De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 29 juni pagina 13

29 juni 1940 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Mllll, uil Uil, Mllll, , Ifll, Mllll, Oude kinderspelen voor de moderne jeugd (uit een prentenmagazijn) Ko is vlug, doet fiksche sprongen Over d'achterbak zelfs heen. Jan is kleiner, maar geen jongen Is als hij zoo vlug ter been. Ziet, daar springt hij: opgepast!" Roept de knaap, bok, bok, sta vast." Om dit spel te spelen, verdeelt men zich in twee partijen; de oneven man, door het lot aangewezen, gaat met den rug tegen eene schutting, eenen muur of boom staan; de voorste man plaatst zich in eene gebogene houding, zoodat rug en beenen een' regten hoek maken, met zijn hoofd tegen den buik van den staanden persoon; de tweede man gaat in dezelfde gebogene houding achter den eersten staan, zoodat zijn hoofd rust tegen het beneden gedeelte van den rug zijns voormans; en zoo plaatst zich ook de derde achter den tweeden, daarbij elkander vasthoudende. De bok nu goed geplaatst zijnde, komen de ruiters; de voorste neemt een' aanloop, roept daarbij tot een teeken van waarschuwing: bok, bok, sta vast !" plaatst zijne handen op den rug van den achterste der drie, die den bok uitmaken, en springt, zoo ver hem mogelijk is, op hen, zoodat hij op de tweede, ja ! soms op den voorman nederkomt. Nu neemt de tweede een' aanloop en springt, na den uitroep: bok, bok, sta vast !" op den bok, en zoo ook de derde. Deze gezeten zijnde, klapt driemaal in de handen, en behoudt met de twee anderen het regt, om ruiter te blijven; zoo ook indien de bok onder den last der ruiters bezwijkt. Dit is een kluchtig spel, want na den sprong mogen de ruiters den grond niet raken en moeten blijven zitten tot dat de achterste in de handen geklapt heeft. Gebeurt het echter, dat het den eersten ruiter mislukt, wat ver op den bok te springen, zoodat er geene genoegzame plaats achter hem overblijft voor den tweeden en derden, dan is het voor dezen moeijelijk er op te springen, en zij moeten zich redden, door over of op den eersten ruiter te springen; de derde man heeft het dus het moeijelijkste, daar voor hem de minste plaats overblijft en hij zijne handen nog vrij moet zien te krijgen, om in de handen te slaan. .. . De achterste man is dan ook dikwijls de oorzaak van hun verlies, door dat hij bij den sprong van den bok rolt; of de andere ruiters, door op hen te springen en hen vast te houden mede van den bok doet vallen; of er zoo scheef op zit dat hij met het eene been den grond raakt; of beide handen zóó noodig heeft, om vast te houden, dat hij ze niet bij elkander kan bren gen, om te klappen. In ieder van deze gevallen is het spel verloren en komen de ruiters in de plaats van den bok en deze in die der ruiters. DROSTE BONBONS - PASTILLES - CHOCOLADE CACAO Wat U ook neemt: ...?Droste' op ieder artikel, waarborgt prima kwaliteit! ALTIJD WELKOM l m Spaart bons i-aor het nieuwe album Het Water op: VOOR DE BETERE WOXING TAPIJTEN TOONZALEN TE AMSTERDAM SINGEL 464 N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN R'DAM, A'DAM, DEVENTER, GRONINGEN FA F. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 AMSTERDAM C. GEKL OVERHEMDEN NAAR MAAT VAN Fl. 8.5°AF PRIMA COUPE EN AFWERKING EIGEN ATELIER Handschrift-Analyse i 2oongelinieerde regels in snel schrift m. handteekening. Opgave geboorte, nationaliteit, geslacht, beroep, te st. a. C. Adams, Aerdenhout. Strengste geheimh. Erv. uitgebr. on derzoek f J. 2.50. Giro 351908. Kinderen Guus als cineast GUUS' nieuwste vriendje, nig zoontje en in het bezit van allesgoedvindende ouders, doet aan filmen. Hij heeft een filmtoestel en een donkere kamer, hij heeft ook een cin kodak waarmee hij hoogst eigenhandig de belangrijke momenten van zijn familieleven vastlegt en Guus is diverse malen geïnviteerd om de geheim zinnige donkere kamer te betreden en de producten van Jules' kunnen te bewonderen. Van dat oogenblik af kon Guus staar-oogend voor het venster zitten als tuurde hij óf in een grauw verleden, óf in een duistere toekomst en vader besefte, dat Guusje de mogelijkheid om óók om een filmtoestelletje te vragen, in zijn hoofd keerde en wendde. En hoe gaat het.. .., vaders zijn meestal toegeeflijk, maar moeders, halen nu eenmaal niet zoo gauw de huishoudportemonnaie te voorschijn. Om zooiets moet je bij moeder niet aankomen, joh," heeft Freek al aan stonds wereldwijs opgemerkt, daar kan je hoogstens nog voor op je kop krijgen!" Maar zie .. . ., er gebeuren nog altijd wonderen ! Opeens herinnert moeder zich, dat op zolder, nog altijd dat film toestelletje moest staan, dat een meer hartelijke dan terzake kundige groot vader eens aan zijn kleinkroost had geschonken. Ga eens op zolderzoeken, Guus", adviseerde moeder en duwde Guus een sleutel in de hand. Van dat oogenblik af veranderde alles in Guus' leven. Hij holde naar boven. Hij vond de doos. Hij draafde er mee naar omlaag en onthulde de in reepen papier verpakte geheimen. Kort en goed: het was een film toestelletje. Knarsend als een ouwe stofzuiger liet het zich ineenzetten door Guus' onervaren vingers. Het zou onjuist zijn als er niet werd bij vermeld, dat het Guus drift- en huil buien bezorgde. Als een waar kunste naar worstelde hij met en stond hij vele smarten uit omderwille van zijn product. Maar de mensch is geboren om over de stof te heersenen en met vader's hulp, Freeks bemoeizuchtige en storende raadgevingen en Broers ongehuichelde belangstelling kon het machientje ten slotte draaien. Nu was er een lamp noodig. Guus ontwikkelde een spaarsysteem, maar bij nauw keurige berekening bleek dat hij minstens vier maanden en drie weken moest wachten vóór hij het benoodigde bedrag bijeen zou hebben. Toen liet vader Guus maar een lamp halen . . . ., triomfantelijk straalde het roode zij glaasje, lag de witte lichtcirkel op den wand. Laag op de houten huiskamerlambrizeering was een hagelwit papier En toen ging Guus filmen. Maar de meer hartelijke dan ter zake oordeelkundige grootvader had in de volheid zijns gemoeds indertijd niet zoo erg op de bijbehoorende films gelet. Men had hem een doosje in de hand gestopt. Nu Guus den inhoud ging ontrollen, bleek deze niet zoo bijster interessant: een Mohammedaan, die zijn armen biddend ophief en weer liet zakken, en een haven-zonder-waterdie-nog-geen-minuut duurde. Opnieuw staar-oogde Guus voor het venster. Hoe kwam hij aan werkelijk goede films? De markt bracht uitredding. Op de markt kun je van alles koopen en sedert jaren al vindt Guus de patates-frites van een bepaald marktkraampje vél lekkerder dan wat ook ter wereld. Ook ten opzichte van films bleek men op de markt wel iets te hebben; een oud koopmannetje verschafte voor twee heele dubbeltjes Guus een ellenlange celluloid slang, die zelfs driekleurig was. Maar wijselijk hield vader hem eerst tegen het licht voor en aleer Guus dit nieuw verworven bezit vertoonen mocht. Misschien was het een overschotje van export naar zeeliedenbioscoopjes van den idem-zooveelsten rang in Rio de Janeiro . . . . ? Maar het bleek onschuldig en het bleek ouderwetsch. De hoog-toegeknoopte heldin dateerde van vóór den wereldoorlog en de held heette Valentyn. Sindsdien geeft Guus filmvoorstel lingen, gewoonlijk voor Broer-alleen, wiens critische zin nog niet zoo ont wikkeld is. En hij is gelukkig ! ERICA PAG. 13 DE GROENE No 3288

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl