De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 24 februari pagina 6

24 februari 1940 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Politieke onzekerheid ledere week brengt zoo haar sensatie op het oogenblik: vorige keer was het de Burgerdijk; dit keer is het de Altmark. Gegeven de oorlog in Finland, hoeven de dagbladen een tekort aan copy niet te vreezen. Maar dat is dan ook alles ! Want wat het overige betreft, legge men zijn oor te luisteren in de kringen der dagbladjournalisten en men zal ver nemen dat er in vredestijd meer placht te gebeuren dan in dezen oorlog. Hadden de Russen Finland niet aangevallen, dan zaten we nu midden in den komkommertijd", verzuchtte dezer dagen een re dacteur-buitenland van een onzer groote bladen. Eerlijk gezegd: is niet al het rumoer dat van de Altmark-stffaire gemaakt is, een symptoom van den genoemden komkommertijd? Natuurlijk: het ge beurde, waarover straks meer, is belangrijk, maar of het zóó belangrijk is dat men er een week lang kostbare voorpagina's aan kan geven, staat te be zien. Maar waarover moet men anders schrijven? Van groote militaire operaties valt niet veel te bespeuren. De aandacht verdeelt zich over de Noord- en Zuid-einden van het strijdgebied, i.c. over Finland en het Nabije Oosten. Men weet dat de Geallieerden in het Nabije Oosten een aanzien lijke krijgsmacht bijeen hebben getrokken. Deze krijgsmacht heeft in de eerste plaats tot taak, de groote Britsch-Fransche belangen in dat gebied te beschermen. Van Duitsche en Russische zijde wordt echter herhaaldelijk beweerd dat het werkelijke plan der Geallieerden is, een aanval op de petroleumvelden van Bakoe en Batoem te doen waar verreweg het grootste gedeelte der Russische petroleum van daan komt. Indien deze aanval zou slagen, zou de Sowjet-Unie voor groote moeilijkheden komen te staan; bovendien zou ook Duitschland dan geen Russische petroleum meer kunnen krijgen. Het den Geallieerden toegeschreven plan lijkt dus heel aan trekkelijk voor hen. Beziet men de zaak echter nader, dan blijkt dat aan een dergelijke expeditie schier onoverkomelijke moeilijkheden vastzitten. De verbindingslijnen over den Kaukasus zijn schaarsch. Turkije heeft slechts n spoorweg loopen naar den Kaukasus. Verder is Tebris in het uiterste Noorden van Iran (Perzië) per spoorweg verbonden met Georgiëin de Sowjet-Unie, maar deze spoorweg heeft geen aansluiting op den pas-geopenden transIraneeschen spoorweg. Men stelle zich nu voor dat een expeditieleger dat over anderhalve communi catielijn beschikt, over den Kaukasus trekt. Het zal stellig op verbitterden tegenstand stuiten. Rus sische bommenwerpers zouden den spoorweg achter het front kunnen bombardeeren, en hetzelfde ver schijnsel kan zich voordoen dat zoovele Russische divisies in midden-Finland heeft getroffen: bij ge brek aan communicatie-lijnen kan het offensief niet volgehouden worden. Neen het komt ons voor dat men er voorloopig het beste aan doet, alle berichten over uitbreiding van den strijd in het Nabije Oosten te beschouwen als een poging om de aandacht af te leiden van het eenig werkelijk-belangrijke front: het Westfront. Echter: im Westen nichts Neues. ..." Russische successen De Finnen hebben het voorste gedeelte van de Mannerheimlinie moeten ontruimen. Onophoude lijke Russische stormaanvallen, voorafgegaan door intensieve bombardementen, hebben dezen strategischen terugtocht noodzakelijk gemaakt. Van een paniek was echter geen sprake. Viipuri is ook nog steeds in Finsche handen. Behalve aan het Karelische front hebben de Finnen zelfs zekere successen behaald: de achttiende Russische divisie is door hun patrouilles omsingeld en strategisch vernietigd. Deze successen mogen ons de oogen echter niet doen sluiten voor het feit, dat de situatie waarin Finland thans verkeert, aanzienlijk ongunstiger is dan veertien dagen geleden. De Mannerheimlinie is zijn belangrijkste verdedigingswerk; gaat deze linie verloren, wat helaas waarschijnlijk is gewor den, dan zal dat behalve militaire ook psychologiNABEHANDELING ARM- EN BEENBREUKEN ORTHOPEDARIUM ROKIN 101 AMSTERDAM TELEF. 42802 sche gevolgen hebben: de verhoudingen waarin de Finnen vechten, worden dan wel bijzonder onguns tig. Nog afgezien van het feit dat na de voorjaars sneeuwstormen de mogelijkheden voor nieuwe Rus sische offensieven grooter worden. Of de jongste Rus sische successen het resultaat zijn van Duitsche technische hulp is mogelijk, maar onzeker. Het is een feit dat in de afgeloopen maanden vele Duitsche officieren bevel hebben gekregen zich naar de Sowjet-Unie te begeven teneinde den Generalen Staf van het Roode Leger bij te staan. Zij werden echter allen plotseling ziek.... Finland zendt bede op bede de wereld in. Man schappen en materiaal zijn dringend noodig. Helaas heeft Zweden verklaard dat het zelf geen militaire hulp zal leveren en niet zal toestaan dat dergelijke hulp van andere zijde (b.v. der Geallieerden) via Zwedens gebied Finland zal bereiken. Dit besluit is in overeenstemming met de vroegere houding van Zweden; men kan dan ook hoogstens zeggen dat het de principieele zwakheid en halfslachtigheid er van treffend laat uitkomen. Het besluit der regee ring heeft dan ook veel opwinding verwekt in linksche en rechtsche kringen. Een redevoering van koning Gustaaf moest olie op de golven gieten. En intusschen vecht het Finsche broedervolk tegen een overmachtigen tegenstander.... Men weet natuur lijk niet, hoeveel hulp Finland toch bereikt via Zwe den, ondanks de striktste verklaringen van de regee ring. Woorden zijn er om gedachten te verbergen", heeft Talleyrand gezegd. Men mag er tegenwoordig aan toevoegen: n de daden" .... De Altmark" Jules Verne in de politiek met deze woorden kan men nog misschien het best het gebeurde met de Altmark karakteriseeren. Een Duitsche tanker met ruim driehonderd gevangenen aan boord vaart door de Noorsche wateren; het schip wordt volgens sommige berichten niet gecontroleerd; volgens andere was de controle onvoldoende uitgeoefend, hebben de Engelsche manschappen gepoogd, door schreeuwen hun aanwezigheid kenbaar te maken en zijn zij met de brandspuit bespoten tot zij zwegen; het schip vaart door; een Engelsch eskader doemt op; zullen Noor en Engelschman elkaar bevechten? Neen de Noor trekt zich terug; de Duitsche kapi tein vlucht in een fjord; de Engelsche volgt in zijn zog; de Duitscher draait, om den Engelschman te Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE rammen, raakt vast aan den grond en wordt ge nterd; de Engelsche kapitein springt met de revolver in de hand aan boord van den vijand; de Duitschers vluchten over de schotsen; vijf, zes worden neer geschoten ; de gevangenen worden bevrijd en den vol genden dag betreden zij onder enorm enthousiasme den Engelschen bodem. Jules Verne of niet? Het gebeurde heeft intusschen enorme beroering verwekt. De Duitsche pers sprak van Engelsche zeeschuimers. Het is in dat verband dienstig, er aan te herinneren dat twee dagen vóór het gebeurde met de Altmark de Nederlandsche regeering te Berlijn geprotesteerd heeft tegen de brute torpedeering van de Burgerdijk. Duitsche protesten die zich op het internationale recht beroepen, maken op ons altijd een ietwat komischen indruk. Intusschen is het feit niet te misken nen dat ook de Engelschen het volkerenrecht dit maal overtreden hebben. Zij hebben zich verdedigd door Noorwegen te groote lakschheid te verwijten. Inderdaad bevond Noorwegen zich in een lastig parket: had het zelf de Engelsche gevangenen geinterneerd, dan had het zich den toorn van Berlijn op den hals gehaald. Al bij al, is eigenlijk de zaak voor Noorwegen op de beste wijze afgeloopen, al lijkt dat eenigszins paradoxaal. De Duitsche pers heeft dreigend geschetterd dat uit het gebeurde bleek dat de kleine neutralen zich zelf niet konden verdedigen. De rekening wordt nog wel gepresenteerd." Men trekke zich van deze en dergelijke uitingen niet te veel aan. Aan voor wendsels voor offensief optreden heeft het een grooten staat nimmer ontbroken ! Ruwe handen -60d Bij Apottien Drogisten UIT DE GROENE GRABBELTON Nationalisme in de wetenschap is altijd een afgrijselijk verschijnsel geweest en in diepsten zin tegennatuurlijk, dat wil zeggen strijdig met de algemeene natuur der wetenschap-zelve. Dat is honderd maal gezegd en behoeft hier niet uitge werkt te worden. Waarom het dan toch nog eens op te halen? Omdat dezer dagen ons oog viel op een nieuwe uiting van vermelde ergernis-wekkende ziekte. In de economie is sinds jaren een strijd aan den gang wie deze wetenschap nu eigenlijk ge sticht" heeft. In de meeste leerboeken heet Adam Smith er de vader" van. Anderen geven de eer aan de Franschen Vauban, Boisguillebert of Quesnay, den physiocraat, weer anderen aan den Engelschman Petty. Het is echter heel moeilijk, uit te maken wie van hen allen de eer voor zich mag opeischen die tak van wetenschap in het leven te hebben geroepen die van alle takken de minste vruchten en de meeste dorre bladeren gedragen heeft. Men kan die eer ook aan Aristoteles toewijzen die reeds vele verstandige opmerkingen over de economie heeft gemaakt. Hoe het zij: kortgeleden heeft een Duitscher ontdekt dat deze eer een Duitscher toekwam. Een zekere Anton Tautscher vestigt nl. in Schmollers Jahrbuch fiir Gesetzgebung, Verivaltung and Volkswirtschaft (64. Jrg., Heft I), een der bekendste Duitsche economische tijdschriften, de aandacht op Ernst Ludwig Carl, een Duit scher die van 1682 tot 1742 heeft geleefd. Deze geleerde heeft zich veel met zijn voorgangers Vauban en Boisguillebert bezig gehouden. Zijn hoofdwerk dat in 1722 te Parijs verscheen, is in het Fransch geschreven, omdat" naar Carl zelf mededeelt in Duitschland, met name in de kring der vorsten en hun raadgevers, meer Fransche dan Duitsche boeken gelezen werden." Het econo mische werk van Carl is dus klaarblijkelijk, gelijk men trouwens in de eerste helft der i8e eeuw kan verwachten, ontsproten aan de Fransche cultuur. Unverfroren" staat echter boven het opstel over den Duitscher Carl die in het Fransch schreef: Der Begründer der Volkswirtschaftslehre ein Deutscher." Hartelijke felicitaties ! Nu wij het toch over Duitsche economische tijdschriften hebben, is het wellicht dienstig, melding te maken van een ervaring die menig ander wellicht ook reeds heeft opgedaan. Wij bedoelen het feit dat men nauwelijks meer zulk een tijdschrift kon opslaan zonder een opstel te vinden over Ierland, Zuid-Afrika of Britsch-Indië, kortom: de wonde plekken van het Britsche Impe rium. Het is duidelijk waarom dit geschiedt: der geheele menschheid moet aangetoond worden van welke brute machtsmiddelen het perfide Albion gebruik heeft gemaakt om zijn heerschappij te vestigen. En zoo wordt in al deze vaak uitgebreide artikelen een gruwelijk beeld opgehangen van Britsche concentratiekampen, van Britsche justitioneele terreur, van Britsche onderdrukking van minder heden, van Britsche economische uitbuiting.... Men behoeft de juistheid van deze beschuldigingen niet te ontkennen, zonder daarnaast te constateeren dat de aanklager in dit geval het recht op het requisitoir sinds ruim zeven jaren verbeurd heeft. Het is een frappant voorbeeld van den pot die den ketel verwijt dat hij zwart ziet. In het pseudo-fascistische, onafhankelijknationaal tijdschrift ,,Nederland" lezen wij in de rubriek die door onze keukenprinses" gevuld wordt: Bij al de misdragingen, die de Kussen zich op bet oogenblik veroorloven, doet het wel eens Hoed, te be denken, dat zij niet te veel profiteeren van die gencuchten, waaraan het oude ('zarcnrijk in xijn tijd een niet gering gedeelte van zijn reputatie te danken had: de. goede Russische keuken. Wij vragen ons af, hoeveel Russen in dien ver heerlijkten Czarentijd plachten te profiteeren van PAG. 6 DE GROENE No. 3273

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl