De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 22 juni pagina 5

22 juni 1940 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

D k e wetenschap werkt voort Ken onderzoek naar de activiteit in de natuurwetenschappen. Het sociaal aspekt. De invloed van den oorlog op het wetenschappelijk onder zoek. Hoe redt men zich, en wat geschiedt er voor de studenten? IS er alleen vernietiging in de wereld van heden, of gaat de wetenschap naarstig voort met hare onderzoekingen, en is er een ondergrondsche continuïteit van het cultuurleven ook thans, nu bommen en granaten de heerschappij oefenen over de menschheid? Deze vraag ontstaat niet uit de behoefte aan bladvulling, integendeel, zij vloeit voort uit een essentieelen nood van ons zieleleven. Kunnen wij, temidden van de wereld-katastrofe een vast punt vinden, waar geen worsteling is, maar ontwikkeling, dan herrijst in ons allen de drang naar levensbestendiging, dan achten wij wederom het leven levenswaard. Waar ligt dat vaste punt ? Wij doen op dit oogenblik niet verstandig, het te zoeken op het gebied der geestelijke wetenschappen. Zij zijn veel kwetsbaar der dan de exacte studie, omdat zij verbonden zijn aan wereld- en levensbeschouwingen, en om het primaat eener wereld- en levensbeschouwing wordt thans gestreden met het zwaard. Maar de exacte wetenschappen zijn onafhankelijk van het duel der inzichten, zijn onafhankelijk van de gevoelsaffecten, die het gebied der geestelijke wetenschappen immer bedreigen, zij richten zich uitsluitend naar methode en onderzoek. Wij vinden dus in de exacte wetenschappen een basis voor cultuurontwikkeling, die onafhankelijk is van wisselende cultuur-idealen. Een andere vraag is echter, of de exacte wetenschappen niet op andere wijze door den oorlogstoestand belemme ring ondervinden. Zij zijn beveiligd tegen gevoelsstroomingen en -tegenstellingen, maar zij zijn zeer gebonden aan materieele omstandigheden. Een gestoord wereld-verkeer, het slinken van voorraden, kan de apparatuur van het laboratorium-werk ver lammen. Hoe redt men zich uit deze moeilijkheid? Is er redelijke verwachting, dat men het niveau en de continuïteit der exacte wetenschappen handhaaft, ondanks steeds nijpender tekorten aan materiaal ? De lezer vindt in het bovenstaande een reeks van aanduidingen, die ons er toe brachten, een rondwandeling te ondernemen door de gaarde der exacte wetenschappen, en ontmoetingen te zoeken met de hoveniers, waaronder zich de fijnste en belangwek kendste geesten bevinden, die ons volk heeft voort gebracht. ALVORENS de vraag te behandelen of de pro bleemstelling verder gaat, of er nieuwe ont dekkingen worden gedaan en nieuwe gezichtspun ten open komen, wilden wij zekerheid hebben om trent de technische mogelijkheid van den voortgang van het onderzoek. Er is ongetwijfeld een wisselwerking tusschen den huidigen toestand en de wetenschap. De hulp middelen worden beperkter. Er is de noodzaak eener toenemende bezuiniging. Men moet zijn wetenschappelijke eischen matigen, bijvoorbeeld lampen van hoogere wattages door lampen van lagere wattages vervangen. De moeilijkheid met het verkrijgen van nieuwe fotografische platen baart groote zorg. Verschillende zaken, die noodig zijn worden niet meer gemaakt. Men denke aan de onoverkomelijke bezwaren, zich van koper te ver zekeren. Ook de glas-voorraad slinkt. En dan is er de vraag van de koopkracht van den gulden, waar aan de subsidie voor wetenschappelijke doeleinden zijn gebonden. Er staat tegenover, dat, met beperkte middelen toch nog een en ander kan geschieden. Zoo is men bezig met een groote verbouwing van de Sterrenwacht te Utrecht, voor de afdeeling Zonne-physica, een bruikbaar instituut, met bruik bare instrumenten. Een ander dilemma is, dat de wetenschap in de tegenwoordige omstandigheden verstoken blijft van literatuur uit het buitenland. Onze geleerden trach ten dit gemis aan te vullen door gemeenschappelijke colloquia op het gebied der grenswetenschappen. Dit ligt in de lijn van de synthetische eenheid der wetenschappen, die men tegenwoordig nastreeft. Er zijn verschillen van object en materie, maar men kan zich door onderlinge samenwerking bekwamen in het stellen der algemeene problemen en het vin den der algemeene methodes. De geestelijke opgewektheid, waarmee de stu denten arbeiden, vormt een tegenwicht tegen de tragiek van den tijd. Op alle laboratoria wordt hard gewerkt, dwars tegen de ontmoediging in. Men tracht, om dezen opbouwenden geest te stimuleeren, de studenten te helpen, die in financieele moeilijk heden zijn. Dit geldt in het bijzonder de studenten, wier ouders in Indiëvertoeven. Men stelt de gemobiliseerden in staat, den verloren tijd herwinnen. Daartoe worden zomer-cursussen georganiseerd, en het schijnt mogelijk, bij harden arbeid en vol doende intelligentie, in drie maanden het volle jaar in te halen. Er is voor de studenten in de astronomie te Utrecht een bizondere aantrekkingskracht gelegen in het astronomische practicum. In navolging van Amerika, maar aangepast aan de Nederlandsche studie-methoden, bestaat er aan de Utrechtsche Universiteit voor beginnende studenten gelegenheid geregeld praktisch te werken en zich, met eenvou dige toestellen, een systeem van oefeningen en waarnemingen eigen te maken. Dit past in de mo derne gedachte, de zelfwerkzaamheid van de stu denten te bevorderen. INDERDAAD geeft de geestelijke weerbaarheid der studenten en de wijze, waarop men hen in hun streven steunt een lichtpunt in de veelzijdige duisternis van deze dagen. De vraag ligt echter voor de hand: heeft dit alles een doel ? Want niet het arbeiden op zichzelf, alleen maar het doelbewust arbeiden geeft grond voor optimisme. Kunnen wij verwachtingen hebben omtrent de naaste toekomst van de natuurkunde in Nederland? De ontwikke ling der natuurkunde in ons land is niet alleen afhankelijk van den algemeenen oeconomischen toestand. Indien er weer voorraad komt van mate rialen en energieën, dan is daarmee een normale evolutie van het onderzoek nog niet gewaarborgd. Evenals elke experimenteele wetenschap heeft de natuurkunde behoefte aan laboranten. In de laatste decennia heeft de natuurkunde over een veel grooter aantal studenten kunnen beschikken dan vroe ger het geval was. Vonden eertijds de physici voor namelijk hun carrière bij het middelbaar en hooger onderwijs, de groei der Nederlandsche bedrijven heeft een belangrijk débauchée naar de techniek voor de leerlingen geopend, en daardoor voor velen de keuze van de natuurkunde als studievak aange moedigd. In de laatste decennia zijn ongeveer 70 pCt. van de in de natuurkunde gepromoveerden in de industrieën en bij het technisch onderzoek ge plaatst. Wie zegt, hoe het na den oorlog met onze C arpe CARPE diem. Pluk den dag. Laat ons plukken den korten, korten dag, dien ons het werkzame leven, het bestaan met vele grootere en kleinere zorgen geeft! Wat biedt meer genoegen dan het leven buiten. Maar dan buiten, zwervend door de natuur! Met rugzak en stok en een kleine tent kan ook de mensch, die slechts over geringe financieele hulpmiddelen beschikt, genieten. Wat een voldoening te loopen, te loopen over de schoone, stille wegen van ons eigen mooie, stille land! Wat een genot om 's avonds op een goede pleisterplaats de tent op te slaan en daar te rusten ver van de drukte, het gejaag en het gewoel van de stad! Wat een heerlijkheid om, het rijwiel practisch bepakt, te gaan trekken op vrije dagen! Wat een honderdvoudig genoegen geeft een sim pele kano, een eenvoudig, licht roeivaartuig met een tent! Voor hem, wiens middelen uitreiken boven de aanschaffing van een kano, biedt een kleine of groote zeilboot duizend mogelijkheden. Tochten, vol heer lijk avontuur, vol moeilijkheden! Moeilijkheden van navigatie, van vaarwater, van eb en van vloed, van steigertjes, sluizen en betonning, allemaal heerlijke moeilijkheden, verhoogd door het genoegen van buiten te zijn, door de heerlijkheid van de zon, van de spelende golven, van het mooie, bloeiende land rondom. En ieder, die trekt of vaart, heeft dat ne, hooge genoegen van te kunnen gaan, waarheen hij wil en dien anderen rijkdom van vrijheid en onafhankelijk heid van de gewone dingen des dagelijkschen levens. Want geen hotel weegt op tegen de eenvoudigste tent aan den zoom van een bosch of den rand van een beek en zelfs geen Palace Hotel in de grootste metrogroote industrieën zal gaan ? Zullen de kansen zich handhaven bij onze groote concerns? Verdwijnen die kansen, dan neemt ook het aantal studenten aanmerkelijk af. Er staat gelukkig tegenover, dat in den laatsten tijd ook de kleinere industrieën behoefte krijgen aan natuurkundig-geschoolde krachten. Zal de na-oorlogsche periode een opleving vertoonen van de middel-industrie, dan alleen zullen er nieuwe kansen komen en behoeven de oefenzalen der natuurkunde niet te worden ontvolkt. Het is echter zaak, dat de natuurkundige wetenschap aan de industrie laat zien, welke groote diensten de natuurkunde haar bewijst. Voor de toekomst moet groote waarde gehecht worden aan de organisatie voor technisch natuuronderzoek (T.N.O.). Deze organisatie heeft ten doel, het centraal lichaam te zijn voor allerlei onderzoe kingsmethoden op verschillende objecten. Er is reeds een laboratorium voor de luchtvaart, voor materiaal-onderzoek, maar dit algemeen orgaan moet sterk gemaakt worden, verschillende onder zoekingen in zich vereenigen en aansluiting hebben bij de nijverheidsorganisatie. Het onmiddellijk contact van dit instituut met de Regeering effent den weg voor Staatsinitiatief bij de bevordering van natuurkundig-technischen arbeid. Hoe zal de weten schap getroffen worden, wanneer wij, na den oor log komen te leven in een verarmde wereld, en het particulier initiatief het eerst bezuinigen zal op deze doeleinden ! De staat zal dan de wetenschap te hulp moeten komen. Hoe staat het met de beveiliging der wetenschap pelijke preciosa? Utrecht bij voorbeeld is gelukkig niet gebombardeerd, maar een vernietiging van Utrecht zou reeds verschrikkelijk geweest zijn om het te loor gaan van de historische schatten van het physisch laboratorium zijner Rijks-Universiteit. Men denke alleen aan den beroemden mikroskoop van Leeuwenhoek ! Deze historische kostbaarheden zijn in de veiligste schuilplaatsen geborgen. Mo derne instrumenten zijn terug te krijgen, maar historische waarden zijn onvervangbaar. DIT opstel vormt het portaal van een korte reeks van beschouwingen. Wij stellen ons voor, in een volgend artikel een overzicht te geven van de vorderingen, die natuur- en sterrenkunde bezig zijn te maken, alle geweld en vernietiging van deze dagen ten spijt. Werkt de wetenschap voort? Ja. Maar wij moesten eerst kennis dragen van de bizondere belemmeringen, welke de tijd haar in den weg heeft gesteld, om straks te onvoorwaardelijker aan haar te gelooven. Het heeft zin, dit artikel te beëindigen met het woord, ons meegegeven: De ontwikkeling der na tuur-filosofie heeft zich bestendigd door alle revo luties heen, zij ging wel eens langzaam, maar zij werd nimmer onderbroken. P. H. R. Jr. Di iem pool biedt de genoegens, die de cockpit van een zeil boot biedt! Daarom: pluk den dag! Ga loopen, ga kampeeren, ga zwerven met kano of boot, elk vrij uur, eiken vrijen dag! De kosten? Tja, dat is een moeilijk geval! Niet iedereen be schikt over de middelen, die hem in staat stellen met een eigen jacht te gaan varen op de Oostzee en bovendien zijn de omstandigheden zoo, dat het pleiziervaren buitengaats onmogelijk is.... Maar een klein zeilvaartuigje kost weinig geld en Loosdrecht, Friesland en de rivieren bieden een schat van schoonheid voor hem, die zien kan. Voor hem die een vaartuigje bezit, zijn de moge lijkheden tot trekken, wanneer men zijn reis goed weet te kiezen, zelfs in tijden als deze, bijna onbe grensd en bovendien goedkoop. En zeker is het, dat geen vacantie zooveel zuiver genoegen, zooveel onvergald pleizier geeft als een vacantie met een eigen vaartuigje of al trekkend met een tent. Pluk den dag! Duizenden doen het! Vél meer dan vroeger! Steeds meer jonge menschen hijschen 's morgens het zeil van hun kano of van hun jachtje en trekken er op uit.... Duizenden oogen gaan open! Open voor wat de mooie natuur en het heerlijke leven in de vrije lucht bieden. Open voor de hei en het duin, voor de eenvoudige, maar intensieve genoegens van een voetreis of een tocht op het water. Duizenden begrijpen, dat geen reis zooveel ge zondheid, zooveel ontspanning, zooveel genoegdoe ning geeft als het eenvoudige leven van den trekker, het ongekunstelde reizen van den watersportsman met zijn bootje, groot of klein .... Pluk den dag! PAG. 5 DE GROENE No. 3287

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl