand naar haar had omgekeken. Er zijn aardige, hartelijke hospita's, maar er zijn er ook, die zich niets van haar huisgenooten aantrekken. Uit bedoeld verhaal begreep ik, dat het werk moest worden uitgebreid. Niet alleen moest ik den meisjes gelegenheid geven bij mij te komen, ik moest hen gaan opzoeken als ze ziek waren. Op het oogenblik zijn er drie en veertig dames, die mij daarbij helpen. Vaak waarschuwen dokters mij, wanneer een kamerbewoonster onverzorgd te bed ligt, zonder ziek genoeg te zijn om naar een ziekenhuis te gaan. Dan ga ik of een van mijn helpsters er heen. Zoo noodig wasschen wij de patiënte, wij redderen de kamer, en brengen voedsel mee. ..." Zoo kom je van dit werk van het n tot het ander. Ik werd er opmerk zaam op gemaakt, dat vrouwen van gemobiliseerden dikwijls moeilijkheden hebben met de kinderen. Ze kunnen nu haar hart bij mij komen uitstorten en zoo noodig laat ik lastige en weer barstige kinderen bij mij komen en wijs hun er op, hoe zij moeder nu kunnen helpen. .. . Dan heb ik er toch weer voordeel van, dat ik een kinderhuis heb gehad, zooals mijn vroegere ervaring als verpleegster mij te pas komt bij ziekenbezoek. ..." DAN komen wij terug op het Tehuis, dat in korten tijd voor vele vrouwen en meisjes een heerlijk en vertrouwd centrum is geworden. Wij zijn het met de directrice eens: in elke stad moest een dergelijk Clubhuis zijn. Haar ideaal is, dat een adjunct-directrice de teugels in het Haagsche Tehuis zal overnemen en dat zij zelf gelegenheid krijgt wat zij nu toch reeds doet door lezingen haar denkbeeld in andere steden te propageeren. Opdat er een stichting kome met vertakkingen over het geheele land en spoedig geen enkele vrouw zich meer eenzaam gevoele, .. . BERTHA M. v. D. ENDE PAG. 12 DE GROENE No. 3273

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl