De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 juli pagina 19

6 juli 1940 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Mijn hond De teleurstelling DIT werd toen ik het vaste voor nemen had over te gaan tot de aanschaffing van een herdershond mijn eerste bittere ervaring: een hond naar je zin te krijgen is niet zoo een voudig als een sigarenwinkel binnen te stappen en een blikje Karel ntjes van 8 te koopen. Het is namelijk heelemaal niet eenvoudig. Je koopt in ieder geval met veel minder omslag een heerenhuis in een boschrijke streek met voor- en achtertuin vrij op naam of 40 bunder best akkerland, een 2e handsch Mercedes met compressor, als nieuw en zonder gebreken, een electrische karnmachine of 10 Koninklijke Olies, een familiewapen, een laschapparaat of een ouden jaargang van Vragen des Tijds" dan een herdershond. Ik was een hondenwinkel binnen gestapt en vroeg den eigenaar of hij een herder te koop had. Het antwoord kwam niet onmiddellijk, doch alvorens te antwoordden, keek de brave hondenexpert met een eenigszins optimis tische blik zijn magazijn rond, als wilde hij den voorraad herdershonden op nemen. Nochtans had ik tijdens de inventarisatie een eenigszins teleur stellend voorgevoel. Reeds spoedig zou blijken, dat mijn voorgevoel mij niet bedrogen had, want, nadat de honden koopman had rondgekeken in de be trekkelijk niet overgroote ruimte, waar in hij zijn bedrijf uitoefende, trok hij zich terug in een soort beschouwende stilzwijgendheid en zeide, eenigzins informatief: ,,'n Herder, zei U?" Nu had ik dit inderdaad gezegd en in de hoop, mijn kansen te vergrooten, zette ik in volgens mij zeer duidelijke bewoordingen mijn bedoelingen nog maals uiteen en deze bedoelingen wa ren onmiskenbaar ingesteld op het be zit van een herdershond. Mijn uiteen zetting bracht een belangrijke versombering te weeg bij mijn hondengrossier, een versombering, die in zijn uiterlijk zijn houding, zijn gelaatsuitdrukking en zijn bewegingen duidelijk merk baar was. Weer zag hij zijn magazijn rond maar met een melancholischen oogopslag, toen keek hij me zacht moedig en vriendelijk in de oogen, zooals een wijs, liefhebbend vader zich vol zorg richt tot zijn jongen, onverstandigen zoon en hij sprak: ,,'n Her der. .. . Waarom zou U een herder neme?. .. . Herders benne valsch. .. . Herders benne onbetrouwbaar. ... U kan een herder nooit bij kinderen la ten. .. . Herders zijn reuze-uit-demode. .. . Nee, meneer, neemt U als zoodanig van mij nou eens een raad aan: u most geen herder neme. .. . Waarom neemt u geen Griffonnetje.... Of 'n Pinchertje. ... ik heb hier een reuze-dwergpinchertje.... kampioen van alle tentoonstellingen...." Ik ben er nog steeds trotsch op, dat ik onder al deze verleidelijke aanbie dingen mijn herder trouw bleef: noch de Griffon, noch de merkwaardige kampioen-Pincher konden mij in eenig opzicht bekoren. Bovendien had ik geen kinderen, die als argument tegen een herder zouden kunnen dienen en _ dan tenslotte kwamen op dat oogenblik in mijn gedachte alle valschheid en alle onbetrouwbaarheid, die ik in mijn leven al rondom mij van de menschheid had gezien, zoodat ook dit argument niet de groote resultaten had, die ervan verwacht werden. Reuze-lieve hondjes meneer, die Pinchertjes", zei mijn tegenspeler. Nu wilde ik deze karaktertrek van Pinchers niet in twijfel trekken, maar ik stelde me voor, hoe ik misschien eens in een diep, donker en eenzaam bosch zou kunnen worden aangevallen door struikroovers of al was het maar door n struikroover. Mijn Pincher zou me dan met alle liefheid, die zijn aard ongetwijfeld kenmerkt niet kunnen helpen, maar een herder, 'n herder als van een politieman, 'n goede, trouwe, sterke, intelligente herder, die zou mijn aanvaller minstens genomen koel bloedig verscheuren, terwijl ik de ge legenheid zou hebben de politie op te bellen, hoewel het mij hier in de win kel niet geheel duidelijk was, waar ik zoo gauw een publieke telefooncel zou kunnen vinden. Ik beschouwde dit laatste echter als een onbelangrijk de tail van den opzet, maar intusschen stond het voor mij vast, dat een herder mijn hond zou wezen en ik sprak dan ook, niet zonder sporen van standvas tigheid in mijn stem: Neen, ik wil een herder." De man, die blijkbaar mijn geduldig karakter doorzag, opperde nog eens den Griffon, manoeuvreerde nog even met de mogelijkheid van een aapje, ventileerde de voordeelen van een raszuivere Cypersche kat, vroeg daarna mijn verflauwende aandacht voor een grijze, doch sprekende papagaai, en legde zijn laatste kansen tenslotte in een offerte voor twaalf witte muizen, die hij me tegen grossiersprijs wilde laten. Maar het idee van den herdershond wilde niet uit mijn gedachten en zoo retireerde ik zwijgzaam in de richting van de straat. Teneinde 's mans illusies zoo lang mogelijk intact te laten, bleef ik nog even voor de etalage staan kij ken met eenige geveinsde belangstel ling voor het dozijn witte muizen. Zoo stond ik een wijle in de houding van een weifelmoedig man, maar in mijn ziel klonk een lach, vol huichelachtig heid. Toen wendde ik mij af en vond in een smalle dwarsstraat eindelijk de ge zochte dekking tegen de doodende blik ken van den hondenkoopman En?", vroeg mijn vrouw, toen ik thuis kwam. Ik mompelde een verdrietig ant woord en zette me toen, sterk gedesil lusioneerd, aan de schrijfmachine om bovenstaand verhaal te tikken. Maar in mijn ziel bleef het verlangen naar een grooten, trouwen herder Mt. PUZZIES tedere week wordt voor het woordraadsel een prijs uitgeloofd, welke bestaat uit een ingelijste kleurenreproductie naar een stilleven van Vincent van Gogh. Inzendingen vóór Woensdag op een briefkaart. Op de adreszijde puzzle vermelden. De prijswinnaar van deze week Is: De Heer O. de Beus, Hovendijk 14, Culemborg. Nieuwe opgaven Uit onderstaande lettergrepen moe ten 18 woorden gevormd worden, wier ie en 36 letters, de laatsten van beneden naar boven gelezen, een versregel van Willem Kloos vormen: be - beau - bos - bosch - ce - choor cum - de - de - doek- e - e - eend eer - es - ga - gel - het - klap - ke Ie - Ie - leer - loo - man - me - me mi - naat - neer - nin - o - or - per pos - ra - sen - stoel - pak - ti - toon tor - tod - trip - va - va - vo - zak. 3 4 S 6 7 8 9 10 ii 12 13 14 IS 16 17 18 Omschrijv ing: ruiter aanvoerder, 2. extract, 3. schilderstuk, 4. gebruiks voorwerp, 5. grieksche letter, 6. hulde, 7. brandhout, 8, revolutionair, 9. vers vorm, 10. gids, n. gevogelte, 12. nederl. plaatsje, 13. professoraat, 14. pronkgewaad, 15. tafelschuimer, 16. afval, 17. kopstuk der Fransche revo lutie, 18. machine in het havenbedrijf. Visitekaartje ? /n -). (i/i ve jfrijen Welk beroep heeft deze man. Tijdverdrijf De nieuwe wijzers van de klok Oplossing Toen mijn vriend op de klok keek was het precies 5 6/n minuut over twee. Mijn vriend heeft dus zeer nauwkeurig ge keken, al had hij de wij zers dan verwisseld. PRINSENGRACHT. 037. TEL. 37906 BEGRRFENIHEN-[REMflTIE-TRRNJPORTEII Nieuwe opgave Acht kaarten iiuiiiiuiiiiiiiiiiiiimiiiiiiu i i Mijn vriend plaatste acht kaarten f op de tafel in de volgorde als hier boven aangegeven, en vroeg zijn gasten enkele van deze kaarten, echter zoo weinig mogelijk, te verplaatsen zoodat de twee kolom men opgeteld dezelfde som geven. Kunt U dit ook? Oplossing de volgende week. | HlallllllltlHIIIIIIIIIIHIHIIIH Oplossingen Woordraadsel Geduld is nog geen deugd zoolang 't niet werd beproefd. Shakespeare. GROENT IJ D ELLEBOOG DRA B BE URNEN LOGGER DETMOLD INNO'NCENTIUS S T l M U L ArN S NIERENBROODJE OCTOBER GEWIN GEELZUCHT ESRA EDDY NABO B D E;E L N E M I N G EMPEDOCLES UURWERK GRONDWET DRENTE ZEFIR ONDERPAND Visitekaartje Het beroep van Dr. U. Gouwebrave te Heerlen is: BEELDHOUWER EN GRAVEUR Het wekelijksche schaakminiatuur Probleem van P. F. Blake abcdefgh abcdefgh Mat in drie zetten Stand: Wit: Ka4, Dg4, Lgz, Lh8. Zwart: Kc7, d6. l go?t3a 'E .?^T j 90?£o}j i jo go?^SQ 'E Sp?9P : SuissnjdQ PAS. 19 DE GROENE Ne. 3289

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl