De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 april pagina 16

13 april 1940 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene Abraham Schaap: in lederwaren Namen noemen is hatelijk". Naar Cicero. IK heet Schaap, Abraham Schaap. Een naam, die ik mij voor de eerste maal bewust werd, toen de onderwijzer in de eerste klasse mij inkt zag morsen en van z'n lessenaar af riep: Abraham, je bent toch maar een schaap !" De klasse barstte los in een bul derend gelach. De onderwijzer, blijkbaar verrast door den bijval, stemde er vroolijk mee in. Uit vrees een tweede maal te morsen nam ik te weinig inkt aan m'n pen, kreeg het dictaat niet af en moest school blijven. Thuis keken m'n ouders verstoord en ging ik schuldbewust naar bed. Sindsdien waren mijn vorderingen in het leven afhankelijk van m'n naam. En niet alleen m'n vor deringen, maar alles wat het leven van 'n mensch aankleeft: zelfvertrouwen, dapperheid, onderne mingsgeest. Ik zie heel scherp de ontwikkeling voor me. De schoolopziener, hoewel de onderwijzer het hem niet aanraadde, wilde het wel eens met mij probeeren. Voor het forum van dertig paar jongensoogen begon hij vriendelijk: nu, vertel mij eens, Schaap.. . ." Ik hoorde onderdrukt gegrinnik en stotterde vuurrood. Tegenover mijn hardnekkig zwijgen kwam hij onvermijdelijk tot de conclusie dat ik 'n schaap zou blijven. Nadat de onderwijzer hem buigend tot de deur had geleid gaf hij me straf werk en een briefje voor m'n vader. Den volgenden morgen ging ik aan vader's hand naar school en werd door hem, het schoolhoofd en den onderwijzer gekapitteld over m'n halsstarrigheid. Ik scheen echter onverbeterlijk. Want op 'n dag toen de onderwijzer riep: nu moet het schaap maar eens voor 't bord komen", bleef ik verstijfd in m'n bank zitten, ook al hielpen de jongens door mij in zij en rug te stompen. De onderwijzer sprak er met het schoolhoofd over en deze met mijn vader en er werd besloten dat ik naar een andere school moest. Nochtans was er in m'n houding een zekere be deesdheid die gevoelige menschen niet onverschillig liet. De onderwijzer in de nieuwe school kwam dik wijls bij me staan als ik m'n achterstand probeerde in te halen en streek dan zacht over m'n haren: Schaap, het zal wel gaan." Als een jongen het dan waagde te lachen vertoornde hij zich en zei scherp: de jongen kan er ni=.ts aan doen dat hij zoo'n naam draagt." Waarop ik dan in tranen uitbarstte en zoo zenuwachtig bleef, dat ik dien dag verder niets meer moest doen. Ook op die school bleef ik zitten en ten einde raad werd ik naar 'n kostschool over ge' plaatst. De onderwijzer op de kostschool was streng, be velend en onpartijdig. Hij had slechts n zwakke zijde die eerst bij m'n komst aan het licht trad: hij was niet opgewassen tegen mijn naam. Eens rolde hij voor het bord een plaat uit waarop een weelderig schaap stond afgebeeld en zei minzaam: Wie zou ons beter over het schaap kunnen inlichten dan Schaap zelf?" Toen het licht op de slaapzaal was uitgedraaid begonnen twintig jongenskeien als op 'n afgesproken teeken onder hun dekens te blaten. Inmiddels groeide ik toch op en raakte er mee vertrouwd dat men mij op het voetbalveld toe schreeuwde: jongen, doe toch niet zoo schaap achtig" als ik een bal miste. Ik spande echter al m'n krachten in om het zoo goed mogelijk te doen, een streven dat overigens m'n geheele houding in die dagen kenmerkte. M'n bereidwilligheid om bood schappen voor hen te doen en van m'n bezittingen af te staan, deed mij de gratie van de oudste en sterkste jongens verwerven. Soms was ik zelf zoo kort bij kas, dat ik hen niet kon helpen: zij scholden mij zoo lang en nadrukkelijk voor stom schaap ! vuil schaap !" dat ik mij de rust kocht met het laatste weg te geven. Een beproefd middel waardoor ik dikwijls verstoken bleef van de genoegens der anderen. D' l E dag kwam waarop m'n ouders over m'n toe komst moesten beslissen. Aangezien ik blijk had gegeven over niet meer dan een doodgewoon ver stand te beschikken werd een vak met universitaire opleiding afgewezen. Voor handenarbeid ontbrak mij de handigheid. M'n moeder stelde het beroep van handelsreiziger voor. M'n vader lachte hoonend: Handelsreiziger? Hij? Hij zit daar precies of hij geen tien kan tellen !" Ik boog het hoofd en hoorde dat ik bestemd werd voor het beroep van jongste bediende. M'n vader keek de courant na en schreef een lijstje vol met adressen, welke wij den volgenden dag af gingen. Ik kreeg tenslotte een betrekking bij een grossier in lood- en zinkwaren; een groot, gezet man, die mij barsch aankeek en het bezwaar van m'n vader tegen het geringe maandloon onderving door naast de ? 7.50 mij ook nog middageten te ver schaffen. Het middageten kreeg ik gewoonlijk om twee uur als de tafel boven was afgeruimd en m'n loon verdiende ik met het bijvegen van het magazijn, het halen van zegels en hulp aan de inpakkers. De eigenaar scheen mij geheel vergeten te zijn, doch toen ik na zes maanden dienst op wensch van m'n ouders deemoedig om loonsverhooging vroeg, herinnerde hij zich mijn naam en barstte bulderend los: een schaap als jij verdient nog niet de helft." Nadien ben ik besteljongen bij een apotheker geweest, assistent in een volksleesbibliotheek, loop jongen in een kruidenierszaak en werd overal ge prezen om m'n vlijt en goed gedrag. M'n ouders schenen zich echter eerst opgelucht te voelen toen het militaire oproepingsbevel werd thuis bezorgd. Doe daar je best en wees gehoorzaam. Misschien kan je er dan blijven. Je begrijpt wel dat wij van drie rijksdaalders geen jongekerel meer de kost kunnen blijven geven." Ik deed mijn best en was gehoorzaam. Doch toen de luitenant vernam dat Schaap mijn naam was, Abraham Schaap, ik geen godsdienst beleed en het niet verder dan tot bediende had gebracht, spelde hij met lange uithalen m'n naam en genoot van het vermaak dat de soldaten erin kregen. Daardoor werd hij spoedig geliefd onder de soldaten als ,,'n luite nant die van 'n gijntje hield". Er was echter 'n jongen die daar geen deel aan nam en op 'n avond toen ik alleen in de cantine zat, bij me kwam en warm z'n hand uit stak. Ik keek hem verwonderd aan. Hij gaf me een wijzen, vriendelijken blik terug. Sindsdien had ik een makker, we Ike mij de stad leer de kennen en mij op 'n avond voor het wonder van de meisjes bracht, waarheen ik slechts steelsche blikken had durven werpen. M'n onhandigheid be koorde hen en toen een van hen, die mij bijzonder graag mocht, m'n naam hoorde werd ze uitgelaten en riep luid: wij zullen dat schaap eens scheren." Ik voelde me plotseling heel bedroefd en trok mij los uit de blanke armen. Dien nacht huilde ik zacht in m'n kussen hetgeen mij niet meer gebeurd was sinds m'n zevende jaar. IK heb nadien 'n kapitaaltje kunnen leenen om in 'n onaanzienlijke buurt een zaakje in lederwaren te beginnen. Het kapitaaltje heb ik afgelost door 'n erfenis van 'n oom en ben op m'n twee-en-dertigste in de echt getreden met de vrouw, welke drie maal per week het huis kwam schoonmaken. Zij verze kert mij herhaaldelijk, dat ik niet over geluk in m'n leven te klagen heb gehad. De reizigers en belasting ambtenaren doen eerbiedig het belletje over gaan als ze bij mij binnen treden en vragen dan vormelijk naar den heer Schaap. Ik heb slechts n kwaal: ik kan niet meer buiten boeken, waarin het heroïsche leven van prachtige, zelfbewuste mannen verteld wordt. M'n vrouw zegt wel eens: Schaap, waarom besteed je je geld niet beter !" Ik zou het haar niet kunnen zeggen. JAAK VELTMAN. Merkwaardige berichten Zij droeg een aria van Mendelssohn voor, die met zulk een gevoel en ont roering gezongen werd, dat zij een ware ovatie ontving, alsook ccn aria van Schönberg". (Haagschc C.) Een arbeider werd door een zandvcrschuiving onder het zand be dolven, doch spoedig door zijn mede arbeiders bevrijd. Dr. van Ewijk constateerde lichte kneuzing van een rib en deed den man verdacht van diefstal voor onderzoek naar het ziekenhuis overbrengen". (Vol/isbl.) IV ARIA die mede verbrand en tot asch wordt". (De Xcd.-Vchw) Dan wordt die asch koud en weg geveegd. Een zachte e veiligheid het water basis van het land is ( ;ebaseerd". (Lib. \\'bl.) En Een een harde straf agent verleende geen vooren werd gedood". (Vad.) ,,'lhere are tiiinu^ between heavcn and earth, where is not dreamt of in vour philosophy !" (Lc.'t'iidc ']'<ilcu) This likes not much on the rules of Shakespeare: ,,There are more things in henven and earth, Horatio, tlian are dreamt of in vuur philosophy". But what should that? It is Shakespeare but. Dat lastige Hollandsch Voor de geheime zitting hebben de verschillende partijen beraad". (R.) Ze had een levendig temperament en een nooit fijlenden blik op men schen en dingen". (Holl. Wbl.) Minister Gerbrandy heeft gezegd dat dit gebeurd is, en de Tel. schrijft: Minister Gerbrandy heeft mede gedeeld dat dit gebeuren heeft plaats gehad". De N.R.C, schrijft over een deftig uitziende bejaarde man." Deze man ziet dus deftig uit. En de H.P., die gewoonlijk meer eerbied voor de taal toont dan Levende Talen, schrijft: Er is system in this madness." Verg. Hamlet. II, 2: Though this bc nuulnr-ss, vet therr is method in il. Studeert de Redactie misschien teveel in Levende Talen? Het iets Dit is een overgeërfd iets". (Syll.) Dit zou een zeer ingrijpend iets ajn volgens den Minister". (R.) Middenin prijkte de groote pop, Men zal trachten de exploitant van dit restaurant in het fraaie stadspark iu betere baneu te leiden. Daarbij hoopt nieu op een ruime medewerking van het gemecntebestuur". (Lhub. Koeyitt') Dit zal het werk vermoedelijk afschuiven op het kerkbestuur. De wonderen der natuur Ie koop zeldzame sprekende papeai, tevens Accordeon", (l'. \l,/.l En der techniek ken PAG. 16 DE GROENE No.3280

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl