Historisch Archief 1877-1940
Niemandsland
Op patrouille aan het Westfront
WANNEER het oorlogscommuniquémede
deelt: alles rustig aan het front", spreekt
het met een Olympische rust. Het front is nont
rustig. Het zou geen front meer zijn als het dat was.
Het is maar hoe men het beziet.
Een oorlogscommuniquéis de quintessence van
_honderden, van duizenden rapporten. Het is het
toppunt van een pyramide van papier. De kleinere
eenheden welke onafhankelijk in de eerste linies
opereeren, brengen dagelijks rapport uit. Deze rap
porten worden successievelijk door de compagnie,
het bataljon en het regiment verzameld. Dan volgen
de divisie-rapporten, legerkorps-rapporten, leger
rapporten, in elk stadium drastisch bekort.
Zoo gaat het eiken dag. Wat hun, die actief
hun plicht doen in de eerste linies, uiterst be
langrijk toeschijnt, is vaak slechts een bagatel voor
een linie van vierhonderd kilometer. De uitvoerigste
rapporten worden telkens opnieuw geschift om
door het hoofdkwartier koud en laconiek weer
gegeven te worden: Alles rustig".
Toch vindt aan het front, iedere minuut, iedere
seconde iets plaats.
Laat ons den toestand tusschen Rijnen Moezel
eens nader beschouwen: Hier bevindt zich de
Maginotlinie, daar de Westwall. Tusschen de res
pectievelijke uitkijkposten ligt een strook land,
waarvan de diepte varieert van enkele honderden
meters tot enkele kilometers. De tegenstander is
handig, en weet hoe hij zich moet verbergen. Achter
aardwalletjes, in bosschen, in gecamoufleerde stel
lingen doet hij misschien dingen, die de uitkijk
posten niet kunnen zien. Het is dus noodig dat
patrouilles ten allen tijde dit niemandsland ver
kennen. Uitkijkposten en patrouilles luieren nooit.
Men kan een uitkijkpost het best vergelijken met
de zintuigen van een insect. Zij is even gevoelig
en teer. Praktisch bestaat een uitkijkpost slechts
uit een relatief klein aantal mannen, die op een
afstand voor het leger dienen als zijn oogen, zijn
ooren, zijn vingertoppen. Hoewel deze posten voor
zien zijn van automatische wapens ter bescher
ming, kunnen ze toch geen doeltreffende weer
stand bieden; zij zijn te klein. Evenals een insect,
trekt het leger zijn voelhorens terug, wanneer het
een hindernis ontmoet.
Daar het de grootste wensch is aan beide zijden,
om de juiste ligging van eikaars uitkijkposten te
weten te komen, zijn deze kleine garnizoenen voort
durend.op hun hoede. Zij die niet op wacht staan,
brengen de snel gegraven loopgraven in orde,
repareeren het prikkeldraad dat hen omringd, plaatsen
voordeurbellen", in den vorm van hangende blikjes
welke de nadering van dieven" bij nacht verraden;
wanneerzijden tijd hebben, verbeteren zij de smalle
schuilplaatsen van klei, en versterken hun woon
verblijf met vlechtwerk. Zij hebben er zelden tijd
voor, want er bevinden zich veel patrouilles in dit
niemandsland; zij moeten contact houden met aan
grenzende uitkijkposten en het terrein vlak voor
hen onmiddellijk kunnen zuiveren, waarbij het
voortdurend mogelijk is dat zij plotseling tegenover
mannen van de overzijde komen te staan.
Een angstwekkende stilte hangt over dit niemands
land, een gevoel van eenzaamheid en verlatenheid
dat alle beschrijving tart. Het lijkt of niets be
weegt, maar elke man in elke post voelt, dat achter
honderden en nog eens honderden geweermonden,
oogen onophoudelijk op hem gericht zijn.
Af en toe wordt de geladen stilte onderbroken
door gekraak van schoten of het doffe geluid van
kanonnen. Een uitkijkpost wordt aangevallen of
Amerika's sympathie op te wekken. Washington
heeft sindsdien meer dan honderd
verklaringenonder-eede en rapporten verzameld over dit
probleem en het is nog steeds niet opgelost.
Aangezien de schuldvraag niet met zeker
heid beantwoord kan worden, kan Washington
Berlijn niet voor schadevergoeding aanspreken.
Sommige getuigen hebben den onderzeeër gezien
die de torpedo zou hebben afgevuurd, anderen
beweren dat de Athenia door een projectiel dat
uit de lucht kwam vallen, getroffen is.
Vreemde geschiedenis ! Nog vreemder wordt
het echter wanneer men bedenkt dat veelal in
de geheime diensten van n staat agenten
werkzaam zijn die in werkelijkheid den vijand
vertegenwoordigen. Wanneer staat A staat B
er van beschuldigt, dat de agenten van zijn eigen
geheimen dienst een van zijn schepen tot zinken
hebben gebracht, of iets dergelijks, dan behoeft
dat formeel nog niet onjuist te zijn. Het is
echter mogelijk dat de agenten van staat B die
zulks gepresteerd hebben, dit deden op bevel
van den geheimen dienst van staat A en buiten
medeweten van hun superieuren van staat B.
Saubere Welt!"
Vindt U dit geen rasechte Amsterdamsche
advertentie (zij werd overgenomen uit een
buurtblad):
TE HUUR: een' tweede bovenhuis, met overname
postduiven.
Dezer dagen omstreeks acht uur onder de
peristyle van den Amsterdamschen Stadsschouw
burg doorloopend, hoorde ik den melancholieken
stem van den verkooper van het officieele
programma" aankondigen: Schijn en werkelijk
heid maar n dubbeltje !" In twijfel hoe dit
luttele bedrag onder schijn en werkelijkheid
verdeeld behoorde te worden, ben ik
doorgeloopen....
Zaterdagavond j.l. heb ik Hitler weer hooren
spreken. Een zeldzaam knap redenaar dat
zal ieder moeten erkennen. Maar weinig dingen
ter wereld zijn zoo erg als wanneer hij zijn best
doet om geestig te zijn.
KANTEKLEER
twee patrouilles hebben elkaar ontmoet, of de
batterijen openen een duel. Dan keert de stilte terug.
Men blijft uitkijken.
DE duisternis valt en alles verandert. De uitkijk
posten kunnen nu alleen ontdekt worden als
zij licht toonen. Geen lampen dus, en er mag
niet gerookt worden. Het oor is nu voornamer dan
het oog. De wacht luistert ingespannen naar het
ritselen van een takje, het rollen van kiezelsteenen,
naar het stappen van een zwaren laars in een plas.
Het kleinste geluid is misschien van beteekenis,
want 's nachts is het niemandsland het jachtveld
van duivelstroepen.
Hun officiële Fransche naam is corps francs,
of vrijkorps. Niettegenstaande ze officieel erkend
zijn, kan men ze eigenlijk wel ongeregelde troepen
noemen. Hun werk begint wanneer het front ge
stabiliseerd is. Zij verdwijnen wanneer het weer in
actie komt. Ieder korps improviseert zijn eigen
taktiek, zijn eigen uitrusting, want dit duivelswerk
kan men niet uit een handboek leeren.
Aan de Fransche zijde zijn het in elk geval allen
vrijwilligers, en de aanvraag overtreft ver de be
hoefte. Een vrijkorps bestaat gemiddeld uit dertig
man, in den regel onder commando van een luite
nant. Zijn speciale taak bestaat uit het verkrijgen
van inlichtingen, zelfs door diep in de vijandelijke
linies door te dringen, en boven alles verwacht men
van de vrijkorpsen dat ze gevangenen mee terug
brengen om ondervraagd te worden. Het is een ris
kant werk, maar het wordt vergoed door compen
saties, die veel voor een soldaat beteekenen: geen
oefeningen en geen vermoeidh id, speciale verloven,
en een periode van rust na iedere inspanning.
Dit vrijwilligerskorps bestaat uit allerlei soort
menschen. Eigenaardig genoeg bevindt zich onder
hen een belangrijk aantal stadsmenschen. De leider
van n groep is een rustige, bijziende professor in de
philosophie. Zijn troep is een bonte mengeling,
boerenknechts en kantoorbedienden, metselaars en
winkelpersoneel, slagers en bakkers. Zij hebben
vrijwillig dienst genomen uit lust tot avonturen
en dorst naar opwinding.
ZIJ krijgen alle opwinding en sensatie die ze
maar wenschen, en meer. Want de Generale
Staf is erg weetgierig. Wat heeft de vijand op die
plaats? Hoe lang is die prikkeldraadversperring?
Welke eenheid is op dat punt gestationneerd ? De
duivelstroep gaat er op uit en onderzoekt het dag en
nacht. Overdag kunt ge beter zien, maar ge kunt
ook beter gezien worden, 's Nachts kunt ge misschien
niet zien, maar met een beetje geluk kunt ge het
object aanraken. Voor de liefhebbers van werkelijk
opwindende avonturen is niets te vergelijken met
een nachtelijke patrouille. Het is misschien een
blaam op de beschaving, maar deze mannen keeren
terug naar den oertijd, terwijl zij op andere menschen
jagen. Vermogens ontwikkelen zich, die men reeds
uitgedoofd waande. Instinctief verkrijgen ze een
groote kennis van het boschleven, zij zien in het
donker, hooren alle geluid, snuiven de wind op.
Toch laten zij weinig aan het toeval over. Wanneer
zij eenmaal een opdracht ontvangen hebben, gaan
de leider en zijn assistenten naar een punt, vanwaar
zij hun doel in oogenschouw kunnen nemen. Daar
blijven ze uren in het gras liggen, nemen het land
schap in zich op, door iedere centimeter met verre
kijkers af te zoeken. Kaarten en kompassen zijn
waardeloos in het donker.
Bij het vallen van den nacht gaan ze op weg. Om
moeilijk te hanteeren en lawaaimakende
onderdeelen van de uitrusting te vermijden, dragen ze
baretten en truien. Hun wapens zijn pistolen, dolken
en handgranaten, die aan hun riem hangen, alsmede
scharen voor prikkeldraad. Zij ledigen hun zakken
van brieven en papieren, en alles wat inlichtingen
aan den vijand zou verstrekken, als per ongeluk
iemand niet zou terugkeeren. Als zij de linies pas
seeren, doen zij een uitkijkpost aan, geven het waar
schijnlijk uur van hun terugkomst op, en bespreken
de mogelijke hulp in geval van moeilijkheden.
ledere groep heeft zijn eigen methoden, beïnvloed
door factoren als weer en zicht. Ze staan aan twee
gevaren bloot: het ontmoeten van een vijandelijke
patrouille of de kans dat speciaal daarvoor getrainde
honden de lucht van hen krijgen. Groote omwegen
kunnen zoowel het n als het ander uitschakelen.
Als zij hun doel naderen, wordt er snel overlegd,
een kort oponthoud. Dan gaan ze uiteen, ieder naar
het voor hem bestemde object kruipend, stilliggend,
luisterend, steeds opnieuw.
Succes beteekent misschien decoraties, en daar
mede drie dagen extra-verlof. Falen beteekent dat
zij alles opnieuw zullen moeten doen.
Deze duivels hebben niet de gewoonte hoog op te
geven van hun heldendaden. Enkele weken later
worden hun daden wellicht per dagorder bekend ge
maakt aan hun vrienden....
En dat alles is verborgen achter de simpele aan
kondiging: Alles rustig aan het front."....
G. H. ARCHAMBAULT
PAG. 7 DE GROENE No. 3274