De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 juli pagina 12

6 juli 1940 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Onverwoestbare sprookjes UtT NEEM eens een oogenblik het on waarschijnlijke geval aan dat je honderd gulden noodig hebt. Dat je zonder die honderd gulden in de ver schrikkelijkste ellende zult komen, dat je er 's nachts over piekert en overdag met wezenloos-starende oogen rondloopt zonder de eerste crocussen in je tuin te zien. Allemaal van wege die honderd gulden; de brug tusschen jezelf en de absolute ondergang. Honderd harde guldens. Vier flodderige papiertjes. Stelen mag niet. Vragen doe je niet en je zou trouwens niet weten aan wien. Als kind is je geleerd dat stelen een van de verschrikkelijkste dingen is en je herinnert je nog het witte, ontdane gezicht van je moeder toen het dienstmeisje drie lakens mee naar huis had genomen en ze niet weer terug bracht. Nee, stelen is heel, hél erg. Als kind is je ook geleerd dat je nooit moogt vragen. Wacht tot je zelf iets gevraagd wordt en antwoordt altijd met twee woorden." ,,Ja Moeder". Goed. Vragen dus ook niet. Om je zelf een beetje op te monteren denk je je even in hoe het zou zijn als j e den meneer die aan het eind van de laan woont aansprak als hij in zijn auto wil stappen en zou vragen: Meneer mag ik honderd gulden van U hebben?" En dan zijn gezicht van vermoeid zakenman die zich geërgerd heeft aan de beursberichten in het ochtendbladen zorgen heeft waar jij je met je honger naar honderd arm zalige pegels geen flauwe voorstelling van kunt maken. Goed. Je hebt het je even' ingedacht en het was maar een kort amusementje want het dreunt alweer in je: Honderd gulden moet ik hebben .... honderd gulden .. . ." Zooals je vroeger om nog een koekje dreinde en later om de eeuwige liefde van een man, om de sterren, om de maan, om altijd, je heele lange leven gelukkig te zijn. De waanzin. De hoovaardij. Waarom zou een doodgewoon, benepen menschje dat nooit iets heeft gedaan om zich van millioenen andere benepen menschjes te onderscheiden zijn heele leven gelukkig moeten zijn terwijl een dichter constant in de put zit als hij geen mooi vers kan maken? Waar komt dat verdwaasde idee van daan? IK weet het. Ik weet het heel zeker en ik beroep mij op de grooten dezer aarde; de paedagogen en psy chiaters. Beide zijn het er over eens dat de indrukken uit de jeugdjaren onuitwischbaar zijn, zelfs de oorzaak van allerlei griezelige complexen waar van je er in dezen tijd als behoorlijk mensch minstens n dient te hebben. En welke indrukken uit .onze jeugd Als U geregeld losse koopt . . . . nummers hebt U kans dat juist het nummer dat U speciaal interesseert U door een of andere oorzaak ontgaat. NEEM LIEVER 'N ABONNEMENT! zijn ons het stjrkst bijgebleven? Die van de jaren toen je moeder sprookjes vertelde. Sprookjes van feeën en ka bouters en nymfen en meerminnen. Van prinsessen en betooverde prinsen en bloemen waar elfen in woonden en kasteelen met gouden poorten en tuinen met eeuwig bloeiende bloemen. Je leefde niet in de grauwe wereld van opstaan en naar school gaan en de aardrijkskunde en de optelsommen. Je leefde in die glanzende wereld waar je moeder's stem van vertelde. En als je vroeg: Is het allemaal echt gebeurd Moeder ? Kwam die prins zoo maar uit die berenhuid kruipen?" Natuurlijk is het echt gebeurd" antwoordde je moeder. En ze liet je een plaatje zien waar een heel duidelijke, levensgroote beer op stond die morsdood achterover viel en uit zijn bruine huid stapte een prins in blauwe en rose zij met lange, gepermanente lokken en naast hem stond een beeldschoone jonkvrouw en ver op den achtergrond zag je een vijver met lelieblanke zwanen en een kasteel waar ze verder voor altijd gelukkig in gingen leven. En op een ander plaatje was een jongetje dat op een bloemblad door de lucht werd gevoerd; zes groote vlinders trokken het blad voort en het jongetje zette een gezicht alsof het heel gewoon was. En het was heel gewoon want je eigen moeder zei dat het echt gebeurd was. En al die prinsen boden hun prinses minstens n kasteel aan waar ze van gouden borden aten en het woord geld werd niet genoemd, of in zulke astronomische cijfers dat het vulgaire woord er door werd opgetild en iets heel bijzonders kreeg als een kostbaar en zeldzaam juweel. EN toen ging je het lieve leven in. Sinterklaas bestond niet en dat van die ooievaar was larie, dat wist je óók. Maar dat van die nymfen met gazige sluiers die alleen 's nachts zichtbaar zijn, dat van die kabouters die onder de grond werkten en die je kon hooren als je je oor tegen een telegraaf paal hield ? Dat van dien prins ? En het kasteel? En het lange en ge lukkige leven? Wist je heelemaal en onomstootelijk zeker dat dat nooit echt kon gebeuren? Wist je precies de grens tusschen die twee werelden? Wist je precies wat kon en niet kon. . .. ? Ik weet het nóg niet. Niets anders dan walgelijke kitsch die kletssprookjes", heeft een cynisch man me eens toegesnauwd toen ik hem dat vertelde. Goed. Kitsch dan. Walge lijke kitsch. Best. Ik kan het den meneer op de hoek van de laan dus niet vragen. Ik maak me onsterfelijk belachelijk. Goed. Allemaal waar. Het is onzin. En denk je in dat de man zou ant woorden: Ziehier mijn buidel dame, hij bevat het driedubbele van het luttele bedrag wat ge meent noodig te hebben. Het is mij een groote eer U deze futile dienst te kunnen bewijzen." Ik zou stomverbaasd zijn! En als ik morgenochtend wakker word en ik zie een kleine nimf achter de gele cro cussen in den tuin met haar sluier wuiven zal ik óók verbaasd zijn. Maar veel en vél minder! Walgelijke kitsch. Onverwoestbare sprookjes. G. J. WERUMEUS BUNINK-ENSINK Tuinboonen met kaas J~\EZE boonen, nog juist jong U genoeg om smakelijk te zijn, zijn ook gemakkelijk te gebruiken voor een pikante kaas-schotel. Daar bij beteekent dit, door haar voedzaam heid, met groente, b.v. sla: een stevig maal. Neem voor 4 personen: z'/., kilo tuinboonen (ongedopt gewogen j, kook ze op de gewone manier, vooral niet te lang! en maak het gewone bloem kool-sausje (25 gr. boter, 50 gr. bloem, 4 d.L. melk). Na afloop wordt er, van het vuur af, i1/» ons geraspte kaas doorheen gemengd. Stort nu de uitgelekte boonen in uw vuurvaste schotel, uw oven is ondertusschen voor vóór-venvarming aangestoken. Roer hier doorheen: i1/» d 2 ons in stukjes gesneden schouderham. Het witte kaas-sausje bedekt daar na dit geheel en dit alles verhuist met wat paneermeel en kluitjes boter naar uw warmen oven en is in een kwar tier gereed. O ja, als ge zelf moet koken en op het laatste oogenblik veel te doen hebt, maak dan deze schotel gerust vooraf. Het in den oven zetten blijft dan al leen voor het laatste oogenblik over en het iets langer verblijf van de scho tel daarin zal nauwelijks uw gasrekening beïnvloeden.' Wat noodig" is IK ken een man die, zoodra er een balletje wordt opgeworpen over het chapiter nieuwe kleeren", steevast ten antwoord geeft: Als je het wer kelijk noodig hebt, moet je het koopen !" Behalve in dit antwoord, toont zijn diplomatie zich verder nog in het feit, dat hij een consciëntieus en dege lijk vrouwtje getrouwd heeft, die zich dus terstond ernstig afvraagt: Heb ik het heusch noodig?" Waarbij zij dan natuurlijk veelal tot de conclusie komt, dat noodig" nu wel een erg groot woord is. Echt noodig hebben we feitelijk niet zoo heel veel; maar toch moet er van tijd tot tijd wel eens iets nieuws zijn al is het dan alleen maar om den moed erin te hou den, wat in laatste instantie dan toch wel heel erg noodig is Bij een zomerverblijf op een bad plaats heeft men bepaald wel een witte jurk noodig. Op de foto wordt daarbij gedragen een kort, grootbloemig jasje, en onder de kraag van de japon zit een soort lavallière" van dezelfde ge bloemde stof: wit met bleekgroen en aubergine. Zulk een jasje van een zomersch materiaal behoort ongetwijfeld tot iedere vacantie-uitrusting die op volledigheid aanspraak wil maken. Naast het tailleurscostuum, de lange pantalon met een reeks blouses en n of twee middagjurken behooren toch ook een paar linnen japonnen in de kleerkast; en het jasje maakt deze, zoo noodig, tot een ensemble". DE GROENE No 3289

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl