De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 23 maart pagina 10

23 maart 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven Selma Lag er lof in pace . A/berf DOOR de vele, snelopeenvolgende gebeurtenissen die het leven in de laatste jaren aangrepen, is zoveel wat onze jeugd bezig hield en gestalte gaf, vergeten geraakt onder het stof van jaren, waarin niemand gaarne woelt om niet teveel te lijden aan het heimwee naar een tijd die onherroepelijk voorbij schijnt. Maar nu en dan, als bij het openen van de deur een zonnestraal in die rommelkamer binnen valt, beginnen de ontelbare stofdeeltjes te dansen en vormen zij om de verschimmelende dingen een gouden regenboog van licht, waarin nog eenmaal het wonder van de herinnering oprijst. En zoals wij als kinderen ervan hielden om in die stoffige zonne straal duizenderlei onaardse fantasieën te zien wer velen en verdwijnen zich te verbeelden dat je zelf langs die zee van nietige zonne-atoompjes weg kon glijden naar een beter land, ver van deze wereld, zo voelt men nog, bij een schuwe blik in de rom melkamer der herinnering een vleug van de geuren en sensaties uit de kinderjaren terugkomen, en ver beeldt men zich tegen beter weten in, dat het geluk misschien toch niet voorgoed van dit aardoppervlak gebannen is, maar nog kan terugkeren voordat het te laat is voor ons.... Geluk, jeugd, leven en dood.... Bij elke onher roepelijke afsluiting gaat de deur op een kier open, slaat men even een laatste afscheidsblik. En zo is het begrijpelijk, dat bij de dood van een schrijfster als Selma Lagerlöf, aan wie men lang niet meer gedacht heeft, wier boeken men sedert onheuglijke tijd niet meer gelezen heeft omdat daar niet de minste behoefte aan bestond, plosteling weer remi niscenties opkomen, die de atmosfeer van zoete, verre dagen terugbrengen, een verlegen geluk van dankbaar herinneren, als aan de inmaakpotten van Tante, haar kast met ontelbare mysterieuze doosjes, haar album met fotografieën van legendarische familieleden, haar vertellingen en wijze lessen als er iets mis geweest was. Dwaze, onwetende tijd.... goede, menselijke, wijze tijd l Natuurlijk, de ervaring heeft u geleerd niet zo vermetel te zijn, die boeken van Selma Lagerlöf nog eens te gaan herlezen. Ge haalt niets uit de rom melkamer om het op te poetsen en te repareren; het zou meteen alle bekoring verliezen. Alle ding heeft zijn tijd en zijn functie. En weinige hebben zoveel eeuwigheid in hun stoffelijke eigenschappen dat zij het verdragen uit de wormstekige Hades weer in het alledaagse leven teruggevoerd te wor den. Hun eeuwigheid is schimmig en ongrijpbaar gelijk de herinnering zelve; hun wedergeboorte is die der voortdurende herinneringen en herinnerin gen aan herinneringen. Hun wezenlijkste bestand deel was immers altijd zelf een herinnering. HET late maar lang doorzettende succes van Costa Berling"ïWijl het de sage was van een landstreek, van mensen en dingen, een huis, een weg, een jeugd die als herinnering nog nmaal verbeeld werden, zeer zuiver en onvertroebeld door de verwarringen van het toenmalige heden; zeer voorzichtig gefilterd door dat plostelinge, onver klaarbare bewustzijn van wat er in de groep als her innering leeft, een genade en geheim van het kunstenaarschap. Wat dat betreft kan men er gerust van afzien te verklaren waarom of het Zweedse onderwijzeresje Selma Lagerlöf de schrijfster werd, die ook zonder onmiddellijk succes aan het schrijven bleef, op reis ging en zich toen aan niets anders meer wijdde dan aan het vastleggen van de verbeel dingen en herinneringen die zo-maar in een mens opkomen, somtijds in onstelpbare overvloed, dan weer traag druppelend in pijnlijke, lange geboorten. De vorm is onproblematisch en toevallig; er zijn geesten met zulk een haast en directheid, dat zij onmiddellijk grijpen naar het meest voor de hand liggende om zich uit te drukken. Het is niet de ma terie de soms zo verschrikkelijke woord- en taai materie die hen hindert, maar de ziel, tot berstens toe gespannen van onzegbare gevoelens en onbenaambare gedachten. En voor zulken komt het l gispen i j woninginrichting ____^_J meubelen lampen amsterdam den haag rotterdam alleen op de inhoud aan; leefden zij vandaag, zij zouden schrijven zoals de mensen van vandaag; ze schrijven in de taal en in de vormen van hun tijd, maar de inhoud van hun werk veroudert nooit. Aan Selma Lagerlöf kan ik niet denken, zonder haar te verbinden met dien anderen merkwaardigen Zweed die haar tijdgenoot was, bisschop Nathan Söderblom, den man van het oecumenische chris tendom, met zijn denkbeelden hecht gefundeerd in de vergelijkende godsdienstwetenschap, die hij be studeerd had met een toen nog zeldzame eruditie en onbevangenheid. Het is de geest van Söderblom die men sensitiever, vervrouwelijkt, in de boeken van Selma Lagerlöf terugvindt; die de probleem stelling bepaalt, waar zij van uitgaat, en waaruit het wereldbeeld is opgebouwd, waarin zij haar romanfiguren laat optreden. Christendom en aardgeest, dogma en persoonlijke vrijheid, werkzame twijfel en quietistische verzekerdheid, dat zouden de hoofdthema's, en voor mijn persoonlijke smaak en behoefte de oninteressante hoofdthema's van Selma Lagerlöf's boeken hebben kunnen zijn, wanneer dit alles niet overstraald werd door een diepere en algemeenere eigenschap, die ook Söderblom bij al zijn schrijven en streven niet vreemd was, en die men juist bij een overigens veel knappere" figuur als Sigrid Undset meestal mist: een eenvoudige, onproblematische maar des te har telijkere mensenliefde. De mens omwille van den mens. Godsgeloof in de vorm van geloof in den mens. Hoop op een gelukzalig hiernamaals als symbool van de verwezenlijkbaarheid van een ge lukkiger leven op aarde. De cardinale deugden als specifieke desiderata van den mens in zijn verhou ding tot de maatschappij. HET is deze eigenschap die gemaakt heeft dat Selma Lagerlöf behoort tot degenen die onze jeugd verblijdde, die rijkdom gaf aan het uitzicht van zoveel jongelings- en meisjes-jaren, waarom wij nu wel hautain kunnen glimlachen, maar dat niettemin bewaard bleef in de rommelkamer der herinnering, in de Blauwbaard-kamer der om zeep gebrachte idealen, waaruit het nog bij tijd en wijle komt rondspoken in onze vertwijfeldste nachten. En wat ge toen, in de bekendheid met alle bizonderheden niet zaagt, bemerkt ge thans, nu alleen maar de hoofdzaken ergens achter in het bewustzijn ge bleven zijn: de eigenaardige continuïteit van haar boeken, de paar grote, leidende gedachten, het be klijvende. Het was er al in Gösta Berling" de stralende levensliefde die alle twijfels doorbreekt, die sterker is dan de theologische haat waartoe het verstand zovelen verleidt. In De wonderen van den Antichrist" (ondanks de Italiaanse beïnvloeding) en duidelijker nog in Jerusalem" en in de Christus legenden" vindt men de weergave van dit conflict en het inzicht van de schrijfster terug. Het is lastig te zeggen in hoeverre de levensliefde, de aardgebondenheid van sommige hoofdfiguren uit Jerusalem" bijvoorbeeld, wortelt in noordgermaans heidendom, in overwoestbare eigenaardig heden van het ras. Men is vandaag spoedig geneigd deze dingen volgens propaganda-regeltjes van bloed en bodem te verklaren, en daarbij uit het oog te verliezen dat men slechts nadruk legt op eigen schappen van veel algemener, van tijdeloze en uni versele aard. Een lastig, bijna schuldig zich open barend besef, dat het christendom slechts boven natuurlijke import is, staat daar tegenover, bij Selma Lagerlöf in een milde, naar harmonie stre vende suggestie; bij iemand als Strindberg in een razende, prometheisch-vertwijfelende vorm; bij mevrouw Undset ternauwernood tot het bewustzijn toegelaten, glad en dogmatisch afgedempt. Maar hoe sterk ge dit onder de Zweedse kunste naars (de vrouwen vooral) vindt, wordt duidelijk aan een figuur van zo geheel andere orde als Greta Garbo, met haar krampachtige en geïndustriali seerde pogingen om een natuurlijke, heidense hetaerenrol te vervangen door madonna-tragiek; christe lijke ethos te stellen inplaats van plezierige zorge loosheid. Met inachtneming van het enorme niveau verschil kan men dus wel zeggen, dat de voormalige betekenis van Selma Lagerlöf in dezelfde conflict voorstelling wortelt als het succes van Garbo, die dit conflict belichaamt. Het werd door Selma La gerlöf bezield". DE Christuslegenden" zijn nog altijd superieur en gewaardeerd voedsel voor religieuse natu ren; hun aesthetische waarde ontlenen zij aan het sprookjesachtige element daarin, en het sprookje is iets heidens. Het brengt het wonderbare om het wonderbare, het erkent twee werelden, die welis waar in elkander overgaan, maar waarbij de uit wisseling niet bepaald door een genade" of een uitverkiezing" wordt bewerkstelligd. De oppervlakkig zo religieus aandoende schrijfster Selma Lagerlöf zal vermoedelijk het langst blijven leven door het boek waarin zij alleen maar vertelster van het noordse, heidense sprookje was, gij weet al dat ik Nils Holgerssons wonderbare reis" bedoel, waarin een gelijke vreugde voor kinderen en vol wassenen leeft, en dat een helaas nog onovertroffen voorbeeld gebleven is van wat een behoorlijk kinder boek behoort te zijn. Het bevat de verbeelding zon der het cynisme van Gulliver", de wijsheid zonder de wijsneuzigheid van De kleine Johannes"; het is poëzie van zo zuiver gehalte, dat het niet behoeft aangelengd te worden om ook in zijn diepere bete kenis voor de eenvoudigsten en kleinsten verstaan baar te zijn. Dit is het boek van Selma Lagerlöf, dat ge nog eens herlezen kunt. Pits ecu profijtelijch De Groene publiceerde vorige week twee illustraties van de ,,Quo-Vadis"-advertenties, waar bij bleek dat die van De Maasbode aanzienlijk gekuischt was. In enen nieusblade, hiet Die Groene, sach ie II printen harde scoene; si togheden binalecs datselve beelt; hoirt nu, waerinne tene versceelt vant andere. Dat es ditte: up tene beelt siet men die luyden sitten aan enen dissche, in evening dress"; dat bediedt, dat die wive tsynder ses harde weinich syn ghecleet. Die selven luyden, dat ghi 't weet, sie ie ooc sitten, tes sonder mallen, upt andere beelt; maer hoirt nu allen : synsi ter selven dissche gheseten, van onbecleetheit en willen si niet weten. Maer voirders, sy syn even vroo; dat nes gheen wonder; bedi tes so: die twede printe es ene copie" van der ersten. Maer nu vraeght ghi: twi hevet men die copie ghemaect sonder doch al die scouderen naect?" Ie segghet u: die erste printe?reclame es haer bediet hadmen sonder scamen allen nieusbladen toeghesindt ende die settense onghescint haeren leseren vore; allene Die Maesbode en vantet niet rene ende toech den wiven cleder ane Mi docht, dat was so te verstane dat daervan dorsaecke sou syn dat men hadde gevreest: masschien selen die wive vatten coude ! Bylo es dat menschlievent! Ie woude dat elckerlyc so bedachtsaem ware! Maer een vrient, bet ter weerelt ervaren, belacht mi ende scuddet syn hooft Fi du, dore, hadstu dat ghelooft?" seiti; niet om die coude est, wil dat niet hopen, tes dat die leser niet warm sal loopen", alsi die naecte wijve siet! Dats der becledinghe ware bediet!" Ie onnolesaert! Sulcke liste haddic mi niet verbeelt. Ie en wiste dat die Die Maes-bcde lesen so utermate conden wesen wat men noemt kitteligh"; doch tscynt waer ! Ende masschien syn andre daer ie en hebbe se noint ontmoet voor wie sulcke sorghe ooc ware goet.... Es dat so? Ie twijfel des sere; maer doch, synder int landt noch mere, so hope ie dan: der Mase bode sal noch werden baes vander mode ! Ware dat niet een heuchlyc werc ? Die dit vant, es gfltt bic gfcrc PAG. 10 DE GROENE No. 3277

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl