De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 15 juni pagina 16

15 juni 1940 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

'IHIWHHI VïiïUékroene' De tachtigste verjaardag van den Krantenkoning TER gelegenheid van den tachtigsten verjaardag van Frank W. Harrison werd een groot feestbanket gegeven, waaraan de jubi laris in volle kracht deelnam. Men zag hem zijn hooge ouderdom niet aan; de scherpe blauwe oogen waren nog niet verbleekt en de altijd een weinig spottend lachen de mond verleende het magere gezicht een energieke uitdrukking. Slechts de handen verrieden de hooge ouderdom van Frank W. Harrison: ze waren geaderd, geel, bevend van nervositeit. Er werden vele redevoeringen gehouden; de dominévan de voor naamste gemeente van New York prees in bewogen bewoordingen de weldadigheid van den kranten koning en zijn eerlijk, arbeidzaam leven; de oudste zoon, zelf al grijs, zong een lofzang op den besten vader en echtgenoot (de beide dochters huilden van ontroering en fluisterden met verstikte stem: Als moeder dat nog had kunnen beleven...."); de hoofdredacteur van het grootste blad prees den genialen journalist, den beheerscher van de openbare meening en verklaarde aan het slot van zijn rede: Wij mogen ook niet vergeten dat een dergelijk succes slechts in ons vaderland mogelijk is. Onze vereerde vriend is, zooals wij dit reeds in het ochtend blad uitvoerig beschreven hebben, als kleine repor ter begonnen, als de kleinste reporter van het land. Maar de Vereenigde Staten bieden iedereen gelegen heid te toonen wat hij kan. Vlijt en uithoudings vermogen en fatsoenlijkheid maken het voor iedereen mogelijk, zelfs voor den armste, een groot man te worden." DE krantenkoning glimlachte en boog dankend in de richting van den hoofdredacteur. Toen zei hij: Ik moest nu eigenlijk een redevoering houden om al mijn lieve vrienden te bedanken. Maar dat spreekt zoo van zelf, dat ik liever over iets anders wilde praten. Over mijn succes." Hij zweeg en haalde uit zijn portefeuille een oud vergeeld stuk krantenpapier en gooide het op tafel. De eeregasten lazen het met belangstelling en een van de dochters van Frank W. Harrison riep: Ah, ja. Dat is immers het eerste artikel dat papa vijftig jaar geleden over die beroemde misdaad heeft geschreven." De krantenkoning knikte en zei: Ja, dit artikel was om zoo te zeggen de eerste sport op de ladder van mijn succes. U, mijn lieve vrienden, U bent allen te jong om U dit geval te herinneren. Ik zal hem daarom in 't kort vertellen. Vijftig jaar geleden werd de eigenaar van de Daily Trumpet", een van de belangrijkste en invloed rijkste kranten toendertijd, op geheimzinnige wijze vermoord. Alle nasporingen van de politie bleven zonder gevolg. Heel New York bevond zich in een toestand van groote opwinding. Toen verscheen een kleine volkomen onbekende onopvallende reporter op het tooneel, en deze jonge man kwam er achter hoe en wanneer de kranteneigenaar vermoord was, dezen jongen man gelukte het, door zijn artikel de omzet van de krant te verdriedubbelen. Zijn naam was tot dusver onbekend gebleven. Nu werd hij in de heele stad genoemd. Frank W. Harrison kwam vooruit bij zijn krant; van ontslag was geen sprake meer. Frank W. Harri son werd de vriend van groote speculanten, die hem goede tips gaven. Nu kon hij zijn rekeningen be talen. Nu kon zijn vrouw, die een baby verwachtte, jij was het, John", en de krantenkoning knikte zijn oudsten zoon toe, de beste doktoren consul teeren. Nu ontdekten zoowel de redacteuren, als ook het lezerspubliek, dat zijn stijl origineel en geniaal" was, en toen de jonge man een half jaar later een boek publiceerde, dat hem een jaar voor de moord door twintig uitgevers was teruggestuurd, was de eerste druk binnen vier en de tweede bin nen tien dagen uitverkocht. Zooals gezegd, was zijn naam gemaakt. Daaraan veranderde ook het feit niets, dat de moordenaar nooit ontdekt werd; dat was, volgens de meening van alle brave staats burgers, enkel en alleen de schuld van de politie." De krantenkoning zweeg een oogenblik en ledigde het voor hem staande glas champagne. 5 * t* nacht onderweg, hij liep zijn zolen kapot, maar hij vond de sensatie niet. Hij kwam op de gedachte de sensatie zelf te maken. En wat kon sensationeeler zijn dan een moord op een van de upperten" ? Op een mooien Juniavond ging hij op weg en eenige uren later vernam de wereld van de moord op een groot man." Wat?" riep een rechter, die aan het banket deelnam, ,,U hebt al dien tijd de naam van den moordenaar gekend?" De krantenkoning knikte.... En U hebt hem uit medelijden niet verraden?" vroeg de dominéopgewonden. De krantenkoning knikte nogmaals. En nu, wilt U nu de naam noemen?" vroeg de rechter. Misschien is de moordenaar dood?" Nog niet," antwoordde de krantenkoning ge laten. Maar ik dacht, het zou tot de luister van deze avond bijragen als ik. . . " Een jonge reporter haalde zijn notitieboekje te voorschijn. De groote slag, mijn jonge vriend. Schrijft U maar op: de naam van den moordenaar luidt: Frank W. Harrison." D' N ADAT hij het leege glas weer op de tafel had Frank W. Harrison was echter werkelijk een genie. Hij kende den moordenaar, dien de politie niet ontdekken kon, kende hem en had medelijden met hem. En nu zal ik U, als U het mij veroorlooft, de geschiedenis van den moordenaar vertellen. Het was een jongeman, een reporter een arme duivel met een ziekelijke vrouw, die een kind verwachtte. En ook hij was door zijn krant ont slagen. Hij was trotsch, maar terwille van zijn vrouw zette hij die trots op zij. Hij ging naar den kranten eigenaar, hij smeekte, hij bedelde dat men hem nog zes maanden lang zou houden, slechts zoo lang, tot zijn vrouw aan haar kind het leven zou hebben geschonken, en weer gezond was. De eigenaar grijnsde spottend: ,,U hebt nog drie weken den tijd jonge vriend. Misschien gelukt het U een sensatie te vinden. Dan kunnen we met elkaar praten." De jonge man ging en zwoer dat hij de sensatie zou vinden. Een week lang was hij dag en k E jonge reporter liet zijn vulpen vallen. De pastoor verborg zijn gezicht in de handen. John Harrison sprong van zijn zetel op en liep op zijn vader toe. Een van de dochters van den krantenkoning viel in zwijm. De overige gasten zaten als vastgenageld. Een zachte stem drong door het pijnlijke zwijgen: Maar mijne Heeren", zei de huisarts van den krantenkoning, waarover windt U zich zoo op? Onze lieve, vereerde vriend is tachtig jaar oud. Op deze leeftijd treden dikwijls storingen van het geheugen op. Men moet dit niet serieus nemen." Kom, lieve vriend." zei de arts tot den kranten koning, het feest heeft U vermoeid. Ik breng U naar bed en geef U een slaapmiddel". Frank W. Harrison lachte: Vijftig jaar geleden heb ik eens beweerd, dat de menschen alles gelooven, alleen de waarheid niet," meende hij, toen werd deze uitspraak als een geestige paradox opgevat. Overigens zou ik U nog willen verzekeren, mijn lieve vrienden, dat ik geen gewetensbezwaren heb gehad. En...." De huisarts had zijn arm onder die van den ouden man geschoven en trok hem weg. Toen hij terugkwam, verklaarde hij: Alles is in orde. Onze geëerde vriend kan geen alcohol verdragen. Nu ja, als men tachtig is.. " De hoofdredacteur zei tot den reporter: Als U ook maar n woord publiceert, van wat U hier gehoord hebt, dan zal ik er voor zorgen, dat U bij geen enkele krant meer iets te doen krijgt." De jonge reporter knikte verschrikt. En het feest ging verder H. M. IIIIHIIIIIIIIII CHARIVARIA minimum Palndeluxe-brood ,,Dezc maatregelen kunnen naderhand weer ongedaan ?worden ge maakt". (T.) ,,'Ken verkeerd insluipsel, een niemve uitvinding, een valseli voor wendsel, kwaadwillige laster". (K.) Nauwelijks Hollandsch ,,I)it is overigens nauwelijks een juiste aanduiding van dit werk" W , ,I'.en jonge vrouw, die nauwelijks Kngelsch spreekt". (T.) Meemaaksels Wat men in deze film meemaakt is te veel om na te vertellen". (IJm. C.) Wanneer men Smit van nabij meemaakt, moet men steeds hieraan denken". (T.) Hij heeft den grooten oorlug mee gemaakt". (K.) Het juiste woord Zijn voordraeht werd verlneht met lezing uit eigen werk". (O. Toon.) Deze lieden kunnen geen nut meer bewijzen". (R-). En de juiste tijd Het is precies half drie middcrnaeht". (H.). Hij heeft ;-rij;^el geen andere ge voelens. Dit was .T/'/'uV/ onmogelijk. De stad is rnjml met den grond gelijk gemaakt. De blokkade is rn'/iVcY verdubbeld. De mast was rriiwcl uit de boot geslagen. Dit geldt voor i'iiin'cl alle kerken. Kr is T//tfr/ driekwart jaar voor noodig". (R.). Deze bepaling is rrijuvl onver anderd overgenomen in 1017, toen ri'ij-.C'cl tegelijkertijd het huidige artikel werd vastgesteld". (H. l).). Wanneer men het luchtruim niet onder een 7'n/f.y/ permanente be waking stelt, kan men het over vliegen 'i'i j i*.'c l niet voorkomen". ' (n. r.) Eene fortuinlijke mejuffrouw De ,52-jarige mejuffrouw, die de auto bestuurde, kreeg geen letsel". (H.). Mijn mentale conditie was uit stekend". (Spoil 111 Ji.). En uwe corporeele saniteit? ,,l)enk bij voorbeeld aan het mnent, waarop Nurks achterover leum.d o]) zijn. stoeltje in Den Hout Haarlemsche dames ziet paraNiet Wie durft nog te schrijven bijna, bijkans, schier, zoo goed als, onge veer, omtrent, nagenoeg of ten naaste bij? Vrijwel niemand. Probeer het eens, stiekum, in de volgende zinnen: l l ?el zaaks". (IL 1).). En aan dat andere moment, waarop hij nog even het hoofd uit het portier van de diligence stak om ons toe te roepen: Bah, wat is ze leelijk als ze zingt. Op de pui van een winkel in Den Haag staat: Geverfd, s.v.p.". Juister is ,,Nat, met permissie". VERZOEK -* = Lieve lezers, | Beste menschen, | Hoort de dezerz = IJdsche wenschen ! | Stuurt me weer de | Wekeluksche l Heet begeerde = Stof. Ik druk ze. i Waarom ben je | Opgehouwen ? = Stuurt ! Dan ken je | 'R op vertrouwen, l Dat ik met me i Werkje doorga, | Want wat let me l Dat ik voorga i In het strijden i Tegen fouten, | Onbescheiden, | Ongezouten, = E Als ik Zater = Dags geregeld i ('T mag iets later) | Zoo'n verzegeld | s Stuk ontvang van = De Redactie? I Denk niet lang, man ! l Zet m' in actie. | Leest en puurt, en | Blijft me sterken; l Knipt en stuurt, en i Ik blijf werken. i i CHARIVARIUS l .ïiiiiu iiiifiiit minimum iiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiin PAG. I6.DE GROENE No. 3286

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl