De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 30 maart pagina 15

30 maart 1940 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

;.«.*} Links: Disney aan het werk. Rechts: Een beeld uit F/eischers Gu//ivers Reizen" Walt Disney en Max Fleischer C. Boost OP Walt Disney's uitdaging aan de concurrenti-, die indirect opgesloten lag in zijn eerste avond vullende teekenfilm Sneeuwwitje" heeft Max Fleischer, de eenige concurrent die zich een gelijk waardig tegenstander kon noemen, geantwoord in gelijke taal met Gulliver's Reizen". En nu Disney hierop al reeds geriposteerd heeft met Pinocchio" en Fleischer plannen maakt voor een tweede groote productie, kan men wel gevoegelijk aannemen dat de geteekende hoofdfilm een. feit is geworden. Hiermee heeft de teekenfilm zich dan losgemaakt uit de betrekkelijke anonymiteit, waartoe het voorprogramma haar veroordeelde en een plaats inge nomen als gelijkwaardige grootheid naast de speel film. En hiermee heeft zij tegelijkertijd een episode in haar ontwikkelingsgang afgesloten, waarin zij wel geapprecieerd en zelfs bewonderd werd, maar waarin men haar zonder veel onderscheidingsver mogen behandelde. Het was een zeldzaamheid wan neer de teekenfilm als onderdeel van het voorprogramma vermeld stond en bij die spaarzaam voor komende gelegenheden ontbrak dan nog een gepre ciseerde aankondiging, zoodat zich hier te lande noch in de filmcritiek, noch in de herinnering van het bioscooppubliek een duidelijke differentiatie voltrokken heeft aangaande het vertoonde op teekenfilmgebied. Met het gevolg, dat, ondanks de groote verschillen in aanleg en temperament tusschen Fleischer en Disney, de beide exponenten, waarvan uiteindelijk de ontwikkeling der teeken film afhankelijk werd, het dooreen halen van beider uiteenloopend werk een al te vaak voorkomende vergissing werd. Nochtans zijn, ondanks de vele overeenkomsten in hun parallel loopende carrières en ondanks gelijke voorgangers, geen grootere contrasten denkbaar dan Fleischer en Disney. DE meeste filmhistorici hebben over het hoofd gezien dat uit een bepaalden vorm van teekenfilm het principe der filmprojectie ontstaan is, dat de geteekende filmband de grondgedachte opleverde, waarop thans de geheele filmproductie opgebouwd is. Alle instrumenten uit de igde eeuw, als de phenakistoscope", het daedaleum" of de zoëtrope", die als voorloopers van het filmprojectieapparaat beschouwd worden, geven de bewegingsillusie door middel van een ronddraaiende schijf of een trommel met spleten, die geteekende beelden snel langs het oog deden bewegen. En de eerste projectie van be wegende beelden voor een eenigszins uitgebreid ge zelschap gebeurde in 1877 door den Franschman Reynaud met een ingewikkeld instrument, waarbij hij een scène uit Le Pauvre Pierrot" geteekend had op transparant materiaal, dat hij crystaloid" noemde. Voor Zelfscheerders Eerst een weinig Purol inwrijven en daarna inzeepen; dan scheert men ztch schoon, zacht en pijnloos. Twaalf jaar later zou de ontdekking van celluloid de beslissende gebeurtenis in de ontwikkelings geschiedenis der film worden en dertig jaar verder zou de eerste teekenfilm door het projectieapparaat rollen. Zij heette Humorous Phases of Funny Faces" en was van J. Stuart Blackton, die in 3000 eigenhandig geteekende plaatjes het gezicht van een man in verschillende expressie-phasen liet zien. Ongeveer gelijktijdig werkte Emile Cohl in Frank rijk; hij had 6000 teekeningen noodig voor een filmpje van 4 minuten en hij maakte ze zonder eeni ge hulp in een primitief atelier op Montmartre. De naam van dezen ijverigen en onversaagden pionier is opgenomen in de historie der film, maar dat is ook de eenige dank die zijn tijdgenooten hem brach ten; hij stierf kort geleden onopgemerkt en arm, ongeveer terzelfder tijd en in dezelfde omstandig heden als die andere fantast, van het witte doek, de meester van de truc-film, Georges Méliès. Maar het record op het gebied van de one man's cartoon" sloeg Winsor McCay, een Amerikaan van zelfsprekend, die eigenhandig 25000 teekeningen maakte voor de film ,,The Sinking of the Lusitania". Het kostte hem bijna twee jaren van zijn leven ! Meer erkenning met minder moeite vond J. R. Bray, die op de gelukkige gedachte kwam, met eenige vaste achtergronden te werken en hiervóór zijn figuren te laten bewegen. Deze figuren, het clowntje Dinky-Doodle-Weakhart en Colonel Heezy Liar, een soort moderne Münchhausen, hebben in de jaren 1913?1917 groote populariteit verworven en het bioscooppubliek gewonnen voor de teeken film. Dat er tegenstand overwonnen moest worden blijkt uit de critiek in een onzer groote dagbladen op een eerste vertooning van Bray's werk, waarin o.m. te lezen staat: Voor wie zelfs geen hersens genoeg heeft om de gewone film te harden, heeft men nu het summum der geesteloosheid gewrocht en films geteekend, welke zoo banaal en flauw zijn, dat het door niets geëvenaard wordt...." Bray bracht nog een variatie op zijn systeem van vaste achtergronden, door deze voor de afwisseling eens niet te teekenen, maar te vervangen door een gefotografeerde omgeving en op dit systeem bouwde Max Fleischer verder. FLEISCHER, [Oostenrijker van geboorte, had zijn teekenvaardigheid opgedaan als illustra tor aan de Brooklyn Daily Eagle" en richtte in 1917 met zijn broer Dave de Out of the Inkwell Corporation" op. De hoofdacteur van deze onder neming was Koko", het clowntje, dat aan het begin van de film uit den inktpot kroop, of ontstond uit een inktdroppel, die Fleischer op zijn teekenpapier liet vallen, daarna zijn avonturen beleefde in een gefotografeerde wereld en op het eind weer terugkroop in zijn zwarte geboorteplaats. Na 1923 vindt Fleischer een concurrent naast zich in de gedaante van den toen 22-jarigen Disney, die zich, na tallooze pogingen en mislukkingen om vasten grond onder de voeten te krijgen als reclameteekenaar, lantaarn plaatjes-ontwerper en vervaardiger van reclameteekenfilmpjes, in Hollywood vestigde, zich associ eerde met zijn broer Roy (zie Fleischer !) en de .,Alice"-serie maakte, waarin hij het procédévan Bray en Fleischer omdraait en een levend mensen in dit geval Alice voert in een geteekende we reld en haar daar wonderlijke avonturen laat bele ven. Dan maakt Pat Sullivan het geteekende dier po pulair. Hij creëert Felix the Cat" en verbreekt ieder verband met een bestaande werkelijkheid, zoowel in het uiterlijk van Felix als in diens avon turen, die hij geheel onderwerpt aan zijn grenzelooze fantasie. Sullivan plaatst de teekenfilm op een eigen gebied, waar de mogelijkheden onbegrensd zijn en alles gehoorzaamt aan een speciale logica en Disney wordt zijn ijverige volgeling. Hij ontwerpt Oswald,the Lucky Rabbit en als dit konijn te weinig bewegingsmogelijkheden vertoont, laat hij het in den steek en schept Mickey Mouse", die geboren wordt op het oogenblik, dat de geluidsfilm de wereld begon te veroveren. Haastig wordt Mickey van ge luid voorzien en in Steamboat-Willie" te NewYork gelanceerd op 19 September 1928. Voorloopig zonder veel succes. Naast de Mickey Mouse-serie ontstaan dan de Silly Symphonies, gebouwd op een bepaald muzikaal thema, zooals ook reeds Fleischer uitgedacht had in zijn Screen-songs". Maar dan komt een steeds grootere verwijdering tusschen het werk der beide opponenten: Fleischer blijft bij zijn menschelijke figuren: Betty Boop, Popeye the Sailorman, Olive Oil; Disney vervolmaakt zijn komische visie op de dierenwereld; bij Fleischer domineert het bewegings element, bij Disney de komische vondst en vaak de poëtische visie; Fleischer houdt vast aan de absur diteit, de groteske die hem brengen tot de weinig beminnelijke menschencaricaturen. Disney blijft aestheet, colorist, verfijnd teekenaar. MAAR beiden zijn domineerende persoonlijk heden, want het karakter van hun werk, hun teekenkundige eigenaardigheden zijn bewaard ge bleven, ook nu, dat de teekenfilm geen one man's job" meer is, maar de arbeid van een werk gemeenschap van 600 a 700 menschen. Wie nu Gulliver's Reizen" zal zien en wil gaan vergelijken met Sneeuwwitje" (en niemand ontkomt aan dien lust tot vergelijken), die zal dezelfde verschillen ont dekken als principieel reeds bestonden tusschen het dwaze clowntje Koko" en het lieve meisje Alice", tusschen de incarnatie van de brute kracht: Popeye en het listige, nerveuse muisje Mickey, tusschen de als groteske geziene werkelijkheid en het etheri sche sprookje. In de korte geschiedenis van de teekenfilm staan reeds vele namen opgeteekend, maar weinige bleven in de herinnering van het bioscooppubliek, hoe po pulair hun scheppingen ook een korten tijd waren. Twee figuren zijn overgebleven, twee contrasten in teekenvaardigheid en fantasie, maar samen het domein bestrijkend ,waar de film zich, ontdaan van vreemde invloeden en verlost van remmende traditie op haar zuiverst manifesteert: Fleischer en Disney. worden Uw landen indien U poetst met In tuben van 60. 40 en 25 et. en doozen van 20 et PAG. IS DL GROENE No. 3278

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl