De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 10 april pagina 1

10 april 1940 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N*. 1398 DE AMSTERDAMMER A°. 1904. WEEKBLAD VOOB NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. posl ? 1.65 Voor Indiëper jaar , mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/* Dit blad b verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucinea tegenover liet Grand Café, te Parijs. Zondag 10 April. Advertentiën van l?5 regels / 1.10, elke regel meer / 0.20 Reclames per regel 0.40 Annonces uit Duitscïiland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma BUDOLF MOSSE te Keulen en duor alle filialen (lezer firma. De prijs per regel is 35 Pfennig. I W H O U D VAN VEBRE EN VAN NABIJ: Eene verrassing, door P. C. C. Hansen Jr Brieven nit NienwNederlaud. door A M 3. te Laer. Het leven in de Hofstad. II. dnor Sehior. - SOCIALE AAN GELEGENHEDEN : Een vijf en-iwintig-jarige strijd, I, door B. Bymholt. KUNST EN LETTEBEN : De verdwijnende soort door pastoor Eaag. Fünftes Jahrbnch der Kohier Blomen-Spiele 1903, door P E. - RBCLAME8 VOOB DAMES: De vrouw en de Vrijmetselarij, door Vera. Een nieuwe kinderschryfster, door N van Hichtnm. Allerlei, door Caprice. Jan van Oort, door J. W N. - De rassetletter, door B W. P. Jr Ledententooustellinjjvan denHaagechen Knnstkring. door Plasschaert. Verslagen omtrent 's Rijks Verzamelingen van Geschiedenis en Kuist 1902, door B W. P. Jr. Een mooi en goed stuk vrou wenwerk, door mevr. A. Weber-Van Bosse, beoord. door F. J van Uildriks De Friese beweging door <Jr.J. B. Schepers FEUILLETON: Sadi de Violist, van Max Pemberton, I UIT DE NATODE : door B. Heimans LX FINANCIEELE EN OECONOMI8CHE KRONIEK, door D. Stigter. DAMB0BBIEK SCHAAKSPEL PEN- EN POTLOODKBAS3EN. ADVEBTENTIEN. Eene verrassing. Een wetsontwerp bereikte de Tweede Kamer, beoogend de oprichting in Indi van een Landbouwdepartement als nieuw departement van algemeen bestuur. Uit de Memorie van toelichting blijkt dat de direkteur van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, prof. M. reub, als hoofd van dit nieuwe departement zal optreden, en de samensteller is van het plan zooals dit wordt voorgesteld. Een gelukkige greep op het gebied van Indische wetgeving kan het ontwerp moeilijk genoemd worden. De Javaansche landbouwer heeft behoefte aan kracht dadige hulp bij zijn bedrijf, en honderd voudig recht op dien steun, na lange jaren gebruikt te zijn als batigslotleverancier; terwijl de regeeringszorg voor den landbouw, welke gedurende dien tijd in het door deze batige sloten enorm bevoordeeldeHollandgrooten omvang aan nam, in Indiëschromelijk verwaarloosd werd door de eenzijdig wetenschappelijke richting welke aan 's Lands Plantentuin werd gehuldigd. Zeer terecht werd door den Controleur C. J. Feith onlangs ge sproken van de stiefmoederlijke behan deling welke de Inlandsche cultures aan 's Lands Plantentuin tot voor korten tijd mochten ondervinden" (T. v. h. B, B. blz 478.) Nu is het zeker lofwaardig, indien de Begeering het nadeel wil verhelpen dat voortgesproten is uit dit vele jaren verwaarloozen van den inlandschen land bouw, waarvan het welzijn werd overge laten aan de soms welgemeende, maar ontoereikende zorgen der bestuursambte naren en aan het initiatief van opofferende partikulieren als Holle. De wijze echter waarop de Regeering hiertoe thans wil overgaan, valt moeilijk te loven. Zoo is het ongetwijfeld prijzenswaardig van prof. Treub dat hij zich disponibel stelt voor den hier gecrëeerden werkkring, welke sterk afwijkt van zijn huidigen wetenschappelijken arbeid. Maar waarom dien geleerde afgehaald van zijn hoogst belangrijke wetenschappelijke studiën voor den romslomp van een departement ? De groote verheffing op de ambtelijke ladder kan weinig beteekenis hebben voor een man als Treub, alom in de wereld bekend, geëerd door alle Neder landers als een hunner beroemde landgenooteu, en die zóó geheel opgaat in de wetenschap, dat hij zelfs bitter weinig aandacht schonk aan den inlandschen landbouw. In de zeer waardeerende biographie in Eigen Haard door J. P. Lotsy werd o.a. gezegd hoe de vroegere directeur van den Plantentuin, Scheffer, een bijzondere voorliefde toonde voor den kolonialen landbouw, doch Treub trad niet direct in Scheffers voetstappen, bevorderde niet in de eerste plaats den landbouw, maar wijdde al zijn krach ten aan het ontwikkelen van 's Lands Plantentuin als wetenschappelijke inrich ting." In een zeer lezenswaardig hoofd artikel schreef de Java-Bode van 9 Februari, na gewezen te hebben op de vreemdsoortige geheimzinnigheid waar mede het ontwerp in Indiëvoorbereid was: Zoolang niet alleen de rechtszeker heid, maar zelfs die van bezit en eigen dom in de desajnog bijna alles te wenschen overlaten; zoolang dus niet deijverigen, de spaarzamen en de bekwamen, maar de brutalen en gewetenloozen de meeste kans hebben om tot eenigen welstand te geraken; zoolang de omstandigheden den javaanschen landbouwer jaar in jaar uit in de armen van den woekeraar drijven; zoolang is het onverantwoordelijk, is het een bodemlooze verspilling om het geld waarmede althans in al deze ellende een begin van verbetering zou kunnen worden gebracht, te besteden aan de oprichting van een departement, waaraan niemand behoefte gevoelt dan professor Treub en zijn staf van geleerden, die het gaarne verder zouden brengen dan in een zuiver wetenschappelijken werkkring in den regel mogelijk is." Wij herhalen echter, niet te gelooven aan een dergelijk streven bij een weten schappelijk man. Al is niemand geheel ongevoelig voor het aardsche slijk" en is de traktementsverhooging van ? 14,000 op ?24,000 niet direct een kleine op klimming te noemen, we willen en kunnen niet gelooven, dat professor Treub om dit geldelijk voordeel en om het ver krijgen van een hoogen ambtenaarsrang zich zou leenen tot de onnoodige depar tementsoprichting welke door arme Javaansche landbouwers bekostigd zal moeten worden. Want onnoodig en over tollig is die instelling op het oogenblik zeer zeker; daarin heeft de Java-Bode groot gelijk. Wanneer allerwege staatslandbouwcredietbanken, tevens spaarinrichtingen, werden opgericht met daaraan verbonden rijstloeinboengs, demonstratievelden en proefstationfilialen ter verschaffing van goed zaad etc., een en ander onder toezicht van inlandsche landbouwkundigen, die ook als landbouwleeraren optraden 1); wanneer over geheel Java naar een praktisch systeem gezorgd werd voor weidegronden en rasverbetering van het vee- en paardenras; wanneer de vischvangst werd aangemoedigd en beschermd door het inlandsch prauwbezit uit te breiden, door goed gecontroleerde voor schriften omtrent maas wijdte der netten enz., en door vergemakkelijking van de verhandeling, thans belemmerd door het zoutmonopolie der Regeering; kortom wanneer een uitgebreide (louverneinentszorg op onderscheiden gebied in werking werd gesteld, dan eerst diende een af zonderlijk departement noodzakelijk ge acht. Maar de Regeeriug wil nog geen staatslandbouwcredietbanken, en zonder de winsten daaruit te trekken zullen de gelden voor een dergelijke uitgebreide landbouwzprg niet te vinden wezen. Waarom is dan een afzonderlijk depar tement noodig ? In Nederland heeft men, zooals de Java-Bode zegt, nog niet eens een afzon derlijk landbouwdepartement, hoewel-men daar reeds sedert lang over een staf van in alle cultuurzaken praktisch en theoretisch onderlegde ambtenaren be schikt. Is de als leeg aangenomen Indische schatkist plotseling in een hoorn van overvloed veranderd ? Zooals de N. K. Ct. zeer juist op merkte, hebben dergelijke organisaties steeds neiging, zich uit te zetten, en dit zeker te meer al naarmate bij de eerste raming het streven sterker was naar een laag eindcijfer, teneinde het opperen van bezwaren zooveel mogelijk te voorkomen. Het zou te veel plaatsruimte vorderen, hier den opzet van het ontwerp aan grondige critiek te onderwerpen, maar slechts enkele punten aanstippend, zij er b.v. op gewezen dat voor do maat regelen te nemen tot opheffing van den verwaarloosden veestapel, een der ge wichtigste vraagstukken, een onderge schikt plaatsje is ingeruimd aan een van het t w aalftal afdeelingen t.w.: Land bouw en natuurwetenschappen in het algemeen, zoomede veeteelt". Die vee teelt, die met de zorg voor den inland schen landbouw de hoofdplaats behoorde in te nemen, wordt door allerlei weten schap in een achterhoek gedrukt. Ook de visscherij, waarvoor krachtige hulp zoo noodig is, wordt als bagatel behandeld. Het klinkt erg fraai: een waarnemingsstation aan de kust; maar praktisch nut kan daar alleen niet veel van verwacht worden. Bovendien komt de geheele visscherijzorg slechts onder een assistent, die toegevoegd is aan den geleerde, die zich bezig heeft te houden met: waarnemingen en onderzoek pp landbouw-dierkundig gebied. Dit indeelen der visscherijzorg als onderdeel bij het wetenschappelijk onderzoek naar bladluizen, sprinkhanen enz., is een tee kenend staaltje van de wijze waarop het ontwerp ineen zit, en van de principes waarnaar het is opgesteld. Er is welhaast overeenstemming te ontdekken tusschen den geest van dit ontwerp en het feit dat, terwijl jaarlijks tienduizenden bouws gewassen mislukten door slecht zaad, ziekten, insecten en muizen, de Plantentuin het te druk had met abstract wetenschappelijken arbeid, met het vestigen van zijn roem onder de geleerden der botanie, om aan den landbouw aandacht te wijden. Dat die houding van den Plantentuin overigens vele deed twijfelen aan het nut voor Indi van die kostbare instellingmet zijn wetenschappelijkon aanhang,laat zich begrijpen. Wilde Nederland als koloniale mogend heid gaarne den naam hebben, de weten schap te steunen, dan behoorde het dien steun ook uit eigen zak te betalen, en niet te doen opbrengen door arme Javanen. De Javaansche landbouwer moet een staf van geleerden bekostigen; de Javaansche landbouwer moet de kosten dragen van het bekend maken in de Fransche en Duitsche talen van de resultaten der onderzoekingen voor de wetenschap; de Javaansche landbouwer moet de kosten dragen van de gastvrije ontvangst van buitenlandsche geleerden die als gasten te Buitenzorg hunne botanische kennis komen verrijken. Al zijn er thans een paar demonstra tieveldjes aangelegd als lilliputterige navolging van de vele proefvelden in Nederland, en al werd den laatsten tijd door den Plantentuin ten minste eenige aandacht aan den inlandschen landbouw Beschonken, niettemin blijft van kracht et betoog van Walewein in de JavaBode (28 Sept. 1903) dat de weten schappelijke glorie van den Plantentuin nog niet veroorlooft, duizenden en duizenden te 'besteden aan zoogenaamd wetenschappelijke doeleinden in een ver armd land en ten koste van een verjammerde bevolking. Hoe de geest ook nu nog aan die instelling is, bleek op het 6e Koffiecongres in het afgeloopen jaar te Malang gehouden. De voorzitter moest toen zijn leedwezen uitspreken, dat van de vele geleerden die aan 's Lands Plantentuin verbonden zijn, niemand aanwezig was; allen hadden bedankt. Hij vond het een treurigen indruk geven, dat de heeren te Buitenzorg blijkbaar niets hadden mede te deelen wat den planters van dienst kon zijn bij hun strijd tegen de vele ziekten en plagen die de bedreigde koffiecultuur teisterden; hij keurde het af, dat men aan 's Lands Plantentuin den gang der onderzoekingen geheimzinnig bedekt hield, en vroeg: waarom de man der wetenschap niet zou profiteeren van de praktische kennis van den planter! Welk nut valt nu te verwachten van een rang- en traktementsverhooging dier geleerden, en een opdragen aan hen van gewichtige praktische belangen welker behartiging hun blijkbaar tot dusver niet bijster afging, ook al geschiedt die her vormingonderde wijdklinkende benaming van oprichting van een nieuw departe ment in het belang der bevolking"! 2) Waarlijk het w.-ire beter eerst 's Lands Plantentuin eens te hervormen, te splitsen in : een kleine, zuiver wetenschappelijke afdeeling onder leiding van onzen be roemden prof. Treub, belast met ver breiden van Holland's wetenschappe lijken roep, en daarom door Holland betaald; en een hoofdafdeeling geheel ingericht voor den landbouw etc. waar elke onpraktische geest als verderfelijk wordt bestreden, gelijk in Amerika, en waar geen plaats is voor elementen die bevordering van de welvaart der bevol king als bijzaak behandelen. De oprichting van een Departement in den thans voorgesteldcn vorm zou een ' stap in verkeerde richting wezen, en vele jaren een belemmering daarstellen voor een doelfcreffenden steun aan don inlandschen landbouw. Daarom zij een beroep geoorloofd op den praktischen zin van allen die in deze te beslissen hebben, opdat dit vermoedelijk met een verleidelijk zuidenwindje in deze noorde lijke beemden aangeland wetsontwerp nimmer tot wet worde. P. C. C. HANSEX JK. 1) Zie Indische Gids 1903 bladz. l e.v. 2) Hoeveel bezwaar het voor een geleerde heeft om praktische voorschriften voor den landbouw te geven, blijkt o.a. overtuigend uit het opstel: Eenige opmerkingen over rijstteelt op droge gronden en droge kweek bedden" van Dr. van Breda de Haan, overigens iemand die toonde wel iets voor den land bouw te gevoelen. Van meer dan n zijde werd bewezen hoe een deel van het daarin aanbevolene reeds door den dommen" Javaan, maar onder een veel bruikbaarder vorm, werd toegepast, en in andere streken om tal van redenen fiasco moest maken; en hoe het overige van het voorgestelde alle praktische uitvoerbaarheid miste (Zie Jara-flode 14 en 17 Aug.; en Tijd v. h. B. B. Deel XXV bladz. 373). De hoofdredacteur van De Indische Gids, de voormalige chef van het departement van B. O. W., schreef onlangs (bldz. 434): Het is met het nieuwe landbouwdeparte ment als met zoovele zaken, waarin de macht hebbenden oogenschijnlijk vrij zijn, doch die de vrucht blijken van een samenloop van omstandigheden en karaktertrekken van per sonen, die momenteel invloed uitoefenen." Brieyen nit Nieuw-Nederland. Het Nieuw- Yorker dagblad The World" welks inkomsten voldoende zijn, om zijn beheerder in staat te stellen aan eene universiteit een leerstoel in journalistiek te schenken. Advertenties de goud mijnen der Yankee-organen. Enkele aanbeoelensivoardige eigenaardigheden in Amerikaansche couranten. Hoe The World''1 bij uitstek zich niet succes tot tolk der bevolking weet te maken. Het bewonderenswaardig welslagend optreden van het blad ter voorkoming van nieuwe gruwelen te Kishiwtrd. Het is nog geen half jaar geleden, dat door middel van The World, een- der meest gelezen dagbladen niet alleen van NieuwYork en van de Noord-Amerikaansche Statenunie, maar ook van de wereld, een dei' merkwaardigste nieuwigheden op het gebied van hooger onderwijs werd tot stand gebracht. Joseph Pulitzer, de directeur van het blad, die dit tot zijne tegenwoordige hoogte heeft opgewerkt, stelde toen namelijk l millioen dollars ter beschikking van de ver maarde Columbia University" alhier, ten einde daarvan te bekostigen de instelling van een leerstoel in journalistiek. Zoodra deze universiteit de vereischte voorberei dingen zoude hebben getroffen, om den leer stoel te kunnen bezetten, zou voorts de milde gever een tweede millioen bestem men om zoodoende voorloopig de instand houding te verzekeren. Aangezien de schenker een self made man" is, kan hier geenszins worden gedacht aan familievermogen of iets dergelijks. Van allerlei zijden, zoo uit de oude als uit de nieuwe wereld, werd het plan ge huldigd en toegejuicht. Zelfs waar mannen, die ? evenals Pulitzer zelf trouwens van meet af in de praktijk waren opge groeid, stemmen lieten hooren tegen op fokken in de broeikas, moest worden erkend, hoe de nieuwe instelling eene grootsche gelegenheid tot proefondervindelijke studie rijk zoude worden in de compleete dagblad drukkerij en bureelinrichting, welke bij het plan is inbegrepen. Dat het blad zulke eene winstgevende onderneming is, dat dergelijke buitengewone instelling als vermeld werd, daaruit kan worden bekostigd, is toe te schrijven aan de toenemende inkomstenbron, welke de advertenties doen vloeien. Ook in Nederland ziet men gereedelijk in, dat hieruit door een blad de groote winst dient te worden verkregen, maar in Amerika legt men zich er bijzonder op toe, om het advertentiegedeelte eener cou rant gestadig te doen aanwassen. De prijs van die dagbladen, welke vooral werk maken van annonces, is zoo laag mogelijk gesteld, om ze maar vooral onder veler oogen te brengen. Men betaalt op weekdagen per nummer l Amerikaansche (= 2H Nederlandsche) cent; minder kan het niet, want halve centen kent men hier niet. De dagbladen maken er hun werk van, om door illustraties, naar photo's en schetsen, alsmede door portretten en caricaturen, hun inhoud aantrekkelijk te ma ken, terwijl boven elk bericht met groote letters kort de inhoud is aangegeven. Ook is het aangenaam dat, om een overzicht der voornaamste gebeurtenissen te bekomen, vele organen der dagpers eene opsommin^ van den inhoud geven veel uitgebreider nog dan men o.a. bij het Groene Weekblad aantreft. Ingeval men beperkt is is zijn leestijd, kan men zich derwijze verzekeren niet datgene bijv. over 't hoofd te zien, waarin men jnist bijzonder belangstelt, 't Zoude voor de Nedorlandsche dagbladen raadzaam moge heeten ten gerieve van hunne lezers deze instelling van de Yankeecollega's over te nemen. Voorts is 't ook der vermelding waard, dat al moge er in het algemeen bier veel werk worden gemaakt van humbug" men er hier niet op na houdt de in Nederland zoo bij uitstek gebruikelijke hebbelijkheid van de dagbladen te antidateeren. 't Is moeilijk te begrijpen, waarom men met dat aanwonsol eindelijk niet eens breekt, temeer daar het toch doelloos mag genoemd worden. Al mogen de editorials" (redactie-arti kelen) der Amerikaansche bladen vaak oen uitstokenden indruk maken, terwijl berich ten dikwerf' zeer " geestig zijn ingekleed, stijl en taal laten meestal veel te wenschen over. J n degelijkheid van inhoud staan vooral die Yankee-organen, welke zich extra op advertenties toeleggen, bepaald bij de besto Noderlandsche couranten ten achter. Het is opvallend, hoe zulke Amerikaan sche bladen er op uit zijn in hunne sta tistieken nog meer den nadruk te leggen op de aanwinsten in kolommen adverten ties dan op de vergrootingen der oplaag. De Yankee is bij uitstek businessman" en voor alle zaken moet zooveel mogelijk worden geadverteerd. Op merkwaardige wijze helpt een Ameri kaansche courant somtijds lezers hunne vermiste betrekkingen on vrienden op te sporen. En een blad als The, World laat niet na, het welslagen van zulke pogingen met den grootsten ophef mede te deelen, wel beseffende, hoe daardoor een roep over het orgaan zal uitgaan, die de populariteit wederom zal verhoogen. Op Zondagen worden geen avondbladen uitgegeven, maar de ochtendbladen zijn als het ware boekdeelen vol illustraties, waar onder die in kleurendruk in 't bijzonder aantrekkelijk worden gemaakt. The World gat' bij het verleden zomer gevierde jubilee zelfs een nummer uit dat 100 bladzijden telde en vol illustraties was, doch niet meer kostte dan een gewoon Zondagsnummer. Terwijl buitenlandsche en binnenlandsehe berichten, politiek en gemengd nieuws in de meeste Amerikaansche couranten door elkaar staan verspreid, woi'den de adver tenties zorgvuldig geclassificeerd en in alfabetische volgorde geplaatst, terwijl in de eerste plaats vraag en aanbod nauw keurig afgescheiden worden gehouden. Een alfabetische inhoudsopgaaf der verschillende advertentierubrieken verwijst naar de be trekkelijke bladzijden en kolommen. Ook f dit is eene eigenaardigheid, die bladen in Nederland met voordeel zouden kunnen overnemen. 't Is merkwaardig na te gaan op welke wijze de topngevende bladen er zich op toeleggen, zich voor belangrijke wenschelijkheden zooveel mogelijk moeite te geven. Zoo bevindt zich bij Park-Row (in het dagelijks leven Newspaper-Row geheeten, wegens de rij van dagbladbureelen, die zich daar bevindt) een zeer drukke en vrij smalle straat, Nassau Street geheeten, sinds de dagen van Nieuw Amsterdam. Het voertuigenverkeer is daar gedurende business hours" zeer hinderlijk. Nu heeft The World voorge steld en een verzoekschrift laten rondgaan bij de omwoners, om bij het stadsbestuur aan te dringen op verbod van het berijden dier straat tijdens de drukke uren en tevens Nassau Street door overwelving te veran deren in een Nassau-Arcade, -Galerij of -Passage. Aanstonds dienden vele bouwkundigen hunne ontwerpen ter bekendmaking in bij The World en dag aan dag worden die door sprekende schetsen aan de lezers voorge legd. Ongetwijfeld zal die beweging door het blad op touw gezet met welslagen wor den bekroond. Het grootsche feit, waarop hetzelfde blad dezer dagen vermag te bogen, is ongekend in de geschiedenis van moties en petities, door de dagpers op touw gezet. Zoodra toen bekend werd, dat anti-semieten te Kishinew, tegen den Russischen Kerstdag van 7 Januari 1.1., een nieuwe slachting onder de joden hadden voorge nomen, richtte The World zich per kabel tot den Czar, om door diens ingrijpen een nieuw bloedbad te verijdelen. Het optreden van het toongevende blad heeft, zooals reeds in de couranten is vermeld, een bepaald succes gehad. Geen wonder| dat men te Washington verbaasd was over zulk een resultaat, nadat de officieele vertoogen van wege de regee ring der Vereenigde Staten, bij gelegenheid van den vorigen jodenmoord ter zelfder plaatse, vrijwel zonder eenige uitwerking waren gebleven. Met evenveel woorden had immers de minister Von Plehve namens den Czar terstond geantwoord aan Th» World, dat geen vrees voor herhaling vau het vroeger gebeurde had te bestaan. En dat, terwijl de boodschap in April 1.1. uit St. Petersburg naar Washington overge bracht, eigenlijk een slag in 't gezicht der regeering was geweest! De oud-gezant te St. Petersburg, Charles Smith, noemt het een merkwaardig succes van de Amerkaansche pers en die meening wordt alom ge deeld. Een zucht van verlichting werd vernomen vanwege de hier zoo talrijke Israëlieten, die tevens aan The World ruimschoots lof toezwaaien voor zulk een welgeslaagd op treden. Wel is waar konden enkele Isra litische bladen niet nalaten, in vervoering het feit breeder uittemeten dan noodig en billijk is, door uit te bazuinen, hoe Rusland derwijze bleek te buigen voor de macht der openbare meening, maar het feit van het welslagen is hoogst beteekeuisvol. Dat de Nieuw-Yorker World zulk e n gunstigen uitslag heeft weten te verwerven, door zonder dralen zich te richten tot den Czar aller Russen persoonlijk en onmid dellijk heeft haar een blij vonden roem doen erlangen op het gebied van humaniteit. A. M. S. TE LAEK. Het leyen in de hofstafl. IL Ook het Haagsche bosch met zijn vijvers en machtig geboomte blijft zijn van ouds bekende bekoring op den wandelaar uitoefe nen. Maar hier wordt het genot bedorven door het aandringend mondaine leven. Aan alle zijden verrijzen de moderne huizen en villa's; reeds strekt de rij zich langs het Bezuidenhout uit tot ver voorbij de laan van Nieuw-Oostindië, en aan de westzijde dreigt hetzelfde gevaar. De hoofdwegen van het bosch zijn druk bezocht, in den zomer door de aantrekkingskracht van de societeitstent, in den winter door het ijsvermaak op de vijvers. Slechts op enkele paden om de vijvers en aan de westzijde kan de stille wandelaar genot vinden. Doch ook het sociale leven vertoont hier een goede zijde, die ik nergens, althans in die mate, heb aangetroffen. Het betreft een bijzonder verschijnsel, dat moeilijk onder woorden is te brengen, zoodat ik twijfel of het mij kan gelukken daarvan een juist denkbeeld te geven. In andere, meer of minder voorname, plaatsen van ons vaderland, wordt mtn be oordeeld naar den stand, waarin men leeft. Daar woont in de aanzienlijke huizen langs de hoofdstraten en grachten de toongevende klasse; zoekt men de hoofdpersonen in staatsof gemeentedienst, men vir.dt ze daar; b.v. te Amsterdam op een der hoofdgrachten of

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl