De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 22 juni pagina 10

22 juni 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE STRIJD OM DEN HANS WURST Cornelis Veth WIE geniet er niet van, als Buziau in de revue zijn entree maakt en een scène opvoert, waarin hij zijn kostelijke dwaasheden debi teert en commentaren levert op de dingen van den dag, in een onverwachten en dollen vorm? Doch hoe zou het zijn, als de paljas, clown, Hanswurst, harlekijn zich mengde in alle stukken, die op het tooneel gegeven werden, zijn bonte en dwaze ver schijning in alle tafreelen maakte van elk drama, en overal zijn mond roerde? In de achttiende eeuw kon men spreken van de wereldheerschappij van den hansworst". Hij ver drong de tragedie en zelfs het blijspel, hij speelde overal de hoofdrol, had het hoogste woord, maakte de apotheose. Hij kreeg heldenrollen, het repertoire van de Italiaansche opera werd voor hem bewerkt, de tekst in populaire volkstaal overgebracht. Hij is menschenredder en vergezelt zijn edel bedrijf met allerlei ruwe glossen, hij draagt het hoofd van een vermoorde met allerlei strapatzen, om het naar zijn beroofde verwanten te brengen. Hij wordt niet moe, tusschen de handeling door, familiaire toespraken tot het publiek te houden, soms vol platte toespe lingen op actualiteiten, in dicht en ondicht. Dit alles geschiedde in stukken, die nog in de verte herinnerden aan de klassieken, en waarin de personages namen als Julius (door zijn vader, Marcus Antonius, als Bieberl" d. w.z. Bübchen toe gesproken) Cicero en Tullia droegen. Of er waren er, vol van de weinig kieschkeurige boert dier dagen, waarin de vrouwen Dulcinde of Colombine heetten zoetklinkende herderinnennamen. In Frankrijk was het in 1710 al spaak geloopen. De Koning had toen harlekijn, die vaak het woord alleen had, den mond gesnoerd, en hem naar de pantomime verbannen. In Duitschland had hij toen het hoogtepunt van zijn glorie nog niet bereikt. Ook in Duitschland hadden de vorsten heel veel over het tooneel te zeggen. Zij moesten, om te be ginnen, vergunning tot spelen geven, maar ook hun protectie was broodnoodig. Nu was nog altijd de Italiaansche comedie aan de hoven het meest in trek, en de Duitsche tooneelgezelschappen hadden een harden strijd om het bestaan. In 1706 smeekten de Weensche comedianten, wanhopig geworden, om op de Neue Markt te mogen blijven spelen. Het werd toegestaan. Hanswurst, zelf een naneef van den Italiaanschen Arlechino, wist zijn concurrent met diens eigen middelen te verslaan. De beroemde Hansworsten in de achttiende eeuw waren belangrijke tooneelspelers: Stranitzky, Prehauser, Beek, Schuch enz. Evenals elders, breidde Hanswurst het gebied van zijn functies op het tooneel uit. Oorspronkelijk kwakzalver en reizend arts, werd hij officier, notaris, kleermaker, en wat niet al. Hansworst de notaris beveelt zich aan met een vers, waarin hij o.a. zegt: Ist ein Cocidil za schmieren, Augenblicklich ist's gethan. Hansworst de kleermaker begint zijn kreupelrijm aldus: Mit Gunst, ihr Herren, Es kommt mit Scheeren Ein Schneider anm.archie.rt. Het was tenslotte de overwinning van den volkssmaak op dien van een werkelijke of quasi elite, die alles mooi vond wat maar van over de grenzen kwam. En de veelbespraakte Hanswurst kende zijn publiek. Hij wist het op zijn tijd de waarheid te zeggen ook, en die ingang te doen vinden. Prehauser waarschuwt de dames: Ik zie heusch wel, dat u achter uw hand lacht, als ik iets onfatsoenlijks zeg. NATUURLIJK was Hanswurst niet maar alleen import. Hij had altijd bestaan. Hij kwam voor in het antieke theater, hij speelde een groote rol in het abele spel der middel eeuwen. Hij nam in de drama's der middeleeuwen, dr. Haslinghuis heeft er veel van verteld, dikwijls de ge stalte aan van den duivel. Of men kan het ook andersom zeggen: de duivel speelde voor hansworst! Men kan hem zelfs nageven, dat hij, de Booze, hier vaak goed werk deed, door bijvoorbeeld de buitensporige nooden te he kelen, als hij optrad als pronker en geurder, uit gedost en er dan steeds een hartig woordje bijvoegde. Hij had zijn voorname plaats op kermissen en bij Paaschfeesten. Het oude Duitschland kende een waren cultus van den nar, den potsenmaker. Graaf Adolf van Kleef richtte in 1381 een Geckengeselschaft of Narrenorde" op, tezamen met den graaf von Meurs en 35 andere leden van de rid derschap. Zij droegen een ordeteeken. Deze vereeniging had formeele statuten. De leden moesten op gezette tijden verslag uitbrengen van de grappen, die zij hadden uitgehaald. Een van de wetten was, dat deze hooge heeren elkaar nooit met hun titel mochten aanspreken. Flögel spreekt, in zijn Geschichte des Grotesk-Komischen", ook van een Narren-Academie te Duiken, die bestaan moet heb ben, waarvan niets bewaard is gebleven, noch programma, noch liederen of diploma's. Zoo heeft Hansworst dan toch op zijn wijze, en dat was de eenige wijze misschien, waarop dit mogelijk was, het tooneel als nationale kunst doen herleven. Hij wordt zoo populair, dat hij ook in de titels den boventoon voert. Na Stranitzky's dood heetten de stukken steeds meer naar hem: Hans wurst der dankbare Geist", Hanswurst marchese von Wurstenfeld" enz. Het is Hanswurst undkeinEnde. AlsdeDeensche tooneelschrijver Holberg zich over het geval vroolijk maakt, wordt zijn Ulysses von Ithaka" tot hans worsterij omgewerkt. Ook Lessing ondergaat dit lot. Dan komt een vrouw, een moedige vrouw, den strijd aanbinden tegen den verduitschten harlekijn, den man die meer klappen uitdeelde dan kreeg, die elk stuk tot eenPosse maakte met zijn platte familiariteiten. De acteur Gottsched was al een strijd tegen den tyran van de planken begonnen, maar hij zocht het in het leege, hoogdravende Fransche tooneel van den tijd, van de manieristisch-klassieke navolgers van Racine. Frederike Karoline Weissenborn (1692?1776) viel den Hansworst zonder omwegen op het lijf. Zij was gehuwd met den middelmatigen acteur Neuber, zij was zelf meer hervormster dan tooneelSpeelster. Een tijdlang werkte zij samen met Gott sched, die, toen zij in Leipzig Pradon's Regulus op voerden, ijlings tooneelkostuums in den stijl van Lodewijk XIV van de Dresdener Opera leende. Het hardst pakt zij den vijand aan in het Prozess des Harlekins, waarvoor zij zelf die Neuberin", zooals zij zou blijven heeten, het voorspel schrijft, en waarin een pop, den Hanswurst voorstellende, verbrand wordt. Daarmee verbrandt zij haar schepen, d. w. z. den hansworstenrol, wat haar eigen theater betreft. Zij engageert beroemde harlekijns, maar zij worden bediende. In het Noorden had zij meer succes dan in het Zuiden van Duitschland. Hertog Karl Friedrich von Schelewig Holstein werd haar bescher mer, een tournee in Rusland werd tot een triomf. Voor zij daarheen vertrok nam zij van haar publiek afscheid: Nargebt aufden Hans Wurst in Zukunft besser acht, Dass er nicht Hangers stirbt und euch mehr Schaden spielet In seinem Zotenkram, den ihr im Herzen fühlet. Denn von der Schauspielkunst habt ihr sehr wenig Licht, Weil's euch am zarten Sinn, Natur und Kunst gebricht. Das Lesen langt nicht zu, auch nicht nach Frankreich reisen. Ein Schauspiel zu verstehen, erfordert einen weisen Wahrhaft klagen Mann.... Daar was geen woord Fransch bij. Maar toen zij in Rusland, en het hek van den dam was, stak Hans Wurst het hoofd weer op: Franz Schuch in Noord Duitschland, Leppert in Sachsen. Zelfs Gottschedd werd haar ontrouw. Bij haar terugkeer verweerde zij zich bitter. Zij bracht zelfs Gottsched op het tooneel, als groteske figuur en parodieerde zijn kos tuums uit den tijd van den Zonnekoning. Veel succes had zij niet, zij moest zich in een klein troepje in Bad Giesshubel terugtrekken. De zevenjarige oorlog brak haar woelige loopbaan. Maar zij had repertoire voor het Duitsche tooneel gemaakt. Zij voerde Holberg in, speelde Gellert, en het eerste stuk van den i8-jarigen Lessing: Der junge Gelehrte". Maar zij had ook, indirect, het Duitsche tooneel gekuischt en veredeld. De Deutsche SchauspielerAcademie" van Ekhof, de Theatralische Bibliothek" van Lessing bewijzen het. Ook ontstond in haar tijd de bewondering voor Shakespeare, die zoo veel gevolgen had. Door dit alles werd aan Hans Wurst geleerd wat zijn plaats was. Zoozeer, dat er een tijd zou komen, waarin hij beklaagd en betreurd werd ! In de Almanach dra matischer Spiele zur geselligen Unterhaltungauf dem Lande", die door den tooneelschrijver en schrijve r van brave kinderboeken Kotzebue opgericht was, teekende die fantastische avonturier Johann Peter Lyser, die zich der taube Maler" liet noemen, mu sicus, acteur, pamflettist, schrijver, teekenaar, in 1850 op den omslag den aap Jocko, die den Hans wurst doodt. Wij hebben nooit bemerkt, dat apen sentimenteel zijn, maar Jocko vertegenwoordigt de sentimentaliteit, die den eenigen waren Duitschen hansworst Kasperle" wurgt", en met hem humor en satire. Maar Lyser was een teleurgesteld en ver bitterd man, die zelfs den verdienden roem van een von Kleist niet kon aanzien. En Kasperle was niet dood, hij kende slechts beter dan zijn voorganger Hans Wurst zijn plaats op het tooneel. Als U geregeld losse nummers koopt hebt U kans dat juist het nummer dat U speciaal interesseert U door een of andere oorzaak ontgaat Neem liever een abonnement PAG. 10 DE GROENE No.1287

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl