De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 17 april pagina 3

17 april 1940 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Hè. 139 9 DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. voorspelen. Zij brengen allen stemming te veeg. Het Fugato klonk ditmaal ietwat ongelijk, misschien omdat het orchest niet geheel gewend was aan de directie van den lieer Tierie. Ook in de Keyen vindt men menige goed geslaagde episode; ik behoef slechts te herinneren aan de Edelinghen-rey bij de woorden En elleck dier bestelt zijn Toeder O kind, ghy zijt gelyck uw moeder Met praecht noch hoovaerdy bevleckt'. Het BOlo-quartet vertolkten deze regels steinmingsvol. Het koor had menig voortreffelijk geslaagd oogenblik aan te wijzen; toch rnag niet ver zwegen worden dat de zuiverheid soms iets te wenschen overliet, Dit geldt ook voor Hol's werk en voor Diepenbrock's Te Deuin. Ook hinderde mij de vlakke ea open uitspraak der vocalen en a. Wanneer de behande ling dier vocalen, bij een koor, niet met de uiterste omzichtigheid geschiedt, is het effect bepaald onschoon. Het koor: Waer werd opreghter trou", hetwelk a cappella gezongen werd door een gedeelte van de dames- en heeren leden der zangvereeniging, gelukte zeer goed (ik woonde Dinsdagavond de uitvoering bij), zoodat een ?warm applaus na afloop van dit koor los barstte en de componist op het podium de buide in ontvangst moest nemen van koorleden en publiek. Terecht liet de componist den heer Tierie, die alles zoo goed had voor bereid en gedirigeerd, in die hulde deelen. Het Te Deum van Diepenbrock vormde de kroon van den avond. Steeds wordt men meegesleept door die heerlijke, majestueuse strophen, die met een hoogen machtigen gloed tot den toehoorder spreken, zij het dat zij in extase het Te Deum laudamus" uitjubelen, zij het dat zij in diepen ootmoed Let Te ergo quaesumus" bidden. In de uitvoering van het Te Deum'' ont brak mij hier en daar de rust en waardigheid. Er was af en toe een zekere nerveuse ge jaagdheid waar te nemen, die aan het geheel ?wel wat afbreuk deed. Zoo had ik o. a. de laatste attaques van het koor op de woorden non confundar" preciser gewenscht. Mis schien echter was het koor, na zijn zware taak, reeds ietwat vermoeid. Het soloquartet door de dames Anna Kappel en Cato Loman en de heeren Joh. I. Bogmans en Gerard Zalsman vervuld, had naast zeer goed geslaagde momenten, ook enkele oogenblikken aan te wijzen, waarbij déonderlinge stemverhouding en zuiverheid ietwat te wensehen overlieten. Was dus de uitvoering van het Te Deum niet in alle deelen zoo goed geslaagd als men wen.-chen mocht, toch mag men den beer Tierie en de Oratoriumvereeniging ge luk wenschen met de uitvoering van dit en de andere werken welke aan honderde toe hoorders die, ondanks het late uur waarop de uitvoering eindigde (even vóór half twaalf j, tot aan het slot met de 'grootste aandacht het uitgebreide program volgden een genotvollen avond hebben bezorgd. Nog wil ik even vermelden, dat in de Beyen van Zweers eenige dames, waarvan Alleen mevr. D. Z'weers?de Louw in het tekstboekje bij name vermeld was, hare mede werking verleenden in de dubbelquartetten. ANT. AVERKAMP. Beel-i en spe!, door JOAXXES EEDDIXGIÜS. S. L. van Looy, Amsterdam l'JÜ'ö. Er drukteen zwaar noodlot op de jon geren". Bij elke prediking van iets nieuws moeten er behalve de strijdprodikers toch ook zijn die wat zij verkondigen aannemen, in zich meevoelen, verwerken, tot eigen vlees-en-bloed laten worden, kortom als iets heel gewoons gaan beschouwen. En passen zij dat nieuwe dan onbewust toe, dan zijn het na-komers, na-klank-dichters, na-apers zelfs. Mijn hemel, als zij er eens niet geweest waren, d.w./,, als die predikers eens dingen verkondigd hadden, die lijnrecht in strijd met hun deuken waren, wat was er dan van de predikers geworden! En het vreemdste is dit nog: zij kunnen gén letter op het papier zetten of het wordt met het voorafgaande van de prediker ver geleken, ook al heeft degene die schreef geen letter juist van die prediker gelezen; en toch als men het werk van'de jongere goed leest zal men er weer andere gedachtenschakeringen in aantiefl'en dun de prediker gaf. Als hij, de jongere n.l., iemand" is, op wie het bekende rijmpje van De Genestet wees u zelf ? niet van toepassing is. Joannes Beddingius werd plm. 10 jaar na Gorter en Kloos geboren en hij wordt door het echtpaar Scharten?Antink in 'en Gidsoverzicht onherroepelijk vastgeklonk-n aan hun zegekar. Hij is n van de bleke manen van de planeet Kloos geworden. Hoe komen ze daartoe? Ik denk omdat ze bellen sonnetten schreven en vele van Eed dingius 'en plaats in de AT. G. vonden. Ja, dat zal het zijn, dat moet het zijn. Je moet maar slim wezen ! Ik voor mij vind hoegenaamd geen over eenkomst tussen beiden: de kalme, gelukkig getrouwde; de jonge blijde vader, die opgaat in de beschouwing en schildering van de natuur om hem heen in de Ardennen, ja overal; die zou iets hebben van de hartstochtelike, z'n gloed, z'n wraak, z'n eluk uitgalmende, soms als 'en donderwolk-drei gende en dan wee ? als 'en zachtkozend koeltje aanruisende Kloos? Bij Kloos ternauwer nood iets schilderends van natuurschoon of omgeving, bij Reddingius tafreel op tafreel. Bij Kloos 'en diep omgewoelde zee van harts tocht, vuil soms van het vuil van de bodem; hier 'n effen kabbelend meer, dat niet veel van z'n diepte laat zien. Immers het tweede deel heet wel Uit de diepte", maar erg diepzinnig zijn ook die sonnetten niet en er zijn er ouder, waar men hoegenaamd niet vinden kan ik ten minste niet waarom ze onder die tietel thuis horen, (zo op blz. 51, 58, 51), 71). Ook hier meest meeleven met. de natuur, vrouw en kinders. Maar hoe komen ze er dan toe om hem tot de school" van Kloos te rekenen Zou het ook heus in vorm zitten? Sonnetten en nog eens weer sonnetten! 't Lijkt 'en sonnettenepidemie, die sedert Perk en Kloos de poëten heeft aangetast; Verwey worstelde zich gelukkig er boven op. Laten wij hopen dat die beterschap blijft! Alles is voor sonnetten geschikt: van de papegaai, van het eenvoudigste tafreel tot de meest wijsgerige levensbeschouwing; alles wat er tussen ligt. En dan krijg je op den duur 'en wee gevoel bij het lezen van weer son netten. Toch ligt de schuld dan maar half bij Eeddingius, want die gebruikt het sonnet heel vaak voor datgene waar toe het zich bij voorkeur leent, in onze taal, n.l. het beeld en z'n toepassing-op-eigen-denken, of als voor het beeld alle 1-1 regels nodig zijn, dan maar alleen voorliet heel 1; en de uit oeeldende dich ter moest geprezen worden om z'n werk. Maar aan de andere kant heeft hij toch ook wel enige schuld. Immers men gaat bij het lezen van sonnet na sonnet op de vorm letten en dan ontwaart men woorden die er om het rijm schijnen neergezet. Zo b.v. waarom op blz. G5 in het sonnet dat zo begint: In stilte's moit vermoede ?/an^encel saist het aênitialen van iniju slapend kind, de dingen om mij weet ik welbemiud luistrend te aanliuoreii ia mijn li'-fste spel Mijn liefs e kuikt eu glimlacht welgnzinJ. waarom daar nu volgen moet Wij zijn gestegen bjven aLlaag's hel ? Het is mij bij deze zachte, kalm-in-'t léven-staande dichter zo vreemd, ik ont waar in deze bundel wel eens haat tegen hem (zie het aan het slot aangehaalde sonnet) maar niets dat het woord l iel billikt, en ik ga om 't rijm denken. Als op b'.z. "(i rijmt komer op zomer, dan vind ik dat al 'n beetje gezocht, maar goed te verklaren in 't zins verband; maar waartoe boom er? Droomer gaat weer best. Komt hij, dan d;ialt het luovcr, lang gespaard, in dwarrt-lval van menig briinea boom er. Als hij niet tot het rijm gedwongen was zou hij het nooit zo gezegd hebben. Ik heb meer aantekeningen van dien aard gemaakt, maar wil'niet gaan uitpluizen: 't mocht eens op willen-afmaken gaan lijken en dat mag niet. Er zijn rnij te veel vrieudelike beel den uit La Koelie" bijgebleven ; en er klin ken vooral uit veel vierregel-verzen melo dieën mij toe ; ik kom er toe, om weer eens naar de ook door hem vereerde Perk te grij pen en te verlangen weer eens naar 't mooie Maas- en Ardennengebied te trekken. Maar toch, het moet me nog even van het hart: Yenus, Hera, Zeus, Morfeus en de hunnen zijn gestorven of weer verbannen naar de warmere zuideroorden; ik zag zo graag, dat Charon. Pan, de Faunen, de Nim fen en Demodokos (blz. 6. Wie was dat toch ? Ik moet dat eens naspenren) er even eens heen verdwenen. Niet dat ze altijd slecht geschilderd zijn! Och nee: op blz. 2 L zie ik 'en biezonder verdienstelik klassiek landschapje voor rne, maar ze horen nu eenmaal in de warme zuierzon thuis, niet bij ons. Wees Nederlander ook hierin. Immers ook hiermee staat u bloot aan be schuldigen van navolgen, nu van Perk, die het uit z'n uitgebreide litteratuurkennis weer putte. Onze germaanse mythologie geeft rijkdom van beeld genoeg, maar ligt nog zowat braak. Dat ik hier nu alweer aan Perk dacht, is waarlik geen wonder: geheel^ het eerste deel La Eoche" is er vol van. Eén sonnet heet Gedachtenis Jacques Perk", n de grot van Han" en dan de sonnetvorm weer : wel men móét wel aan Perk denken. Daarom ook heb ik tegen deze vorm. Heb ik er zelf niet de last van ondervonden, dat ze mijn rijmlooze jamben in Bragi terstond naast de mij, toen ik schreef, onbekende Godenschemering van M. Emants, ook in rijinloze jamben, plaatsten ? Ja zelfs die andere vorm ervan, het epos zelf, deed denken aan de toch zo verschillende Mei vun Gorter en werd er dan ook door sommigen mee ver geleken, wat evenveel reden van bestaan heeft als het vergelijken van 'en schilderij met 'en marmerbeeld. Zo ziet u buurmans leed troost dat men altijd vergeleken wordt met 'en vroegere, tenzij men zo krachtig en geluk kig is zich zelf'en vorm te scheppen en zelfs dan nog, vrees ik. En dat blijft zo; ook bij de kleine gedichtjes", de derde groep; er zijn weer mooie eenvoudig belijnde stemmingen bij een alleen, blz. 87, mij volkomen onbegrijpelik : ze zijn gevloeid uit de zelfde opgewekte levenslust, vereivn natuur, kinderen en toch moet ik weer om Gorter denken, alleen ver zacht, ontdaan van de heftigheid. Te rusten leg ik stil en hoor het klokkftikken enz., Het hele vers, het doet mij denken aan dat ook drie koeplettige maar veel somberder van Gorter dat eindigt aldus: Il.jor, het leven vlirdr, de kl .k hol', tik, tik zing hi:t jammerlied vati het oogeiiblik. En bij: De hoornen lijken te klimmen d, n heuvel op. moest ik weer even ? maar heel evendenken aan Gorter's heftiger, passievoller: Groene jachtstieten rij len op zwaarbestam len heuveltop in de hoogte. Voor hut overige heeft dit vers weer niets van dat van Gorter, omdat de beide dichters zo verschillend zijn. Toch zou het me niet verwonderen als ik vernam dat Eeddingius veel van Gorter gelezen had en er van hield. Ik voor mij kan mij best voorstellen, dat de mensen meer van de jongere dan van de oudere zullen paan houden. Laat mij tot slot een van zijn innigste mogen aanhalen. Her innering aan 'en moeder; dankwoord aan'en zangkundige zuster. II ERIN NERING. Moeder, die 'k voor mij zie met zaeht gelaat, z 10 bmos en nis doorschijnend dooi' het lijden, gij leeft zoo kl iar in mijne ziel decz' tijden waar 'k luttel licfUo vind eu veel, veel haut. Ik zie fc.i glimlach langs uw lippen glijden, nu g'j in niijinivn luishvnd ga leslaat uw k'iiil wier s'euime door de ziele gaat dan' zacht klavitr-akkoordeu stilte wijden. Als e<-n eenZ''l\ig kind z:it ik geloken in donkren hoek en zag U stilkens aan, hoorend in mij den r.vthmisehen cadans. Uw oogc n hebben sclio >nsten dank gesproken oj) uw gevouwen ban len viel een traan, Zuster do;>r u genoot ik van hun glans. H u a r l e m. J. B. SCHEVERS. NIEUWE UITGAVEN. C. Fi.AM.MAmox, De ntuiptrekkingen van den verrldreus, voor Nederland bewerkt, door dr. B. C. GOUDSMIT. Afl. I. Compleet in 12 all., met vele afbeeldingen. Zutphen,W.J.Thieme &Co, Handelsreizigers-Vereeniging", liet Ar beidscontract en de Handelsreizigers. Eapport over liet ingediende Ontwerp van Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst. Rotter dam, de H. R. V. Eendracht". liet liad'um en de Nieuwe iStralcn, naar het Fransch, door A. BERGET. Wat moet men er vandenkeu? Wat moet men er van verwach ten ? Amsterdam, Scheltens & Giltay. De club van Zessen klaar. Een jongensboek, door C. JOH. KIËYIKT, geïllustreerd door C. Koi-pExoL, 2e druk. Amsterdam, Van Uoltema & Wareudorf. Mannen en vrouwen van boteekcnis in onze dagen." Prof. dr. jhr. B. II. C. K. van der Wijck, door dr. P. H. EITTEU. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. Tropenwee, door UENIÏI VAX BOOVES. Am sterdam, Van llolkeina & Warendorf. Groots Meesters. Eoman, door En. THORN PIUKKEK, Zalt-Bommel, H. J. v. d. Garde & Co. Catalogus van de boekerij van Ons Huis". ozenstraat, Amsterdam, II. Tijdschriften en wetenschappelijke werken". Vereeniging het Buitenland", Zestiende jaarverslag, uitgebracht in de algemeene ver gadering van 7 April 1904. Catalogus eener belangrijke verzameling Boeken, over godgeleerdheid en kerkgeschiedeni-i, natuur- en geneeskunde, Nederlandsche en vreemde taal- en letterkunde, pracht- en plaatwerken, enz., verkooping 20 April en zeven volgende dagen. Amsterdam, H. G. Bom. Groote instrumenten-veiling. Catalogus eener bijzonder fraaie collectie photographieartikelen, tooverlantaarns en gla/,?n, electrische instrumenten en chemische instrumenten en glaswerk, gereedschap, kautoorbenoodigdheden, enz., verkooping 13 tot 10 April 11)04. Amsterdam, H. G. Born, Inhoud van Tijdschriften. Europa, afl. 4 : Joha. Polak-Steketee, Gene zen. Maria Janitscliee, Eenzame nachte gaal. Florence Warden, Zijn geheimzinnige bloedverwant. Conntos, Een boekenpraatje. ? Dr. E., Populair wetenschappelijk overzicht. Teekenen des Tijds, all. 2: Mijmeringen, (waardeering), door C. G. Chavannes. De kinderwetten, in verband met de vereeniging tot gteun voor verwaarloosden en gevallenen, door P. Sybolts. Onsterfelijkheid, door A. Carlier. Boekaankondiging, door P, Kroniek, door A. K. van der Loeit'. De Katholiek, April 1904 : Indrukken, door Simon Boers. De muurschilderingen van Rome's katakomben, I, de vroegere kopiisten, door dr. H. van Aarsen. De spellings kwestie, door L. P. Middendorp. - Zingend ten dood, door M. S. Het wezen des christendoms p. B. I), van Botd.i, door O. P. SacrauiPiitsgedicht, duor A, Iluijbers, De Katholieke Gids, 4e afl.: Vondels Luci fer Februari 1654?Februari 1904, door A. op de Laak. De katholieke kerk en de onderdrukking der ketterij, door A. Nuyens. Tijdschriftentafel. Politiek overzicht. 1'ïiqcn Jfaanl, No. l (i : Zooals de ouden zongen ... ! door Louise B. B., II. Op den Nijl. Een stukje geschiedenis, door Martine Wittop Koning (Slot). ? Vit de Reisportefeuille van den Zwerver. Op den Nijl, naar eene teekening van W. O. J. Nieuweiikiinp. Bij de groepen in Fauna Neerlandica" van Artis", door J. Daalder Dz., met afb. Monteering en kostuineeiing der vertooning van Vondei's treurspel Lucifer door het Utrechtsen Studententooneel, met portret en afb. Vragen en antwoorden. Rectificatie. Feuilleton. j van eoii s mak t'i ij U g^rfeïit hangt niet alleen af van het hoogere genot bij het eten, want hoe smakelijker het gerecht, hoe lichter het ook verteerd wordt, en des te beter komen de voedingsioffVn, die het bevat, tot haar recht. Deze waarheid verklaart het succes van MAGGI'8 SPIJZEN en SOEPEN-AROMA. liet is voor de zorgzame Huisvrouw een alom gerenommeerd, goedkoop middel om vleezen; sauzen, soepen en zwakken bouillon, zoo ook groenten, eierspijzen, melk enz. een krachtiger], aangennmen smaak en geur te geven. Eerst bij het opdienen bij te voegen ! Te verkryjen by kruideniers en comestibleshandtlaars. Omdat het zeer geconcentreerd is, neme men nooit te veel. MAGOI's onderscheidingen: 4 groote Pryzen 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Pryzen. zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. Waar niet rerkr/jf/biinr wende, men zich tot liet- (ienerau'-Af/entuxr roor Nederland en Koloniën I'AllL HORN, Al «HllllttllllllltllllllllllMIIIIUItllllllMHIIIIItlllllMIHUIIIIIIIIIlllllMllillllllllllltlllllHtlllllMIIIUIII l IHlmmlIIIIMHIIIIMMI ItHIIMIII l IIMIHH III IIIIIIIHIIMItlHIl Illlllllll MMH II11IIIHHIUI1IMII M 11IMIIMHH l II1II Illlllll 11III Illllllll 11 tIMIIH M l IIIMH l Illllll l II l Ilillt 11111IIII1II11 Ittllll IIII l MIMI 11II III l Illlll II lltlll 111 Illll 111 UMI 11111 Illl t Illl l HUI l IIIII MIMI Illlll M 111111II II11II DAMEjS. fat er aan yooraf ging, Voor mij staat vast : Wie dit weekblad leest, leest ook ten minste n dagelijks ver schijnende courant, waaruit volgt, dat allen min of meer hebben kennis genomen van de reeks vergaderingen van 5 9 April in den Haag gehouden, en waarvan het congres voor kinderbescherming den hoofd schotel vormde. Ik zal bijgevolg van deze bijeenkomsten geen geregeld verslag geven, doch slechts enkele gedeelten op den voor grond plaatsen. Zeven achtereenvolgende middagen en och tenden drie uren lang vergaderen, d. w. z. aan dachtig luisteren, wie zou dit al niet het hoogste vinden, wat van een inensch te vergen is? Het was dan ook slechts ter besparing van tijd en onkosten voor de van elders komenden, dat dit zevental nog werd vooraf gegaan door een avond- en morgenzitting. Een opmerkelijk verschijnsel toch is, dat het ledental van 'de verschillende vereenigingen, ?wier werk maatschappelijke arbeid is, voor een goed deel uit dezelfde personen bestaat. Een oproeping te hebben ontvangen, zoowel voor de j aar vergadering van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, als voor die van den Nationalen V rouw onraad en voor het Congres voor Kinderbe scherming, was allerminst uitzondering. Op de agenda van de bureau voor vrou wenarbeid vergadering vormde het jaarverslag het belangrijkste nummer ; daar het evenwel over een paar maanden in druk zal verschij nen, acht ik thans een nadere bespreking overbodig, en daarenboven voel ik me onbe kwaam zooveel cijfers en zooveel gegevens na eenmaal hooren tot hun recht te doen komen. De enorme omvang der voorbereiding van het kindercongres was oorzaak, dat zoo goed als geen werk van propaganda *kon gemaakt worden de directrice stelde zich voor haar dit werkjaar ernstig ter hand te nemen. Van harte hoop ik met velen, dat niets de uit voering van dit plan zal verhinderen, want een mooier instelling dan deze, valt er waarlijk niet te steunen. De vergadering van den Nationalen Vrou wenraad werd geleid door zijn nieuwe voor zitster, mevr. A. E. van Dorp-Verdam, die noodig achtten zich in haar kwaliteit te ver ontschuldigen, daar zij kortelings was weer gekeerd van een langdurig buitenlandsch verblijf, haar door ziekte opgelegd. In haar openingsrede wees zij op hit groote belang van internationale bonden. ^ De agenda deed vermoedt n, dat de:o bij eenkomst verder zou wezen een echt gewone vergadering, en dat was zij ook werkelijk tot aan de rondvraag. Toen werd er op gewezen, dat de boekhandel-commissie van het Ivindercongre^ een plan, dat uitging van den Vrouwenraad, die wel de uitvoering opdroeg aan het Nat. Bureau, maar daarmee geenszins in hoogste instantie de verant woordelijkheid van zich had afgewenteld aan den Nieuvv-Malthusiaanschen Bond, als aangesloten vereeniging, een schriftelijk ver zoek had gericht, om propagandageschriften in te zenden, en toen deze na wikken en wegen besloot de commissie een heel klein brochuretje te d jen toekomen, van Rijn stand punt gezien bijzonder onschuldig, het pak, zelfs ongeopend, was teruggezonden. Opeens waren alle gemoederen in beweging. Van den eenen kant beroep op verkregen dictatoriale macht, van de andere zijde op de onbeperkte alzijdigheid van den Vrouwenraad, terwijl beide partijen het maar niets eens konden worden over de interpretatie van zeker artikel uit de statuten. Na verkregen urgentie tot stemming overgaande, bleek bij de groote meerderheid der afgevaardigden het alzijdigheid-beginsel boven persoonlijke instemming te gaan. Door dit incident is het geschriftje drukker gele/.en, dan geschied zou zijn, indien het zonder protest ware neergelegd. Dat be strijders, van wat ook, maar niet kuniif-n inzien dat zij door protesteeren, propuganduerun. Namiddag (i April werd de rede, de opening van het Kindercongres voorafgaande, uitge sproken door de vice-voorzitster dr. Aletta II. Jacobs. De toevloed van bezoekers was grooter dan de zaal kon bevatten en de opkomst der pers van dien aard, dat zij, die volgens haar naam moet drukken, zelf danig werd gedrukt en met moeite een tochtig hoekje vond. Toch ging het congres uit van den V r o u w e nraad en werd het georganiseerd door vrouwen. Denken wij eens tien jaren terug! Jhr. mr. A. J. Eethaan Macarévoerde het presidium der eerste zitting, waarin Uit het leven van verwaarloosde kinderen, WTerd gegeven door den heer M. J. Brusse, schrijver van Boefje". Met diep gebogen hoofd, ik kon den spreker toch niet zien, scherp luisterend, ja zelfs critiek oefenende, voelde ik opeens een hand op mijn knie, verdacht van te zijn ingesluimerd, al knikte mijn bol ook niet. Als tweede punt kwam: liet onechte kind in onze sa in en l e v i n g. Inleiders: mevr. Ye.rslnijs-1'oflman, die do hooflzaak van het kwaad zocht in onze tweederlei mo raal, een mannen- en een vrouwenzudelijkheid, terwijl mr. ,/. JAnbtiry het meeste heil van toelating van onderzoek naar het vader schap verwachtte eu de bezwaren daartegen sinds jaar en dag aangevoerd, bijna alle afdoende ontzenuwde, gesteund wordt door de ervaring der Ver. Onderlinge A' r o u w e n b e s c h e r ui i 11 g. Deii volgenden morgen weid de zitting geleid door mr. /. Xittion ra1» de,r Aa. Over de in i sd ad i ge jeugd voerden prof. mr. D.'Simons het woord, niet een rede, die het zeer talrijk gehofr, sterk boeide, l lij koesterde geen liooge verwachtingen van do kinderwet ten ; meende, datslechts werkelijke verbetering kon worden gebracht door socialen arbeid in steeds grooter kring verricht. De tweede inleider jhr. mr. D. O. van Kukelen, was minder gelukkig ten opzichte van zijn gehoor, doordien hij een document voor ;;ich legde veel en veel te groot van omvang, iloe telkens opnieuw sprekers en spreeksters van eiken kleur in die fuut kunnen vervallen, is mij een raadsel. Wat toch vreeseiijker, dair te bemerken, dat uien de voeling met zijn gehoor heeft verloren! Hot tweede nummer der agenda was : Ver schillende w ij z e 11 van verzorging v a n w e e z c n, h a l f-w e e z e n en v e rw a a r l o o s d e kind e r e u. De inleider ds. //. l'iernoii verdedigde sterk do gosiichtsverpleging; voerde tegen do gezinsvcrpleging aan, dat betrouwbare gezinnen onvoldoende te vinden waren, en dat loor de gezinshoofden controleering kon worden afgewezen iets wat in het debat werd weerlegd en ontkend. De tweede spreker over dit onderwerp was domino Van der Ven, die ook veel te lang sprak, hetgeen gemakkelijk te voorkomen geweest ware, indien hij maar den aanvang zijner rede wat later had gesteld dan Karel den Groote. Dokter Snethlage zou over den toestand in Ned.-Indie spreken, maar schitterde door afwezigheid! En zulks, na dat het heel wat moeite had gekost dit onder deel op de agenda te krijgen. Onbegrijpelijk! Aan het debat werd deelgenomen door den heer A. H. Gerhard, prof. Van Kees en den kinder-arts Schippers. D e oj) voeding en verzorging van het kind werd behandeld onder leiding van den heer A', de }"ries, schoolhoofd te Amsterdam. Lectuur en uitspan ning was eerst aan do beurt. Inleid^ters: fttze (Irotliaiix en Jda TlcijeriiX.ins aan beiden wa>' het pleidooi voor wering van slechte en vermeerdering van goede boeken best toevertrouwd, terwijl mevr. Van Herwerden daarna haar verontwaardiging uitsprak over de onzedelijke prentbriefkaarten. De E e i i g i e u s e Opvoeding volgde. Dr. H. Ij. Oort zeide, hoe die /.ijns inziens we/en moet in het gezin; domino Cramer, welke ciscbon hij stelde aan de school, die hij zcide te zijn. wat het hoofd was, tenzij deze behoorde tot de nullen. Vierkant tegenover beiden stond de heer A. J!. Grrlivrd. als inleider van X e d e-1 ij k e o p v o e il i n g zonder d o g m a. Hij noemden do definitie, die de vorige spreker van do;ri;i» gegeven had onjuist; wees op de onsiandva-üiïbeid van het begrip zede lijkheid en zette uiteen, hoeveel zwaarder do taak is van /ongeiuuinid ongeloovige ouders dan van traditioneel geloovigen. De onstand vastigheid van liet begrip zedelijkheid be pleitende, sprak hij als zijn gevoelen uit, dat door komende geslachten onze maatschappij als hoogst onzedelijk zou worden gebrand merkt, en o]i de vraag, wat is zedelijk ? meende hij, dat als staande de vergadering een enquête werd ingesteld, en niemand afschreef, het. rappoit der commissie wel wat heel lang zou worden. Het debat tus^chen de beide laatste sprekers was heftig en leidde tot de afspraak, dat een theologisch dispuut tusschen hen zou volgen! Den volgenden morgen werd mij door twee streng orthodoxe vrouwen spijt uitgedrukt, datdominé(Yamer zich tegenover zijn tegenstander dermate had kunnen vergeten. De Vrijdagochtend zitting was in handen der medici; dokter ,1. fiikkel presideerde en dokter (/. f-clieltt'iitühad de lichamelijke hygiëne van het kind aanvaard. Hij gaf menig praktisehen wenk, waarbij vooral uit kwam, dat hij groot gevaar zag in te veel toegevenbeid tegenover het kind. D. L- l>»uinan, zenuwarts, sprak zijn mee ning uit over de geestelijke hygiëne van het kind, en achtte daarin het religi euze element een onmisbaren factor. Van de 12 personen, die wat op hun hart bleken te hebben, was het schoolhoofd, mej. JI. (VoiK/swi'f liet pittigst en vond een leemte in de stellingen, die erkenden, dat er geen ge legenheid bestond voor degelijke opleiding tot schoolartsen en toch reeds uu hun aan stelling wenscholijk achtten. De middagzitting werd geleid door dr. A letta II. Jacobs, liet schoolhoofd K. de \~riet sprak over: Het kind in de school. Als altijd was hij sympathiek en heeft stellig onder zijn talrijk gehoor harten gewonnen voor de openbare scho.;], ook doordien hij bewees zijn weuschen en ide.il'jii te stellen onder controle van het gezond verstand. De tweede inleider de heer P. C. C. Hunten (Doeka) gaf een vluchtige schets van hot onderwijs in Ned. Iiidiëvoor den inlar.der, en wees op de verplichtingen van Nederland te dien opzichte. Het Wesl-Indische kind werd, gelijk wel metr gebeurd is. ook door deze congres-organiseerders geheel over het hoofd gezien. Het tweede onderwerp: liet lijden v a n h e t kind door den alcohol, zou ingeleid worden door den heer Vun der ]'iow/e; de schoolopziener Van Engelen weigerde echter het verkregen verlof te teekenen. De heer Caxhitir, leeraar aan de kweekschool voor onderwijzeressen te Gro ningen, nam de taak over. En hoe volbracht hij haar? Ik voel mij or,bekwaam den indruk weer te geven, dien de improvisatie van dezen jongen man maakte hij was over weldigend en deed een applaus volgen, gelijk wij gewend zijn alleen aan eersten rangs kun stenaars en kunstenaressen te hooren toeken nen. Xelfs het persverslag, dat mij onder de oogen kwam, droeg sporen van bewonderirg, terwijl een moeder van volwassen kinderen en kele uri-n daarna tot mij zeide: dien jonden man tot zoon te hebben, welke heerlijkheid moet dat wezen !"?en haar oogen straalden. Niet gemakkelijk, voorwaar, voor jonkvr. II. Hariscn, daarna over hetzelfde onderwerp te spreken en toch, ook zij wist haar gehoor te boeien door grepen te doen in haar rijke ervaring. Kinderarbeid was het onderwerp van den j laatsten congresdag, die onder presidium van Marie- Jumjius stond. D e a r b e i d va n s c h o o l g a a n d e kin d eren werd inge leid door het Kamerlid Keielaar, en hoewel hij wegens tijdgebrek niet veel anders kon doen dan voorlezen,welken meer dan honderdvoudigen arbeid, blijkens het onlangs uit gebrachte rapport van den Bond van Ncderl. Onderwijzers, door schoolgaande kinderen wordt verricht, maakte zijn rede een dieppijnlijken indruk en deed den inspecteur van den arbeid, den heer (1. J. run Tienen, die na hem sprak over K i n d e r b e s c h e rm ing in den arbeid, en om het zoo eens te zeggen, aangevuld werd door de adjuncl-inspcctrice, dr. E. K leerekoper, zijn spijt uitdrukken niet te hebben geweten, dat dit rapport bestond. De adjnuei-inspectrieo legde vooral nadruk op de oncontroleerbaar heid van den huisarbeid, dien zooveel jammer i aaubrengendeii factor, en bleef het bewijs t niet schuldig. De iiliddagziUiug begon met ile discussie,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl