De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 3 maart pagina 10

3 maart 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig Leven Alberf Helman ER is reeds veel gezegd en geschreven over het goedkope boek, en men ontkomt niet aan de indruk, dat het weinig sympathie geniet van de zijde der .boekhandelaars en uitgevers. Dit is begrijpelijk. Het kost doorgaans evenveel moeite om een goed koop als om een matig duur boek aan den man te brengen. En de deskundigen" laten zich dan ook gemakkelijk verleiden tot de categorische uitspraak, dat wie gedisponeerd is om een boek te kopen, er zelden tegen opziet, al is het een gulden duurder. Nu wil ik geheel in het midden laten of het gewone nederlandse boek duur" is of goedkoop. Dat doet namelijk weinig ter zake bij het zoeken naar een antwoord op de vraag, of het goedkope boek wense lijk is of niet, en of er inderdaad een behoef te be staat aan zeer goedkope en toch goede boeken. Ik wil dus bij voorbaat er op wijzen, dat boekhandelaars en uitgevers zich niet getrapt behoeven te voelen op de likdoorns van hun vakroutine, wanneer ik tot de conclusie kom, dat het dringend nodig is, goedkopere boeken op ieder gebied aan de markt te brengen, en dat zulk een daad van onoverschatbare nationale betekenis kan wezen. Het is, als ik mij niet vergis, een zo veelzijdig man als J. B. S. Haldane geweest, die eens gezegd heeft, dat zijns inziens twee belangrijke culturele ge beurtenissen het nieuwe tijdsbeeld definitief hielpen bepalen. Een van die beide gebeurtenissen was: het aan de markt brengen van zeer goede boeken voor een uiterst geringe prijs. Hij had daarmee op het oog, het verschijnen van de Penguin- en Pelicanbooks, die in enkele jaren tijds het gehele engelslezend publiek veroverd hebben, omdat zij, gelijk iedereen weet, van een doorgaans superieur gehalte zijn, en niet meer kosten dan een doosje goedkope sigaretten of een paar tramkaartjes. De gemiddelde prijs van een bioscoopbiljet is hoger, die van een café-consumptie verschilt hoogstens een paar centen. Ofschoon deze boeken uiterlijk goed verzorgd zijn, is hun duurzaamheid niet al te groot; men kan ze echter gemakkelijk bij zich steken, en daar ze alle herdrukken zijn van soliedere en nog gangbare uitgaven, kan ieder die er op gesteld is een bepaald boek na lezing voor zijn kindskinderen te bewaren, een tweede exemplaar kopen, en het goedkope boekje gebruiken als uitleen-exemplaar". Boeken uitlenen is een riskante vorm van vrienschappelijkheid; op deze wijze echter bespaart men zich veel onaangenaamheden inzake zijn lievelingsboeken. En zo gaat het ook meestal in de practijk; men kan nu gul zijn zonder dat het met grote offers gepaard gaat. HET belangrijkste bij deze goedkope boeken is de voortreffelijkheid van hun inhoud en het feit, dat hun tekst steeds volledig en betrouwbaar is, hun schrijvers mensen van erkende autoriteit of competiteit zijn, en dat men op de omslag steeds korte maar vrij volledige biografische gegevens vindt. Er wordt ook op zeer kundige wijze gestreefd naar volledigheid en veelzijdigheid in de opzet van de geheele reeks; geen sector van wetenschap of kunst wordt ver waarloosd. En dit is uitermate belangrijk. Want er is aan het goedkope wetenschappelijke boek van standing nog meer behoefte dan aan het goedkope literaire werk; het aanschaffen daarvan is immers noodzakelijker, omdat men zich veel eerder er toe genoopt voelt een wetenschappelijk boek nog eens te herlezen, en zeker om het weer eens na te slaan, als een roman of een verhalen-bundel. Op het oude continent is men nog niet genoeg doordrongen van de onontbeerlijkheid van Science for the citizen", en toch, hoeveel maatschappelijk kwaad is geen direct gevolg van onwetenschappelijk denken, van volslagen gebrek aan wetenschappelijke oriëntatie op het gebied van biologie, techniek, economie, geschiedenis. Haldane, die in talloze artikelen zijn gezonde kijk op het geval heeft be wezen, verklaart" A single mind can acquire a fair knowledge of the whole field of science, and find plenty of time to spare for ordinary human affairs. Not many people take the trouble to do so. But without a knowledge of science one cannot understand current events. That is why modern literature and art are mostly so unreal." Dit is maar al te waar. En toch komt men bij tijd en wijle mensen tegen, die inderdaad behoorlijk georiënteerd zijn op het gehele gebied van de mense lijke cultuur. Het zijn bijna altijd open en genereuze geesten, die een verfrissende invloed uitoefenen op hun naaste omgeving. Het zijn ook altijd voorzich tige maar grote boekenkopers, die niet weinig ge baat zijn bij het feit, dat men meer en meer in Enge land en de Verenigde Staten er toe overgaat om al kort na het verschijnen van belangrijke maar prijzige boeken van algemenere draagwijdte cheap editions" op een minder zwaarwichtig formaat uit te geven. Terecht profiteren de uitgevers van de mode, dat men om bij" te zijn, een boek al de eerste maanden na verschijning behoort gelezen te hebben. Die pre tentie is natuurlijk grote onzin, vooral wanneer het aantal lezenswaardige boeken uit vroegere tijd zo groot is, dat men steeds daarmee bezig kan blijven. Het komt er dus niet op aan of men een deugelijk boek een paar jaar vroeger of later leest. Wat wer kelijk goed is, veroudert niet in tien jaar. Daarom is het systeem der goedkope herdrukken ten zeerste toe te juichen. Wie aan de mode wil meedoen en ,,èla page" wil zijn, moge ervoor bloeden. DAN is Engeland nog een tussenvorm rijk, die gelukkig ook ten onzent in de allerlaatste tijd navolging begint te vinden: die van het duur zame en toch betrekkelijk goedkope boek, van de reeksen van recente en klassieke nadrukken zoals de Everyman's, de Phoenix, de Nelson en tal van andere edities, waarvan de prijzen om en bij een gulden bedragen, en waarvoor men een volumineus boek in handig formaat, op goed papier en in een degelijke linnen band krijgt, dat in geen boeken kast van echte lezers misstaat. Wie zal ooit genoeg kunnen waarderen wat deze boeken, evenals de duitse Tauchnitz en Albatross-editie, voor de popu lariteit van de angelsaksische letteren buiten Enge land en Amerika gedaan hebben ? En wat presteren de Amerikanen al niet op dit gebied, .. vooral als men hun boekenprijzen in verhouding ziet tot de algemene levensstandaard daar. Die landen hebben natuurlijk het voordeel dat zij door de uitgebreidheid van hun taalgebied enorme oplagen aan den man kunnen brengen, zo dat zij met een zeer lage kostprijs kunnen werken. Maar dat die mogelijkheid ook voor kleine landen als het onze niet is uitgesloten, hebben de verschil lende ondernemende uitgevers bewezen, die althans met literaire herdrukken de prijsklasse en uitvoe ring der engelse boeken zeer dicht hebben weten te benaderen. Om begrijpelijke redenen zijn zij nogal terughoudend met het openbaarmaken van hun zakelijke resultaten. Maar te oordelen na de wijze waarop zij diverse reeksen in het Nedf lands, en zelfs in het Duits (boeken die uiteraa alleen voor een publiek buiten het Duitse rijk aanmerking komen) voortzetten, schijnen zij niet slecht bij te varen. Wat dus zeggen wil, dat inderdaad zeer veel van die boeken gekocht worde Ik geloof dat het systeem, vooral als het oc uitgebreid wordt tot andere dan literaire werkeeen nog grotere kans van slagen heeft, wanneer boekhandelaars nog wat meer begrip en medewe king tonen, en het oud-vaderlandse koopman beginsel van kleine winst, maar zoete winst" bet indachtig zijn. De tussenhandelaar speelt doorgaai in het economische leven een antipathieke en m of meer parasitaire rol; maar de goede boekhand laar kan zich zijn plaats in het maatschappeli leven waard maken, door zijn koopmanschap verbinden met een zeker cultureel idealisme. H laat er zich zo gaarne op voorstaan dat hij gee garen-en-band of krenten verkoopt; welnu, dat h dit ook tone, door met evenveel liefde een goedkoc maar goed boek als een duurder maar minder b( tekenend werk te verkopen. Dat lijkt mij een va de zekerste manieren om geregelde kopers te kwe ken. En van de geregelde kopers moet men h< immers hebben. PERSOONLIJK deed ik meermalen de ondei vinding op, dat ik in grote boekhandels bij d aankoop van een Penguin- of Pelican-deeltje da dertig centen kost (waarvan altijd nog negen een bij den boekhandelaar hangen blijft) niet me dezelfde vlotheid geholpen werd, als de dame naas mij, die om een echt spannend boek voor een paa jonggetrouwde mensen" stond te jengelen. De aan koop van een ons bonbons wordt je meestal aan lokkelijker gemaakt dan de aankoop van een goed koop" product van Sinclair Lewis of Shaw. En da is ten enenmale fout! Het Kunt u misschien nie; een boek van iemand anders gebruiken", dat sche ring en inslag is bij weimenende boekhandelaars klinkt in dezelfde vergelijking getransponeerd onge veer als: De bonbons zijn op, maar wilt u misschiet wonderolie hebben?" Waaraan ge kunt zien, wa' er in den weimenenden koper omgaat bij zulk eer vriendelijke vraag. Het goedkope boek is vandaag noodzakelijker dar ooit; en niemand die het propageert, maakt zichzell goedkoop", niemand die ervan profiteert, zichzelf armer. Integendeel ! Catastrophe der Scholastiek Dr. Anton van Duinkerken H. A. Gompcrts: ..Catastrofe der Scholastiek (Anton van l>u i n kerken contra Menjio ter Braak)" We Vrije B l tuit-u TROUW lezer der geschriften van dr. Menno ter Braak, wiens meeningen ik echter zelden deel, werd ik het vorige jaar pijnlijk getroffen door een werkje, dat mij zijn pen onwaardig leek: het vlugschrift De Nieuwe Elite, bevattende den uitgebreiden tekst van een toespraak, door den schrij ver gehouden voor de studentenconfërentie van het Comitévan Waakzaamheid te Woudschoten. Vrijwel alle geschriften van ter Braak (zijn disser tatie en enkele jeugdboekjes uitgezonderd) heb ik beoordeeld. Ik heb ze polemisch beoordeeld, maar ik heb bij deze artikelen die gebundeld het uit voerigste, doch ik meen ook het meest voorbarige boek over Ter Braak zouden vormen steeds mijn waardeering voor Ter Braaks talenten en bedoelin gen duidelijk gemaakt. Het laatste geschrift bewon derde ik niet. Ik bewonderde het in geenen deele. Ik vond het bovendien gevaarlijk voor de jeugd, tot wie het gericht was. Ik heb dit inzicht duidelijk ge maakt in De Gemeenschap" van October 1939. De ernstige lezer van dat artikel zal zien, dat ik ook daar Ter Braak voorstel als een man met groote persoonlijke qualiteiten. Hij heeft zich echter dit artikel klaarblijkelijk zeer sterk aangetrokken, en reageerde er op in Het Vaderland" met persoonlijke verwijten, als zoude ik dit maal in de polemiek opzettelijk argu menten hebben gebruikt, van wier geldigheid ik niet overtuigd was. Thans verscheen in De Vrije Bladen" onder redactie van dr. Menno ter Braak, J os. W. de Gruyter en Dr. Garmt Stuiveling een beschouwing over deze polemiek van de hand van den jeugdigen en begaafden dichter H. A. Gomperts. Zij is getiteld: Catastrofe der Scholastiek". De Groene Amster dammer zond ze mij ter recensie. D E schrijver toont zich een handig polemist, maar maakt het door tal van persoonlijke beschuldigingen moeilijk, dat ik op zijn bezwaren inga. Hij veronderstelt namelijk in mij niets aan wezig van datgene wat men in een tegenstander, wil men discussieeren, wel veronderstellen moet: onbevangenheid, eerlijkheid, goede trouw en een zeker vermogen om onder begrijpelijke woorden te brengen wat hij bedoelt. Ik citeer over mijzelven: Hij was gewoonlijk een fair polemist, niet alleen omdat hij zich daartoe sterk genoeg voelde, maar ook, omdat de tactiek van de proselietenmakerij geen bruggen afbreekt. Of het een oude wrok was, die plotseling aan de oppervlakte is getreden, of dat hij de bekeering van Menno ter Braak nu voorgoed heeft afgeschreven, zijn bestrijding van De Nieuwe Elite is een onfrisch stuk geworden, de krijgsmansovermoed is omgeslagen in sarren en insinueeren" (blz. 23). Zoo nog eens met Ter Braak te mogen afrekenen" (n.l. als Du Perron zou gedaan heiben met Coster), daar wachtte van Duinkerken blijkbaar al jaren op" (blz. 28). Niet alleen de zin, maar ook de toon hiervan is dóór en dóór oneerlijk. Deze manier van beleedigen, voorafgegaan door een opmerking, waaruit blijken moet, dat men beleedigingen wel bedoelt, maar zwart op wit wil vermijden, kan slechts afkomstig zijn van een uiterst laf, achterbaksch en rancuneus mensch". (blz. 29). In eigen zaak rechter te zijn is onmogelijk. Het is in alle geval iets, dat de criticus vermijden moet," zelfs waar hij uitgedaagd wordt tot polemiek. Doch iemand kan zich in het openbaar rechtvaar digen, dunkt mij, wanneer in het openbaar motieven en bedoelingen worden verondersteld, die hij niet heeft gehad. Indien ik een fair polemist mocht heeten, ook in de oogen mijner tegenstanders, was het, omdat ik meen, dat een polemist fair moet zijn en dat hij onvoorwaardelijk fair moet zijn. Het was niet, omdat ik er eenig belang bij zag voor mijzelf of voor de Kerk van Rome. Ik ben overtuigd, deze meening niet te hebben verloochend in het artikel betreffende De Nieuwe Elite", en oordeelt men objectief dit stuk niet fair, dan verzeker ik, dat deze indruk gewekt is tegen mijn bedoeling, die trouwens, dunkt mij, uit het heele betoog voldoende blijkt, PAG. 10 DE GROENE No. 3i74

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl