De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 april pagina 17

6 april 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Oslo, l Aprü1940 A. Viruly ALS niet alle gebeurtenissen, die een mensch zoo dagelijks over komen kunnen, teekenen gaven van iets belangrijkers dan zij zelf zijn, zouden vier Hollanders het onmogelijk zóó goed naar hun zin kunnen hebben omdat ze op deze eerste Aprilmiddag van 1940 in- een caféin Oslo zitten. Honderden en honderden menschen zitten op ditzelfde oogenblik in Oslosche café's, daar is toch zeker niets bijzonders aan? Waarom zitten dan die vier achter hun doodgewone Noorsche theekoppen met gezichten van al zoo ongeveer hetzelfde soort als ze zullen trekken, wanneer eenmaal de oorlogslucht boven Europa weer opge klaard zal zijn? Het is maar, dat er met dit zitten in dit caféeen stukje oorlogslucht opge klaard is geen groot stuk lucht maar dan toch juist wel hun stukje lucht. Niet letterlijk hemel, neen: van Texel tot Telemarken hebben ze onderweg zee noch zon gezien vanuit de dikke lagen sneeuwwolken, die rond hun Douglas gehangen hebben. Maar figuurlijk ! Want nooit heeft een urenlange vlucht in wolken zoo duide lijk van plekken zonlicht in een be trokken hemel getuigd. Er komt een jongen met couranten langs hun tahltje; die jongen is een menschenkenner; die jongen ziet in hen vreemdelingen. Daarom wijst hij hen met trots op zijn borst. Waarlogsschepen, ook de groote hiaten in (Ingezonden mededeeling) FRANSCHE KINDEREN spreken perfect Fransen. Jong reeds gaan de kinderen hun Moedertaal vlot spreken en verstaan. Hoe zou het dan voor den volwassen Neder lander moeilijk kunnen zijn bewust te bereiken wat het Fransche kind spelende leert? Hij toch heeft een voorsprong in zijn ruime levenservaring en zijn getrainden wil. Een ieder kan dan ook in korten tijd een vreemde taal vlot leeren spreken en verstaan. Voorwaarde is, dat dezelfde natuurlijke methode gevolgd wordt, die het kind zijn Moe dertaal leert beheerschen. De Linguaphone leert U een vreemde taal door voordoen en door naspreken met be hulp van de gramofoon ! U huurt een cursus voor f 5.50 per maand. Hoofdkantoor: AMSTERDAM, N.Z. Voorburgwal 114 R Telefoon 31749 Den Haag: Lange Voorhout 23a, Tel. 11.51.62 Rotterdam: Telef. inlichtingen onder 40837 IlNGUAPHONE achtig, dat is niet gering: Engelsche couranten. Ja, maar kijkt u eens naar de datum, Sir ! Van vandaag, Sir ! ! Voor het eerst, sinds Noorwegen zijn donkere oorlogswinter is ingegaan, hangen vandaag voor zijn Oslo'sche borst 's middags weer de Engelsche bladen van denzelfden ochtend! Splendid, splendid ! En de vier Hol landers begrijpen, wat ze aan hun vreemdelingengezichten verplicht zijn en koopen de Times, welke ze welis waar zoo juist zelf heel nuchter van Schiphol naar Noorwegen zijn komen aandragen, maar die niettemin toch op hun tafeltje komt te liggen als een bovennatuurlijk teeken, dat het met die wereldoorlog toch nog niet zoo heelemaal hopeloos gesteld kan zijn. Dat er nog plekken zonlicht vallen. Dag jongeman, bedankt hoor. En dat je van 't jaar nog maar vél Times'en en Kölnische Zeitungen en Matins van denzelfden dag in Oslo verkoopen mag ! Wat een goed zitten, in dit café! Toen we hier vorig jaar de dienst sloten, zijn we immers maar met zeer bezwaarde harten van dit land van daan gevlogen. Wat moest er van die K.L.M, van ons worden? Hoe klein leek het kansje, dat een maatschappij, die het van internationale orde hebben moest, een zoo dreigende winter door zou komen; hoe klein de mogelijkheid, dat wij in de lente dit goede, ver trouwd geworden Oslo in zijn ruige, zuivere zetting van water en dennenoverdekte heuvelen terug zouden mogen vinden. En kijk, daar is het zooeven dan toch maar weer onder de PH-ASK komen aanschuiven of er eigenlijk niets gebeurd was. Ja de machine, die een paar maal triom fantelijk over de stad gecirkeld heeft, is niet meer de zilveren Douglas van het vorige jaar geweest. Het was een ondertusschen fel oranje geverfde -SK en dat het oranje er niet voor de vroolijkheid opgesmeerd was, was duidelijk. Maar niettemin konden de vier daarboven tusschen de motoren in de staalsterke dreun, welke alle Osloërs omhoog deed kijken, niet anders hooren dan een lichtmakende en moedgevende vanzelfsprekendheid, 't was weer lente, en hier was, dus, de K.L.M, weer; allicht. Er lag een Hollandsche schuit in de fjord, PERNISSE, HOLLAND, lazen wij van boven. PH-ASK, HOLLAND, lazen zij van benee en ze zwaaiden van de brug. Wij zwaaiden uit de cockpit, 't Was 1940, ja. Maar lekker tóch, zij en wij, aan de Oslofjord. VIER koppen heete thee in Oslo. 't Lijkt weinig maar 't is veel. Al het vergankelijke, ook thee, is maar symbool. Vier koppen thee zijn veel voor een karavaantje van vier dorstigen, dat door zoo'n vaak hopelooze, breede woestijn als die troostarme luchtvaartwinter van 1940 getrokken komt. Zeer, zeer tevreden zitten wij in ons café! Wij zullen niet altijd zooveel wind-mee hebben als vandaag bij deze lijnheropening, waardoor de -SK in drie uur overgeblazen werd. En het zal voor luchtvaarders een ongezonde verplichting blijven om deze lijn niet meer rechttoe, rechtaan, maar eerst wijd om Nederlandsch, later om Deensch, later om Noorsch verboden gebied heen te moeten sturen. De kans op complicaties bij ontmoetingen met Messerschmidts of Blenheims boven dat zeshonderd kilo meters wijde en aan de hel van het menschelijk onverstand verpachte Noordzeeluchtruim, of de navigatie verstorende koerskruisingen met oorde radiohulp en de weerberichtenGemengd nieuws Dapper was Finland" EEN der dagbladen had een rubriek waarin voor Finland binnen komende giften verantwoord waren Dapper Finland" heette die rubriek. Doch de rubriek, hoe goed ook bedoeld, kon Finland's ongeluk niet tegen houden, zoodat de Finsche strijd een einde vond. En wat deed het dagblad? Het zette boven de dagelijksche ver antwoording: Dapper was Finland" ! Hoe zakelijk. Eén woord slechts in voegen en men registreert wereldge schiedenis. Daar valt iets voor te zeggen. En het mooie is, dat er in dezen tijd zoo veel gelegenheid voor is. We kunnen er mee voortgaan. Bijvoor beeld: Groot-Duitschland" en dan: Groot was Duitschland". Het Britsche wereldrijk" wordt: Engeland was rijk" en zoo kunt ge door gaan. Een zeker systeem bij het registreeren der verloren landen kan namelijk heelemaal geen kwaad. Wij zouden de tel kwijt naken en straks bij de groote Afrekening wellicht een paar landen vergeten, waardoor die opnieuw zou den willen beginnen en wij alles nog eens opnieuw moeten doormaken. En dat weten we toch heel zeker: dat zouden we, als het kan, niet nog eens doen. Ik weet niet, of ik hier individueele dingen vertel, maar ik heb schoon genoeg van wat achter me ligt en ik heb nu alleen nog maar hoop op een prettiger toekomst. Maar aange zien ik dat al jaren denk, vrees ik met groote vreezen. Want het is de laatste jaren al maar erger geworden. En naar aanleiding van het systeem Dapper was Finland" vraag ik me zelf af, hoeveel landen en volken wij nog in den verleden tijd zullen moeten gaan brengen. Want er schijnt mij voor dit alles een nieuwe taalkundige registratie niet ongewenscht; het moet worden als bij werkwoorden: Protectoraat Bohemen en Moravië; verleden tijd: Tsjecho Slowakije; toekomstige tijd: .. .. ? Ja wat? We kennen van veel landen en dieren het verleden. Dat was vaak niet ideaal. We kennen het heden, geschapen naar een ondragelijk ideaal. Maar we kennen de toekomst niet. Wellicht is dat maar goed. Wel licht wordt het: Dapper was A.", Dapper was B.", Dapper was C.", wat dan een vriendelijker vorm zou worden van Hier rust". En den onbe vangen toeschouwer valt dan telken male op, dat het bij al die verleden tijd landen was: Klein maar dapper" en dat de grooten alsnog geen gelegenheid krijgen voor dapperheid. Groot maar laf? Ik zou het niet durven zeggen maar het lijkt er wel op. Ik weet niet, wie er allemaal nog dapper zullen zijn geweest. Maar als wij ooit bij de kleine dapperen mochten gaan hooren, hoop ik maar, dat het begrip dapper niet zal staan naast een werkwoord in den verleden tijd. Dapper zijn schijnt mij iets prettigs; dapper geweest zijn iets beklagenswaardigs. Ik heb er al te veel gezien die dapper geweest zijn. Het wordt niet beloond ! FORTUNATUS WOENSDAGMIDDAG m den Raad door een Oepensioniieercle NU zou ik geenszins willen beweren dat op mijnen leeftijd het eene onmogelijkheid zoude zijn, dat een der zintuigen en met name het gehoor niet meer die scherpte heeft als in den tijd, dat ik met mijnen toenmaligen vriend T.H., die nu in eene groote edoch desondanks niet geheel soliede Verzekerings Maatschappij is opge nomen hoewel enkel op eene onzekere provisiebasis dat ik met dezen vriend, natuurliefhebber en lid van het Natuurhistorisch Wandelclubgezelschap Fauna et Flora" evenals ik, door de polders dwaalde om den lok roep der Gruttos te vernemen en in het gras de lieflijke Duizendschoon te zoeken, waarbij ik op vijfhonderd meter afstands het geluid van eene broedende Aalscholver kon thuisbren gen, toch meen ik het niet geheel en at aan mijnen voortschrijdenden ouder dom te mogen wijten, dat ik bij de agendapunten van de vergadering van den Raad Woensdagmiddag j.l. slechts zeer onderhavige uitingen heb kunnen verstaan. En met name kan ik de voorstanders eener Eenmansregeering of Dictatuur niet volgen als zij be weren, dat in eene zulke regeering er minder gepraat is en er snel besloten wordt zonder ampele discussies. Hoorde ik den zoo sympathieken voorziening zullen het tweede seizoen van onze Oslolijn meer zorgen be rokkenen dan het eerste, in 1939, gaf. Maar dat alles zij graag op den koop toe genomen. Ieder, die couranten ge lezen heeft en ervaren, hoe de glans van het menschelijk vliegen in oorlogscommuniqué's verloren ging, zal redenen te over behouden om dank baar te wezen voor elke doodgewone, gezegende lijnkilometer, welke de burgerluchtvaart op de schande van 1940 te heroveren vermag. De Vlugt niet een twintig agendapunten in onverstaanbaar gebrabbel met fiksche hamerslagen er door jagen zonder dat een der Raadsleden ook maar ge stoord werd bij zijn of haar middagdutje en is hiermede de efficiëntie van zulk een stelsel niet genoegzaam bewezen ? Het ware trouwens in overweging te geven of het niet mogelijk zoude zijn, de goede plaatsen van eene pu blieke tribune bij dergelijke vergade ringen te verhuren; zij dienden dan gescheiden te zijn in rangen, terwijl op alle plaatsen evenwel goed zicht en goed gehoor diende te zijn. Zijn de leden van den Amsterdamschen Raad zoo veel de minderen van hen, voor wier optreden men wel een in trede betaalt? Heeft Mevr. Van Blitz Bonn niet de ruime vrouwelijkheid van de door mij vereerde Mevr. Mien Duymaer en is Mej. Alida de Jong, die de Sociaal-Democraten hier aan voert, niet even kordaat als Henriette Davids, die een hesl revue-gezelschap leidt? Is de heer Wijnkoop niet een even onversaagd grappenmaker als de heer Hermus en schijnt de heer ds mr Ekering niet een even geslaagde en humoristische figuur als Peter Pech ? Ware de belangstelling in de democra tische bestuursorganisaties niet te verhoogen door het uitzenden van Bonte Woensdagmiddagtreinen met den gevoeligen bariton van wethouder Walrave Boissevain als omroeper en een koor van de Prinsenhofgirls en -boys ? Dit overdenkend, tijdens het rap geratel van den zachtkens hamerenden burgemeester, stak ik in gepeins een sigaartje op, sumatradekblad die ik per kist van 100 stuks inkoop, doch automatisch kwam mij de bode drei gend waarschuwen. Als men dan al niets hoort mag men toch wel iets rooken? Dit ware in ieder geval wenschelijk als men er, hiertoe door deze mijne opmerkingen geleid, mocht over gaan de publieke tribune commerciëeler te exploiteeren. PAG. 17 DE GROENE No. 327

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl