De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 17 april pagina 8

17 april 1940 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DB AM8TEBDAMMEB WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. No. 1399 EERSTE HYPOTHEEKBANK MET OF ZONDER LEVENSVERZEKERING, gevestigd te 's-Graveahage, Korte Poten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f 1.500.000--. President van den Raad van Commissarissen: Mr. H. GOEMAN BORGES1US, Oud-Minister van Binneulaudsche Zaken, Lid v/d Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage. Leden van den Raad van Toezicht: Mr. Dr. "W. P. J. BOK, Directeur van de Eerste Nederlandsehe VerzekeringMaatschappij op het Leven en tegen Invaliditeit", te 's-Gravenhage. E. J. VAN GORKOM, Oud-Notaris in de Z.-Afr. Republiek, te 's-Gravenhage. J. F. E. VAN^DE WALL, Civiel-Ingenieur, te 's-Gravenbuge. DIRECTEUREN: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De Bank geeft 4 pCt. Pandbrieven uit in stukken van ? 1000.?, / 500.-, ? 100.?en ? 50.-. Om een hypothecaire leening, groot ? 1000.?geheel af te lossen in O, 15, 20 of 25 jaren met hot boding, dat bij overlijden van den debiteur binnen dien termijn het porceel toch onbezwaard op zijne erfgenamen zal overgaan, zonder dat zij verdere aflossingen betalen, moet jaarlijks, doch niet langer dan gedurende het leven van den debiteur, worden betaald : bij een leeftijd van en een duur der leening van 10 jaar 15 jaar 20 jaar j 25 jaar ? 132.88 j ? 99.80 133.02 134.70 13(5.54 139.30 143.07 100.78 ,; 102.21 104.44 107.91 113.3» ?84.23 85.3'J 8719 90.94.38 ? 75.37 70.80 79.82.41 Spaar- en Voorschotbank der Eerste sFederlandsche Verzekering Mij. op het Leven en tegen Invaliditeit. gevestigd te 's-Graveahage, Korte Poten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000.?. Directeuren: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De bank verstrekt voorschotten vanaf ? 500.?onder persoonlijke of zakelijke zekerheid (h.v. onder borgstelling, ^verband op lijfrenten of effecten dan wel tweede hypotheek). In samenwerking niet de Eerste Hypotheekbank met of xander Levensverzekering kan de Bank de volle waarde op onroerende goederen verstrekken onder 1ste en 2e hypotheek en persoonlijke borgtocht of andere verdere zekerheid. Be Bank g«eft 4 pCt. Schuldbrieven uit in stukken van ? 1000?, ? 500.?, ? 100.?en / 50.?. Vennootschap de TwentscheBankvereeniging, B. W. Blijdenstein & Co. te Amsterdam, geeft aangename mededeelingen. Wel zijn hare effectenzaken over't algemeen minder levendig geweest. De clientèle is evenwel uitgebreid en b$ deconfitures was deze bijzonder beleid volle instelling weinig betrokken. In 't ver slag van de commissarissen lees ik: Toen bij de algemeene malaise in het laatst van het jaar de mogelijkheid ontstond, dat aan eene credietinstelliug als de onze groote eischen zouden gesteld worden, maakte het een punt van opzettelijk onderzoek bij ons uit, hoe de beschikbare middelen zich stelden in vergelijking met de opzegbare Torderingeu. Het excedent liep in de millioenen, en ons vertrouwen werd dus versterkt niet alleen in het beleid van onze besturende vennooten, maar ook in den breeden en soliden grondslag onzer bankvereeniging. De tijdelijke ongerustheid is spoedig ge weken, maar al had zij veel langer geduurd en al had zij grooter omvang genomen dan «oude zonder eenige buitengewone maat regelen de loop der zaken bij onze bank ongestoord zijn gebleven". Na belangrijke afschrijvingen kan een divi dend uitgekeerd worden van 6% pCt. over het in geld en van l % pCt. over het in effecten gefourneerde kapitaal. Het vorige j aar was't eerste cijfer 6% pCt. Over andere bankjaarverslagen den volgenden keer. Onder de fabrieken zie ik een vooruitgang van 95 tot den parikoers van de Amsterdamsche WtlllHIHIHMIUIlHIIlHHIIIIlMlIllllllllllMHliliimiiiiiiMniiiiMMiliMiiiiiiimlllliiiMiMliimilii JOHANNIS HUDDE. lettergieterij Tetterode", die ditmaal een dividend van 6 pCt. uitkeert. Onder de vereenigle krachten van jonge en oude direc teuren zou de zaak niet onbelangrijk voor uitgaan. Het jaarverslag heb ik nog niet ontvangen. In de petroleumpapieren gin? ditmaal weinig om. De Koninklijke kon alleen den koninklijken weg verder vervolgen en wel tot den ko jrs van 535. Eene uitkeering van 60 of 70 pGt. wordt genoemd en 100 pCt. zou zelfs over 't anndeelenkapitaal verdiend zijn. Moeara Eniru moest wat van haar buitenge woon verhoogden koers missen. De petroleumprijzen en de productiecijfers blijven over 't algemeen goed. Do borichten omtrent de rumeensche petroleum-industrie, de vorige week gegeven, vind ik bevestigd in een schrijven uit Bucharest aan de Vossuche Keihing. Daarin wordt als toekomstige pachter van de aan den Staat behoorende petroleumvelden, genoemd het machtige geldinstituut het Disconto Gasellschaft te Berlijn. Deze zal waarschijnlijk het centraal punt vormen van de, de vorige week, bedoelde groep. Ten slot te een blijde tijding voor de houdere van obligaties van de Madoera stoomtram die van 2-1 tot 37 konden stijgen De aan.leolen verbeterden van o % tot 11. Do ontvangsten over Maart 1P04 bedroegen ? 31,500 tegen ? 20,500 in dezelfde maand van 't vorige jaar. Vmst., Marnixstr. 409. Sussum, Borneo". \ a ' STIGTEE' De wijze Prediker, die koning was te Jeruzalem, heeft het een groot kwaad genoemd, dat de nagedachtenis van den wijze' evenzeer vergaat als die vait den zot. Inderdaad, dagelijks /ijn wij allen van dit kwaad getuigen: vergeten te worden is ieders lot. Hoóvolon hebben er aan gedacht dat het Vrijdag 15 April van dit jaar tweehonderd jaren geleden is, dat de man wiens naam boven dit opstel staat, overleed? En toch behoort Johannes Kudde tot de uitstekend'ste regenten, die onze stad immer heeft ge had, en heeft hij zelfs zijn roem als groot geleerde geofferd aan hare belangen. Laat mij daarom de herinnering aan hem een oogenblik mogen verlevendigen. Toen Johannes Gerritszoon Hudde in 1628 werd geboren, was zijne familie bijna eene eeuw te Amsterdam gevestigd geweest. Zijn overgrootvader, die er, op n na, de hoogst aangeslagen burger was, was in Alva's dagen om het geloof uitgeweken en had zijne bezittingen ver beurd verklaard gezien. Na de afwerping van het Spaansche juk, was zijn groot vader in de regeering gekomen, en ook zijn ooin was in 1618 door Maurits tot lid'der vroedschap benoemd. Van de zijde zijner moeder, Maria "Witsen, was hij evenzeer aan een machtig regentengeslacht verwant. Toch schoen het aanvan kelijk, dat voor hem niet do loopbaan van den regent was weggelegd, maar dat hij als geleerde zou schitteren. In 1654 als student in de medicijnen te Xeiden ingeschreven, legde hij zich daar voornamelijk toe op mathesis en philosophie: tot een promotie in de genees kunde is het niet gekomen. In 1659 publiceerde /ijn leermeester, de beroemde hoogleeraar Frans van Schooien, achter zijn commentaar op Cartesius, een paar uitvoerige brieven van den jongen Hudde, over wiskunstigo onderwerpen : verhan delingen, dio volgens kenners thans nog waarde bezitten. Sinds dat oogeublik was Hudde's naam gevestigd; op het gebied van kansrekening werd hij een man van gezag; Cliristiaan Huygens stond met hem in correspondentie ; Leibaiz bezocht hem on roomde zijne geleerdheid; met Spi.noza was hij hekend. Zijne ervaren heid iu het slijpen van vergrootglazen lokte vreemdelingen, als bijvoorbeeld de Monconyes, naar zijn huis. Toch ging zijn hart meer uit naar practische werkzaam heid ; eenmaal in de stedelijke regeering opgenomen, wijdde hij al zijne krachten aan de bevordering der belangen van land en stad. Echter ook hierbij niet zonder verband mot zijn aanleg. Zoo zien wij hem, in 1071, en ook later, in vereoniging met Cliristiaan Huygens, belast met een onderzoek naar de ver betering van Rijn en IJsel. Verkoopt Amsterdam lijfrenten, hij maakt er de berekeningen voor.Behoeven,na den vrede van .Nijmegen, de financiën der stad dringend redres", Hudde is de ziel bij de pogingen tot bezuiniging. Vooral Amstels wateren wekken zijne belangstelling; in 1G74 heeft hij dool in den aanleg der j Amstelsluizou; in 1G75 tracht hij door i het doea plaatsen van rosmolens, die het water beneden een bepaald peil moesten houden, den overlast van het onderloopen van straten en kelders te bestrijden. Doch vooral door den aanleg van de groote waterkeeringen, welke voor een aanzienlijk deel der stad aan dit euvel een einde maakten, heeft hij den dank van het nageslacht verdiend. Ook met het vraagstuk der verbetering van de circulatie van het water, ter wegneming van den traditioneelen stank onzer grach ten, hield hij zich herhaaldelijk bezig. Niet enkel als technicus heeft Hudde lauweren gewonnen; ook als politiek man is hij niet zonder beteekenis. Enkele jaren vóór de verheffing van "Willem III in de regeering gekomen, werd hij bij de luagistraatsverandering in 1672, door dezen tot Burgemeester benoemd. Een ent winti gmalen heeft hij den burgemeesterlijken zetel ingenomen; na 1680 telkens gedurende twee van de drie jaren, Conciliant van aard, was hij het die in 1677 ,de verzoening tusschen de leidende bur gemeesters Hooft en Valckenier kon tot stand brengen. E venzoo was in 1685 het herstel der goede verstandhouding tusschen den Prins en de stad voor een groot deel zijn werk. Na den dood van Valckenier in het bezit van het magnificat" het premier"-schap was hij in 't algemeen een bedachtzaam voorstander van de politiek van Willem den Derde. Toch kon hij iu 1683 en 84 en in 1690 en de volgende jaren de harmonie tusschen den stadhouder en de stad niet bewaren. Zoowel in zijn steun van als in zijne oppositie tegen 's Prinsen politiek be toonde hij zich slap", en zoo kon het langzamerhand zijn geslepen confrater" Oorver gelukken hem cenigszins uit do gunst van den machtigen koningstadhouder te verdringen. Toch bleef hij een persoon van gewicht: eerst na Hudde's overlijden kon Corver diens vriend Nicolaas Witsen ter zijde dringen. Hudde schijnt een huiselijk man ge weest te zijn, van niet al te sterke ge zondheid. Eerst op 44-jarigon leeftijd in het huwelijk getreden met Debora Blaeuw, die reeds voor de tweede maal weduwe was, vinden wij hem gewoonlijk te Am sterdam. "Wel woont hij op zijne beurt de dagvaart te 's-lluge bij, doch hij wordt niet zooals Witsen met allerlei commis sies en zendingen belast. Groote eerzucht schijnt hij niet te hebben gokcnd: een wiskunstigwerk, waarvoor hij aanLeibiiiz talrijke aantoekeningen toonde, bleef on voltooid; door de achteloosheid zijner erfgenamen zijn ook deze aauteekeniugon verloren geraakt. Nadat zijne vrouw hem in Augustus 1702 was voorgegaan, sloeg ook voor hem op 15 April 170-1 de stervcnsure. 't Was een zachtmoedig, gemaatigd en oprecht Regent, die zijne Religie en de Vrede beminde; een groot Staatkundige on wonderlijk ervaarcn in de Wiskoust"; met deze woorden wordt hij in den Europischen Mercurius" van April 1704 gekarakteriseerd. /oor zeker was hij oen der beste typen van den Regent uit liet laatste tijdperk onzer goudon eeuw, niet meer be/.ield met do energie en de beginsolvüstlieid der Pauwen en I3ickors, doch onbaatzuchtig en eerlijk, weten schappelijk ontwikkeld en mot een open oog voor het algemeen behing. J lij hoeft Amsterdam aan zich verplicht. Dr. Jou. C'. I>REEX. 1ste Jaargang. 17 April 1904. lied.: C. H. BKOEKKAMP, Damrak 50, Amst. Verzoeke alle medi'deelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem Xo. 4 is goed opgelost door: II. A. J. de Grobber, M. F. Visser, Amster dam; W. Viju Hoogwoud, K. Bouwes, F.'ll. Kerukiiinp, D. Kikke, X. Bouwes, Kdam ; P. Kalblleisch, \V". van Daalen, Haarlem; J b. Meijer, L. Goudsmit, Amsterdam. Dit probleem is door vele oplossers schoon genoemd. (De vraagstukken worden, wegens i>l;\;Usgebrok, in do volgende rubriek behandeld). Partij Xo. 5. Korte Centrum-opening 33?2S. ]>oz? partij is gespeeld in den ouderlingen wedstrijd om het meesterschap, in de ParnVeyec'.iiging Constant1' te liotteüiam. op 2 Februari 1904, tusschen do hoeren J. P. Huibers met wit en Jb. de Bruijn met zwart, beiden van Rotterdam. Wit. " Zwart. Wit. Zwart. 1. 33 23 18 23 10. 30:27 25:34 2. 39 33 12 18 17. 3'.): 30 5 10 3. 44 39 1) 7 12 18. 42 37 7) 10 14 4. 31 27 2) 17 21 19. 47 42 14 2<) S) 5. 34 30 20 24 20. 50 44 7 11 6. 40 34 14 20 21. 41 30 11 17 7, 30 25 173) 22. 44 39 2 7 8. 25: U 9:20 2:5. 07 31 7 11 9. 34 30 4 9 4) 24. 46 41 ]7 21 10. 49 44 5) 20 25! 25. 41 37 9) 21 2G! 11. 37 31 25:34 20. 3!) 3410)20 25 11) 12. 39:30 10 14 27. 34 2912)25:34? 13. 44 39 14 20 28. 29:40 15 20 13) 14. 31 20 G) 20 25! 29. 43 39 20 25 14) 15. 20:17 11:31 30.4034 diagram. Stand na de 30ste zet van wit. Zwart. 19: 30 13:24 18 23 24: 13 Wit. 30. 31. 35: 24 32. 28: 19 33. 32 28 34. 28: 19 35. 45 40 10) 30 35 30. 38 32 35: 44 37. 39:50 32 17 38. 32 2817)13 19 39. 37 32! 20: 37 40. 42:31 9 13 41. 33 29 3 9 42. 27 22 gel\\,19 24 43. 29:20 25: 14 44. 48 42 17 21 Wit. Kwart. Wit. Zwart. 24 3015)45. 31 2718) 8 12 "" ------ 14 20 12 18 19) 11 40. 34 29 47. 29 25 48. 23: 12 49. 22: 1.1 50. 28 23 51. 27 22 52. 22:11 53. 30 31 54. 32 28 55. 42 50. 28 22 57. 22 18 58. 18 7 17 0: 8 S 12 12 17 10: 7 9 14 7 12? 720)21 20 13 19 19: 28 28 32 Remise. 1) Deze zet is foutief; hier moest gespeeld zijn 31?27, want bij correcte voortzetting van zwart, komt deze in veel betere positie; bijv. w 44?39, z 7?12, w 31?27, z 20?24, w 34?30, z 17?21, w 37?31 (de beste), z 14?20, w 30?25, (in deze stelling de beste, want 31?26 verliest een schijf door het vol gende: z 24?29, w 20:17, z 11 : 31, w 30 :27, z 29?34, w 40:29, z 23:25) z l?7, w2ö:145 z 9:20, w 31?20, z 10?14, w 20 :17, z 11:31, w 30 : 27. Als rnen nu den stand aanschouwt, dan /iet men duidelijk dat zwart gunstiger staat dan wit. 2) Een aardig valletje werd hier verkregen, wanneer na 31?20 van wit, zwart gelijk matig zou volgen met 20?25. AVit zou dan vervolgen met 28?22, z 17 : 28, w 33 : 22, z 18:27, w 32:21, z 10 :27, w 34?30, z 25 : 34, w 40:10!; maar voor de goede ontwikkeling van de partij mag nimmer 31?20 gespeeld WO'Jen, omdat deze zet zeer zwak is, wan neer zwart den val doorziet en ontwijkt. 3) 2-1?29 verdient meer de voorkeur, 4) Waarom hier niet gespeeld 20?25? Deze zet zou een betere voortzetting gebracht hebben. 5) Zeer twijfelachtig. Hier moest gespeeld worden 30?25. Oj 30?25 moest hier gespeeld zijn, om een betere positie te krijgen. 7) 41?37, om daarna de schijf 4C> in't spel te brengen, verdient do voorkeur. 8) Beter wa?, om de schijf van O tot op 21 te brengen. 9) Deze zet is niet goed, 31?20 moest hierop gevolgd zijn. 10) Hier had moeien volgen 30?25, om bij den langen vleugel los te komen of anders ook zwart op te sluiten. 11) Op 12?17??, zon volgen: w 27?25, 32:12, 12:25, 30:47, -12:31, waardoor de partij voor zwart verloren was. 12) o l :!'.!, om los t.e komen; maar bij goede voortzetting van zwart, bijv. 23:34, l,s?23, kun wit onmogelijk 4">?4') spelen, wilde hij niet in nog slechtere conditie komen. 13) Hier zon 12?17 nog steeds ecu schijf verlies voortbrengen, door de operatie, zoo als de;:e bij 11 is aangetoond. 14) Met -J 2?17 dreigt nog steeds het ge vaar wat hierboven is omschreven. 15) 9?14 had beflist een gewonnen partij of l schijf met winnende sielling voortge bracht door het volgende: z 9?1-1, nu heeft wit 2 'oede zetten, 4S?l:! en 27?22. w 4<?):;, 7. 12?17, w 31 29, x 23:31, w 39.-3'», z 25 : 34. w 27?21. z 10:27, w 32:2.!. i'Kt-n schijf gewonnen maar helaas?) ?i, 11 17, w 31?27 (gedw.), /. 3?9, w 27?22 (uedw.i, z S?il', w 22 : 11, z 0:17, w 37?32 (a) z 3-i?f;>, w 35 : 4 l-(45 : 34 geeft onmiddel lijk dam door zwart 2-1?2;:, i'l) :4S), / 17?22. w 2.s ; s, z 19:50, w 8 : 10 (de beste), z (i:5! ! w -ls?13 (a), z 2 L?27, w 32:21, z 23:32. w 38:27. z 2(1:28, w 33:22, z 24?29, w 34:23, z 19:17!. (a) w 42?37, z 11?10, w 4S?43 of '!, z 14?20, w ?. Iu beide gevallen een schijf en winnende positie verkregen!! 10) Ken zwakke voortzetting, 34?29 had beter geweest. 17) Deze zet voorkomt de opsluiting van den lansen vleugel. IS) Op 31?20 volgt; z 21?27, 11:33, waardoor een stevko stelling wordt verkregen. 19) Met 12?17 zon zwart zich zelf in plaats van de witte krachteloos maken, omdat de laatste een langer uithoudingsvermogen bezit. 20) Zwak gespeeld; 28?22 zou de kans voor een gunstig slot bevorderd hebben, om dat xwart hierdoor feu el ijk gedsvongon wordt 21?20 te spelen, wil hij zich verzekerd honden van deremi-e. Bijv. z2!. -20,w31?27, z 20?24, w 23 -Ifl, z 12:23. w 22?17, ?/. i:1, is, w l 7?'l 1. z 14--20, wil?7. z l S?22, w 27:2.»,- z 24:33, w 7- l of 2. / 20-31 en maakt remise. SNUIFJES. Mot volkomen instemming las'ik 't vol gende bericht in het Centnon:'' ?-«?'?^va Greseling als strafmiddel van den rechter,. is in Denemarken door de Kamer met grootemeerderheid weer ingevoerd. Uitnemend Er moet een middel zijn om> de onverschilligen wakker te. schudden." j.d Uitnemend! riep ook ik. Er moet een middel voor den rechter zijn om de onver schilligen wakker te schudden. En wat schudt een onverschillige heter wakker dan een geeselinq'? Te pronk stellen helpt niet. Een onver schillige zou, al ontwaakte hij even bij het overbrengen dadelijk weer in slaap val len ; alleen heb ik een oogenblik gedacht of brandmerken niet nog een beter middel kon zijn, om iemand wakker te schudden?? maar het indrukken van een brandmerk heeft zoo lieelemaal niets van schudden,. terwijl je bij geeselen een herhaling hebt van een beweging, die zelfs den onver schilligste belet daaronder in te dutten. Intusschen, de beeldspraak zou minder juist en waarschijnlijk door het Centrum niet gebruikt ?ijn, stond het niet met mij op het anthropologisch standpunt van de eenheid van ziel en lichaam; een doctrine, gelukkig nog zoo algemeen, dat, althans hij ons te lande, iemand, die een ander op zijn lichaam wil s_laan, zoo goed als zeker zal zeggen, dat hij hem op zijn ziel wil geven". Vox populi, vox Dei waar komt dit treft'ender uit P En van welk een beteekenis is dit, nietwaar, voor ons allen, die lijfstraf felijke rechtspleging en doodstraf onont beerlijk achten. Nu, dat de geeseling voor de eiel oen stevige schudding is wie zal 't durven ontkennen ? De Standaard, dio, ook nu zij Kuyper niet meer heeft om de metaphoren te ver vaardigen, zich plichtmatig toelegt op het schrijven van kernachtig en beeldrijk proza, heeft i aarin reeds een zekere hoogte be reikt; toch bleef zij beneden het Centrum, toen zij verleden week te lezen gaf: Al is alzoo de Hooger-Onderwijs-leuze volkomen geschikt, om alle groepen der ? rechterzijde te bezielen voor de komende verkiezingen, men stare zich op deze leuze niet blind. Het is de linkerzijde niet tedoen om het Hooger-Onderwijs in de eerste plaats, roelstra zei het ronduit in Het Volk deze week zelfs zóó kras, dat de Keda'ctie meende er wat water bij te moe ten doen, dat het gaat tegen het ministerie <!cr Kechterzijde." Dat men zich op een door de tegenpartij zoo algemeen aangenomen lenze niet moet ,,bliiul staren", het is te begrijpen; maar dat de redactie van JLd Volk wat water heeft goJnan" bij hetgeen Troclstra ronduit en zoo kras gezegd had" zie daar mis ik in den keten der redeneering toch een klein schakeltje, dunkt mo. Ik begrijp dat de redactie van '£ l'o.'/i1, als geheel onthondster, o r niet wat wijn, jenever of bier hij heeft gedaan maar ik, en waarschijn lijk anderen ook, zouden wel eens willen weten, u|> welke wijs, naar hot oordeel van De Standaard, op dit al te krasse rond-uitzeggeu van Troclstra een waterkuur is toegepast. /oo kan er soms nog een kleinigheid te wenseheu overblijven, ofschoon de harte lijkste dankbaarheid je deel is. Ik ervoer het dexer dutten niet alleen bij het lezen van I>e Xh/iidfit/rtJ, maar ook, toon ik mij verkwikte aan liet rapport aangaande de 2e Piiaschdagoefening" van Volk$iceerb<t<irli.eif/. Daar las ik : Aan het einde van zijn (/ola's) aanklacht sprak hij : La véritéest en marcho, rien ne l'arvêtera plus". De waarheid rukt aan, niets zal haar opmarsch kunnen tegenhouden. ..Mannen van Yolkswcerbaarheid, als wij allen trouw op onze post pal staan, kunnen wij met een klcino wijziging dio woorden tot du onzen maken: Hot boginscl- van algoineene weerbaarheid van ons volk rukt aan, en niets, niets zal zijn opinnrsch kun nen stuiten.1' Dat ook daartoe do dag van lieden zijn steentje bijdra»c." .Nietwaar, dit alles is verrukkelijk mooi 'os|>roken -?en toch zal de/e on ireno mot mij, nog niet gr-heel voldaan, /ca'gcHi : Dat stecnt.jo voordien opmarsclt hij te (i ra ge n uitstekend'. maar waai' moet hot worden geleed ? ivio 'h het volmaakte is niet te vorderen omlev ons menscheii. Vergun uuj alvast tevre den te zijn mot wat wij bereikt hebben. Juist in onzen tijd mag men met blijdschap ge wagen van een bijzonder ijverige beoefening der Ixiclilspniakknnst. We irattii op dat gebied vooruit. Heeft Troelstrn, niet nog in de jongste paasulidagen ons zijn zwaard van Damocles aan oen kabeltouw1'cetreven: en las ik niet hoe l'ykinan schreef over de draagkracht" van onderzoekingen? l k zou zoo zeggen al het ban al n is ten iloode op geschreven, nu je hoe langer hoe meer begeert te zir.it. Je voorstellingen worden mot den dag helderder, omdat je voorstel lingsvermogen door al wat je leest zoo duchtig a'otraind wordt. Daar las ik weer in de !>t(ind(ii(rd, dat de wet-Fallonx, na een levensduur van vijftig jaren, haar wortelen diep in het leven der natie heeft gespreid". Kijk eens, zeg ik bij mezelf wat zie je nu die wet, dio wortelen on dat leven! l']n die wortelen gespreid" die knoestige bruine en witte stronken en vezelen... enden ver.... Och Hcerc, zoo wordt alles voor je een tafereel, een schilderij. Dien kant moet het uit! Als de por s maar blijft helpen l (iaf zo je nu niet al de uit den duim gezogen" berichten, afgewisseld met nieuws tijdingen, uit de lucht gegrepen"? Haar fantasie en plastiesch vermogen zal nog wel iets wonderbaarlijker» brengen; te sterk of ie hoog is haar niets.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl