De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 26 april pagina 5

26 april 1940 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

De regeeringspersdienst meldt... Taak en werkwijze van een der belangrijkste regee ringsinstellingen. E ENIGE weken geleden bracht een Amerikaansch blad het bericht dat onderdeelen van een Engelsch bezettingsleger op weg zouden zijn naar Nederland. Groot-opgemaakt werd het door een deel der Duitsche pers overgenomen. Een snelle reflex op deze absurde mededeel ing was noodig. Inderdaad prijkte binnen weinige uren in de Nederlandsche dagbladen een kort-maar-krachtige reactie beginnend met da woorden De Regeeringsperrdienst meldt. ..." De Regeeringspersdienst meldt". .. . Dat vlieg tuigen van bekende en onbekende nationaliteit over ons land zijn gevlogen. Dat H. M. gezant te Londen een démarche heeft ondernomen bij Lord Halifax. Dat de visumplichtigheid voor vreemdelingen is uitgebreid. Dat de staat-van-beleg is afgekondigd over enkele gemeenten in het Oosten des lands. De Regeeringspersdienst. Hij is een van de belangrijkste organen geworden waarover de Nederlandsche regeering beschikt voor het contact met de buitenwereld. Vóór den oorlog zal het be staan van dezen dienst (die toen reeds het eerste lustrum achter den rug had), menigeen onbekend zijn geweest; thans kent iedereen hem. Zijn mededeelingen staan dagelijks in alle bladen. Wil de Regeering een bepaald bericht doen toekomen aan het Nederlandsche volk, dan wordt met den Regee ringspersdienst overleg gepleegd. Wilde Regeering een dwaze melding in een buitenlandsch blad recht zetten de Regeeringspersdienst wordt ingescha keld. Wil een buitenlandsche journalist een onzer ministers spreken hij wendt zich tot den Regee ringspersdienst. Wil een autoriteit de journalisten over een bepaald onderwerp inlichtingen verschaffen de Regeeringspersdienst organiseert een confe rentie. Omgekeerd wendt de pers zich met haar journalistieke wenschen tot den Regeeringspers dienst, terwijl uiteraard dit orgaan zelf zijn initiatief in beide richtingen kan ontplooien. Uit deze weinige gegevens zal reeds blijken hoe veelomvattend en vooral hoe verantwoordelijk het werk is dat de Regeeringspersdienst verricht. Minis ters moeten op zijn adviezen kunnen afgaan. Hem is wat de chef van den dienst, de heer A. J. Lievegoed, de moreele defensie" van ons land noemde, mede toevertrouwd. Hieruit volgt reeds dat propa ganda en reclame den dienst vreemd moeten blijven. Vandaar dan ook dat in tegenstelling met hetgeen sommigen verwachten het apparaat waarover deze belangrijke dienst beschikt, naar verhouding beperkt kon blijven. De Regeeringspersdienst bestaat hier uit zes personen. Hij is niet gevestigd in een apart gebouw maar hoewel hij sedert 1937 tot ,,Algemeene Zaken" behoort in zijn oorspronkelijke loka iteiten in het Departement van Buitenlandsche Zaken op het Plein te Den Haag gebleven. Er klinkt geen geratel van honderden schrijfmachines, het is er geen druk gaan-en-komen van nieuwshalendeen-brengende loopers, er zetelt geen minister, tot wien men met moeite doordringt, achter een machtig bureau, in een grootsche ontvangzaal. Niets van dat alles. De chef van den Nederlandschen regeerings persdienst verricht, zijn dagelijksch werk in een vertrek, zooals er honderden zijn op de Haagsche departementen. DE Nederlandsche Regeeringspersdienst is ruim zes jaar geleden, op i Januari 1934, in werking getreden. In het parlement was menigmaal ge wezen op de wenschelijkheid, een lichaam te be zitten, dat voor in- en voorlichting over Regeeringsbeleid zou dienen, dat het contact met de binnen- en buitenlandsche pers zou onderhouden, dat ver zamelen en verwerken zou wat in vreemde landen over Nederland en Ned.-Indiëgeschreven werd en dat rechtstreeks of langs een omweg recht zou kunnen zetten wat onjuist was voorgesteld. Ziedaar een deel van het arbeidsveld van den Regeerings? persdienst zooals dezen tenslotte het spreekt vanzelf: na advies van een staatscommissie door de Regeering werd opgericht. Het werk van dezen dienst is, speciaal in dezen oorlogstijd, veelomvattend. De dienst geeft binnenen buitenlandsche journalisten alle inlichtingen die zij omtrent Nederland, zijn overzeesche gewesten, De leiders van den Regeeringspersdienst, de heeren Lievegoed en Lambooy, in de werkkamer van eerstgenoemde. zijn internationaal beleid, zijn staatsinrichting, zijn praktische politiek wenschen te bezitten. Daartoe dienen gezwegen van persoonlijke, mondelinge voorlichting, van inschakeling van telex, radio, enz. mede persconferenties, alsook documentatie die van den dienst uitgaat. Speciaal deze arbeid is van niet te onderschatten beteekenis. Hoe beter de geheele wereld van Nederlands standpunt op de hoogte is, des te sterker is onze positie. Het kwade gerucht moet snel achterhaald, de waarheid niet minder snel verbreid worden. Journalisten en officiele personen kunnen trouwens op elk gebied hun licht bij den dienst opsteken. Deze beschikt, beha ve over documentatie en officiële informatie, over een uitgebreid knipselarchief, dat in den loop der jaren tot zevenduizend dossiers is uitgedijd en waarin men uit reeksen binnenlandsche- en buitenlandsche bladen en periodieken gegevens aantreft omtrent alle mogelijke gebeurtenissen. Het is naar de heer A. J. Lievegoed mededeelde eens gebeurd, dat dr. Ph. C. Visser, de bergbeklimmer en thans Hr. Ms. gezant te Kopenhagen, bij den dienst aanliep en bij wijze van steekproef vroeg naar materiaal over het communisme in Turkestan. Het was aanwezig. Het knipselmateriaal wordt voor een deel door den dienst-zelf verzameld. Er worden dagelijks vele binnen- en buitenlandsche couranten en tijdschriften verwerkt. Ter completeering is de dienst geabon neerd op de gegevens van enkele binnen- en bui tenlandsche documentatiediensten Dergelijke ge gevens ontvangt de dienst ook van particulieren in den vreemde, en tenslotte zijn er dan natuurlijk d? persrapporten van de Nederlandsche gezanten en consuls. Onjuiste mededeelingen in een-of-ander buitenlandsch orgaan kunnen aldus geneutraliseerd worden. Een internationaal droit de réponse" bestaat niet, maar de Regeeringspersdienst kan óf via officiëile buitenlandsche relaties, óf door direct of indirect contact met het blad dat de onjuistheid publiceerde, pogen de zaak recht te zetten. HET is in dat verband van groot belang dat tusschen den Regeeringspersdienst en de buitenlandsche pers in het algemeen, de in Neder land gevestigde vreemde journalisten in het bijzon der, een hartelijk contact bestaat. De Knickerbockers, Ward Prices, Argussen" en Kriegks kunnen ten allen tijde aanloopen bij den dienst. De chef stelt op het contact met buitenlandsche journalisten veel prijs. Het heeft bovendien een bijzondere charme; de verschillen in volkskarakter komen er zoo duidelijk bij naar voren. Eén voorbeeld. Toen Prinses Juliana en Prins Bernhard in het huwelijk traden, waren er in de kerk te Den Haag tweehonderd plaatsen voor journalisten beschikbaar. Maanden van te voren werd de dienst reeds overstroomd met aanvragen van degelijke Duitsche journalisten. De Engelsche bladen openden het aanvraag-offensief precies op het juiste moment. Uit Frankrijk werd niets ver nomen; den avond vóór het huwelijk arriveerde echter een trein met Fransche journalisten, die niet begrepen waarom de dienst zich over hun late aanmelding verbaasde, en nog minder waarom er geen hotelkamers te verkrijgen waren. Den volgen den morgen arriveerden zij op het nippertje in de kerk. Een Duitsch journalist had toen reeds naam, toenaam en functie van de honderdvijftig aanwezige hoogwaardigheidsbekleeders ijverig opgenomen en naar Berlijn getelegrafeerd. De Engelschen maakten onverstoord hun aanteekeningen. De Franschen schreven nu en dan een woord op hun manchet. En hun verslagen waren, hoewel geen naam goed was gespeld, verreweg de meest leesbare", zei de heer Lievegoed. Ook het contact met de binnenlandsche pers is van groot belang. Er bestanden reeds lang verbin dingen tusschen pers en Regeering. Na het uit breken van den oorlog zijn deze zelfs nog toege nomen. Er is een speciale contact-commissie inge steld, die uit de presidenten van de twee journalistenvereenigingen en van de twee vereenigingen van directeuren van de dagbladpers bestaat. Regelmatig komt deze commissie bijeen met de leiding van den Regeeringspersdienst. De dagbladen kunnen langs dezen weg aan de Regeering laten weten wat er leeft in ons volk, op welke punten men gaarne eenige opheldering zou krijgen. De Regeering op haar beurt kan via den Regeeringspersdienst de dagbladpers vriendschappelijke raadgevingen doen toekomen. Naast dit geregelde contact is er het contact op de vele, soms groote conferenties en excursies die de Regeeringspersdienst organiseert. Men ziet: werk genoeg, al in vredestijd. NU is het oorlog. In dezen oorlog heeft de Regeeringspers dienst het extra-druk. Van den vroegen morgen tot den laten avond ratelt de telefoon. Chef en adjunctchef van den dienst zijn zelf s 's nachts niet veilig voor de journalisten. Uit dat simpele feit moge blijken, dat de persdienst begrip moet hebben voor de eischen der moderne journalistiek. Men zal dat ook wel ver wachten van den heer Lievegoed, die op zeventienjarigen leeftijd zijn journalistieken loopbaan begon aan het oude Amsterdamsche Geeltje, vervolgens via de Sumatra-Post en de Nieuwe Rotterdamsche Courant, bij de Semarangsche Locomotief belandde, weer naar de N. R. C. terugkeerde en sinds 1931 academische voordrachten hield over het pers wezen. Naast den heer Lievegoed werkt, als adjunctchef, een tweede journalist, de heer D. J. Lambooy, die jarenlang parlementair-redacteur was van den chr.-hist. Nederlander. Eenige andere, aan den dienst verbonden personen, zijn academici. En schrijft u vooral in uw artikel," waarschuwt de heer Lievegoed, vriendelijk en bescheiden als hij is, dat het beeld van den dienst niet is: n man en verder aanhang-zonder-meer. De samenwerking is hier voortreffelijk. Er heerscht hier een eens gezinde geest". De geest van Nederlands onafhankelijkheid, dat is de geest die aanwezig is in deze simpele, onopgesmukte departementale werkkamers: de Nederlandsche Regeeringspersdienst. Er hangt aan het departement niet eens een bordje waarop de dienst vermeld is.... IVOROL geeft een zeer actief zacht en geurig schuim waardoor elke poetsing met Ivorol een ware mondwassching wordt. Heerlijker tandpasta is er niet. Tube 60 - 40 - 25 cent. PAG. 5 DE GROENE No. 3282

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl