De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 9 maart pagina 3

9 maart 1940 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 9 MRT. 1940 Frankrijk - totalitair of autoritair? VIJF kwart jaar geleden werd een overzicht van het politiek tooneel van Frankrijk, op genomen in ons nummer van 5 November 1938, samengevat in de woorden: De regeering regeert per decreet, zelfstandig, autoritair. Welnu van het autoritaire naar het totalitaire, il n'y a qu'un pas".... Er is reden, thans, na een half jaar oorlog, de vraag aan de orde te stellen of deze gevaarlijke stap sinds de langvervlogen dagen van München gedaan is. Is Frankrijk nog een democratie, zij het een autoritaire, of moet men het klassieke land der vrijheid als totalitairen staat gaan beschouwen? Wegens de onvermijdelijke onzekerheid die aan vage termen als democratisch", totalitair" en autoritair" vast zit, is het dienstig, te beginnen met de symptomen die volgens sommigen op een toenemende fasciseering van Frankrijk zouden wijzen. Om te beginnen is, sinds de oorlog uitgebroken is, de macht van het uitvoerend hoofd der regeering belangrijk toegenomen. Daladier beheert thans de kabinetten van oorlog, nationale verdediging en buitenlandsche zaken. Voorts heeft hij blanco-volmacht gevraagd en gekregen tot het einde van den oorlog. De verkiezingen die volgens den letter der wet dit jaar gehouden behoorden te worden, zijn uitgesteld tot 1942. De burgerlijke rechten en vrij heden zijn ook anderszins belangrijk ingeperkt. Het recht van vereeniging is geschonden door de ophef fing van bijna twee-honderd-vijftig communistische organisaties, alleen al te Parijs. Het parlementair mandaat van tientallen afgevaardigden is opgeheven. De regeering is er voorts toe overgegaan, het binnenlandsche spionnage-stelsel belangrijk uit te breiden. De Fransche censor schrapt onverbiddellijk elk woord dat niet strikt conform is aan de wenschen en doeleinden van de regeering. Het voeren van loonacties e.d. is de vakbeweging verboden; zij die op 30 November 1938 de algemeene werk staking tegen Daladier proclameerde, heeft thans als slagzin: loyale samenwerking met staat en ondernemer". Kortom, de democratie waarbinnen zich sociale, politieke en ideologische tegenstellingen min of meer vrij kunnen uitleven, is in Frankrijk, gelijk de New Statesman and Nation het onlangs uitdrukte, in de ijskast gezet". Dus: totalitair Frankrijk? Neen, toch niet. Het criterium van den naar waarheid totali tairen staat: de dwang, uitgeoefend door een nieuwe heerschende groep, die over de noodzakelijke machts middelen beschikt, het doordringen van het totali taire beginsel in alle levenssfeeren dat criterium ontbreekt in Frankrijk. De eenheid die de tegen stellingen overdekt, draagt in Frankrijk niet in de verste verte een zoo gedwongen karakter als in Duitschland of Italië. Zij is tot op zekere hoogte een vrijwillige eenheid. Van zelf zijn oude tegen stellingen weggevallen of latent geworden. Of, zoo als de spotlustige, rake Canard Enchaïnéwelks bestaan in een werkelijk totalitairen staat ondenk baar is het dezer dagen voor het parlementaire leven uitdrukte: Sinds September j.l. bestaat er geen meerderheid of minderheid meer. Men behoeft het Kamergebouw slechts vijf minuten te betreden om te beseffen dat iedereen het met iedereen eens is." Dus autoritair Frankrijk? Inderdaad. Maar het heeft zin er op te wijzen dat de economi sche opbouw van deze autoritairen staat langzamer hand veel gaat gelijken op dien van een totalitairen. Hoezeer ook een doordringen van het totalitaire beginsel uit de economische in andere levenssfeeren, gegeven Frankrijks cultuur, onwaarschijnlijk is, geheel onmogelijk mag men zulks niet noemen. HET optreden van totalitaire verschijnselen op sociaal en economisch terrein in Frankrijk, is niet het gevolg geweest van den oorlog. Deze ver schijnselen dateeren in feite van den dag dat Paul Reyna.ud het beheer van Frankrijks financiën op zich nam. Reynaud was realist genoeg om te beseffen dat hij de kernfoüt van het Volksfront tot eiken prijs moest vermijden. Deze fout was: een tekort aan maatregelen ter verhooging van de productie. Sterker: de Volksfrontregeeringen hadden een da ling der productie niet weten te verhinderen. Haar sociale wetten hadden echter het gelukkig gevolg gehad dat vele fabrieken tot een ingrijpende en hoognoodige rationalisatie waren overgegaan. Rey naud stond een beter productie-apparaat ter beschik king dan Blum. Hij wist er van te profiteeren. De algemeene teleurstelling die de inconsequente Volks front-politiek had opgewekt, had de arbeiders afkeerig gemaakt van den socialen strijd. De externe bedreiging, culmineerend in den voor Fransch gevoel ongehoord-brutalen kreet Corsica ! Nice ! Tunis !" deed de rest. Reynaud van wiens activiteit E. F. Philipp in de nummers van 7, 14 en 21 Februari j.l. van Economisch-Statistische Berichten een lofwaardigoverzicht heeft gegeven begon met verschillende belemmeringen van het bedrijfsleven weg te nemen. Zoo werden goedkoope credieten voor fabrieksexpansie verstrekt. Langzaam kroop de productie index opwaarts. In Juni '39 wist zij het peil van 1928 weer te bereiken, waar wij een jaar te voren nog een zesde gedeelte beneden was gebleven. De stijging was echter ongelijk verdeeld en kwam in hoofdzaak de zware industrie ten goede. Minder boter, meer kanonnen !" moest, helaas, ook Frank rijks parool worden. De 40-uren-week werd los gelaten. Toen brak de oorlog uit, die de Fransche diplo matie lang had pogen te voorkomen maar dien het land tenslotte uit zelfbehoud op zich moest nemen. OP zichzelf neemt Frankrijk in dezen oorlog een sterke positie in. Het is ruim van industriëele- en voedingsgrondstoffen voorzien. Wat het niet binnen de eigen grenzen produceert, kan het elders halen. In zijn eigen koloniën kan het veel verwerven: plantaardige oliën in West Afrika, rijst :n maïs in Indo-China, fosfaten in Fransch-NoordAfrika, chromiet en nikkel in Nieuw-Caledonië, nolybdeem in Fransch-Marokko. Ondanks dezen rijkdom staat Frankrijk voor dezelfde oorlogs-economische problemen als waar voor Duitschland staat. Voor hun oplossing moet het van dezelfde middelen gebruik maken. In het kort komt het probleem hierop neer: de militaire uitgaven beloopen tusschen de 220 en 250 milliard frs. per jaar; de rest van de begrooting vergt 80 milliard frs. De staat alleen geeft dus al 330 milliard frs. uit, ongerekend wat de burgerij die niet door den staat onderhouden wordt, noodig heeft. En het nationale inkomen beloopt ongeveer 250 milliard frs Het is duidelijk: vóór alles is vergrooting van het productie-volumen noodig. Echter: in Septem ber is twee-vijfde van alle werkzame" mannen gemobiliseerd. Het productie-volumen was in September 1939 dan ook slechts de helft van Juni. De Fransche regeering heeft deswege tal van zakenverlovën verleend, vooral aan landbouwers. Bovendien zijn de vrouwen waarvan in den vorigen oorlog een klein half millioen te werk was gesteld en de gepensionneerden in het bedrijfs leven ingeschakeld. Alle vacantieregelingen zijn opgeschort. Tenslotte is de arbeidsduur belangrijk verlengd, in vele bedrijven tot 60 uur, in sommige zelfs tot 72 uur per week. Deze drastische maat regelen hebben succes gehad: de productie-,,val" van September is reeds bijna geheel ingehaald. De Fransche bevolking moet echter niet slechts mér produceeren, zij moet ook minder consumeeren. Om dat doel te bereiken is in de eerste plaats reeds een distributiestelsel voor een reeks van levensmiddelen in werking getreden. In de twee de plaats heeft de koopkracht van de bevolking reeds menige veer gelaten: de reëele loonen zijn gedaald doordat de kosten van levensonderhoud met ongeveer een tiende zijn gestegen; bovendien is de loonbelasting van 2 op 5 ',',', gebracht, voor sommige categorieën arbeiders zelfs op 15 ',!,',. Alle winst die voor den ondernemer door verhoo ging van de winstmarge vrijkomt, wordt door de staat wegbelast". De prijs van luxe-artikelen is met opzet verhoogd de tabaksprijs b.v. met meer dan een kwart teneinde het verbruik ervan te beperken. Aldus wordt consequent naar consumptie-ver mindering gestreefd. Het geld dat de nijvere Fransche burger eventueel overhoudt omdat er niets meer te koopen is, eigent de staat zich ook toe: de burger koopt er bons d'armements" voor, kleine staatsobligaties, waarvan er elke maand ten bedrage van 2 milliard frs. geplaatst worden. Het geheel van deze maatregelen: eenerzijds vergrooting der productie door opschorting van de sociale wetgeving anderzijds verkleining der con sumptie door distributie en belastingverhooging, zoodat als resultaat groote productie- en kapitaals reserves voor de defensie vrijkomen, dit geheel gelijkt als twee druppels water op het economisch systeem van het nationaal-socialisme. DEZE economische feiten brengen echter, gelijk gezegd, nog niet met zich mede dat wij Frank rijk nu ook als een totalitairen staat dienen te beschouwen. Het is men vergeve de contradictio in terminis een autoritaire democratie gewor den, en deze verandering is, gegeven de onmacht van het Volksfrontbewind en de buitenlandsche dreigingen, begrijp alijk geweest. Dat wil niet zeggen dat men haar als democraat in alle opzichten kan toejuichen, te minder omdat van het autoritaire Frankrijk den laatsten tijd zeer weinig constructieve ideeën uitgaan. Dat geldt met name van de buitenlandsche politiek. Prof. Romein heeft acht jaar geleden de Fransche wereldpolitiek conservatief en retrospectief" ge noemd.-Zij is dat nog. In Frankrijk leeft geen echte expansie-drang meer. Het wil behouden wat het heeft. Het bedreigt niemand, maar voelt zich integen deel voortdurend bedreigd. De tijd dat zijn legers zegevierend de grenzen van Rijn, Alpen en Pyrenaeën overschreden, ligt bijkans anderhalve eeuw terug. Frankrijk is defensief geworden. Ook thans heeft het allen schijn dat het zelf geen aanval voorbereidt, maar zich integendeel voorbereidt op een aanval van den tegenstander. Nog steeds worden in Noord-Frankrijk en bij de Jura nieuwe versterkingen aangelegd. De Maginot-linie wordt gedurig breeder in achterwaartsche richting. Het was geen toeval dat het boek dat generaal Weygand twee jaar geleden over Frankrijks militaire positie publiceerde, als titel droeg: La France est-elle défendue?" (?Is Frankrijk wel ver dedigd?"). Natuurlijk sluit de defensie niet onder alle om standigheden den aanval uit (De edele Temps dringt al maandenlang op een offensief tegen de Sowjet-Unie aan). Zij brengt in elk geval met zich mede: het zoeken van rugdekking. Hoewel op naam van generalissimus Gamelin een uitgewerkt plan staat voor een invasie in de Po-vlakte, heeft het er toch meer van dat Frankrijk de relaties met de. Latijnsche zusters" wil versterken. Het hseft, zon der succes, reeds gepoogd, Italië's complete neutrali teit te koopen. Deze transactie is niet doorgegaan. Zij bewijst echter reeds dat op het principiaele ka rakter van dezen democratischen" oorlog nog wel iets valt af te dingen. De Fransche regeering wenscht, als men de zaak scherp wil stellen, in wezen de restauratie, het her stel van reactionair midden-Europa. Waarom houdt zij anders alle vooruitstrevende emigranten gevangen en konkelt zij ijverig met lieden als prins Starhemberg? Ongetwijfeld: actueele beteekenis heeft dit alles nog niet. Het kan echter, zoodra de derde Vrede van Versaüles voor de deur staat, actu eele beteekenis krijgen. Frankrijk heeft den eersten wereldoorlog gewonnen, en tegelijk den vrede ver loren. Ernstig mag men hopen dat deze geschiedenis zich niet zal herhalen. Het gevaar van een zegepraal van het Fransche chauvinisme is echter niet denk beeldig zoolang in Frankrijk de zorg voor de eigen veiligheid overheerscht. President Lebrun heeft in zijn Nieuwjaarsbood schap aan Gamelin verklaard dat het leger voor een waarlijk heilige zaak" streed: nationale veilig heid, volkerenvrijheid, beschaving en recht." De volgorde was typeerend. Bij elkeen wien het met den democratischen levensvorm ernst is, zal de vraag echter opkomen of zij niet omgekeerd dient te worden n in het belang van de democratie n in het uiteindelijk belang van Frankrijk-zelf. L. DE JONG. PAG. 3 DE GROENE No. 3275

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl