De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 april pagina 15

13 april 1940 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Mr. Capra ging naar Hollywood Frank Capra, de filmregisseur, die de zwak ken beschermt en de massa amuseert. DE film Mr. Smith Goes to Washington", die zoo juist te Amsterdam vertoond is en die nu verder ons land doorgaat, heeft vele Nederlanders verbaasd, zooals zij ook in Amerika opzien gebaard heeft. En de regisseur Frank Capra heeft zijn naam van den onfeilbaarsten regisseur van Hollywood wederom verstevigd. Zijn voortdurende successen hebben de Columbia Pictures, die zijn films produceerde, hun voornaamste baten gebracht en hem een salaris gegeven, dat tusschen de met zes cijfers ge schreven jaarinkomens geen slecht figuur slaat. En toch is Capra, althans in zijn werk, een bestrijder van de rijken en machtigen en een vast houdende kampioen voor de menschen in de lagere inkomensgroepen. In zijn laatste vijf of zes films schilderde hij de nederigen en armen bijna steeds af als oprechte en beminnelijke karakters en hun meesters als beginsellooze en verrassend onbekwame menschen, die in de laatste honderd meter van de film of een nieuw leven beginnen of hun verdiende loon krijgen. In Lady for a Day", Capra's succes film in 1933, waren het gangsters en gokkers die Apple Annie, de appel verkoopster, hielpen om haar dochter uit te huwelijken; in It Happened One Night" wint de werklooze journalist, die door omstandigheden gedwongen is, twee nachten in de zelfde kamer door te brengen met een erfgename, die 20 millioen dollar te wachten heeft, haar weg van haar dommen aan staanden echtgenoot, en dat door een gedrag dat zoo hoogstaand is dat het al bijna niet meer mooi is. Capra's minachting voor 20 millioen dollar werd ook duidelijk uitgedrukt in Mr. Deeds Goes to Town" (O. K. Mr. Deeds), welker huisbakken held ontdekt, dat het erven van deze som hem niets dan ellende brengt. Een zelfde minachting voor Amerikaansche dollars, blijkend uit veel te hooge kosten en te langen draaitijd van zijn films, bracht Capra in conflict met Harry Cohn, directeur van de Columbia Pictures, een man met absoluut gén minachting voor geld. Tijdens de conferenties tusschen Cohn's en Capra's advocaten in 1937 hierover en over andere punten van geschil, trok Capra naar Europa. In Rusland werd hij, naar aanleiding van zijn standpunt in Mr. Deeds", door de Sowjet-autoriteiten zeer vriendelijk ontvangen; een man, die het ongeluk schilderde, verbonden aan het bezitten van 20 millioen dollar, moest we leen medestander zijn l Twee films, sedert zijn conflict,met de zakenwereld, toonen, dat zijn idealen niet veranderd waren. In Mr. Smith" maakt de onschuldige en rustieke held de machinaties van een slechtaard met een enorme rijkdom moedig onschadelijk en overwint diens politieke creaturen. En in You can't Take It with You" dikte Capra, die evenzeer invloed heeftop het scenario als op de zuivere regie, de voornaamste personen van het stuk van Kaufman en Hart naar den socialen en ethischen kant sterk aan. Hoewel Capra's eerste doelstelling PAG. 15 DE GROENE No. 280 is, te amuseeren, is hij oprecht be kommerd om de moreele tendens van zijn films. Het klinkt een beetje zoetsappig", zei hij eens, maar de grond-idee van al mijn films is eigenlijk de Bergrede". Toch begrijpt Capra heel goed, dat er te veel van het Goede in een film kan komen, en als het dan ergens van edelheid en stralende goedheid oververzadigd dreigt te raken, laat hij een dikken man klem zitten in een telefoon cel of den held over een rij vuilnis emmers vallen, om het publiek een lach te schenken om de pil weg te slikken. Toch maakt dit alles hem niet cynisch over den publieken smaak. ,,Ik heb het vaste gevoel, dat het publiek gelijk heeft," zegt hij. Het menschelijk instinct is goed, nooit slecht. De menschen hebben gelijk, gelijk als de grond, gelijk als de wolken, gelijk als de regen." Capra is zoo overtuigd van de juist heid van de reacties van het publiek, dat hij, als hij een film maakt, steeds meer dan n slot maakt, dat hij in proefvertooningen laat zien en hij gebruikt steeds dat einde, dat het meeste succes heeft. Zoo komt ook Mr. Smith" aan het einde, waarin eigenlijk onbeslist blijft, of Smith nu werkelijk zijn tegenstanders volkomen vernietigd heeft. CAPRA's overtuiging, dat de zwak ken de aarde zullen erven van de rijken of haar misschien wel zullen wegnemen, blijft niet slechts beperkt tot zijn films en het komt vaak tot uiting in zijn conversatie. Hij heeft dan ook alle aanleiding gehad, er over na te denken. Hij is van afkomst Italiaan, geboren in Palermo, twee en veertig jaar geleden. Zijn vader ging, toen Frank drie jaar was, naar Californi als fruitplukker. De familie, met zeven kinderen, was heel arm en reeds op zesjarigen leeftijd hielp Frank de ge zinsinkomsten vergrooten met het verkoopen van kranten. Tot verdriet van zijn ouders ontwikkelde Frank een heftigen zin voor ontwikkeling ook na de lagere school. Hij wilde chemisch technicus worden en financierde de onkosten daarvoor door banjo te spelen in cabarets toen hij nog op school was. De Technische School betaalde hij door aan tafel te bedienen,de wasscherij te verzorgen en, van drie tot zeven 's morgens machines schoon te maken in de gemeentelijke electriciteitswerken. En bovendien kon hij zijn moeder van dit verdiende geld nog iets afdragen. Na zijn eindexamen gedaan te hebben ging hij in 1918 onder dienst. Na den oorlog hing hij rond, omdat hij geen werk kon vinden, werd ziek, lag maanden en ging toen van huis om niemand tot last te zijn. Hij zwierf rond, knapte allerlei rare baantjes op, speelde poker met andere zwervers tot hij in 1922 verkooper werd van een veertiendeelige luxe-uitgave van een populair-wetenschappelijk werk, dat hij aan cultuurhongerige menschen in het Westen trachtte te verkoopen voor 120 dollar. In 1924, in een pension in San Francisco, zag hij een advertentie van iemand die een filmstudio wilde beginnen; hoewel hij zich er een beetje te hoog voor vond, ging hij eens kijken; hij vond een acteur, die een gedicht wilde verfilmen, gaf zich uit voor een Hollywood-man, werd aangenomen en liet een bevrienden cameraman komen. Hij zelf ging een paar films zien, om er tenminste iets van te weten; hij zocht als spelers amateurs uit, liftboys, winkelmeisjes, om niet door den mand te vallen bij zijn regie. Later zei Capra van die film: Het was heel erg melo dramatisch; heelemaal niet slecht l" EEN]veelzijdige werkzaamheid volgde; hij bedacht gags" voor Hal Roach's kleine grappige Our Gang"-filmpjes, deed het zelfde voor Mack Sennett en anderen. Succes en wansucces volg de op elkaar. En dat hij tenslotte bij Columbia kwam, was omdat zijn naam die met een C begint, zoo bovenaan den lijst beschikbare regisseurs stond. Toen hij bij Columbia kwam, zei een der directeuren, die Capra een niet te hoog salaris wilde geven: Wij zullen r De senootsz/tt/ng u/'t Mr. Smith Goes to Washington", Frank Capra's jongste film. Mr. Smith (James Stewart) de staande figuur geheel links, wordt openlijk aangeklaagd van de corruptie waarvan hij anderen verdenkt; in het midden, eveneens staand zijn ,,medesenator" (Claude Rains) die hem, om zichzelf en zijn opdrachtgever vrij te pleiten, beschuldigt. De geheele Senaatszaal werd te Hollywood natuur getrouw nagebootst. Zóó werkt Capra! je dan maar nemen, hoewel je laatste film niet zoo best was". Capra is een vriendelijke man met zachte manieren, maar zulk een critiek neemt hij niet: Wat was mijn laatste film?" vroeg hij, en toen de ander hem het antwoord schuldig bleef, liep hij de deur uit. Dan komen films als Submarine", een film, die opgezet was als een melo drama. Capra krijgt de leiding en maakt er een comedie van. Hier begon hij zijn eigenaardigheden, den Caprastijl", te ontplooien. Hij liet de keurig geperste matrozenpakken slordig en vuil maken, liet de acteurs hun schmink van het gezicht vegen. Capra werkte samen met de scenario schrijvers Sperling, Riskin en later Sidney Buchman. Nu heeft hij zich, met Riskin, zelfstandig gemaakt; Warner Brothers zullen hun eerste productie distribueeren. De film heet The life and death of John Doe", een film over een kantoorbediende, die bijna tot zelfmoord gedreven wordt door den weerstand van 4e maatschap pij. Capra vindt het veel prettiger thans zijn eigen baas te zijn. Hij kan zijn eigen thema's kiezen en net zoo lang er over doen als hij zelf wil. Capra wil in alles wat hij doet uit blinken. Hij is een goede musicus, zingt mooi Italiaansche liederen. Hij denkt ook, dat hij componist is en tracteert zijn gasten vaak op improvisaties op de piano, die hen verdacht veel doen denken aan Chopin. Hij vischt, jaagt en houdt van bergklimmen. En hoewel hij graag het eerste op een berg is, heeft hij toch gevoel voor verhoudingen en samen werking. Hij geeft openlijk alle eer aan regisseurs, die hij waardeert. Hij verdedigt de film hartstochtelijk tegen hen, die er niet den grootsten kunst vorm die ooit ontdekt is" in zien. Capra gelooft aan de massa en een film, die slechts voor een bepaald publiek goed is, vindt hij niet de moeite waard. De opwindendste oogenblikken heeft hij doorgebracht in filmtheaters terwijl hij lette op de menschen die naar zijn films kijken. Ik blijf altijd op gewonden over een publiek dat een film ziet", zei hij eens. Twee uur lang heb je ze. Hitler kan ze niet eens zoo lang houden. Je bereikt meer menschen dan Roosevelt ooit kan over de radio. Denk je eens in, wat Shakespeare gegeven zou hebben voor zoo'n pupliek l" GEOFFREY T. HELLMAN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl