De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 8 juni pagina 17

8 juni 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

EEN van de onaangenaamste ge beurtenissen die mij den laatsten tijd overkomen zijn, was de ontdekking welke mijn tweede ochtendsecretaris onlangs in mijn brievenbus deed. Dat waren de belastingbiljetten. Niet dat ik tegen belasting betalen eenigerlei bezwaar heb; geld moet rollen, ook al zijn het stapeltjes bankpapier. Maar als ik denk aan den arbeid die noodig is om zulke biljetten in te vullen, dan komen er bijna vervaarlijke rimpels in mijn voorhoofd, als ik mijn neef Baron Goudknots tenminste gelooven moet, die zulks meende te constateeren en die zelf niet over een vol doende hoeveelheid voorhoofd beschikt om .er rimpels in op na te houden. Mijn twaalf secretarissen, die ik eenige dagen tevoren in mijn daartoe ingerichte zalen te werk had gesteld om suikerbonnen te knippen, moesten hun werk staken teneinde de belasting biljetten te verzorgen. Op hun verzoek liet ik een paar dozijn accountants komen om de berekeningen te maken. Er viel heel wat te berekenen: de belasting op mijn paarden, de belasting op mijn auto's, mijn zeil- en motoryachten, mijn billards, mijn Bechstein concertvleugels, mijn Louis Onze ameu blementen, mijn badkuipen van oud Chineesch porcelein, mijn Gothische gashaarden van gebrand zilver, mijn vijfhonderd dorstige jachthonden, mijn personeel, enz. enz., te veel om op te noemen (wat ik dan ook door mijn secretarissen liet doen). In de gele Ridderzaal die ik tot rekenkamer had laten inrichten, daverde het van den vroegen ochtend tot den laten avond van het lawaai van schrijf- en reken machines en pengekras. Toen ik mijn middagdutje wilde doen, bevond ik dit geluid als zeer hinderlijk en gelastte het werk enkele uren te staken. Nadat ik ontwaakt was en verkwikt de rekenkamer betrad, bleken alle rekenmeesters in slaap gevallen te zijn. Zij moesten opnieuw met hun werk beginnen omdat zij alles vergeten waren en alle papieren door elkaar lagen. Mijn butler James vertelde mij dat hij gezien had dat mijn neef Baron Goud knots de rekenkamer was binnen geslopen toen allen sliepen en zeer nieuwsgierig alles doorgebladerd had inzooverre hem dat mogelijk was. Dat was dus de dank voor mijn gast vrijheid aan mijn dakloozen neef. Vervuld van verbitterde gevoelens beval ik mijn secretarissen en accoun tants het werk onverwijld op te nemen en verder, in ploegen verdeeld, door te werken. Vervolgens liet ik mijn heele per soneel bijeenroepen, afgezien van de secretarissen, en in gezelschap van mijn neef Baron Goudknots die bang is als hij alleen in huis is en die ik in de rekenkamer niet vertrouwde, be gaven wij ons naar mijn garage, waar mijn personeel mij behulpzaam moest zijn met het tellen van mijn ontel bare auto's. In iedere auto liet ik n van mijn bedienden plaats nemen, op deze wijze werd het tellen van mijn auto's een eenvoudig rekensommetje. Mijn per soneel telt 498 koppen, en uit het resteerende aantal zou ik de hoeveel heid auto's kunnen berekenen. Mijn verbazing was echter groot, hoewel lang niet zoo groot als die van mijn neef Baron Goudknots, toen ik tenslotte constateerde dat er van mijn personeel geen enkele man overbleef. Twee auto's waren nog ledig; daarom verzocht ik mijn neef in een twoseatertje plaats te nemen, wat hem niet zonder aanmerkelijke moeite ge lukte. Nadat ik in de laatste auto, de vijfhonderdste, was gaan zitten, hoorde ik mijn neef vervaarlijk hijgen en steunen. Hij zat met een van zijn zeven onderkinnen tegen het stuur en probeerde zich naar boven te werken omdat hij het schijnbaar nogal be nauwd had. Plotseling gaf hij onwille keurig gas, en tot groote consternatie van mijn personeel schoot hij in volle vaart vooruit. Dank zij mijn tegen woordigheid van geest gaf ik ook vol gas en wist zoodoende een aanrijding te vermijden. De motoren van alle auto's sloegen gelijktijdig aan, een ieder wilde mijn stuurloozen en wild rondcirkelenden neef ontvluchten. Zoo ontstond er een paniek die iedere beschrijving tartte. Alle auto's reden met maximum snel heid door de openstaande deuren naar buiten. Het verschrikkelijke schouw spel duurde gelukkig maar enkele seconden. Verspreid over mijn heele landgoed bleven mijn auto's staan. Alleen die waarin mijn neef zat, bleef als een dolle hond doorrazen. Omdat hij tusschen het dashboard en de bank beklemd zat, had hij hoegenaamd geen macht over het stuur. De toeter gilde onafgebroken. Tot mijn groote gerust stelling plonsde mijn neef met zijn ontembare vehikel in den vijver. Van onder den waterspiegel drong het ge luid van de claxon tot mij door, waar door de reddingspogingen vergemak kelijkt zouden kunnen worden. Maar dank zij zijn buitengewone drijfkracht kwam mijn neef inclusief de auto spoedig aan de oppervlakte. Mijn personeel haalde hem op het drooge, en met eenige borrels begaf hij zich naar bed. Den volgenden ochtend nadat mijn personeel hem met de uiterste moeite gewekt had, vroeg mijn neef mij, of ik hem behulpzaam kon zijn met het invullen van zijn belastingbiljet. Ik ging met zijn biljet naar de reken kamer, waar ik constateerde dat het personeel het stadium van de schrijfkramp reeds te boven was gekomen. Zonder ophouden schreven de mannen niets dan lange rijen nullen; door de macht der gewoonte was het hen niet mogelijk iets anders te doen. Ik vulde enkele cijfers in op mijn neef's aan slagbiljet, en gaf het aan de secre tarissen. Binnen enkele oogenblikken stonden er onuitsprekelijk hooge ge tallen op vermeld. Na het biljet in het blauwe couvert gestoken te hebben, gaf ik dit aan mijn neef die het ver heugd van lakzegels voorzag en het weg liet sturen. Tegen het betalen van belasting heb ik geen enkel bezwaar; geld moet rollen, vooral als het niet van mij is maar van mijn neef Baron Goudknots. Uit De Groene" van het jaar 1910 luchtvloten Duitschland_ frankrijk Spa.nje J~)E luchtscheepvaart is een plotse"^ ling uit de kluiten gewassen jon gen. In de spanne van een paar jaren, van eigenlijk nog maar ettelijke maan den tijds kwamen wij van de eerste ge slaagde proeven tot de reeds belangrijke stichting van lucht-vloten, ernstige mid delen van aanval en verdediging voor de mogendheden in oorlogstijd. Hoe kort is het geleden, dat ze nog als sagen klonken, de verhalen der twee Amerikanen, gebroeders Wright, die bezig heetten zich te oefenen in het vlie gen, op toestellen, zwaarder dan de lucht, ergens boven een vlakke land streek in Amerika? Dreven die werke lijk, de wetten der zwaartekracht ten spijt, boven bosschen en rivieren ? Wij geloofden het niet ! En thans geeft men reeds overzichtkaarten, waarop de sterk te der lucht-kruisers en lucht-torpedo's met n oogopslag te zien is. Het bovenstaande kaartje toont, dat Duitschland vooraan staat wat betreft de bestuurbare ballons (n.l. 14 stuks), en Frankrijk wat betreft de aeroplanen (n.l. 2<)). In 't geheel bezaten, op 't oogenblik van den overgang naar 't nieuwe jaar, de Europeesche Mogend heden en Amerika samen 32 bestuur bare luchtballons en 56 vliegmachines. Het staat te verwachten, dat binnen kort die cijfers verdrie- en vertiendubbeld zullen zijn .' PAG. 17 DE GROENE No. 3Z85

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl