De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 3 maart pagina 7

3 maart 1940 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Niemandsland Op patrouille aan het Westfront WANNEER het oorlogscommuniquémede deelt: alles rustig aan het front", spreekt het met een Olympische rust. Het front is nont rustig. Het zou geen front meer zijn als het dat was. Het is maar hoe men het beziet. Een oorlogscommuniquéis de quintessence van _honderden, van duizenden rapporten. Het is het toppunt van een pyramide van papier. De kleinere eenheden welke onafhankelijk in de eerste linies opereeren, brengen dagelijks rapport uit. Deze rap porten worden successievelijk door de compagnie, het bataljon en het regiment verzameld. Dan volgen de divisie-rapporten, legerkorps-rapporten, leger rapporten, in elk stadium drastisch bekort. Zoo gaat het eiken dag. Wat hun, die actief hun plicht doen in de eerste linies, uiterst be langrijk toeschijnt, is vaak slechts een bagatel voor een linie van vierhonderd kilometer. De uitvoerigste rapporten worden telkens opnieuw geschift om door het hoofdkwartier koud en laconiek weer gegeven te worden: Alles rustig". Toch vindt aan het front, iedere minuut, iedere seconde iets plaats. Laat ons den toestand tusschen Rijnen Moezel eens nader beschouwen: Hier bevindt zich de Maginotlinie, daar de Westwall. Tusschen de res pectievelijke uitkijkposten ligt een strook land, waarvan de diepte varieert van enkele honderden meters tot enkele kilometers. De tegenstander is handig, en weet hoe hij zich moet verbergen. Achter aardwalletjes, in bosschen, in gecamoufleerde stel lingen doet hij misschien dingen, die de uitkijk posten niet kunnen zien. Het is dus noodig dat patrouilles ten allen tijde dit niemandsland ver kennen. Uitkijkposten en patrouilles luieren nooit. Men kan een uitkijkpost het best vergelijken met de zintuigen van een insect. Zij is even gevoelig en teer. Praktisch bestaat een uitkijkpost slechts uit een relatief klein aantal mannen, die op een afstand voor het leger dienen als zijn oogen, zijn ooren, zijn vingertoppen. Hoewel deze posten voor zien zijn van automatische wapens ter bescher ming, kunnen ze toch geen doeltreffende weer stand bieden; zij zijn te klein. Evenals een insect, trekt het leger zijn voelhorens terug, wanneer het een hindernis ontmoet. Daar het de grootste wensch is aan beide zijden, om de juiste ligging van eikaars uitkijkposten te weten te komen, zijn deze kleine garnizoenen voort durend.op hun hoede. Zij die niet op wacht staan, brengen de snel gegraven loopgraven in orde, repareeren het prikkeldraad dat hen omringd, plaatsen voordeurbellen", in den vorm van hangende blikjes welke de nadering van dieven" bij nacht verraden; wanneerzijden tijd hebben, verbeteren zij de smalle schuilplaatsen van klei, en versterken hun woon verblijf met vlechtwerk. Zij hebben er zelden tijd voor, want er bevinden zich veel patrouilles in dit niemandsland; zij moeten contact houden met aan grenzende uitkijkposten en het terrein vlak voor hen onmiddellijk kunnen zuiveren, waarbij het voortdurend mogelijk is dat zij plotseling tegenover mannen van de overzijde komen te staan. Een angstwekkende stilte hangt over dit niemands land, een gevoel van eenzaamheid en verlatenheid dat alle beschrijving tart. Het lijkt of niets be weegt, maar elke man in elke post voelt, dat achter honderden en nog eens honderden geweermonden, oogen onophoudelijk op hem gericht zijn. Af en toe wordt de geladen stilte onderbroken door gekraak van schoten of het doffe geluid van kanonnen. Een uitkijkpost wordt aangevallen of Amerika's sympathie op te wekken. Washington heeft sindsdien meer dan honderd verklaringenonder-eede en rapporten verzameld over dit probleem en het is nog steeds niet opgelost. Aangezien de schuldvraag niet met zeker heid beantwoord kan worden, kan Washington Berlijn niet voor schadevergoeding aanspreken. Sommige getuigen hebben den onderzeeër gezien die de torpedo zou hebben afgevuurd, anderen beweren dat de Athenia door een projectiel dat uit de lucht kwam vallen, getroffen is. Vreemde geschiedenis ! Nog vreemder wordt het echter wanneer men bedenkt dat veelal in de geheime diensten van n staat agenten werkzaam zijn die in werkelijkheid den vijand vertegenwoordigen. Wanneer staat A staat B er van beschuldigt, dat de agenten van zijn eigen geheimen dienst een van zijn schepen tot zinken hebben gebracht, of iets dergelijks, dan behoeft dat formeel nog niet onjuist te zijn. Het is echter mogelijk dat de agenten van staat B die zulks gepresteerd hebben, dit deden op bevel van den geheimen dienst van staat A en buiten medeweten van hun superieuren van staat B. Saubere Welt!" Vindt U dit geen rasechte Amsterdamsche advertentie (zij werd overgenomen uit een buurtblad): TE HUUR: een' tweede bovenhuis, met overname postduiven. Dezer dagen omstreeks acht uur onder de peristyle van den Amsterdamschen Stadsschouw burg doorloopend, hoorde ik den melancholieken stem van den verkooper van het officieele programma" aankondigen: Schijn en werkelijk heid maar n dubbeltje !" In twijfel hoe dit luttele bedrag onder schijn en werkelijkheid verdeeld behoorde te worden, ben ik doorgeloopen.... Zaterdagavond j.l. heb ik Hitler weer hooren spreken. Een zeldzaam knap redenaar dat zal ieder moeten erkennen. Maar weinig dingen ter wereld zijn zoo erg als wanneer hij zijn best doet om geestig te zijn. KANTEKLEER twee patrouilles hebben elkaar ontmoet, of de batterijen openen een duel. Dan keert de stilte terug. Men blijft uitkijken. DE duisternis valt en alles verandert. De uitkijk posten kunnen nu alleen ontdekt worden als zij licht toonen. Geen lampen dus, en er mag niet gerookt worden. Het oor is nu voornamer dan het oog. De wacht luistert ingespannen naar het ritselen van een takje, het rollen van kiezelsteenen, naar het stappen van een zwaren laars in een plas. Het kleinste geluid is misschien van beteekenis, want 's nachts is het niemandsland het jachtveld van duivelstroepen. Hun officiële Fransche naam is corps francs, of vrijkorps. Niettegenstaande ze officieel erkend zijn, kan men ze eigenlijk wel ongeregelde troepen noemen. Hun werk begint wanneer het front ge stabiliseerd is. Zij verdwijnen wanneer het weer in actie komt. Ieder korps improviseert zijn eigen taktiek, zijn eigen uitrusting, want dit duivelswerk kan men niet uit een handboek leeren. Aan de Fransche zijde zijn het in elk geval allen vrijwilligers, en de aanvraag overtreft ver de be hoefte. Een vrijkorps bestaat gemiddeld uit dertig man, in den regel onder commando van een luite nant. Zijn speciale taak bestaat uit het verkrijgen van inlichtingen, zelfs door diep in de vijandelijke linies door te dringen, en boven alles verwacht men van de vrijkorpsen dat ze gevangenen mee terug brengen om ondervraagd te worden. Het is een ris kant werk, maar het wordt vergoed door compen saties, die veel voor een soldaat beteekenen: geen oefeningen en geen vermoeidh id, speciale verloven, en een periode van rust na iedere inspanning. Dit vrijwilligerskorps bestaat uit allerlei soort menschen. Eigenaardig genoeg bevindt zich onder hen een belangrijk aantal stadsmenschen. De leider van n groep is een rustige, bijziende professor in de philosophie. Zijn troep is een bonte mengeling, boerenknechts en kantoorbedienden, metselaars en winkelpersoneel, slagers en bakkers. Zij hebben vrijwillig dienst genomen uit lust tot avonturen en dorst naar opwinding. ZIJ krijgen alle opwinding en sensatie die ze maar wenschen, en meer. Want de Generale Staf is erg weetgierig. Wat heeft de vijand op die plaats? Hoe lang is die prikkeldraadversperring? Welke eenheid is op dat punt gestationneerd ? De duivelstroep gaat er op uit en onderzoekt het dag en nacht. Overdag kunt ge beter zien, maar ge kunt ook beter gezien worden, 's Nachts kunt ge misschien niet zien, maar met een beetje geluk kunt ge het object aanraken. Voor de liefhebbers van werkelijk opwindende avonturen is niets te vergelijken met een nachtelijke patrouille. Het is misschien een blaam op de beschaving, maar deze mannen keeren terug naar den oertijd, terwijl zij op andere menschen jagen. Vermogens ontwikkelen zich, die men reeds uitgedoofd waande. Instinctief verkrijgen ze een groote kennis van het boschleven, zij zien in het donker, hooren alle geluid, snuiven de wind op. Toch laten zij weinig aan het toeval over. Wanneer zij eenmaal een opdracht ontvangen hebben, gaan de leider en zijn assistenten naar een punt, vanwaar zij hun doel in oogenschouw kunnen nemen. Daar blijven ze uren in het gras liggen, nemen het land schap in zich op, door iedere centimeter met verre kijkers af te zoeken. Kaarten en kompassen zijn waardeloos in het donker. Bij het vallen van den nacht gaan ze op weg. Om moeilijk te hanteeren en lawaaimakende onderdeelen van de uitrusting te vermijden, dragen ze baretten en truien. Hun wapens zijn pistolen, dolken en handgranaten, die aan hun riem hangen, alsmede scharen voor prikkeldraad. Zij ledigen hun zakken van brieven en papieren, en alles wat inlichtingen aan den vijand zou verstrekken, als per ongeluk iemand niet zou terugkeeren. Als zij de linies pas seeren, doen zij een uitkijkpost aan, geven het waar schijnlijk uur van hun terugkomst op, en bespreken de mogelijke hulp in geval van moeilijkheden. ledere groep heeft zijn eigen methoden, beïnvloed door factoren als weer en zicht. Ze staan aan twee gevaren bloot: het ontmoeten van een vijandelijke patrouille of de kans dat speciaal daarvoor getrainde honden de lucht van hen krijgen. Groote omwegen kunnen zoowel het n als het ander uitschakelen. Als zij hun doel naderen, wordt er snel overlegd, een kort oponthoud. Dan gaan ze uiteen, ieder naar het voor hem bestemde object kruipend, stilliggend, luisterend, steeds opnieuw. Succes beteekent misschien decoraties, en daar mede drie dagen extra-verlof. Falen beteekent dat zij alles opnieuw zullen moeten doen. Deze duivels hebben niet de gewoonte hoog op te geven van hun heldendaden. Enkele weken later worden hun daden wellicht per dagorder bekend ge maakt aan hun vrienden.... En dat alles is verborgen achter de simpele aan kondiging: Alles rustig aan het front.".... G. H. ARCHAMBAULT PAG. 7 DE GROENE No. 3274

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl