Historisch Archief 1877-1940
N*. 1398
DE AMSTERDAMMER
A°. 1904.
WEEKBLAD VOOB NEDERLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. posl ? 1.65
Voor Indiëper jaar , mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/*
Dit blad b verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucinea tegenover liet Grand Café, te Parijs.
Zondag 10 April.
Advertentiën van l?5 regels / 1.10, elke regel meer / 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces uit Duitscïiland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
BUDOLF MOSSE te Keulen en duor alle filialen (lezer firma. De prijs per regel is 35 Pfennig.
I W H O U D
VAN VEBRE EN VAN NABIJ: Eene verrassing,
door P. C. C. Hansen Jr Brieven nit
NienwNederlaud. door A M 3. te Laer. Het leven
in de Hofstad. II. dnor Sehior. - SOCIALE AAN
GELEGENHEDEN : Een vijf en-iwintig-jarige strijd,
I, door B. Bymholt. KUNST EN LETTEBEN :
De verdwijnende soort door pastoor Eaag.
Fünftes Jahrbnch der Kohier Blomen-Spiele 1903,
door P E. - RBCLAME8 VOOB DAMES: De
vrouw en de Vrijmetselarij, door Vera. Een
nieuwe kinderschryfster, door N van Hichtnm.
Allerlei, door Caprice. Jan van Oort, door J.
W N. - De rassetletter, door B W. P. Jr
Ledententooustellinjjvan denHaagechen Knnstkring.
door Plasschaert. Verslagen omtrent 's Rijks
Verzamelingen van Geschiedenis en Kuist 1902,
door B W. P. Jr. Een mooi en goed stuk vrou
wenwerk, door mevr. A. Weber-Van Bosse, beoord.
door F. J van Uildriks De Friese beweging door
<Jr.J. B. Schepers FEUILLETON: Sadi de Violist,
van Max Pemberton, I UIT DE NATODE : door
B. Heimans LX FINANCIEELE EN
OECONOMI8CHE KRONIEK, door D. Stigter.
DAMB0BBIEK SCHAAKSPEL PEN- EN
POTLOODKBAS3EN. ADVEBTENTIEN.
Eene verrassing.
Een wetsontwerp bereikte de Tweede
Kamer, beoogend de oprichting in Indi
van een Landbouwdepartement als nieuw
departement van algemeen bestuur. Uit
de Memorie van toelichting blijkt dat
de direkteur van 's Lands Plantentuin te
Buitenzorg, prof. M. reub, als hoofd
van dit nieuwe departement zal optreden,
en de samensteller is van het plan zooals
dit wordt voorgesteld.
Een gelukkige greep op het gebied
van Indische wetgeving kan het ontwerp
moeilijk genoemd worden. De Javaansche
landbouwer heeft behoefte aan kracht
dadige hulp bij zijn bedrijf, en honderd
voudig recht op dien steun, na lange
jaren gebruikt te zijn als
batigslotleverancier; terwijl de regeeringszorg
voor den landbouw, welke gedurende dien
tijd in het door deze batige sloten enorm
bevoordeeldeHollandgrooten omvang aan
nam, in Indiëschromelijk verwaarloosd
werd door de eenzijdig wetenschappelijke
richting welke aan 's Lands Plantentuin
werd gehuldigd. Zeer terecht werd door
den Controleur C. J. Feith onlangs ge
sproken van de stiefmoederlijke behan
deling welke de Inlandsche cultures aan
's Lands Plantentuin tot voor korten tijd
mochten ondervinden" (T. v. h. B, B.
blz 478.)
Nu is het zeker lofwaardig, indien de
Begeering het nadeel wil verhelpen dat
voortgesproten is uit dit vele jaren
verwaarloozen van den inlandschen land
bouw, waarvan het welzijn werd overge
laten aan de soms welgemeende, maar
ontoereikende zorgen der bestuursambte
naren en aan het initiatief van opofferende
partikulieren als Holle. De wijze echter
waarop de Regeering hiertoe thans wil
overgaan, valt moeilijk te loven.
Zoo is het ongetwijfeld prijzenswaardig
van prof. Treub dat hij zich disponibel
stelt voor den hier gecrëeerden werkkring,
welke sterk afwijkt van zijn huidigen
wetenschappelijken arbeid. Maar waarom
dien geleerde afgehaald van zijn hoogst
belangrijke wetenschappelijke studiën
voor den romslomp van een departement ?
De groote verheffing op de ambtelijke
ladder kan weinig beteekenis hebben
voor een man als Treub, alom in de
wereld bekend, geëerd door alle Neder
landers als een hunner beroemde
landgenooteu, en die zóó geheel opgaat in
de wetenschap, dat hij zelfs bitter weinig
aandacht schonk aan den inlandschen
landbouw. In de zeer waardeerende
biographie in Eigen Haard door J. P.
Lotsy werd o.a. gezegd hoe de vroegere
directeur van den Plantentuin, Scheffer,
een bijzondere voorliefde toonde voor
den kolonialen landbouw, doch Treub
trad niet direct in Scheffers voetstappen,
bevorderde niet in de eerste plaats den
landbouw, maar wijdde al zijn krach
ten aan het ontwikkelen van 's Lands
Plantentuin als wetenschappelijke inrich
ting." In een zeer lezenswaardig hoofd
artikel schreef de Java-Bode van 9
Februari, na gewezen te hebben op de
vreemdsoortige geheimzinnigheid waar
mede het ontwerp in Indiëvoorbereid was:
Zoolang niet alleen de rechtszeker
heid, maar zelfs die van bezit en eigen
dom in de desajnog bijna alles te wenschen
overlaten; zoolang dus niet deijverigen,
de spaarzamen en de bekwamen, maar
de brutalen en gewetenloozen de meeste
kans hebben om tot eenigen welstand
te geraken; zoolang de omstandigheden
den javaanschen landbouwer jaar in jaar
uit in de armen van den woekeraar
drijven; zoolang is het onverantwoordelijk,
is het een bodemlooze verspilling om
het geld waarmede althans in al deze
ellende een begin van verbetering zou
kunnen worden gebracht, te besteden
aan de oprichting van een departement,
waaraan niemand behoefte gevoelt dan
professor Treub en zijn staf van geleerden,
die het gaarne verder zouden brengen
dan in een zuiver wetenschappelijken
werkkring in den regel mogelijk is."
Wij herhalen echter, niet te gelooven
aan een dergelijk streven bij een weten
schappelijk man. Al is niemand geheel
ongevoelig voor het aardsche slijk" en
is de traktementsverhooging van ? 14,000
op ?24,000 niet direct een kleine op
klimming te noemen, we willen en kunnen
niet gelooven, dat professor Treub om
dit geldelijk voordeel en om het ver
krijgen van een hoogen ambtenaarsrang
zich zou leenen tot de onnoodige depar
tementsoprichting welke door arme
Javaansche landbouwers bekostigd zal
moeten worden. Want onnoodig en over
tollig is die instelling op het oogenblik
zeer zeker; daarin heeft de Java-Bode
groot gelijk.
Wanneer allerwege
staatslandbouwcredietbanken, tevens spaarinrichtingen,
werden opgericht met daaraan verbonden
rijstloeinboengs, demonstratievelden en
proefstationfilialen ter verschaffing van
goed zaad etc., een en ander onder toezicht
van inlandsche landbouwkundigen, die
ook als landbouwleeraren optraden 1);
wanneer over geheel Java naar een
praktisch systeem gezorgd werd voor
weidegronden en rasverbetering van het
vee- en paardenras; wanneer de
vischvangst werd aangemoedigd en beschermd
door het inlandsch prauwbezit uit te
breiden, door goed gecontroleerde voor
schriften omtrent maas wijdte der netten
enz., en door vergemakkelijking van de
verhandeling, thans belemmerd door het
zoutmonopolie der Regeering; kortom
wanneer een uitgebreide
(louverneinentszorg op onderscheiden gebied in werking
werd gesteld, dan eerst diende een af
zonderlijk departement noodzakelijk ge
acht. Maar de Regeeriug wil nog geen
staatslandbouwcredietbanken, en zonder
de winsten daaruit te trekken zullen de
gelden voor een dergelijke uitgebreide
landbouwzprg niet te vinden wezen.
Waarom is dan een afzonderlijk depar
tement noodig ?
In Nederland heeft men, zooals de
Java-Bode zegt, nog niet eens een afzon
derlijk landbouwdepartement, hoewel-men
daar reeds sedert lang over een staf
van in alle cultuurzaken praktisch en
theoretisch onderlegde ambtenaren be
schikt.
Is de als leeg aangenomen Indische
schatkist plotseling in een hoorn van
overvloed veranderd ?
Zooals de N. K. Ct. zeer juist op
merkte, hebben dergelijke organisaties
steeds neiging, zich uit te zetten, en dit
zeker te meer al naarmate bij de eerste
raming het streven sterker was naar een
laag eindcijfer, teneinde het opperen van
bezwaren zooveel mogelijk te voorkomen.
Het zou te veel plaatsruimte vorderen,
hier den opzet van het ontwerp aan
grondige critiek te onderwerpen, maar
slechts enkele punten aanstippend, zij
er b.v. op gewezen dat voor do maat
regelen te nemen tot opheffing van den
verwaarloosden veestapel, een der ge
wichtigste vraagstukken, een onderge
schikt plaatsje is ingeruimd aan een van
het t w aalftal afdeelingen t.w.: Land
bouw en natuurwetenschappen in het
algemeen, zoomede veeteelt". Die vee
teelt, die met de zorg voor den inland
schen landbouw de hoofdplaats behoorde
in te nemen, wordt door allerlei weten
schap in een achterhoek gedrukt.
Ook de visscherij, waarvoor krachtige
hulp zoo noodig is, wordt als bagatel
behandeld. Het klinkt erg fraai: een
waarnemingsstation aan de kust; maar
praktisch nut kan daar alleen niet veel
van verwacht worden. Bovendien komt
de geheele visscherijzorg slechts onder
een assistent, die toegevoegd is aan den
geleerde, die zich bezig heeft te
houden met: waarnemingen en onderzoek
pp landbouw-dierkundig gebied. Dit
indeelen der visscherijzorg als onderdeel
bij het wetenschappelijk onderzoek naar
bladluizen, sprinkhanen enz., is een tee
kenend staaltje van de wijze waarop het
ontwerp ineen zit, en van de principes
waarnaar het is opgesteld.
Er is welhaast overeenstemming te
ontdekken tusschen den geest van dit
ontwerp en het feit dat, terwijl jaarlijks
tienduizenden bouws gewassen mislukten
door slecht zaad, ziekten, insecten en
muizen, de Plantentuin het te druk had
met abstract wetenschappelijken arbeid,
met het vestigen van zijn roem onder
de geleerden der botanie, om aan den
landbouw aandacht te wijden. Dat die
houding van den Plantentuin overigens
vele deed twijfelen aan het nut voor Indi
van die kostbare instellingmet zijn
wetenschappelijkon aanhang,laat zich begrijpen.
Wilde Nederland als koloniale mogend
heid gaarne den naam hebben, de weten
schap te steunen, dan behoorde het dien
steun ook uit eigen zak te betalen, en niet
te doen opbrengen door arme Javanen. De
Javaansche landbouwer moet een staf
van geleerden bekostigen; de Javaansche
landbouwer moet de kosten dragen van
het bekend maken in de Fransche en
Duitsche talen van de resultaten der
onderzoekingen voor de wetenschap; de
Javaansche landbouwer moet de kosten
dragen van de gastvrije ontvangst van
buitenlandsche geleerden die als gasten
te Buitenzorg hunne botanische kennis
komen verrijken.
Al zijn er thans een paar demonstra
tieveldjes aangelegd als lilliputterige
navolging van de vele proefvelden in
Nederland, en al werd den laatsten tijd
door den Plantentuin ten minste eenige
aandacht aan den inlandschen landbouw
Beschonken, niettemin blijft van kracht
et betoog van Walewein in de
JavaBode (28 Sept. 1903) dat de weten
schappelijke glorie van den Plantentuin
nog niet veroorlooft, duizenden en
duizenden te 'besteden aan zoogenaamd
wetenschappelijke doeleinden in een ver
armd land en ten koste van een
verjammerde bevolking.
Hoe de geest ook nu nog aan die
instelling is, bleek op het 6e
Koffiecongres in het afgeloopen jaar te Malang
gehouden. De voorzitter moest toen zijn
leedwezen uitspreken, dat van de vele
geleerden die aan 's Lands Plantentuin
verbonden zijn, niemand aanwezig was;
allen hadden bedankt. Hij vond het een
treurigen indruk geven, dat de heeren
te Buitenzorg blijkbaar niets hadden mede
te deelen wat den planters van dienst
kon zijn bij hun strijd tegen de vele
ziekten en plagen die de bedreigde
koffiecultuur teisterden; hij keurde het af,
dat men aan 's Lands Plantentuin den
gang der onderzoekingen geheimzinnig
bedekt hield, en vroeg: waarom de man
der wetenschap niet zou profiteeren van
de praktische kennis van den planter!
Welk nut valt nu te verwachten van
een rang- en traktementsverhooging dier
geleerden, en een opdragen aan hen van
gewichtige praktische belangen welker
behartiging hun blijkbaar tot dusver niet
bijster afging, ook al geschiedt die her
vormingonderde wijdklinkende benaming
van oprichting van een nieuw departe
ment in het belang der bevolking"! 2)
Waarlijk het w.-ire beter eerst 's Lands
Plantentuin eens te hervormen, te splitsen
in : een kleine, zuiver wetenschappelijke
afdeeling onder leiding van onzen be
roemden prof. Treub, belast met ver
breiden van Holland's wetenschappe
lijken roep, en daarom door Holland
betaald; en een hoofdafdeeling geheel
ingericht voor den landbouw etc. waar
elke onpraktische geest als verderfelijk
wordt bestreden, gelijk in Amerika, en
waar geen plaats is voor elementen die
bevordering van de welvaart der bevol
king als bijzaak behandelen.
De oprichting van een Departement
in den thans voorgesteldcn vorm zou een
' stap in verkeerde richting wezen, en vele
jaren een belemmering daarstellen voor
een doelfcreffenden steun aan don
inlandschen landbouw. Daarom zij een
beroep geoorloofd op den praktischen
zin van allen die in deze te beslissen
hebben, opdat dit vermoedelijk met een
verleidelijk zuidenwindje in deze noorde
lijke beemden aangeland wetsontwerp
nimmer tot wet worde.
P. C. C. HANSEX JK.
1) Zie Indische Gids 1903 bladz. l e.v.
2) Hoeveel bezwaar het voor een geleerde
heeft om praktische voorschriften voor den
landbouw te geven, blijkt o.a. overtuigend
uit het opstel: Eenige opmerkingen over
rijstteelt op droge gronden en droge kweek
bedden" van Dr. van Breda de Haan, overigens
iemand die toonde wel iets voor den land
bouw te gevoelen. Van meer dan n zijde
werd bewezen hoe een deel van het daarin
aanbevolene reeds door den dommen" Javaan,
maar onder een veel bruikbaarder vorm, werd
toegepast, en in andere streken om tal van
redenen fiasco moest maken; en hoe het
overige van het voorgestelde alle praktische
uitvoerbaarheid miste (Zie Jara-flode 14 en 17
Aug.; en Tijd v. h. B. B. Deel XXV bladz. 373).
De hoofdredacteur van De Indische Gids,
de voormalige chef van het departement van
B. O. W., schreef onlangs (bldz. 434):
Het is met het nieuwe landbouwdeparte
ment als met zoovele zaken, waarin de macht
hebbenden oogenschijnlijk vrij zijn, doch die
de vrucht blijken van een samenloop van
omstandigheden en karaktertrekken van per
sonen, die momenteel invloed uitoefenen."
Brieyen nit Nieuw-Nederland.
Het Nieuw- Yorker dagblad The World"
welks inkomsten voldoende zijn, om zijn
beheerder in staat te stellen aan eene
universiteit een leerstoel in journalistiek
te schenken. Advertenties de goud
mijnen der Yankee-organen. Enkele
aanbeoelensivoardige eigenaardigheden
in Amerikaansche couranten. Hoe
The World''1 bij uitstek zich niet succes
tot tolk der bevolking weet te maken.
Het bewonderenswaardig welslagend
optreden van het blad ter voorkoming
van nieuwe gruwelen te Kishiwtrd.
Het is nog geen half jaar geleden, dat
door middel van The World, een- der meest
gelezen dagbladen niet alleen van
NieuwYork en van de Noord-Amerikaansche
Statenunie, maar ook van de wereld, een
dei' merkwaardigste nieuwigheden op het
gebied van hooger onderwijs werd tot stand
gebracht.
Joseph Pulitzer, de directeur van het
blad, die dit tot zijne tegenwoordige hoogte
heeft opgewerkt, stelde toen namelijk l
millioen dollars ter beschikking van de ver
maarde Columbia University" alhier, ten
einde daarvan te bekostigen de instelling
van een leerstoel in journalistiek. Zoodra
deze universiteit de vereischte voorberei
dingen zoude hebben getroffen, om den leer
stoel te kunnen bezetten, zou voorts de
milde gever een tweede millioen bestem
men om zoodoende voorloopig de instand
houding te verzekeren. Aangezien de
schenker een self made man" is, kan hier
geenszins worden gedacht aan
familievermogen of iets dergelijks.
Van allerlei zijden, zoo uit de oude als
uit de nieuwe wereld, werd het plan ge
huldigd en toegejuicht. Zelfs waar mannen,
die ? evenals Pulitzer zelf trouwens
van meet af in de praktijk waren opge
groeid, stemmen lieten hooren tegen op
fokken in de broeikas, moest worden erkend,
hoe de nieuwe instelling eene grootsche
gelegenheid tot proefondervindelijke studie
rijk zoude worden in de compleete dagblad
drukkerij en bureelinrichting, welke bij het
plan is inbegrepen.
Dat het blad zulke eene winstgevende
onderneming is, dat dergelijke buitengewone
instelling als vermeld werd, daaruit kan
worden bekostigd, is toe te schrijven aan
de toenemende inkomstenbron, welke de
advertenties doen vloeien.
Ook in Nederland ziet men gereedelijk
in, dat hieruit door een blad de groote
winst dient te worden verkregen, maar
in Amerika legt men zich er bijzonder op
toe, om het advertentiegedeelte eener cou
rant gestadig te doen aanwassen.
De prijs van die dagbladen, welke vooral
werk maken van annonces, is zoo laag
mogelijk gesteld, om ze maar vooral onder
veler oogen te brengen. Men betaalt op
weekdagen per nummer l Amerikaansche
(= 2H Nederlandsche) cent; minder kan
het niet, want halve centen kent men hier
niet. De dagbladen maken er hun werk
van, om door illustraties, naar photo's en
schetsen, alsmede door portretten en
caricaturen, hun inhoud aantrekkelijk te ma
ken, terwijl boven elk bericht met groote
letters kort de inhoud is aangegeven. Ook
is het aangenaam dat, om een overzicht
der voornaamste gebeurtenissen te bekomen,
vele organen der dagpers eene opsommin^
van den inhoud geven veel uitgebreider
nog dan men o.a. bij het Groene Weekblad
aantreft. Ingeval men beperkt is is zijn
leestijd, kan men zich derwijze verzekeren
niet datgene bijv. over 't hoofd te zien,
waarin men jnist bijzonder belangstelt, 't
Zoude voor de Nedorlandsche dagbladen
raadzaam moge heeten ten gerieve van
hunne lezers deze instelling van de
Yankeecollega's over te nemen.
Voorts is 't ook der vermelding waard,
dat al moge er in het algemeen bier veel
werk worden gemaakt van humbug" men
er hier niet op na houdt de in Nederland
zoo bij uitstek gebruikelijke hebbelijkheid
van de dagbladen te antidateeren. 't Is
moeilijk te begrijpen, waarom men met dat
aanwonsol eindelijk niet eens breekt, temeer
daar het toch doelloos mag genoemd worden.
Al mogen de editorials" (redactie-arti
kelen) der Amerikaansche bladen vaak oen
uitstokenden indruk maken, terwijl berich
ten dikwerf' zeer " geestig zijn ingekleed,
stijl en taal laten meestal veel te wenschen
over. J n degelijkheid van inhoud staan
vooral die Yankee-organen, welke zich extra
op advertenties toeleggen, bepaald bij de
besto Noderlandsche couranten ten achter.
Het is opvallend, hoe zulke Amerikaan
sche bladen er op uit zijn in hunne sta
tistieken nog meer den nadruk te leggen
op de aanwinsten in kolommen adverten
ties dan op de vergrootingen der oplaag.
De Yankee is bij uitstek businessman" en
voor alle zaken moet zooveel mogelijk
worden geadverteerd.
Op merkwaardige wijze helpt een Ameri
kaansche courant somtijds lezers hunne
vermiste betrekkingen on vrienden op te
sporen. En een blad als The, World laat
niet na, het welslagen van zulke pogingen
met den grootsten ophef mede te deelen,
wel beseffende, hoe daardoor een roep over
het orgaan zal uitgaan, die de populariteit
wederom zal verhoogen.
Op Zondagen worden geen avondbladen
uitgegeven, maar de ochtendbladen zijn als
het ware boekdeelen vol illustraties, waar
onder die in kleurendruk in 't bijzonder
aantrekkelijk worden gemaakt. The World
gat' bij het verleden zomer gevierde jubilee
zelfs een nummer uit dat 100 bladzijden
telde en vol illustraties was, doch niet meer
kostte dan een gewoon Zondagsnummer.
Terwijl buitenlandsche en binnenlandsehe
berichten, politiek en gemengd nieuws in
de meeste Amerikaansche couranten door
elkaar staan verspreid, woi'den de adver
tenties zorgvuldig geclassificeerd en in
alfabetische volgorde geplaatst, terwijl in
de eerste plaats vraag en aanbod nauw
keurig afgescheiden worden gehouden. Een
alfabetische inhoudsopgaaf der verschillende
advertentierubrieken verwijst naar de be
trekkelijke bladzijden en kolommen. Ook f
dit is eene eigenaardigheid, die bladen in
Nederland met voordeel zouden kunnen
overnemen.
't Is merkwaardig na te gaan op welke
wijze de topngevende bladen er zich op
toeleggen, zich voor belangrijke
wenschelijkheden zooveel mogelijk moeite te geven.
Zoo bevindt zich bij Park-Row (in het
dagelijks leven Newspaper-Row geheeten,
wegens de rij van dagbladbureelen, die zich
daar bevindt) een zeer drukke en vrij smalle
straat, Nassau Street geheeten, sinds de dagen
van Nieuw Amsterdam. Het
voertuigenverkeer is daar gedurende business hours"
zeer hinderlijk. Nu heeft The World voorge
steld en een verzoekschrift laten rondgaan
bij de omwoners, om bij het stadsbestuur
aan te dringen op verbod van het berijden
dier straat tijdens de drukke uren en tevens
Nassau Street door overwelving te veran
deren in een Nassau-Arcade, -Galerij of
-Passage.
Aanstonds dienden vele bouwkundigen
hunne ontwerpen ter bekendmaking in bij
The World en dag aan dag worden die door
sprekende schetsen aan de lezers voorge
legd. Ongetwijfeld zal die beweging door
het blad op touw gezet met welslagen wor
den bekroond.
Het grootsche feit, waarop hetzelfde blad
dezer dagen vermag te bogen, is ongekend
in de geschiedenis van moties en petities,
door de dagpers op touw gezet.
Zoodra toen bekend werd, dat
anti-semieten te Kishinew, tegen den Russischen
Kerstdag van 7 Januari 1.1., een nieuwe
slachting onder de joden hadden voorge
nomen, richtte The World zich per kabel
tot den Czar, om door diens ingrijpen een
nieuw bloedbad te verijdelen. Het optreden
van het toongevende blad heeft, zooals reeds
in de couranten is vermeld, een bepaald
succes gehad.
Geen wonder| dat men te Washington
verbaasd was over zulk een resultaat, nadat
de officieele vertoogen van wege de regee
ring der Vereenigde Staten, bij gelegenheid
van den vorigen jodenmoord ter zelfder
plaatse, vrijwel zonder eenige uitwerking
waren gebleven. Met evenveel woorden had
immers de minister Von Plehve namens
den Czar terstond geantwoord aan Th»
World, dat geen vrees voor herhaling vau
het vroeger gebeurde had te bestaan. En
dat, terwijl de boodschap in April 1.1. uit
St. Petersburg naar Washington overge
bracht, eigenlijk een slag in 't gezicht der
regeering was geweest! De oud-gezant te
St. Petersburg, Charles Smith, noemt het
een merkwaardig succes van de
Amerkaansche pers en die meening wordt alom ge
deeld.
Een zucht van verlichting werd vernomen
vanwege de hier zoo talrijke Israëlieten,
die tevens aan The World ruimschoots lof
toezwaaien voor zulk een welgeslaagd op
treden. Wel is waar konden enkele Isra
litische bladen niet nalaten, in vervoering
het feit breeder uittemeten dan noodig en
billijk is, door uit te bazuinen, hoe Rusland
derwijze bleek te buigen voor de macht
der openbare meening, maar het feit van het
welslagen is hoogst beteekeuisvol.
Dat de Nieuw-Yorker World zulk e n
gunstigen uitslag heeft weten te verwerven,
door zonder dralen zich te richten tot den
Czar aller Russen persoonlijk en onmid
dellijk heeft haar een blij vonden roem doen
erlangen op het gebied van humaniteit.
A. M. S. TE LAEK.
Het leyen in de hofstafl.
IL
Ook het Haagsche bosch met zijn vijvers
en machtig geboomte blijft zijn van ouds
bekende bekoring op den wandelaar uitoefe
nen. Maar hier wordt het genot bedorven
door het aandringend mondaine leven. Aan
alle zijden verrijzen de moderne huizen en
villa's; reeds strekt de rij zich langs het
Bezuidenhout uit tot ver voorbij de laan van
Nieuw-Oostindië, en aan de westzijde dreigt
hetzelfde gevaar. De hoofdwegen van het
bosch zijn druk bezocht, in den zomer door
de aantrekkingskracht van de societeitstent,
in den winter door het ijsvermaak op de
vijvers. Slechts op enkele paden om de vijvers
en aan de westzijde kan de stille wandelaar
genot vinden.
Doch ook het sociale leven vertoont hier
een goede zijde, die ik nergens, althans in
die mate, heb aangetroffen. Het betreft een
bijzonder verschijnsel, dat moeilijk onder
woorden is te brengen, zoodat ik twijfel of
het mij kan gelukken daarvan een juist
denkbeeld te geven.
In andere, meer of minder voorname,
plaatsen van ons vaderland, wordt mtn be
oordeeld naar den stand, waarin men leeft.
Daar woont in de aanzienlijke huizen langs
de hoofdstraten en grachten de toongevende
klasse; zoekt men de hoofdpersonen in
staatsof gemeentedienst, men vir.dt ze daar; b.v.
te Amsterdam op een der hoofdgrachten of