De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 29 juni pagina 10

29 juni 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig Leven Historie: Heden en verleden EEN der verschijnselen" van de laatste jaren is de belangstelling, ook van het publiek", voor historie en historische onder werpen. Men heeft dit verschijnsel" reeds op allerlei wijze trachten te verklaren, men heeft het een uitvloeisel van sensatielust genoemd, de nieuwsgierigheid van de menigte naar de groote mannen en pantouffles", en ook een vlucht voor het heden in het verleden. Reeds de wijze, waarop het verschijnsel" zich in alle landen heeft verspreid en de literaire kunstenaars tot het schrijven van vies romancées" en historische romans heeft geïnspireerd, weerlegt een dergelijke oppervlakkige uitleg. Ongetwijfeld, het heeft hier en daar het aspect van een mode" gekregen, zooals bij alle vraag ook het aanbod toeneemt. Er is veel minderwaardigs geproduceerd om aan den vraag te voldoen. Poch daar hebben wij ons thans niet mee bezig te houden, wat wij hier nader willen beschouwen is: vanwaar komt deze belangstelling voor historie en historische onderwerpen ook buiten de kringen der vaklieden? Historie is gedurende langen tijd uitsluitend een wetenschap geweest. Een historicus was in de eerste plaats een wetenschappelijk man, die tevens angst vallig waakte tegen iedere inmenging van nietvakmenschen in zijn gebied. Maar hij was geen psycholoog, d.w.z. hij ontdekte slechts feiten en kon deze feiten niet in verband zien of brengen met de zielkundige geschiedenis van den mensch. Hij was slechts een verzamelaar van materiaal, van documenten. Maar ontdekte documenten werden vaak door nieuwe ontdekte documenten achterhaald en door deze omvergeworpen wat de daaruit ge maakte conclusie betreft. Het gewicht van docu menten" en feiten" was in de historie-beoefening te overheerschend om deze wetenschap een ander leven dan dat van een museum te kunnen geven. De historicus, hoe nuttig zijn werk ook kon wezen voor onze kennis van het verleden, zag het verleden teveel als verleden en niet als heden. DIT laatste nu is een factor van belang geworden in de tegenwoordige belangstelling van het publiek voor historie. Voor de psychologische ge schiedenis van den mensch is verleden niet verleden, maar ook heden: plus que ca change plus c'est la même chose". De geschiedenis van landen, staten en personen is evenzeer een deel van den mensch als wat deze in kleinen kring beleeft. Hoe kan het ook anders, waar de mensch zijn eigen geschiedenis maakt, daarbij al of niet geleid door omstandigheden, die hij toch eerst zelf heeft ge schapen? De historicus redeneert: de historische ontwikkeling heeft de eigenschappen van b.v. de Nederlanders geschapen, doch het is veel juister Abonneert U NU op geredeneerd te zeggen, dat de eigenschappen van de Nederlanders hun historische ontwikkeling hebben geschapen. De rassenpsychologie en in het bijzonder de volkenkunde legt de eigenschappen bloot, waar door bepaalde staten zijn ontstaan en ook vergaan om vaak weer, in geheel andere vormen, op te staan. Dat b.v. de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden van elkaar zijn gescheiden, hoewel zij aanvankelijk in den vrijheidsstrijd van den 16e eeuw eenzelfden aandeel hadden, is niet uit sluitend terug te voeren op een verschil in gods dienst, protestantsche en katholieke, maar wel degelijk in een verschil van menschen en hun karaktereigenschappen. Niet het noodlot", de geographische positie, enz., hebben van de Belgen langen tijd een onmondig volk gemaakt, maar hun veel minder krachtige karaktereigenschappen in vergelijking met die van de bevolking der Noor delijke Nederlanden. Ongetwijfeld kunnen de Vla mingen meer als Noord- dan als Zuid-Nederlanders gelden en hebben hun vrijheidlievende eigen schappen sinds den Gulden Sporenslag nimmer geheel aan kracht ingeboet, hoewel op een be slissende moment, in 1830, een schijnvrijheid (vereeniging in een nieuwe, Belgische staat) ver kozen werd boven een aansluiting bij een stamverwante natie, Noord-Nederland. Ongetwijfeld speelde daarbij ook een zekere onmondigheid, waardoor hun politiek de richtlijnen van den gods dienst volgde, een rol. Doch het blijvende verzet tegen een oplossing en verfransching, waarbij het Waalsche element in de staat het Vlaamsche zocht te overheerschen, stamt wel degelijk uit de NoordNederlandsche volksaard, die ook in de Vlamingen huist, althans hen stamverwant maakt met dat Noord-Nederlandsche deel der bevolking bezuiden den Moerdijk. Zooals reeds gezegd: de mensch is zijn eigen geschiedenis, en vanuit de zielkunde van den mensch beschouwd is deze geschiedenis vrij een voudig te overzien. Neemt men den mensch als uitgangspunt dan ligt het terrein van zijn geschie denis voor onderzoekingen bloot, die heel wat minder ingewikkelde verklaringen kunnen geven ook voor de ontwikkeling van de staatkundige geschiedenis van den mensch dan de geleerden-wijsheid der documenten en hun waarheid". Doch de traditie is een taai ding, ook in de opvattingen van weten schap", en eenmaal aangenomen gezichtspunten kunnen slechts langzaam gewijzigd worden. Hier nader op in te gaan is binnen het bestek van een artikel niet doenlijk. Wanneer nu de mensch zijn eigen geschiedenis is dan kunnen ook al zijn handelingen, ook staat kundige en in volksverband verrichte, psychologisch verklaard worden. Men dient dan ook den mensch, die door de staatkundige handelingen, als hoofd of voornaamste vertegenwoordiger van zijn volk, op de geschiedenis van zijn volk een belangrijken invloed had, als een component van zoowel eigen als in zijn volk aanwezige eigenschappen te zien. Men spreekt van omstandigheden", die voor groote mannen gunstig waren om groot te worden, doch deze omstandigheden waren niet de oorzaak, maar het uitvloeisel van een groeiend zielsproces in een volk, in welks middelpunt een bepaalde leidende figuur staat en die daaruit naar voren treedt. IN de historie interesseert ons tegenwoordig niet meer de waarheid", die door een andere, nieuw ontdekte waarheid kan worden aangevochten, maar de werkelijkheid, de wezenlijkheid van het gebeuren. En de wezenlijkheid van ieder gebeuren is de menschelijk-verklaarbare, zielkundige kant ervan, het middelpuntige, in verband waarmee de feiten niet langer nader te groepeeren verschijn selen, maar oorzakelijk gevolg zijn. De ontwikkeling van de psychologie heeft dit besef ook in breedere lagen van het publiek" doen doordringen. De groote mannen uit de ge schiedenis zijn niet langer wonderbaarlijke ver schijningen, wier daden aan een uitzonderlijk en boven alle wetten staand genie zijn te danken, doch alleen grootere menschen, in goeden of slechten zin. Op dit laatste n.l. dat zij menschen waren, valt thans het accent. De sceptische neiging zal vooral hun zwakheden willen aanwijzen, doch al is het waar, dat ook groote menschen maar menschen zijn, dat zij menschen zijn bewijst niettemin, dat zij deel hebben aan een menschelijk gebeuren: het ontwikkelingsproces van volk en staat. De fouten van Napoleon b.v. waren niet slechts de fouten van n man, maar van een heel volk tijdens een be paald groeiproces, en de man zelf verdween met het einde van dit proces, toen tegenkrachten op kwamen, die wat tot overwoekering dreigde te geraken, weer afsneden en terugdrongen, volgens een wet van het evenwicht, die zich zoowel bij het individu als bij de geschiedenis doet gelden. Als spiegel van zijn tijdgeschiedenis interesseert, in zijn doen en laten, een groot man ons ook als individu. Het is niet zoozeer nieuwsgierigheid, die ons benieuwd maakt naar den mensch in een groot man, noch een sceptische neiging tot entgötterung" van het groote, maar een zakelijk vast stellen van de werkelijkheid,. Niet een vlucht voor het heden in het verleden is de reden van de tegenwoordige belangstelling voor historie en historische verschijningen, noch is het bij de tegenwoordige schrijvers een armoede der fantasie, die uit het heden geen onderwerpen meer kan putten, doch een behoefte den eigen tijd te begrijpen door het leeren maken van verge lijkingen. Doet trouwens de dichter iets anders wanneer hij zijn schoonste dichtregel juist door een treffende vergelijking schept ? Evenzoo bezit de historie voor den levenden mensch geen verleden, en is zij, door de vergelijking met het heden, even tegenwoordig als onze tijd, waarmee zij een parallel toelaat. Wanneer het Nederlandsche volk zich uit zijn eigen historie op zichzelf en zijn eigenschappen leert bezinnen vervult de schrijver, die met zijn aan de eischen aangepast werk daartoe medewerkt, een belangrijke taak. Ingekomen boeken Matthys Maris, door Jan Poortenaar. Uitgeverij In den Toren", Naarden. Wilhelmus van Nassouwe, door Dr. P. Leenderts Jr., Casper Höweler en Geertruida van Vladeracken. Uitgeverij In den Toren", Naarden. Bij het uitpakken van de boeken, door Arthur van Schendel. Uitgeverij In den Toren", Naarden. Het kunstig bloemenschikken door prof. A. M. Sadler. Uitgeverij ,,In den Toren", Naarden. Zwitserland, door A. L. C. A. van Nijnanten. Uitgeverij Andries Blitz, Amsterdam. Neen en ja, door Dr. N. Westendorp Boerma. Uitgeverij H. J. Paris, Amsterdam. De boodschap van het vrijzinnig christendom, door prof. dr. L. J. van Holk. Uitgeverij J. H. Paris, Am sterdam. Daniel Marot, door dr. M. D. Ozinga. Uitgeverij H. J. Paris, Amsterdam. PAG. 10 DE GROENE N0.32B8

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl