De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 8 juni pagina 4

8 juni 1940 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

B/7 DE FOTO'S Boven: l. Maquette van het uitbreidingsplan ,,Bosch en Lommer", Amsterdam W. Onder: 2. Een voorbeeld van open" bouwing. be3. Hoe het niet moet. Zuidgevels gelegen tegenover het park. 4. Bij een open" bebouwing vervalt het verschil tusschen voor- en achter gevel. Het architectonisch geheel is hier zeer twijfelachtig. STEDEBOUW EN ARCHITECTUUR Problemen die urgent geworden zijn B. Merkelbach DE stedebouwer tracht de toekomst te peilen, en zijn programma te ontwikkelen aan de hand van een verwachte groei, waarvoor hij de gegevens uit het verleden put. Hij is de man die de stad bouwt, zonder materie, hij bouwt een pa pieren stad", hij is de wegbereider voor de archi tecten die de stad als realiteit moeten bouwen.De stedebouwer werkt in de toekomst, de architect in het heden. Het in de toekomst schouwen is steeds een hachelijke onderneming, indien men uit die bespiegelingen althans concrete gegevens wil putten. Toch moet de stedebouwer zich steeds aan deze hachelijke onderneming wagen. Hij doet statistieken en prognosen opstellen, waaruit hij zijn programma distilleert. Vele van zijn veronderstellingen en aan namen zullen juist blijken, vele zullen door den tijd gecorrigeerd worden. Het goede stedebouwkundig plan moet echter ook deze misrekeningen voorzien, en de correcties die de realiteit vraagt moeten zonder veel bezwaar aangebracht kunnen worden. Het hachelijkste punt voor den stedebouwer is voor mij echter steeds het moment waarop ,,de toekomst" heden wordt, het oogenblik waarop de papieren stad een levende stad moet worden. Wij hebben te Amsterdam een reëel voorbeeld van de moeilijkheden die zich daarbij voordoen. Nu er in Nederland op vele plaatsen rampen te herstellen zijn, is het goed op dit probleem de aandacht te vestigen. Want wij allen hopen dat men met volle energie aan den arbeid zal tijgen om deze rampen te herstellen, maar indien daarbij niet de juiste ver houding tusschen stedebouwer en architect gevonden wordt, wachten ons nieuwe rampen, die onherstel baar zijn. HET is daarom nu het juiste moment om de laatste uitbreiding van Amsterdam aan een critische beschouwing te onderwerpen. Want vele goede bedoelingen zagen wij hier mislukken omdat men het critieke moment van overgang van stede bouwer naar architect niet of onvoldoende in goede banen heeft geleid. Het uitbreidingsplan Bosch en Lommer voor het terrein ten Zuiden van de Haarlemmerweg en ten Westen van de Admiraal de Ruyterweg, vormt een onderdeel van het groote uitbreidingsplan van Amsterdam. Dit plan is zorgvuldig en consciëntieus voorbereid. De afdeeling Stadsontwikkeling van Publieke Werken heeft door het opstellen van dit uitbreidingsplan bewezen hoe onontbeerlijk een goede stedebouwkundige dienst voor een stad als Amsterdam is. Het ligt geenszins in mijn bedoeling het plan zelf aan een bespreking te onderwerpen, ik wil slechts nagaan wat van dit plan realiteit is geworden. Uit den aard der zaak zal ik vele zaken onbe sproken moeten laten, die zich uitsluitend leenen voor een behandeling in een vaktijdschrift. Volsta ik met mede te deelen dat het plan hoofdzakelijk met woningen bebouwd wordt, Bosch en Lommer zal typisch een woonwijk" zijn, terwijl de bouw blokken zoo gunstig mogelijk ten opzichte van de zon georiënteerd zijn, en om een zoo goed mogelijke zon-toetreding te waarborgen is de geheele wijk in z.g. openbouwing ontworpen. Natuurlijk zijn in de wijk ook scholen, winkels, en andere bij de woonwijk noodzakelijke gebouwen geprojecteerd, doch het overgroot deel der bouwwerken zal toch uit woningen bestaan. De bijbehoorende bebouwingsvoorschriften regelen den aard van de bebouwing in detail en daarmede is de papieren" stad gereed. De geheele voorbereiding getuigt van vakman schap, stedebouwkundig is het een goed doorwerkt plan. De hierbij afgebeelde foto van de maquette toont het plan in groote lijnen. Op den voorgrond een park, waarachter een gracht en waarnaast sportvelden. De gesloten blokken aan de rechterzijde worden gevormd door de gedeeltelijk bestaande bebouwing langs de Admiraal de Ruyterweg. DIT plan is thans gedeeltelijk werkelijkheid ge worden, en hadden de onvoorziene omstan digheden" de uitvoering niet vertraagd, dan was het thans goeddeels volgebouwd. Laten we nu zien wat er van dit plan architecto nisch is terechtgekomen. Afbeelding 2, die even als de overige foto's uit het tijdschrift De 8 en Opbouw" is overgenomen, waarin architect J. Niegeman een beschouwing over deze bebouwing gaf, toont de open bouwblokken. Het voordeel van deze bouwwijze springt hier duidelijk in het oog, de woonkamers met woonbalcons liggen allen naar het Westen (namiddag en avondzon) terwijl ruimtewerking ontstaat die met het gesloten bouwblok nimmer te bereiken is. De volgende afbeeling (no. 3) toont echter de koppen van de blokken die naar het park en het Zuiden liggen. Hier blijkt een volkomen gemis aan stedebouwkundig begrip bij den ontwerper van deze huizen. De geheele bebouwingswij ze stelt hooger eischen aan de ontwerpers. Hier kan men niet volstaan met confectie-huizen", omdat het plan stedebouwkundig gesproken ook geen confectie is. Alle wooneischen moeten opgelost worden en deze verkaveling verdraagt niet dat de wasch aan de gevels wappert zooals we op afbeelding 4 zien. Hier demonstreert zich een disharmonie tusschen het niveau van het stedebouwkundig plan en het niveau der architectuur. Deze woningen werden ontworpen door misschien zeer goede bouwkundigen maar niet door architecten. Hier werd de aansluiting gemist, tusschen stedebouwer en architect. Er was een weg bereid, er waren mogelijkheden geschapen, doch ze bleven onbenut. De papieren stad beloofde een schoonere toekomst dan het heden bleek te zijn. De voorbereiding is daardoor weliswaar niet waardeloos, zonder dat het zou het nog erger geweest zijn, maar het missen van deze juiste overgang is toch funest voor het blijvend resultaat: de concrete stad. Dit punt, het bouwen door onbevoegden, is een euvel dat zich het sterkst wreekt. Het is te wenschen dat bij de opbouw die thans allerwege in Nederland gaat gebeuren, men de methode moge vinden om het goede plan ook tot een goede werkelijkheid te maken. Eerst dan zal men van waarachtig op bouwen" kunnen spreken. PAG. 4 DE GROENE No.3285

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl