De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 26 april pagina 4

26 april 1940 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De strijd voor vrede De noodzaak van betere propaganda voor den Vol kenbond. OVER het algemeen kan men zeggen, dat bij den enkeling, bij de volgroeide persoonlijkheid, de vredesmotieven sterker zijn dan de oorlogs motieven. De enkeling weet, dat het doorbreken van driften op den duur verlies en droefheid brengt. Collectiviteiten zullen dan meer voor vrede gaan voelen, als de mentaliteit van den enkeling meer in de collectiviteit is doorgedrongen. De democratie gaat juist uit van dit vrije doordringen van de per soonlijkheid in de leiding. Al wat individualistisch is ingesteld, bemint den vrede meer dan den oorlog. De te intense propaganda appelleert meer op de kudde-instincten der massa en daar liggen juist de nauw bedwongen agressies tot reageeren bereid. De vrede moet het tenslotte van de rede hebben en niet van een massale hypnose. Dat de vrede rust en zekerheid in het leven brengt, is heusch niet altijd een overtuigend motief. Spreken bepaalde filosofieën niet van het ideaal van gevaarlijk leven? Zoekt de jeugd niet in de eerste plaats de onrust en de beweeglijkheid? Oor log heeft voor hen iets aanlökkends, hij heeft de schoonheid van de expansie. De gruwelen worden toch verdrongen. De rationeele argumenten worden niet aanvaard, oorlog brengt de irrationeele affec tieve elementen in den mensch in beroering. Daarom moeten we tegenover de oorlogsmotieven, even strijdbare en affectief aanspreekbare vredesmotieven plaatsen. De misdadiger zal zijn agressie staken, als de angst voor de politiemacht, de sterke arm maar groot genoeg is. Zoo zal ook het agressieve land doen, dat een sterkere internationale vredesmacht tegenover zich weet. Internationale sancties, mits ze sterk en onverbiddelijk zijn, hebben een prophylactische wer king. De massa der vredelievenden wacht echter nog op n werkelijke toepassing dier sancties, om zich die prophylactische werking indachtig te ma ken. Zoolang niet n keer, om der gerechtigheid wille, de heele wereld zich tegen een agressief land gekeerd heeft, zoolang zullen sancties en inter nationale organisaties nog niet hun prophylactische werking kunnen uitoefenen. Omdat de vrede nog geen sterke beschermer heeft, wordt de oorlog ge duld. Vrede is oorlog tegen agressieve neigingen. Laten we dit nimmer vergeten ! Vrede is geen idealistische wensch naar een subjectief geluk, maar een moeilijke oorlog tegen archaïsche nei gingen ! Deze oorlog zal niet met wapengeweld kunnen worden uitgevochten. MEN moet niet denken, dat het lezen van ver schrikkingen en gruwelen van den oorlog de pubileke meening hevig schokt. Daar gaan zelfs onbewuste stimulantia van uit. Er is een groote honger naar sensatie en ontremming. De oorlogs journaals en de oorlogsromans stichten geen vrede en schrikken niet af. Het gemengde nieuws uit de kranten heeft nog nimmer de misdaad bestreden. Daarvoor is de sterke arm noodig en het groeiende innerlijke geweten van de zedelijke persoonlijkheid. Vergeet niet, dat het geweten gemakkelijk toegeeft, als het geen beschermer heeft: het recht, de ge codificeerde zedewet is een der beste beschermers van ons geweten. Ook in slapte kunnen vredesmotieven gelegen zijn. In het masochistische verlangen, onderworpen te zijn, om te rusten in de kracht van een buurman. Kleinere staten zullen gauw de neiging hebben om te marchandeeren met hun gemoedsleven. Ze vluchten graag in een passieve en bibberende neu traliteit. Maar ook kan echte geestelijke moed een werkend vredesmotief zijn. Het kost moed, je niet te laten meeslepen in de stroom der hartstochten. In een menigte kost het meer moed, je te laten uit lachen, dan je te laten sneuvelen. Het propageeren van de vrede, is moeilijk werk, omdat in propaganda altijd iets van een agressie steekt, beïnvloeden heeft altijd iets van infecteeren en overrompelen. De oorlog heeft bij de propaganda steeds een streep voor, omdat de lagere instincten gemakkelijker in bewegirg te brengen zijn. De strijd voor vrede en recht zal dus weloverwogen moeten worden ge?BRANDERIGE VOETEN» ORTHOPEDARIUM Speciale inrichting voor Voetbehandeling ROKIBI 101 A'DAM TEJL. 42804 voerd. Het lijkt mij, dat voor den Volkenbond en voor de Volkenbondsvereenigingen, nog een bij zondere psychologische taak is weggelegd. Men vergeve mij een niet deskundige fantasie op dit gebied. De Volkenbondsidee zal vroeg in het onderwijs betrokken moeten worden. De beïnvloeding van het internationale publiek zal vooral niet mogen lijden aan verveling en leegheid van denkbeelden. Zij zal moeten aangeven, wat er met de agressieve driften in den mensch gebeuren moet. Zij moet meer lust en bevrediging kunnen aanbieden, dan de haat. Zij moet andere sublimeeringen verschaf fen, meehelpen de aarde op andere wijze te ver overen. Zij moet menschen voorrekenen hoeveel millioenen de oorlog kost en hoeveel millioenen de vrede oplevert, hoeveel geluk en gezondheid tevens. Meer dan de oorlog zelf, zal zij de valsche ideologie moeten bestrijden, de valsche propaganda en de valsche reclame. Ze zal meer tegen de haat moeten optreden, dan tegen de vijanden. De hygiëne van de haat, zal op het vredesprogramma moeten staan. De Volkenbond zal in alle landen officieel moeten optreden met eigen Volkenbondsdagen. Het sym bool van de sterke arm zal in jaarlijksche Volken bondsmanoeuvres vastgelegd moeten worden. De bond zou b.v. een eigen zender moeten hebben. Hij zal ook eigen ongevraagde adviezen moeten geven, over dringende vragen van recht en onrecht in de wereld. Het psychologische brandmerk is een tot nu toe ongebruikt vredeswapen. Het recht en de vrede moeten begrijpelijk zijn, wil het tot de massa spre ken. De waarde van het zedelijk protest is veel grooter, dan men gewoonlijk denkt. De internatio nale proclamatie moet een nieuw wapen worden. Mijn fantasie zou zoo steeds verder kunnen gaan, om U er op te wijzen, hoe het vredesmotief de menigte bereiken moet. Binnen het bestek van dit artikel, kan ik dit echter niet uitvoerig doen. BIJ de arbeid op een polikliniek, onder een arbei dersbevolking, viel mij steeds weer op, hoe goed gefundeerd de persoonlijke meening der menschen is. Er wordt in die kringen helder nage dacht. Velen doorzien de toestand van Europa goed en beseffen, hoe bepaalde leidende krachten, de boel in catastrophale richting gedreven hebben. De meening der menschen is unaniem tegen de vrije politieke anarchie gericht, die tot nu toe de leiding in Europa aangaf. Men voelt zeer goed aan, dat de collectieve redelijkheid en de weloverwogenheid het op den duur moeten doen. De con ferentie wordt meer toegejuicht dan de veldslag. Bij het pardoes spreken over oorlogs- en vredes politiek tegen willekeurige menschen heeft men steeds te kampen met groote achterdocht. Zelfs in Holland zegt men niet gauw zijn meening, vooral niet in arbeiderskringen. Men heeft achterdocht jegens de krant, achterdocht jegens de leiders. Latente angst en achterdocht hooren bij elkaar. Er is een gevoel van verraad, Europa is verraden, de leiders van nu hebben volkomen gefaald. Ge lukkig is de vrede nog een publiek ideaal. Maar de huidige leiders boezemen wantrouwen in. De vrede moet een productief program hebben en leiders die vertrouwen wekker. De oorlog heeft aanvankelijk op de opinies verlammend gewerkt, de meeningen werden gelijkgeschakeld. Langzaam komt pas de eigen critiek en de eigen opinie terug. Deze oorlog heeft velen doen twijfelen aan de werking van recht en rechtsgevoel. De massa reageert emotio neel; er vormt zich snel een gesuggereerde opinie. Die publieke opinie vormt zich en verflauwt weer. Daarachter steekt echter de ons onbekende reëele opinie. Op den duur is de massa niet te verblinden. De gruwelijke realiteit vooral van den oorlog die zelf beleefd wordt, maakt tenslotte propaganda ge noeg. EEN positieve beïnvloeding der publieke opinie, de propaganda, blijft voor de vrede een para dox wapen. Stroovuur-enthousiasme is gauw op te wekken. De vrede moet echter de individuen mobiliseeren, de persoonlijkheid activeeren. De publieke opinie is een wankelbaar bezit. De menschen moe ten niet tot een publieke opinie worden opgevoed, maar tot een eigen opinie. Dat immuniseert hen tegen suggestieve en agressieve propaganda. De opvoeding moet doordrenkt worden van de hu mane opvatting van de persoonlijkheid. Het democratisch verantwoordelijkheidsgevoel is de grondpijler van de internationale vredesgeachte. Het individu moet gemobiliseerd worden en geimmuniseerd tegen zijn suggestieve labiliteit, tegen de ontvankelijkheid voor de oorlogsgedachte. Deze oproep tot langdurige heilpaedagogische arbeid lijkt mij het beste advies van den psychisch-hygiënist. Hij is gericht tot ieder persoonlijk. DR. A. M. MEERLOO De kosten van de vlootuitbreiding Van onzen militairen medewerker DE kosten, welke eventueel verbonden zullen zijn aan den bouw, de bemanning, de exploi tatie, het onderhoud, de vernieuwing en de om lijsting met klein materieel" van de veel besproken slagkruisers voor de Nederlandsche Zeemacht, zullen voor een deel moeten worden gebracht op Hoofdstuk VIII van de Rijksbegrooting en ten deele op de begrooting van Nederlandsch-Indië. Als groote lijn, welke daarbij gevolgd moet worden, neemt men aan, dat het moederland de kosten van den aanbouw zal dragen en dat Indiëde exploi tatiekosten voor zijn rekening neemt, indien de schepen eenmaal daar zullen zijn. Deze voorstelling van de kostenverdeeling geeft echter een onzuiver beeld, want de slagkruiserf, zullen niet alleen in Nederland en voor rekening van het Moederland gebouwd moeten worden maar ook het bemannend personeel zal voor het overgroote deel in Nederland aangenomen en ge oefend moeten worden. Eenmaal geoefend, zal het personeel naar Indiëworden gezonden en te zijner tijd worden afgelost door anderen, eveneens in Nederland gevormde bemanningen. Men is niet ver bezijden de waarheid, indien men zegt, dat voor ieder man, van hoog tot laag, die in Indiëop de schepen zal dienen, de aflossing in Nederland gereed zal staan. Indien men dus beweert, dat de aanbouw der slagkruisers zal komen te staan" op 300 millioen gulden en de exploitatie in Indiëop i6J millioen gulden, dan geeft men een onvolledige voorstelling, want de kosten voor opleiding en aflossing van het Europeesch personeel worden daarbij niet in reke ning gebracht, terwijl bij deze schatting al evenmin aandacht wordt geschonken aan het benoodigde voor pensioenen. Naast de i6J millioen voor rekening van Indië, komen er voor het moederland zeker nog wel een i6| millioen bij en dan is nog niets uitgetrokken voor kosten aan materieel, dat, voor de oefening en verdere vorming van het personeel, in Holland moet worden onderhouden. Om eenigszins nauwkeurig van de te verwachten kosten op de hoogte te zijn, behoort men zich af te vragen: Wat kost de aanbouw, de exploitatie in Indië, de oefening en aflossing van het personeel en welk bedrag zal er met de pensioenen gemoeid zijn. Dit zijn zekere factoren, waarmede men al dadelijk rekening kan houden, maar er zijn nog onzekere invloeden, welke men echter niet mag negeeren, zooals bijv. de quaestie van de vervanging te zijner tijd van de te bouwen schepen, het feit, dat men met dit soort bodems geenerlei ervaring heeft en er zich dus in het begin allerlei onverwachte stroppen" kunnen voordoen, terwijl de taxatie van de kosten niet is gebaseerd op tegen woordige prijzen, maar op die welke golden vóór den huldigen oorlog. De slagkruisers zijn, bij de opgeloopen grondstoffen-prijzen, reeds thans zér aan zienlijk kostbaarder dan door de regeering begroot is! Over de kosten aan de te maken basis verbonden, loopt men meestal vluchtig heen, maar Soerabaja is zoowel door de Vlootcommissie van 1920 als die van 1912, zelfs voor schepen van 7500 ton, onge schikt verklaard. Over de in te richten haven zal men dus ook iets nauwkeuriger gegevens moeten verstrekken. Over de kosten voor de omlijsting" van de slagkruisers hoort men ook niet veel en men kan in het algemeen zeggen, dat de kosten berekening voor het vlootplan hoogst oppervlakkig is geschied, terwijl men toch het recht heeft om te eischen, dat men zoo nauwkeurig mogelijk zal weten, waar men geldelijk aan toe zal zijn, indien men tot invoering van de slagkruisers besluit. Ten slotte rijst de vraag, wie bij het maken van de noodige contracten, het geweldige risico zal dragen. Toen de Java, Sumatra en Celebes werden gebouwd, droeg de Staat alle risico voor den bouw en het resultaat was, dat de kosten driemaal de taxatie bedroegen. Indien zulks ditmaal ook het geval zou zijn, dan komen de slagkruisers op 1,00 millioen te staan ' Eene minutieuze berekening van de zeker en mogelijk te verwachten kosten is een gebiedende eisch, om te voorkomen, dat men later de dupe wordt van geduchte tegenvallers. PAG. 4 DE GROENE No.3i82

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl