De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 30 maart pagina 6

30 maart 1940 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Reynaud volgt Daladier op Sinds April 1938, bijna twee jaar dus, is Da'adier minister-president van Frankrijk geweest: voor Fransche parlementaire verhoudingen bïteekent dat een lange tijd. In de afgeloopen maanden werd het echter duidelijk dat Daladier niet meer op den steun aanspraak kon maken dien hij noodig had: de be indiging van den Finschen oorlog legde men in Frankrijk als een nederlaag der Geallieerden uit; bovendien ontstonden ook i'n het kabinet spanningen over de juiste wijze om den oorlog in economsch en militair opzicht voort te zetten. Dat alles leidde er toe dat de linkerzijde Daladier in den steek liet. In den nacht van Dinsdag op Woensdag vóór Paschen onthielden 300 kamerleden zich vai stem ming over een motie van vertrouwen. Daladier trok de consequenties en bood zijn ontslag aan. Paul Reynaud werd de nieuwe formateur. In een dag had hij zijn kabinet gevormd, waarin hijzelf de po-tefeuille van buitenlandsche zaken nam, terwijl Da'adier die van oorlog hield. Zes socialisten werden in het kabinet opgenomen, waarvan drie als minister. Dit verdroot de reactionaire rechter zijde. Bovendien was een deel der radicalen ver ontwaardigd om het ter-zijde-stellen van Daladier, en vreesde een ander deel de economische door tastendheid van den nieuwen premier. Het gevolg was, dat Reynaud slechts n stem meerderheid kreeg. Maar hij trad niet af. Objectief heeft Reynaud volkomen gelijk gehad met aan te blijven. Inderdaad is hij op het oogenblik de eenige politicus in Frankrijk die waarlijk begrip heeft voor de eischen der oorlogseconomie. Ten duidelijkste sprak dat uit de regeeringsverklaring en uit de radioredevoering die hij Dinsdagavond j.l. hield. De Geallieerden", aldus Reynaud, zullen dezen oorlog winnen omdat zij over grootere hulp bronnen beschikken, mits zij deze hulpbronnen tot het uiterste gebruiken." Met andere woorden: ook voor Frankrijk geldt de leus: minder boter, meer kanonnen! Dat openlijk en klaar uit te spreken, is een verdienste van Reynaud. Hij stelt zich daarmee in scherpe tegenstelling tot het goedkoope optimisme van hen die meenen dat Duitschland van zelf de nederlaag zal lijden. Hij stelt zich daarmee ook in tegenstelling tot de meerderheid van het Engelsche kabinet dat nog altijd den zinspreuk huldigt: zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet. Inderdaad bttiekent Reynauds premierschap een overwinning voor de Engelsche oppositie. Hij be lichaamt haar principes. En men kan er zeker van zijn dat bij het voortduren van den oorlog Chamberlain óf deze principes zal masten accepteeren óf het veld zal moeten ruimen voor een kabinet dat bes^?t dat men zonder consequente oorlogseconomie geen oorlog wint. A la guerre comme la guerre !" Of zou een Engekch oorlogskabinet als werkelijke knokploeg" kunnen optreden? Men zie de voorplaat en betwijfele het. Maar waarom heeft Reynaud de portefeuille van buitenlandsche zaken aanvaard? Aandacht voor den Balkan Zien wij het goed, dan heeft Reynaud om twee redenen buitenlandsche zaken onder zijn hoede genomen. In de eerste plaats heeft hij groote belangstelling voor den na-oorlogschen opbouw van Europa. Hij ziet gelijk Emil Ludwig in het hiernaast opge nomen artikel betoogt de samenwerkende Geall:'ë3rden als een kern waaromheen zich na den vrede andere naties zullen scharen. Dat hij dit federatieve streven het best bevorderen kan wanneer hij zelf Frankrijks buitenlandsche politiek leidt, spreekt van zelf. In de tweede plaats zal Reynaud naar den Quai d'Orsay zijn verhuisd, omdat hij en met hem velen in Frankrijk van meening is dat de buiten landsche politiek der Geallieerden zwak is. Terwijl zij het Duitsche offensief afwachten, wordt de rest van Europa buiten hun medeweten om gereorgani seerd. De Geallieerden staan op het oogenblik voor de dreiging dat Duitschland, Italiëen de SowjetUnie gezamenlijk de verhoudingen op den Balkan reorganiseeren zonder dat zij er bij te pas komen. Reynaud zal pogen, dit echec te voorkomen. Of zulks mogelijk is, dient men af te wachten. Intusschen zijn zijn tegenstanders het onderling zeker niet eens. Duitschland wil den Balkan als econo misch wingewest leeghalen (het heeft dezer dagen nog Roemeniëeen nota gezonden teneinde te pro testeeren tegen het feit dat de Roemeensche buiten OUDE KAARTEN EN PLATTEGRONDEN ANTIQU»RIAAT BOEK EN KUNST 1 WETERINGSCHANS l, b/h Leidscheplein landsche handel zoo ongeordend" was). Italiëziet de Duitsche penetratie echter met leede oogen aan en terwijl de Sowjet-Unie Bessarabiëvan Roemeni heeft teruggeëischt, heeft Rome verklaard dat het zich gewapenderhand tegen het voortdringen van Moskou op den Balkan zal verzetten. Er is dus nog veel te regelen tusschen de betrokken staten, afgezien daarvan dat ook de Balkan-statenzèlf een woordje meespreken. Voorloopig wordt er dus geconfereerd, alvorens de (eventueele) actie begint. Hitler en Mussolini hebben op den Brenner stellig het Balkan-probleem besproken. Wellicht zijn zij het eens geworden. Maandag en Dinsdag heeft de Hongaarsche minister-president Teleki te Rome geconfereerd met Ciano en Mussolini: wil hij ook een deel in de buit behalen ? Het heette verder dat Molotow zich naar Berlijn zou begeven om met Von Ribbentrop het Balkan-probleem te bespreken. Heeft men in Berlijn reeds op hem zitten wachten? Hij zou met de Paaschdagen komen, maar hij bleef te Moskou. Gaat hij tóch naar B;rlijn toe, of moet Von Ribbentrop ten derden male naar Moskou gaan? Afwachten. H^t locpt d:n Du'trchers echter niet mee bij de samenwerking met Rusland. Men ziet echter dat van invloed der Geallieerden op den Balkan vrijwel geen sprake meer is. Mocht Roemeniëaangevallen worden door de SowjetUnie, eventueel tezamen met Hongarije, dan behoeft Turkije volgens de gesloten overeenkomst geen Geallieerde hulptroepen door te laten. Het lot van Roemeniëzou bezegeld zijn: koning Carols kaartenhuis zou in elkaar storten, en de Geall.ë;rden die zoo onverstandig zijn geweest om dezen koppigen autocraat (die zich pas met de fascistische Ijzeren Garde heeft verzoend.. . ) een garantie te geven, zouden wederom een moreele nederlaag lijden. Van het oorlogsfront Wederom valt van het oorlogsfront nauwelijks eenig nieuws te melden. Van-spoedig te verwachten groote offensieven blijkt niets; in Frankrijk rekent men er reeds op dat ze gedurende dit geheele jaar zullen uitblijven. Hier is wellicht de wensch vader van de gedachte. Engelsche bommenwerpers deden vorige week een aanval op de Duitsche vliegtuigbasis Sylt, juist op tijd om Chamberlain in de gelegenheid te stellen, triomfantelijk den aanval aan te kondigen, terwijl hij het beleid inzake Finland verdedigde; een moreel succesje (wellicht van a tot z handig ge-enscèneerd) waardoor hij de aandacht van de hoofdzaken wist af te leiden. Of de aanval op Sylt succes heeft gehad, is onbekend. De Engelsche en Duitsche verklaringen staan lijnrecht tegenover elkaar. De oorlog ter zee heeft deze week weer het norma le aantal slachtoffers geëischt, met name onder de neutralen (Denemarken werd zwaar getroffen). Het Engelsche convoyeerings-systeem schijnt echter bijzonder goed te werken. De admiraliteit heeft voorts deze week tevreden medegedeeld dat reeds bijna drie-vierde van de Duitsche koopvaardijvloot tot zinken was gebracht of opgebracht naar een Engelsche haven. Nawerking in Noord-Europa Toen Finland moest bukken voor de Russische overmacht, heeft het gehoopt dat het zijn politieke onafhankelijkheid zou kunnen handhaven mede door de dekking van een Noorsch verbond, waarbij zich in de eerste plaats Zweden en Noorwegen zouden aansluiten. Zweden en Noorwegen waren niet ongeneigd, het sluiten van een dergelijk verbond te overwegen. Het zou tot taak hebben, Finland te hulp te komen voordat de Russen zouden pogen met het land te doen, wat de Duitschers met Tsjechoslowakije gedaan hebben. Finland hoopte dat men te Moskou geen bezwaren zou hebben tegen een alliantie die zoo duidelijk defensief was. Het is echter anders uitgekomen. Moskou heeft la ten wsten dat het h°t sluiten van een derge lijk Noorsch verbond niet wenschte, en er zal den Scandinavischen staten weinig anders overblijven dan zich te schikken naar de wenschen van Stalin en Molotow. Somber zien zij de toekomst tegemoet. Zij vreezen dat hun n van Duitsche n van Russische zijde weinig goeds te wachten staat.... Met kracht moeten zij derhalve werken aan de versterking van de defensie. Zweden geeft daarbij den toon aan. Het land stelt zich in op den oorlog; de oorlogs-economie waaraan wij in Nederland ook niet zullen kunnen ontsnappen wordt er geleidelijk ingevoerd; de import van een reeks luxe-artikelen is reeds verboden. Japan moddert verder Uit het Verre Oosten komt weinig belangrijk nieuws den laatsten tijd. Japan doet reeds anderhalf jaar lang vertwijfelde pogingen om een nieuw bestuursstelsel in het bezette China op te bouwen. Wang-Tsjing-Wei die in December 1938 naar de Japanners overliep, zou het nieuwe staatshoofd worden. Ettelijke keeren is zijn installatie reeds aangekondigd. Nu Zaterdag zou het dan zoo ver zijn: door vijf raden bijgestaan zou hij het beheer (onder Japansch toezicht!) van de Noord- en MiddenChineesche laagvlakte aanvaarden. Maar weer is zijn troonsverheffing" uitgesteld.... Japan zit vast, aan alle kanten. De Sowjet-Unie kan het niet vertrouwen. De Vereenigde Staten kunmn elk oogenblik een embargo afkondigen. Maar dat alles wil niet zeggen dat Japan er hopeloos voor staat. Tsjang-kai-Tsjek is niet bij machte de Japansche legers uit China te verjagen, en wanneer deze toestand eenige jaren duurt, zal de geleidelijke inlijving van China bij Japan zooveel voortgang hebben gemaakt dat het onmogelijk is, aan het Japansche gezag een einde te maken. Men zie naar Mandsjoekwo, waar zich hetzelfde proces heeft voorgedaan. JIIIIIIH I UIT DE GROENE GRABBELTON Terecht is in vele bladen dezer dagen gewezen op de alom groeiende belangstelling voor de Matthaus-Passion. Men beschouwt dit veelal als een herleving van het Christelijk bewustzijn. Het is mogelijk: het zou dan in elk geval een tot zijn simpelsten ethischen vorm gereduceerd Christendom zijn dat hier tot herleving kwam. Maar het dunkt mij ook mogelijk dat hier in het geheel niet van herleving van een Christelijke levensleer sprake is, maar eerder van een groei ende behoefte om in de zuivere sfeer der kunst te ontsnappen aan de dagelijksche realiteit die weinig verheffends biedt op het oogenblik. Zoekt men in de uitvoering van de Matthaus-Passion het beleven van religieus schuldbesef, of van aesthetische aandoeningen (die op hun beurt weer geheel andere snaren in ons doen trillen) ? Ik weet het niet, maar om op grond van de vele passie-muziek van een herleving van Christelijk bewustzijn te spreken, lijkt toch wel ietwat voorbarig. Men vergete ook niet dat deze tijd, hij moge tot verdieping bij sommigen leiden, bij vele anderen juist de behoefte aan de platste sensatie opwekt. Het algemeene cultureele peil in de oorlogvoerende landen is stellig niet aan het stijgen. Merkwaardig was (om nog even op Bachs Matthaus-Passion terug te komen) een bespre king die van de uitvoering in den Keulschen Dom stond in het jongste Zondagsblad van de K lnische Zeitung. Daar werd de Matthïus-Passion genoemd ein Kreuzweg, in derrTdie Compassio des deutschen Menschen ihren tiefsten, g ltigsten Ausdruck gefunden hat." De muziek was höchste Künderin deutschen Musikgeistes im Kölner Dom." O kanker van kleingeestig, enghartig cultureel chauvinisme ! Een boek van dr. Banning is zelden brilliant, maar altijd van een prettig-aandoende leesbaar heid. Waardevol" is er het juiste woord voor. Dat ge'dt ook van zijn jongste pennevrucht: De nieuwe Oorlog, de nieuwe Vrede Een weg opwaarts", door Van Loghum Slaterus uitgege ven. Dr. Banning is idealist, maar hij blijft met zijn beenen op de grond staan. Hij kent zijn Spann, Brailsford, Plessner, Siegfried en Berdjajew. Wat hij schrijft over, ,het gericht over Versailles en den Volkenbond", over het falen van het socialisme (waarom vermeldt dr. Banning die toch anders zijn auteurs voluit noemt, niet dat zijn theorie van de arbeidersaristocratie-dank-zij-de-koloniale-winsten aan Lenin is ontleend?), over de cultuurcrisis in Europa, over de vraag of de oorlog door het geloof gerechtvaardigd is, over de nieuwe vrede" tenslotte?dat alles is niet nieuw en glanzend", maar in elk geval doordacht en lezenswaardig. Lezenswaardig omdat het in zijn realistisch idea lisme de geesten rijp maakt voor den weg op waarts", die pas vrij komt", wanneer sociale en politieke hervormingswil gedragen wordt door de evangelische gezindheid die in den mens den naaste, in God den Heer van alle leven, in Christus' liefde de weg, de waarheid en het leven PAG. 6 DE GROENE No. 3278

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl