De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 8 juni pagina 13

8 juni 1940 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Fabel voor groote menschen 4 * Oude kinderspelen voor de moderne jeugd »?;* > MET vlugge vingers haalde de eigenares van de zwartsuède schoentjes de twee blinkende clipjes die maakten dat ze van namiddag schoentjes ook avondschoentjes wer den, los en legde 2e in het doosje bijouterieën. De duisternis daarbinnen, doofde aanstonds de fonkelstraaltjes die ze anders plachten te schieten. En vroeg op languissanten toon de lange ketting van imitatie-j ade kralen, die lui languit lag gestrekt hoe was het in den schouwburg, gister avond? Een goed stuk? Ikzelf ben in lang niet geweest.. .." En de ketting geeuwde. Hoe kun je ons nu zulke nonsens vragen?" zei driftig het oudste clipje, dat zorg had omdat n van zijn steentjes een beetje los zat en wiebelde, hetgeen het echter niet bekennen wilde; je weet toch wel dat wij van het stuk nooit iets zien ? Dat is nu een maal je lot als je op een schoen wordt neergezet...." Mijn zuster is een beetje kribbig, niets dan zenuwen," kwam nu sussend het jongste clipje. Maar ik voor mij vond het een heel aardigen avond. Alles hangt natuurlijk af van de kennissen, di; men ontmoet. We troffen het ditmaal, ik had links van mij een keurig paar heerenbottines; we hebben heel prettig geconverseerd. Het is anders wel wat vervelend daar beneden op den grond. Het stuk zal wel humo ristisch zijn geweest; de menschen lachten tenminste vaak." Voor mij was de avond bedorven toen mijn meesteres weer eens een ladder in haar kous haalde," zei de oudste clip, somber. Zooiets slaat altijd op de rest terug. Ik had een paar hooggehakte zwartzijden sandaaltjes rechts van me en als je gehoord had wat die allemaal zeiden...." Het is mijn vaste stelregel om me nooit iets aan te trekken van wat de menschen zeggen," viel de ketting in. Ik weet zélf best, dat ik niet van echt jade ben. Als ik dat was, lag ik niet hier." En hij keek even schuin naar het gouden speldje, voorstellende kruis, anker en hartje van geloof, hoop en liefde, dooreengestrengeld. Dat speldje placht er zich wel op te laten voorstaan, dat het van puur, gekeurd goud was, ofschoon dit weinig paste bij de zachtzinnigheidsemblemen, die het voerde. Weest niet slechts rein, mijdt ook den schijn.. . .," prevelde het speldje, dat gaarne met berijmde waarheden werkte, ook al sloegen die niet steeds op hetgeen er aan de orde was. In ieder geval, het was een drukke avond en ik vind dat we moeten gaan slapen," besloot het jongste clipje, dat er heimelijk naar verlangde om een beetje na te soezen over de vriendelijke bottine met den keurigen maceo veter, links van haar. Ja, slapen...." mompelde de oudste clip en brrr, daar kreeg ze weer zoo'n scheut door dat losse steentje en werd pijnlijk herinnerd aan wat er allemaal wel eens gebeuren kon wanneer dat steentje er inderdaad uitviel. De boom der ongerustheid groeit, zooals men weet, des nachts altijd het snelst. En daarop werd het stil. HENRIËTTE LABOUREUR Kinderen' Het Slijk der Aarde DER langen Rede kurzer Sinn was dat moeder, die boodschappen was gaan doen in de stad in gezelschap van Zus op een vrijen middag, haar geld thuis had laten liggen. Een bank biljet nog wel! En dat ze, ongerust, van de stad uit naar huis telefoneerde om te hooren of het geld nu inderdaad daar lag of dat ze het mogelijk verloren had. .. . Het eerste was het geval en het was Freek, die óók vrij had, die het telefoontje aannam en van den inhoud genoot. Zoo'n slordige moe toch. .. .", commenteerde hij dierbaar-kneuterig. Wat een geluk, hè, dat Freekie het biljetje nou maar zoo gauw gevonden heeft! Wat krijgt Freekie daar nou voor?" Moeder grinnikte maar eens, opge lucht, en drukte Freek op het hart om het bankbiljet op haar tafel te leggen. En verder geen onzin uithalen en voorzichtig bij het fietsen hoor !" Toen moeder en Zus dien laten na middag thuiskwamen, na een ietwat mislukten boodschappenmiddag omdat Zus per-séschoenen met kruisbandjes wilde hebben, die niet te krijgen waren, en omdat moeder vergeefs jacht maakte op stof van een kleur bruin, die blijk baar alleen maar in Utopia geweven werd, was moeders eerste gang naar haar tafel, waar het bankbiljet moest zijn neergevlijd. Freek was niet thuis. Maar het biljet lag er niet! De gedienstige van den huize, onder vraagd, wist er niet van. Freek had wel iets gezegd van geld. Maar waar-ie het gelaten had. .. . f Vader kwam thuis en gezamenlijk werd de jacht op het bankbiljet ge opend. Ze zochten overal. Op tafels en onder tafels. In kasten. In den broodtrommel. Freek was zoo'n raar jongetje, je kon nooit weten ! In dekschalen. In pannen. In verborgen kasthoekjes. Guus kwam thuis uit school en zocht óók mee, onder het leveren van commentaar, dat Zus, nog altijd kribbig, om het niet bereikte schoenenideaal, kortweg als weeshuisvader-achtig bestempelde. Zoo'n jongen, toch, hè", vond Guus met zorgelijk-gerimpeld voor hoofd. Waarom deed-ie nou niet wat moeder 'm zei ? Hebt u al in den koek trommel gekeken, vader? Ook niet? Dan maar weer verder." Vader was net bezig de hoes van de kruik omlaag te stroopen en Guus grabbelde in moeder's handwerkmand. Alles ver geefs. Dan maar eens neuzen in de kast bij de chocolaadjes," dacht Guus hardop. En toen had hij opeens een ouden theepot in zijn handen. Daarin ook maar eens kijken. ..." Een snerpende juichgil, een bruin handje omhoog mét het bankbiljet er in. De familie verzamelde er zich om heen. ,,Is het dat?" vroeg vader wan trouwig. Natuurlijk" was moeders verontwaardigd antwoord, je denkt toch zeker niet dat ik hier in huis zoo maar voor de aardigheid bankbiljetjes in ouwe theepotten stop. Dat heeft Freek natuurlijk gedaan !" Uit bebbetjesachtigheid !" was Zus' nijdige reactie, maar Guus die degelijk had nagedacht, schudde het hoofd en zei: ,,Nee-een, maar we hebben pas een boek gelezen waarin iets stond van een oud vrouwtje, die 'r spaar centjes in een ouwen theepot stopte. Daaraan heeft Freek natuurlijk ge dacht en daarom keek ik maar eens in dien pot!" Moeder trakteerde op limonade met spuit uit blijdschap over het weer vinden en wat Freek betreft, die kon, toen hij eindelijk thuiskwam, maar heelemaal niet begrijpen waarom de verzamelde familie hem niet dankbaar was dat hij het slijk der aarde, zoo'n voddig biljetje, zoo zorgzaam had opgeborgen. ERICA 4 (uit een prentenmagazijn) 4 t toipplan/? Op den heer Van Golsteins buiten Zijn ze voor een' dag gevraagd. En ze zijn niet bang, die guiten: Zie maar, hoe zich ieder waagt Op de wipplank; valt er een, Ligtlijk breekt hij arm of been. Na een kleine verversching genomen te hebben, gingen de jonge knapen den tuin in, onder geleide van den tuinman. Deze bragt hen bij de fraaije bloemen en in de heerlijke oranjerie; zoo iets hadden zij nog nooit gezien. Zij kwamen aan het plein achter de plaats; daar vonden zij onder anderen eene groote kruis-wipplank. O zulk eene wipplank vind ik zoo prettig," zeide Hendrik, in sommige tuinen buiten- onze stad vindt men ze ook wel, maar dan zijn ze enkel; deze is dubbel." Als gij voorzichtig zijt en er op wilt, jonge Heeren ! dan moogt gij wel; er kunnen er acht op; gij zijt met uw zevenen, ik zal mijn zoontje bij u zetten, die kent de behandeling van de wipplank, om ze in beweging te houden." ??Dat vonden allen goed; op ieder eind zaten er twee en de tuinman bleef er bij, om toe te zien, dat er geene ongelukken gebeurden. Daar vonden zij regt smaak in, en hielden zich een' geruimen tijd met de wipplank bezig. O, wat een pret ! Vraagstukken over vrouwenberoepen MOEILIJKHEDEN bij de beroeps keuze, dat is een euvel waar te genwoordig veel jonge menschen onder lijden. Vroeger was de beroepskeuze een eenvoudiger quaestie, het was doorgaans vanzelfsprekend dat de zoon zijn vader opvolgde. Maar tegenwoor dig? Niets daarvan ! De firma-namen Jansen & Zn., Hendriksen & Zn. enz. beginnen ouderwetsch te worden. We leven in de zoogenaamde eeuw van het kind"; de jeugd is zelfstandig ge worden en beschikt over wal en wee. Wie weet, komen firmanamen als Jansen & Vader, Hendriksen & Vader enz. nog wel eens de in mode. Hoe het ook zij, de moeilijkheden van de beroepskeuze krijgen thans de jonge menschen in hoofdzaak zélf op te lossen. De verantwoording die de jonge mensch zich daarbij moet afleg gen, is zeer groot, soms grooter dan hij kan dragen. De beroepskeuze bij vrouwen heeft zijn specifieke moeilijkheden, en daar om is er onlangs een boekje verschenen ,,Vrouwen-beroepen, De weg naar de Toekomst", uitgegeven bij C. A. Mees te Santpoort, dat dient om voorlichting te geven aan jonge vrouwen, en een wegwijzer is op den levensweg wanneer er vele, en dus vele verkeerde paden ingeslagen kunnen worden. Een kleine veertig vrouwen vertellen over hun beroepen, over de eischen die de beroe pen stellen. Alle voor en tegens worden nauwkeurig afgewogen. Het boekje kan een belangrijke steun zijn voor meisjes die tegen een zom^r/acantie vol weifelingen opzien. HET SROÖf Havermoutkoekjes in een ommezien gemaakt, en even gauw verdwenen Jk vind koken niets naar, maar wel vervelend dat er van tijd tot tijd oogenblikken zijn, waarin men eigenlijk niets kan uitvoeren. Sommige menschen nemen dan een breiwerk, anderen doen weer iets anders, maar allen zullen met het maken van havermoutkoekjes in deze momenten een onevenredig groot succes in de huiselijke kring oogsten. Voor een flinke hoeveelheid : 2 ons boter of margarine tot een roomige massa roeren. Neem nu 2 ons haver mout, 2 ons suiker, wat citroenschil en zout en roer dit tot een samenhan gend deeg. Maak hier balletjes van (zoo groot als een knikker) en leg deze op een ingevet en dun met bloem bestrooid bakblik en uw koekjes zijn in een oogenblik in een goede warme oven bruin en gaar. Uitstekende en voedzame koekjes voor de kinderen.' PAG. 13 DE GROENE No. 32S5

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl