De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 20 april pagina 17

20 april 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

ZOOALS ik reeds eerder vertelde, ben ik een groot liefhebber van de schilderkunst die ik ook zelf gaarne uitoefen. Daarom vroeg mijn neef Baron Goudknots mij een portret van hem te maken, waarschijnlijk met het heimelijke verlangen dat er niets van terecht zou komen. Om geen halve maatregelen te nemen, spande ik een groot doek op, metende twee bij drie meter. Want ik wilde mijn neef levens groot afbeelden. Als hij eenig besef van zijn dikte zou hebben, had hij daar bezwaar tegen gemaakt, want hij is ijdel. Zijn personeel vleit hem altijd, en zijn kamerdienaars hebben in zijn slaapvertrek bolle spiegels aangebracht die hem zeer flatteeren. Maar een ka merdienaar is geen kunstenaar, en ik besefte dat ik als Kunstenaar vóór alles waarachtig moest zijn. Kunst is kunst, en Baron Goudknots is Baron Goudknots. Ik liet hem poseeren, gezeten op een grooten divan met draperieën, waar hij zat als een Romeinsch triumphator. Terwijl ik de eerste lijnen op het doek schetste, begon hij zich te vervelen. Ik Het mijn secretaris komen om hem voor te lezen. Mijn neef luisterde echter met een half oor, en draaide onrustig heen en weer. Eenige f lesschen whiskey wisten hem te kalmeeren, althans voorloopig. Met mijn meesterhand teekende ik de contouren welke tezamen de in drukwekkende gestalte van mijn neef Baron Goudknots vormden. Toen wilde hij opstaan, want hij had honger en wilde iets nuttigen. Als volmaakt gastheer liet ik hem een copieus diner binnenbrengen, be staande uit twintig gangen, die mijn neef achter elkaar verorberde, gezeten op den divan. Ondertusschen schilderde ik, en tusschen de gerechten door ver telde mijn neef mij, dat hij niets ter wereld erger vond dan niets te doen en stil te zitten, en dat ik hem daarom niet kwalijk moest nemen als hij nog een poosje bleef eten. Ik kon dat heel goed begrijpen, en zorgde er voor dat de laatste gang van het diner de eerste van het volgende diner was. Binnen enkele uren werd hij zóó dik, dat mijn doek niet groot genoeg meer was; aan de zijkanten moest ik er stukken aan plakken. Maar ik had tenminste het voordeel dat hij zich wegens zijn toe nemende dikte moeilijker bewegen kon en dus beter stil zat. Door de vele gla zen wijn raakte hij langzamerhand be neveld en dommelde in; zijn gezicht zakte neer op zijn negen onderkinnen en hij snurkte als een oude baggermolen. In koortsachtigen ijver werkte ik aan zijn beeltenis, want zelden had ik zijn gezicht zoo expressief gezien. Bin nen weinige oogenblikken had ik het werk klaar en gevernist. Toen daarop mijn butler James met de champagne binnenkwam, bleef deze verbaasd staan, keek van mijn neef naar de schilderij en van de schilderij naar mijn neef, schreed met eenige afgemeten stappen naar mijn neef, staarde hem bewonderend aan en gaf mij te kennen dat hij de gelijkenis treffend vond. Waarna hij de champagne voor de schilderij neerzette en ver dween. Ik zette mij in een hoek van de ka mer en vergeleek het conterfeitsel met de werkelijkheid. Een paar vliegen gingen op de neus en wangen van mijn neef zitten, ze kleefden vast aan het vernis. Terwijl ik dat met eenige vol doening constateerde, kwam mijn jongste lakei mij het bezoek van mijn achterneef Jonkheer Van Fladderack tot Pommerans aankondigen. Ik ver heugde mij in het vooruitzicht dat ik mijn beide neven, die elkaar nog niet kenden, aan elkaar kon voorstellen. Mijn achterneef trad binnen, en na mij hartelijk de hand geschud te hebben trad hij op de schilderij toe en stelde er zich aan voor, waarbij hij met zijn uitgestoken hand het doek omver stootte. Door het lawaai ontwaakte mijn neef Baron Goudknots en bekeek zijn op den grond liggend portret dat hij nog niet gezien had. Hij ontstak in hevigen toorn. Zijn gezicht werd paars, en omdat hij niet bij machte was zich van zijn zitplaats te verheffen, liet hij zich op den grond rollen, en rolde verder, dwars door de kamer, sissend van woede. In zijn vaart sloeg hij mijn achterneef tegen den grond; vervolgens stortte hij zich op de schilderij, rolde er over heen en vervolgens door de inmiddels door mijn verschrikte lakei geopende vleu geldeuren de hal in om al rollende door de voordeur te verdwijnen en in zijn open wagen terecht te komen. Tot mijn ontsteltenis bemerkte ik dat mijn met verf bedekte rollenden neef als rotatiepers had gefungeerd, want zijn beeltenis was vijftig maal levensgroot op den vloer afgedrukt, de eene niet minder sprekend ge lijkend dan de andere. Zelden heb ik zoo'n moeite gehad een gast uit mijn huis te verwijderen Toerisme Toch de grens over Holland?Belgi "D R ENG uw vacantie door in ?& eigen land" is de leus van de belanghebbenden bij het vreemdelingen verkeer in Holland. Er is inderdaad veel voor te zeggen de vacantie in eigen land door te brengen. Is het Hollandsche landschap niet vol afwisseling van bosch en duinen, weiland, heide en meren? De leus Breng uw vacantie door in eigen land" heeft in den tegenwoordigen tijd een ietwat tragi-komisch effect, want hoe kan men anders? Toch is er groote waarschijnlijkheid dat men anders kan, en wel dat de grenzen van Belgiëzich zullen openen zonder een onafzienbare paspoorten misère. Het gevoel dat men niet in zijn eigen land opgesloten zit, kan een op luchting zijn, zoowel voor ons als voor onze Zuidelijke buren. Felix Timmermans heeft zoo juist in ons land een serie lezingen gehouden om propaganda te maken voor het toerisme in België. Op een gezellige manier heeft hij verteld van oud stedenschoon en folklore, en vooral in het laatste is hij thuis. Hij vertelde gezappigen met humor. Een paar jilms deden het hunne om de belangstelling voor Belgiëte wekken. Ook in Belgiëwordt propaganda gemaakt voor het toerisme in Holland, zoodot we deze zomer de kans loopen dat de twee kleine landen, zij het slechts voor een klein deel, hun bevolking ruilen op een aangenamere wijze dan elders bevolkingen geruild werden. Farijsche Jaarbeurs De Parijsche Jaarbeurs wordt ge houden van ii tot en met 2j Mei. Den Hollandschen bezoeker worden belang rijke faciliteiten verleend. Voor een bezoek aan de Jaarbeurs heeft men een legitimatiekaart noodig die a f 0.50 verkrijgbaar is aan het agentschap v. d. Parijsche Jaarbeurs, Lischstraat 440, Rotterdam, en bij de Fransche consula ten. Deze legitimatiekaart is geldig van 4 Mei tot 3 Juni, geeft vrijen toegang tot de jaarbeurs, maakt het visum over bodig en geeft recht op reductie op de spoorwegtarieven. Zoo zal b.v. een retour van Amsterdam af, 2e klasse, f 23.50 kosten, en van Rotterdam af, 33 klasse f 12 85. VOOR HONDENLIEFHEBBERS THE KOK'3 KENNELS SCHOTSCHE TERRIËRS :-: DALMATIËRS FOKT REEDS SINDS 2O JAAR SCHOTSCHE TERRIËRS MOMENTEEL SCHOTSCHE PUPS DISPONIBEL Mevrouw C. P. 8UNCKEL-DEKKIN8 Eig. Kennel of Joy heeft momenteel eenige snoezige ruwharige foxterrier-pups van 10 weken reutje ?25.?, teefje ? 20.?, Ik zoek voor de glad. foxterrier pups van 9 weken van naar Indiëvertrekkende fam. plaatsing a ? 10.?Spoed ! S O END A PLEIN 23 HAARLEM TELEFOON 1781O KLEINE PERIKELEN WIJ beleven spannende tijden en deze week hield de blokbrandweer oefeningen, wat tot niet geringe consternatie aanleiding gaf, omdat ik zelf tot de vrijwilligers behoor en ik mijn helm niet kon vinden, die in de kinderkamer zwierf. Hij had in het bad gelegen en toen ik mij bij mijn blokhoofd meldde de slangen waren al uitge rold en de sirenes loeiden keek hij mij aan zooals Napoleon gekeken moet hebben toen de ellendige maarschalk Grouchy naar het ka nongebulder had zitten luisteren en niet bijtijds op de proppen was gekomen. Inderdaad heeft deze laatkomer meer schuld gehad aan alle veranderingen die sedert op de kaart van Europa zijn aange bracht dan de retoucheur van Plllustration en ik slikte de ver wijten van mijn blokhoofd gelaten. Met andere woorden: ik nam geen insolente houding aan, zooals som mige van onze landverdedigers doen, wanneer zij gesommeerd worden behoorlijk te salueeren. De slangen waren uitgelegd, zooals ik zeide, doch wij gaven geen water, vanwege de bezuiniging. Na eenigen tijd mocht ik naar huis en probeerde een flink gezicht te zetten, doch de kinderen lachten, omdat ik hun helm op had. Merk waardig hoe gauw een kind iets als van zichzelf beschouwt, zoodra hij er even mee gespeeld heeft. Zoo dacht ik, in verband met de verordening van den Duitschen bevelhebber in Nocrw>gen, die iederen ... Noor met den kogel be dreigt, zoodra hij gevolg geeft aan de mobilisatieoproep van zijn eigen wettige regeering. Natuurlijk stond mijn hoofd niet naar grapjes en ik liet eenige ver ordeningen los die de lachende jeugd al spoedig binnen de perken bracht. Alleen Gisse lachte omdat mijn helm me zoo gek stond, zei ze, en een streep op mijn voorhoofd achter had gelaten. Dit is geen modeshow!" zei ik bitter. ,,En je kan geen brand blusschen met een vogelnest!" Die zat. Verder lazen we in de krant dat het Deensche leger, volgens den opperbevelhebber generaal Prior, zijn plicht heeft gedaan hetwelk trouwens niet anders te verwachten was van een leger dat gecomman deerd wordt door een prior. Zijn onderhoorigen schijnen echter de metten en de lauden verzuimd te hebben, want de bemanning van de Kopenhaagsche citadel werd slapend verrast door de overvallers, die in het Deensch uitriepen: wij komen als vrienden" vermoede lijk het wachtwoord voor dien nacht. Het komt er in deze wereld op aan een soft job" te vinden en tot ons genoegen zagen wij dan de foto van den martialen Deenschen ko ning weer te paard zijn morgenrit door Kopenhagen maken, terwijl zijn neef in Oslo zich liet op jagen door de Noorsche bosschen. Ik ben maar gewoon lid van de blokbrandweer en ik mag nog geen water geven zelfs, wat mijn jongens zeer betreuren. Doch wij zijn er niet voor ons plezier en als ieder nu maar water geeft wanneer het noodig is dan kunnen wij de komende dagen weer af wachten. J. VAN HOORNPAG. 17 DE GROENE No. 3281

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl