De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 24 februari pagina 5

24 februari 1940 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Salvo van .een s/ogschip militaire medewerker: geen slagkruisers, wel veel meer onderzeebooten en jagers dan er nu zijn. Zijn die dan nu niet meer noodig? Moeten die er ook nog komen, behalve de slagkruisers, die een geheel nieuwe uitvinding zijn ? Of willen de tegenwoordige deskundigen soms beweren, dat hun deskundige collega's van luttele jaren geleden geen verstand van de marine had den? Uit het betoog van schrijver blijkt vooral, dat de slagkruisers den tegenstander zullen dwingen zijn slagschepen in werking te stellen. Dit is in feite geen voordeel. Dit zou het wél zijn, indien de slag kruisers zulks konden beletten. De vijand komt dus zeker met zijn sterke eenheden en in dien gedachtengang blijkt sterk het nadeel van het kleine getal, n.l. drie, terwijl men feitelijk wegens de onver mijdelijke reparaties maar op een tweetal voor den strijd kan rekenen. Dat de slagschepen van den vijand tegenover deze twee slagkruisers geen succes zouden kunnen behalen, is al zeer optimistisch voorgesteld. Men behoeft echter niet te strijden over de vraag, of slagkruisers voor een of ander doel bruikbaar zijn, doch de vraag moet aldus worden gesteld of het eens noodig geachte minimum aan klein materieel thans niet meer noodig wordt geacht. Tens'otte nog enke1e andere opmerkingen tegen het betoog van admiraal Schorer. De Duitschers vechten bij uitstek tegen de Britsche handelsvloot. De groote oorlogsschepen der Britten geven de gelegenheid echter niet. Als Duitschland hen daartoe dwong door met slag kruisers naar buiten te komen, dan zou eerst moeten blijken, of de groote schepen geen last zouden ondervinden. De tijd zal leeren, hoe het met de kosten ten slotte gaat. De begrooting van regeeringswege is lager dan de dezerzijds uitgesproken verwachting. Welnu, in 191S taxeerde men de kosten voor de kruiser s Java en Sumatra van 7500 ton op 7 a 8 millioen. Het bedrag is 22 millioen geworden ! Dergelijke ervaring maakt sceptisch ten aanzien van be grootingen, waarbij in concreto over de nood zakelijke omlijsting" ook al heel weinig wordt mede gedeeld. De basis van Soerabaja werd in 1912 en 1920 ongeschikt geacht. Waarom hebben toen de water bouwkundigen hun talenten niet ten toon gespreid ? Over die basis zal het laatste woord nog wel niet zijn gesproken. Voorheen is daarover al een felle strijd gevoerd en ten slotte hebben twee commissies haar afgekeurd. Er zal te zijner tijd wel blijken, wat er noodig is, om de haven van Soerabaja ge schikt te maken, met dokken, arsenalen, bewaking, reparatie-inrichtingen enz. enz. Met den Admiraal Schorer kan men het toe juichen dat de regeering de landsverdediging ter hand neemt, doch of zij zulks op de beste wijze bevordert door den bouw van slagkruisers, met de enorme kosten daaraan verbonden, blijft in hooge mate aan twijfel onderhevig. EINIG dingen zijn op het oogenblik zoo moeilijk als het gevoel voor wat recht en onrecht is te handhaven. De dagbladen storten iederen morgen en iederen avond een ijskouden stroom van berichten over ons uit. Ons arm hoofd buigt zich gelaten en laat veel langs zich afglijden. Ons hart heeft de neiging, zich uit de verdorven sfeer der poli tiek terug te trekken. Alle scheidingslijnen worden opgeheven; alle normen verdwijnen in de mist van politieke intriges. Vergeleken met de verwarring van het oogenblik was de situatie enkele jaren geleden kristalklaar en overzichtelijk. Wij wisten toen ten naaste bij waar we aan toe waren. Wij konden de politiek toetsen aan democratische normen. Wij wisten voor wie wij konden strijden en tegen wie wij ons hadden te verzetten. De agressies waren eenzijdig. Onze moreele verontwaardiging zweefde niet in een politiek luchtledig. Zoo was er een staatsman die een zwaargewapend leger op liet rukken tegen een Afrikaanschen volksstam; met bommen en gifgassen werd de zwakkere vijand verstrooid Dat was onrecht Er was een staatsman, die, toen in een naburig land een reactionaire opstand was losgebarsten, zijn troepen en vliegtuigen der rebelleerende generaals ter beschikking stelde. Dat was onrecht. Er waren, ergens ver weg, staatslieden die een weerlooze boerenbevolking onnoemelijk teisterden, van huis en hof verjoegen, en hun macht voor een deel slechts door uitbreiding van den handel in verdoovende middelen wisten te handhaven. Dat was onrecht. Er was een staatsman die droomde van de vestiging van een groot rijk midden in het werelddeel waar de door hem beheerschte staat lag. Wie hem in den weg zat, werd vertrapt. Een naburig volk, door zijn bondgenooten verraden, werd door hem overweldigd. Dat was onrecht. En toen brak de oorlog uit. /N den waren oorlog weet men dat er met het recht geen rekening wordt gehouden. De totale vernietigingswil heerscht. Heerscht zij ook nuf Bevinden wij ons niet veeleer in het clair-obscur dat de overgang vormt tusschen de sfeeren van politiek en oorlog? De staatslieden hebben het heft in handen gehouden. Op het punt, elkaar naar de keel te vliegen, maken zij vaak evenzeer den indruk, bereid te zijn, zich aan den conferentietafel te zetten. Men zou dat kunnen toejuichen, indien men het gevoel had dat daar iets goeds gewrocht zou worden. .. . Er is n staat die zijn wil aan de wereld wil op leggen. Dat is een program. De zwakheid van zijn tegenstanders is, dat zij geen program hebben doch slechts de handhaving wenschen van een staatkundigen en socialen status-quo die verouderd is. Hun streven is: lijmen. Hebben Chamberlain en Daladier in al hun redevoeringen n gedachte klaar en helder uitgesproken, die verruimend werkte en zwanger was van toekomstperspectieven? Vandaar het politiek luchtledig waarin onze gevoelens zweven. Daladier heeft reeds gepoogd, Mussolini om te koopen: zijn poging is mislukt. Chamberlain is bereid het met generaals en ,,Junkers" op een accoordje te gooien. De Duitsche uitvoer, ook via neutrale havens, wordt verhinderd, maar Itali ontvangt nog steeds ladingen Duitsche steenkolen via Rotterdam. Van elders werd zelf s bericht dat Duitsch~ land nog steeds koperertsen ontvangt uit een Spaansch bedrijf dat eigendom is van een Engelsche firma. En terwijl de Vereenigde Staten met den linkerhand bedeesd Finland financieelen steun geven, hebben zij rmt den rechterhand groote wapenvoorraden ver kocht aan de Sowjet-Unie. In Frankrijk gaan van gezaghebbende zijde stemmen op om Duitschland na den nederlaag te versnipperen: alsof in de twintigste eeuw politieke maximes kunnen worden toegepast die in de zestiende in feite reeds verouderd waren ! Wat Europa na een overwinning der Geallieerden te wachten staat, is onbekend. Bijkans het eenige vaste punt is, dat het Europa niet onbekend is wat het van een Duitsche overwinning mag verwachten. .. . Maar ook deze kennis is negatief. En zoo lijkt ons toch de conclusie gerechtvaardigd dat de democratie in een politiek luchtledig zweeft. Het gevaar van een steriliseering der democratische overtuiging is niet denkbeeldig. Daartegen bestaat, dunkt ons, slechts n redmiddel: het uitvoeren van krachtige democratische maatregelen in het binnenland. Slechts daardoor kan de massa de bevolking weer een gevoel krijgen dat haar meer en meer ontvalt: dat politiek zin heeft. PAG. 5 DE GROENE No.3173

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl