Historisch Archief 1877-1940
In memoriam Joh. Braakensiek
Prof. dr. G. W. Kernkamp
oud-hoofdredacteur van de ,,ï>e Groeue"
Het is Dinsdagmiddag, drie uur.
Geen minuut eerder of later komt Braak zoo
heette hij altijd voor ons de redactiekamer van
de Groene binnen. Met een breeden zwaai licht
hij zijn flambard, hangt hem aan den kapstok en
neemt plaats aan de tafel, aan mijn rechterzijde.
Eenige vellen papier liggen al voor hem klaar;
hij ha-Jt een paar scherpgepunte potlooden uit
zijn binnenzak, legt die er naast en steekt een sigaar
op. Dan kijkt hij mij vol verwachting aan, of het
spel gaat beginnen.
Het spel is de discussie van de redactie over het
onderwerp van de groote plaat. Wat is er in de
buitenlandsche of de binnenlandsche politiek voor
gevallen, dat het meest de aandacht trekt ? Ik open
den krijgsraad en geeft mijne wijsheid ten beste;
de andere leden van de redactie en ook de heer Van
Holkema, de uitgever, die altijd present was, doen
ook een duit in het zakje. De ietwat hardhoorsche
Braak zit met de hand aan het oor te luisteren;
hij zegt niets.
Als men het eens is geworden over het onderwerp,
rest de vraag en daar komt het eigenlijk op aan
hoe brengen we dat in beeld? Soms zitten wij
allemaal met den mond vol tanden; soms heeft
iemand dadelijk een idee. Wat denkt Braak ervan ?
Hij zegt niets, kijkt voor zich uit, doet een haal
aan zijn sigaar. Dan is het mis. Hij ziet er niks in.
Wij putten ons vernuft opnieuw uit. En dan
opeens, hetzij dat wij de rechte snaar bij hem
hebben getroffen, hetzij dat ons gepraat bij hem
zelf de idee over de vormgeving heeft gewekt, gaat
hij aan het werk. Met enkele rake potloodstreken
staat Marianne op het papier, of Jonathan, of
Germania zooals hij die na den wereldoorlog
zag: een lange, schrale, oude juffrouw , en is
de mise-en-scène aangegeven; binnen een paar
minuten is de schets klaar: een buitengewoon knap
stuk werk, zwieriger dikwijls dan de volledige uit
werking.
Met de kleine plaat ging het gewoonlijk gauwer.
Als wij het ook daarover eens waren geworden,
rolde Braak de schetsen op, stak ze in zijn binnen
zak, borg de potlooden op en verdween van het
tooneel. Op- en onderschrift liet hij gaarne aan de
redactie over. Voor de rest zorgde hij zelf.
ZOO heb ik hem gekend in de negen jaren
van mijn hoofdredacteurschap. Maar het
Nederlandsche volk heeft hem veel langer ge
kend. Sinds 1886 teekende Braakensiek de plaat
voor de Groene. Al spoedig was die zoo populair,
dat op weg naar werkplaats, kantoor of fabriek,
ieder even bleef .staan voor den sigarenwinkel,
waar die plaat voor het raam hing; in de koffie
huizen werd de plaat aan den binnenkant van den om
slag van de Groene geplakt, anders werd hij
gestolen.
Vele politieke personen heeft hij lichtelijk in de
maling genomen, maar niemand koesterde daar
over rancune. Braakensiek was geen fel satiriek
teekenaar; met goedmoedigen Hollandschen humor
zag hij meestal den vermakelijken kant van een
geval; alleen tijdens den Boerenoorlog was hij
scherp anti-Engelsch.
Al gold hij bij menigeen voor ouderwetsch, aan
waardeering ook bij zijne beste kunstbroeders
heeft het hem niet ontbroken. Toen hij voor de
Groene van 7 Aug. 1926 dien prachtigen kop van
een Abessyniër had geteekend, uitte een onzer
beroemdste schilderessen hem spontaan hare be
wondering.
Reeds jaren geleden nam Braakensiek afscheid
van de Groene. Maar vergeten is hij niet. In het
nummer, dat bij zijn jubilea, toen hij 40 jaren lang
voor de Groene had gewerkt, werd uitgegeven,
is voor het eerst de groote plaat niet door hem, maar
door Jordaan geteekend. Deze liet de Nederlandsche
maagd toen plaats nemen op de leuning van den
stoel van den jubilaris en tot hem zeggen: Wat
hebben wij samen al niet doorgemaakt, Braak".
Veel Nederlanders, die niet tot de jongste generatie
behooren, kwamen haar dit nazeggen; want door
en met Braak hebben zij de geschiedenis van hun
tijd beleefd.
DE VOLKENBOND OVERWINT DE MACHTEN DER DUISTERNIS
DE REVOLUTIE-KATER
Bij den dood van
L. J. Jordaan
Braakensiek overleden !
Het trof zelfs hen, die er zich rekenschap van
gaven hoe lang hij den bijbelschen leeftijd der
sterken reeds overschreden had, nog als een onver
wachte slag. Want Braakensiek's naam was een
begrip geworden de exponent van een stijl en
een tijdperk, waaraan sterfelijkheid vreemd scheen.
En onwillekeurig vereenzelvigde men de hechtheid
waarmee deze reputatie in het Nederlandsch volks
bewustzijn verankerd ligt, met de persoon. Maar
de harde werkelijkheid leerde het anders: op bijna
82-jarigen leeftijd is Braakensiek ontslapen.
Misschien staan wij nog te dicht bij de periode
van zijn werkzaamheid, om de beteekenis van
dezen kunstenaar op de juiste waarde te kunnen
schatten: een generatie die de bewogenheid der
vernieuwing heeft doorgemaakt, is in den regel
niet de beste beoordeelaar van wat haar onmid
dellijk vooraf ging. Maar wie zich van dergelijke
reacties weet los te maken, die herkent in de figuur
van Braakensiek een belangrijkheid waarvan eerst
latere geslachten het volledige besef zullen hebben.
Reeds bijna tien jaar had de teekenaar zijn
publicistischen arbeid gestaakt.... ruim vol
doende om in deze snel-levende dagen dubbel en
dwars vergeten te worden. Maar Braakensiek bleef
ons zoo nabij, alsof zijn platen nog wekelijks ver
schenen: hem te vergeten leek even absurd als de
atmosfeer van het oude Amsterdam te vergeten.
Meer dan ooit denken wij terug aan die
wonderlijkvreedzame en rustige samenleving van het Neder
land der vóór-oorlogsche jaren meer dan ooit
voelen wij ons gedrongen vergelijkingen te maken
BIJ DE AFBEELDINGEN
Links boven : Braakensiek laatste plaat, opgenomen
in ons nummer van 24 Oct. 1931.
Daaronder: De beroemde plaat die Braakensiek na
de z.g. revolutie-poging der S.D.A.P. maakte. Van
l. naar r. : Troelstra, Wijnkoop, mevr. Roland Holst.
NV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
VOOR NEDERLAND
HYPOTHECAIR KAPITAAL
BESCHIKBAAR
De Directie:
Mr. J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. G. VAN EVERDINGEN
PAG. 4 DE GROENE No. 32/4