De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 30 maart pagina 16

30 maart 1940 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene U wilt geld besparen? Goed, maar het is niet altijd het goedkoopst. Vaak ook tamelijk onaangenaam. Ik wilde bij voorbeeld onlangs, om hotelkosten te sparen, twee dagen bij mijn vriend logeeren, en het geluk wilde, dat hij juist met zijn vrouw op reis was, zoodat ik dus een mooie, nette woning heelemaal tot mijn beschikking had. Ik kwam 's morgens vroeg, haalde den sleutel bij een gemeenschappelijken vriend en ging toen naar huis", waar ik me het een beetje makkelijk maakte. Ik zette koffie, ontbeet en maakte toen een bad klaar. Nauwelijks heb ik me uitgekleed of er wordt gebeld. Beneden bij de huisdeur. Misschien een cliënt van mijn vriend. Hij is namelijk advocaat. Nu, denk ik, hij zal wel merken dat er niemand thuis is. Maar er wordt weer gebeld. Bij de derde keer valt mij in, dat het misschien de melkboer of de slager is, dien men, om mij een plezier te doen, niet heeft afbesteld. Ik loop naar de gang, druk op de knop, waardoor beneden de huisdeur opengaat, en vraag wat er is. Nee, het is toch iemand voor mijn vriend. Maar de man beneden is vreeselijk omslachtig. Ik moet, over de trap geleund, alles uitleggen. Eindelijk gaat hij weer weg en ik in mijn Adamscostuum wil gauw naar mijn .badwater terugkeeren. Op dit oogenblik sluit de man beneden de buitendeur, zoodat het door het heele huis tocht, en voor mijn neus slaat de deur van de gang dicht. DIE is en blijft dicht' Ik kan schudden en duwen, zooveel ik wil. Een veiligheidsslot is een veiligheidsslot. De deur beweegt geen centimeter. Het beste zal zijn, een slotenmaker te telefoneeren, om het slot te laten openbreken. Misschien is er beneden telefoon. Verder heb ik niets anders om me aan te kleeden dan het ochtendblad dat toe vallig voor de deur ligt. Tenslotte kan men niet volkomen naakt in een vreemde woning rondgaan. Ik klop beneden aan. Een dienstmeisje doet open. Nauwelijks echter heeft ze me gezien of ze gilt afgrijselijk en slaat de deur dicht. Zelfs dan schreeuwt ze nog door. Ik geef haar den tijd om kalm te worden en begin dan mijn toestand uit te leggen, en verzoek haar beleefd te telefoneeren. Maar het is hopeloos. Zoodra ze merkt dat ik steeds nog buiten sta, begint ze opnieuw te gillen, terwijl ze me uit alle macht uitscheldt. Blijkbaar is ze alleen thuis. Wat nu ? Op straat gaan in dit costuum ? Ik loop alle trappen op en af om te zien of er geen deur of venster is, waaruit ik kan roepen zonder gezien te worden. Misschien hooren mij voorbijgangers of menschen van hiernaast. Maar er is alleen maar een heel hoog venster niet gebroken ruiten, waaraan ik die ellendige tocht wel zal te danken hebben. Bovendien vind ik nog een kleine deur, op zolder. Die wordt ook niet geopend. Er is een bordje op de deur. Winn & Co. Heel druk schijnt deze firma het niet te hebben. Maar met eenig optimisme zal ik er toch op kunnen rekenen dat in de loop van den middag een bediende of meneer Winn-zelf zal verschijnen. Misschien heeft ook dat gekke dienstmeisje beneden iemand gealarmeerd. Is ook goed. Zoo kan ik toch niet blijven staan. Heeft U wel eens naakt op een trap gewacht? De tijd kruipt, hij schijnt stil te staan. Ik begin het langzamerhand koud te krijgen. Onophoudelijk peins ik hoe ik me hieruit kan bevrijden. Zal ik me in de traplooper rollen? Kon ik maar door dat hooge venster op het dak klimmen. Van daaruit kon ik probeeren door het raam in mijn woning te klimmen. Natuurlijk verschijnt nu voor mijn vriend geen enkelen cliënt meer, nu ik ze zoo noodig heb. Ik erger me daarover, ofschoon ik . van hieruit de huisdeur niet open zou kunnen krijgen als iemand belde. Stel je voor: de telefoon gaat achter mijn deur. Nee, dat zou te veel zijn. Hoor ik daar niets? Komt er niet iemand aan? Ja, de huisdeur wordt geopend. Het is de slager die voor de eerste tage kalfscoteletten brengt. Hallo, hallo, wilt U mij een groot plezier doen?" roep ik naar beneden, zonder me te laten zien. ,,In hemelsnaam, hij is er nog!" schreeuwt direct het meisje, vlug haal de politie." Boem, slaat de deur weer dicht en ze begint daarachter me weer uit te schelden. Luistert U daar niet naar", roep ik zoo zacht mogelijk naar beneden. Ik heb alleen maar de deur van mijn woning achter me dicht geslagen, zonder dat ik aangekleed was. Wilt U misschien een slotenmaker halen of me een jas leenen, zoodat ik zelf op straat kan gaan.. .." Wie bent U dan", vraagt de slager, boven zijn ze toch op reis.. .." Ja, dat klopt. Maar ik ben hun vriend en ze hebben mij de sleutel achter gelaten, om hier te overnachten." Waarom staat U dan hier als U de sleutel hebt", antwoordt de slager argwanend en komt naar boven. Ik verschans me achter mijn krant, maar het helpt niet veel, hij staart me aan, snuift kwaad aardig en holt naar beneden. Bevend van kou sta ik daar en wacht. En wacht. NU komt 't. De huisdeur gaat open. De politie dus, denk ik. Maar het is een jong meisje. Schrik U niet", roep ik weer, zoo beleefd moge lijk. De tocht heeft mijn woningdeur dichtgeslagen en ik ben nog niet heelemaal aangekleed." O", zegt het jonge meisje verwonderd en komt de trap op, nu iets vlugger. U moest maar liever niet verder gaan," zeg ik. Ik heb een slotenmaker noodig of in ieder geval een jas," Een jas?" herhaalt ze en lacht. Hoe kom ik aan een jas met dit weer?" Nu is ze er en ziet mij. Wat beteekent dat?" fluistert ze verschrikt. Neemt U mij niet kwalijk, het is afschuwelijk.." Beneden brult weer het gekke dienstmeisje. De juf frouw schrikt, neemt de vlucht en begint samen met het dienstmeisje te schreeuwen. Het is om gek te worden. Nu hoor ik weer den slager beneden en andere stemmen. Dan een barsch geluid. Buiten blijven, doorloopen. Wie niet in dit huis thuishoort, heeft er niets te maken." Een complete volksoploop. Met woedende stappen komt een agent naar boven. Doch zelfs deze gewichtige man verliest zijn tegen woordigheid van geest als hij mij in mijn luchtige kleeding ziet, die door het lange wachten er niet beter op is geworden. Voor de vierde maal zet ik mijn toestand uiteen. Maar zoo kan ik U toch niet meenemen," bromt hij ten einde raad. Ik verzeker hem dat niemand dat van hem verlangt. Alles wat noodig is, en waarom ik hem verzoek is: een slotenmaker te waar schuwen om mijn deur open te maken. Maar daartoe heb ik geen recht," zegt hij kla gend. Uw deur? Is het wel Uw deur? Hoe kan ik alles gelooven? U hebt niet eens een identiteits bewijs." Nee, dat had ik jammer genoeg niet bij me. Maar als ik geweten had dat ik hem hier op de trap noodig had...'." Ach maakt U geen grapjes," zegt hij bars en denkt over het geval na. Hm," zegt hij eindelijk, Hier kunt U niet blij ven. Ik zal zien dat ik een bedekking voor U krijg." En terwijl hij naar beneden stapt: Maar niet van Uw plaats komen." Ik hoor nog hoe hij de menschen voor de deur wegjaagt en iemand om een auto weg stuurt. De politie werkt snel. Na korten tijd is hij weer hier, begeleid door een collega, en deze draagt zooiets als een plaid onder de arm. En nog een paar anderen in uniform zijn er. Iemand moet een zieken auto hebben opgebeld. Een heftige ruzie tusschen de beide instanties begint, daar de ziekenauto niet met leege handen terug wil gaan. We zullen het direct zien. Als hij gek is, moet hij mee," zegt een van hen. Mijn agent zegt dat ik mee naar 't bureau ga. Voor het gesticht zullen de advocaten wel zorgen. En on der zulke gesprekken komen ze langzaam naar me te e. NOG voor er een oplossing voor de ruzie gevonden is, hoort men opnieuw beneden het dienst meisje gillen, zoo mogelijk nog harder dan daarnet: Help, help, de halve woning is overstroomd!" O, denk ik, mooi, mijn badwater loopt.... Nu is er in ieder geval een reden om die vervloekte deur vlug te laten openbreken. En dan vind ik gelukkig het identiteitsbewijs in mijn kleeren die als natte lappen op het water drijven. Dat werd een dure grap. Een half uur werk voor den slotenmaker, een nieuw veiligheidsslot, een pak stoomen en strijken, reparatiekosten voor de vloer, twee tapijten, een dozijn beschadigde meubelen, electrische leidingen, schilderijen enz. enz. Nog daarvan afgezien hoe de vrouw van mijn vriend het geval opnam toen ze terugkeerden. Na tuurlijk was ik flink verkouden geworden zoodat ik meer dan een week in een hotel te bed moest lig gen. Ook moest ik de ziekenauto betalen. Ik kon nog blij zijn dat de politie gratis was. Kan ik nog wat voor je doen?" vroeg mijn vriend, toen hij op bezoek bij mijn bed zat, je bent toch voor zaken hier gekomen?" Ik dankte hem hartelijk. Voor de zaak, die ik moest afhandelen, was het te laat geworden. Maar zeg dan maar tot je zelf dat je voor je plezier op reis bent geweest." HEINZ GRAUMANN Paindeluxe-brood CHARIVAR'IA ,,Dit is een gevaarlijke val, waar men niet in mag loopen." (R.) Zijn hoed, dien hij had afgenomen, in de hand, slenterde hij langzaam naar het park." (H.) ,,L)e wijdschheid van de verschie ten." (R.) Wie den schoen past . ." (E.d.D) Bolkestein, schiet op ! Een vermenigvuldiging ,,Op het tienvoud, het honderdvoud mindere was gerekend." (Za/tenw.) ,,Yele ingenieurs spreken vloeiend Amerikaansch of Kngelsch." (f!.) Enkele ingenieurs spreken zelfs beide talen vloeiend. Onze adverteerende humoristen \Velke xakeman van formaat of concern heeft emplooi voor dynami sche allroimdkracht met spirit en doorzettingsvermogen, aead. gev. ':" (\. R. C.) Gevraagd een flink al'waschbaar meisje voor de middaguren." (L.DM.) Deze zienswijze is inderdaad niet van onwaarschijnlijkheid ontbloot." f.V. r. d. D.) Dat het N. v. d. D. het tegenover gestelde bedoelt, is inderdaad wel van onwaarschijnlijkheid ontbloot. Ongeveer duizend vrouwen cri kinderen werden bewusteloos ge slagen." (H.) 't Deed dus gelukkig geen pijn. Het geheele kwartier van Ztitphen heeft hij gebaat." (H.) Kun je nog baten, baat dan mee. De gevel van het gebouw dat thans aan Keizersgracht 103 staat heeft geen waarde van betekenis." (Radio-bode) Waar stond het vroeger ook weer ? Hij beweert dat het zelfstandige naamwoord Christelijk vele menschen op een dwaalspoor brengt." (De Chr. Ambt.) Zij denken misschien dat het een bijvoegelijk naamwoord is. Correspondentie Gij hebt mijn zin: l-'ather Divine gelooft niet in banken" een anglicisme genoemd voor ,,/ircf/ geen -ctrtroji'^en m." 7"o lielici'c in kan inderdaad iiet laatste beteekenen en wordt dikwijls verkeerdelijk. door geloo;'<:}i in ol aati vertaald. Dat is hier niet gebeurd. Ik heb deze uitdrukking met opzet. gebruikt om den naïeven geest te kenschetsen van dezen kinderlijken negerleider, die werkelijk niet aan het bestaan van die instellingen geloolt. De \'.R.C.-rorrcïpontient in de l'..S. PAG. 16 DE GROENE No. 3278

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl