De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 29 juni pagina 5

29 juni 1940 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Een handelsartikel zonder bon DE beperking, die de wereld zich, onder om standigheden als wij thans beleven, in haar consumptie dient te getroosten, geschiedt nimmer vrijwillig, omdat de menschelijke aard spilzuchtig is naar het voorbeeld van de natuur zelve, die kwistig met haar grondstoffen en levenskiemen omspringt. Elke overheid heeft tot taak gebeurte nissen en eventualiteiten te voorzien om de onder haar gestelde bevolking voor gebrek op den duur te behoeden. Kunstmatig moet dus de verbruiksbeperking door het distributiesysteem worden op gelegd. Dit geldt zoowel voor kleeren en andere textielgoederen als voor brandstoffen, levensmidde len en genotmiddelen. De eeuwige vraag: Wat zullen wij eten? of wat zullen wij drinken ? of waarmede zullen wij ons kleeden?" lossen wij dus voortaan niet individueel op. Die vraag wordt voor ons opgelost krachtens algemeene bestuursmaatregelen. Deze betreffen echter niet het terrein, dat ons bezig houdt, het letterkundig leven. Wij weten im mers al zoo lang, dat de mensch niet leven kan bij brood alleen. Ook de geest dient gekleed en ge voed" te worden. Bij de noodzakelijke beperkingen, die den mensch in stoffelijken zin zijn opgelegd, blijft onbeperkt het troostrijk bezit van het geeste lijk voedsel. En wat een lichtpunt is: dit artikel wordt niet verkocht op de bon" het is vrij. Men kan er van nemen zooveel men wil en men doet wijs er zooveel van te nemen als men verdragen kan. Men is niet gewend het boek te zien als een han delsartikel. Maar dit neemt niet weg, dat het een handelsartikel is en wel een van bizonderen aard. In den oudsten tijd was een boek evenzeer een unicum als een schilderij. Het werd met de hand gemaakt en later slechts in beperkte mate gecopieerd. In de Middeleeuwen bereikte de kunstvaar digheid der scrivers" en der clercen" nimmer geëvenaarde hoogten. Eerst toen de drukkunst was uitgevonden begon het boek zijn carrière als massa artikel. Maar hoe klein waren ook toen nog de op lagen en hoeveel meer vraag was er naar boeken dan aanbod. Het geheele terrein der Grieksche en Latijnsche Oudheid lag nog braak. En tegelijkertijd kwam een nieuwe litteratuur op, een geheel nieuw geestesleven, alles samenwerkend om de vraag naar boeken zóó nijpend te maken, dat er geen drukkers genoeg konden opstaan. De boekenprijzen in die dagen waren geenszins malsch, als men het zeer lage levenspeil tot basis neemt. Het verzamelen van bibliotheken, tegen woordig ook bij particulieren gebruikelijk, was aan vankelijk een uitsluitend vorstelijke liefhebberij. Het koopen van een boek was dan ook een gewich tige daad. Men kende nog niet het onderscheid, waarvan wij thans de mond vol hebben, tusschen het GOEDE boek en het andere. .. . In onze Gouden Eeuw is dit karakter der boekproductie nog wel behouden gebleven, al kwamen er nu ook wel minder eerwaardige geesteskinderen van de persen. Denken wij maar aan de liedboekjes, de amoureuze boekjes, de talrijke pamfletten. Zelfs kreeg het minder serieuze boek in de i8e eeuw vrij wel de overhand. Zooals alles Spielerei was in dien sierlijken Pruikentijd, zoo werd het ook voor een groot deel de litteratuur. Sinds de 196 eeuw, evenwel, is de bezinning ge komen en men kon toen naar waarheid schrijven: het boek is de Universiteit onzer dagen. Waarlijk het boek, dat louter tot levensversiering was gaan dienen werd weer als in de eerste jaren der druk kunst, maar nu veel algemeener: levensbehoefte. In dit stadium verkeeren wij thans nog. Natuur lijk zijn inmiddels de boekprijzen gedaald. Zij zijn gedaald naarmate het heerschend indexcijfer steeg. Zij vertegenwoordigen sinds geruimen tijd een vrij wel stabiele waarde ten opzichte van de prijzen van andere levensbehoeften. In een wereld, waarin men vrij en naar hartelust koopen kon, mocht het onbeperkt genot van boeken een ,,dure liefhebberij" worden genoemd in wezen is het boek steeds een artikel geweest, dat zijn geld ruimschoots waard was. Want er bestaat geen duurzamer genotmiddel op de wereld dan het boek. En goed boek behoudt men het leven lang en zelfs daarna handhaaft het zijn waardij. Onze boeken overleven ons. Van een goed boek kan men, zonder dat het in waarde vermin dert, ook anderen laten mee genieten. En, wat voor het oogenblik belangrijk is, het is een artikel dat men te allen tijd vrij zal kunnen koopen. Men werpt misschien tegen: er is toch eenige beperking. Het meerendeel van het buitenlandsche boek komt niet meer aan. En Nederland is nu eenmaal van oudsher het land, waar men, naar verhouding, in de grootste getalen boeken van elders invoerde. Maar daarnaast staat het verschijn sel van een zich sterk ontwikkelende eigen Nederlandsche litteratuur, die voor een zeer groot deel voorziet in de geestelijke behoeften van geheel het volk. Om de vaderlandsche letterkunde beter te leeren kennen is thans de gelegenheid gunstiger dan ooit. En het is daarom, dat ik dit tijdstip kies om u iets te zeggen over de onderbouw van ons letterkundig leven, over het apparaat, dat de ver breiding er van bevordert en in stand houdt. Wat zouden de schrijvers zijn zonder dit apparaat; hoe zouden hun geschriften tot de lezers kunnen door dringen ? NAARMATE de producten van onze letterkunde en van onze wetenschap talrijker en belang rijker werden, naar die mate heeft zich ook het verspreidingsinstituut steeds fijner vertakt en doel matiger georganiseerd. Het is in deze dagen, dat aan den Nederlandschen boekhandel en aan het Nederlandsche uitgeversbedrij f zware eischen wor den gesteld. Men heeft wel eens beweerd, dat het apparaat voor ons land te groot was geworden en dat de pro ductie van Nederlandsche boeken te forsch werd aangepakt. Er werd te veel en vooral te veel middelmatigs op de markt gebracht het goede boek werd door het minder goede verdrongen. De levens duur van het goede boek werd door die zwellende en verzwelgende stroom noodlottig verkort. Welnu, de tegenwoordige omstandigheden leiden er ongetwijfeld toe, dat de productie van Neder landsche boeken in de naaste toekomst inkrimpt. Deze inkrimping zal zeker niet het goede boek, maar in de eerste plaats het middelmatige boek treffen. Wij kunnen in dit opzicht vertrouwen heb ben in het oordeel van onze uitgevers. Het uitgeven van een boek in een klein taalgebied is altijd een groot risico geweest: het is in dezen tijd een des te grooter risico geworden. Wij kunnen ervan verze kerd zijn, dat de uitgevers zich, al was het alleen maar wegens papierschaarschte, zullen hebben te beperken tot ondernemingen, die een dusdanig cul tureel belang vertegenwoordigen, dat een redelijk welslagen van te voren vaststaat. Ik heb, om u deze dingen met des te meer gezag te kunnen meedeelen, enkele vooraanstaande mannen uit dit moeilijk beroep bezocht. Met de grootste welwillendheid gunden zij mij een blik in hun toekomstplannen. Inderdaad, men behoeft er zich niet over te beklagen, dat hun energie ver flauwt. Ik zal u van al die plannen maar weinig mededeelen, enkele algemeenheden daargelaten. Immers, de plannen van een uitgever moeten een verrassing blijven voor het lezend publiek. Er zijn er echter eenige, die pas op den langen duur hun voltooiing zullen vinden. Dat zij ondernomen worden en doorgezet, mag het bewijs heeten, dat de Nederlandsche uitgever zijn vertrouwen in de toekomst allerminst heeft verloren. In zes of zeven deelen verschijnen aldus geleidelijk de Verzamelde werken" van Slauerhoff bij de Rotterdamsche firma. Zetsel en copie bevinden zich ondanks de rampspoed in goeden welstand. Een merkwaardige vaderlandsche beschavings geschiedenis belooft het vijf-deelige werk te worden van Anne H. Mulder Zeven Eeuwen Neder landsche Levenskunst", waarvan het stramien, speelsch en dichterlijk, gebouwd is op de woorden van oude liedjes als: In Holland staat een huis", Tusschen Keulen en Parijs", Amsterdam die groote stad". Grootsch is ook een nieuwe volledige uitgave van Shakespeare's werken, met mede werking van Prof. F. de Backer en Dr. G. A. Dudok. Een uitgever, die er zich op toelegt oude uitgaven in hun oorspronkelijken vorm te doen herleven, laat binnenkort het achttiende-eeuwsche werk van J. C. Sepp verschijnen, De Nederlandsche Vogels", reproducties in kleuren, met een inleiding van Dr. J. Schierbeek. De Onsterfelijken" wordt een reeks monumentale werken, waarin uitsluitend meester stukken, rijk geïllustreerd, vertegenwoordigd zullen zijn. Een Nederlandsche Schilderkunst in beeld" verschijnt ingeleid door Jan Engelman. Naast deze grootere ondernemingen, met nog vele aan te vullen, blijven de reeksen groeien en bloeien van goedkoopere boeken in a.lle prijzen Wij kennen ze en ieder van ons heeft er wel eens uit geput. Naast de A.B.C, romans zijn er voor belletrie: De Salamander, De Uil, de Kolibri, de Libel, de Karavaan, De Helikon, de Wereldbiblio theek, de Nieuwe Meulenhof-editie, waarin ook populair wetenschappelijke werken verschijnen, en goedkoope herdrukken, uniform gebonden, van geliefde auteurs als Antoon Coolen, Aart van der Leeuw, Herman de Man, Arthur van Schendel e.a. Voor liefhebbers van historie bestaat er tegen woordig keuze te over; daar is de biografieënreeks met de Leeuw, de Patria onder redactie van Dr. Kernkamp en de nieuwste Historie en Memoiren". Ook nieuwe romans staan op stapel van Johan Fabricius, K. van der Geest, S. Vestdijk en vele anderen, die als vaste figuren het belletristisch terrein bestrijken. Genoeg. Dit weinige is voldoende om te laten zien hoezeer de uitgevers zich beijveren om elk onwilkeurig oponthoud in te halen en ervoor te zorgen, dat het letterkundig leven opgewekt en vol bezieling blijft. Alles, inderdaad, zal de Nederlandsche uitgever doen om het eventueel gemis te vergoeden aan toevoer uit het buitenland en hij zal daarin slagen. Voor de Nederlandsch» letterkunde opent dit een vergroote ontwikkelingsmogelijkheid. NATUURLIJK is het, vooral voor den boek handelaar, moeilijk met n slag het karakter van zijn zaak te wijzigen. Hij moet daarbij kunnen rekenen op de medewerking van het publiek. Zij, die gewoon waren in hun leesportefeuilles Fransche, Engelsche en Amerikaansche tijdschriften aan te treffen, doen verkeerd op grond van het ontbreken daarvan, plotseling het periodiek lezen te staken. Er zijn, om tot mijn eigenlijk terrein beperkt te blijven, letterkundige tijdschriften genoeg, die men toch gewoonlijk niet alle kent, welke in vele ge vallen het ontbrekende behoorlijk vervangen. Het is zeer wel doenlijk en zelfs wenschelijk naast elkander te lezen: De Gids, De Nieuwe Gids, Groot Nederland, De Stem, Elsevier's Maandschrift, De Vrije bladsn, in cahier-vorm, en b.v. het tijdschrift der allerjongsten Criterium". In al deze zal men de litteratuur van het oogenblik vertegenwoordigd zien en juist een vergelijking zal de waardeering er voor aanwakkeren, de blik verscherpen. De Nederlandsche boekhandel zal nu ook eindelijk gelegenheid krijgen op het oudere boek, d.w.z. het nieuwe boek, maar dat reeds door een stroom van middelmatigheid is weggeconcurreerd, meer dan anders de aandacht te vestigen. Het publiek zal nu waarschijnlijk ook minder dan vroeger vragen: het nieuwste boek, dan wel: het beste boek. Ter loops gezegd: van de grcote geïllustreerde Camera Obscura komt, als 416 uitgave, een herdruk in iets beknopteren vorm tegen aanzienlijk lageren prijs. Veel gemak heeft het gezamenlijke uitgeversen boekverkoopersbedrijf ondervonden en onder vindt het nog dagelijks van het Centraal Boekhuis. Het Centraal Boekhuis is een instelling van de Vereeniging ter Bevordering van de belangen des Boekhandels. In het Centraal Boekhuis te Amster dam heeft elke uitgever hier te lande een depot liggen van zijn uitgaven. In tijden van moeilijk verkeer, materiaalverlies en stagnatie op allerlei gebied, is het bestaan van deze interne instelling een ware uitkomst gebleken. Er bleef van elk boek althans eenige voorraad, direct afleverbaar. Ik had gelegenheid de bedrijfsuitkomsten van een, twee dagen te mogen zien en was gelukkig te bemerken, dat de boekhandel geenszins heeft stilgelegen. Een forsche stroom boeken gaat dagelijks straalsgewijze het land in, elk naar de plaats waar het wordt verlangd. Er zijn daar veel boeken bij, die de tijden ons voorschrijven, boeken over inmaak, levensmiddelen-bewaring, bezuiniging, tuinieren, vee voeding en over de juiste geestelijke houding in tijden van spanning". Er zijn er ook vele religieuze en stichtelijke. Maar de hedendaagsche litteratuur is er krachtig vertegenwoordigd van Streuvels tot Zandstra. Besef, tenslotte, O Nederlandsch lezend publiek, welk een voorsprong ge hebt behouden op uw landgenooten in Ned. O.- en W.-Indië. Deze menschen zijn al maanden lang van toevoer hunner boeken en tijdschriften verstoken. Het is wel de tijd van alle voorrechten, die men bezit, een rijkelijk gebruik te_maken. C. J. KELK Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE PAG. 5 DE GROENE N o. 3288

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl