Historisch Archief 1877-1940
Impressionisme
uitgesproken in den kunstvorm, dien men expres
sionisme noemde, is geen fantasie, maar decadentie.
Een decadente kunst, uiting van een decacenten
tijd, is zeer interessant voor den historicus, ze kan
een tijdgenoot niet bevredigen, in een tijd, die, naar
hij overtuigd is, in wezen niet decadent is, het niet
mag zijn. Een kunstenaar die dan de dingen ziet
als iets gekunstelds, en daarin de schoonheid meent
te herkennen men mag zijn virtuositeit bewon
deren, men heeft het recht hem oppervlakkig te
noemen, zijn geest onvruchtbaar.
De wijze van zien, het is duidelijk, wanneer men
de geschiedenis van de beeldende kunst overziet,
hangt samen met den tijd, met de bepaalde geestes
houding van den tijd. Want wij zijn ook kinderen
van onzen tijd, ofschoon sommigen van ons, en
niet altijd de minsten, opstandige.
HET kan, dunkt me, niet ontkend worden, dat
wij menschen de werkelijkheid in het groot
zoo zien, als de impressionisten ze geschilderd
hebben. Vooral waar het dingen en beweging betreft.
Wij zien, zoolang we niet onze aandacht op een
bepaald punt concentreeren, beweging, lichten en
schaduwen, kleurvlekken, grenzen van vormen.
De rest zien we niet, maar weten we. Toch hebben
de schilders, vóór het midden van de negentiende
eeuw, zelden ten doel gehad, hun indrukken te
schilderen of beweging uit te drukken, ze hebben
altijd hun aandacht dan op dit, dan op dat onderdeel
van de in hun gezichtsveld liggende dingen gevestigd,
en van het gezamenlijke een beeld gemaakt. Ze
hebben dus eigenlijk dit geheel, dat binnen de lijst
van hun schilderij of teekening viel, niet geschilderd
zooals ze het zagen, maar zooals ze wisten of lang
zamerhand ontdekten dat het was.
Dit weten, uit kennis, redeneering of geheugen,
beheerscht het uitbeelden van een groot deel der
schilderkunst. Maar dat weten niet alleen. Ook
Bij de afbeeldingen: Boven: Krabbel van G. H. Breitnet
Onder: Studie uit een schetsboek van Adolph Menzel
-i
traditie, ideaal of zelfs vooroordeel. Vóór Constable,
dien men misschien als den voorlooper der impres
sionisten mag beschouwen, schilderde men alle
schapen netjes wit. We weten dat de schapen wit
zijn, of wit moeten zijn, we gelooven graag, dat ze
wit zijn, de blankheid van de schapen is een ons
allen dierbare illussie, maar zeg mij, met de hand
op het hart, hebt u ooit een zuiver wit schaap
gezien?
Om even bij dat schaap te blijven. Wij hebben
allemaal wel eens de neiging, vijf pooten aan een
schaap te willen hebben. We hebben nooit, dan
misschien op de kermis, een schaap met vijf pooten
gezien. Maar we hebben allen wel eens een schaap
zóó zien staan, dat in ons gezichtsveld n poot
voor een andere kwam te staan en we zagen toen
drie pooten in plaats van vier. Maar eerst het
impressionisme heeft dit feit erkend, of liever
misschien, met dit zien genoegen genomen. Het
heeft het schaap niet net zoo lang gedraaid tot men
alle vier pooten zag, of is
zelfs niet ergens anders
gaan staan om ze alle vier
te zien. Was dit nu de uit
vinding van n mensch, een
plotselinge invallende ge
dachte? Neen, het was een
mentaliteit, die bij een tijd
behoorde, die op een
oogenblik algemeen was. Het kon
niet anders, of deze mentali
teit, die een zekere onbe
wustheid, een zekere arge
loosheid insloot, moest weer
teloor gaan, toen het ver
stand de plaats van het ge
voel ging innemen, toen
de hartstochtelijke schilder
kunst van hen, die door
de natuur gepakt werden,
door de natuur en de emo
ties die zij geeft, door
de theorie doodgeredeneerd
werd. Wat was nu het ge
volg van dit verstandelijk
worden van den kunstenaar ?
Was het accuratesse, aca
demisme, concurrentie met
de directheid en waarheidszin
van de foto? Neen, het ver
stand van den kunstenaar
weet toch altijd in zijn onder
bewustzijn, dat het zichzelf
niet genoeg is. Het wist nu
zoo precies hoe alles er uit
zag, dat 't daar niet meer
naar keek. We kregen een
soort fantasie, en nog meer:
abstractie. En fantasie die
dezen naam eigenlijk niet
verdient, omdat ze door het
vernuft werd gevoed en niet
door de verbeelding, een ab
stractie die iets wou uitdruk
ken dat niet uit te drukken
is. De natuur werd verlaten.
Maar wij kunnen niet bui
ten de natuur. Ook de fanta
sie niet. Onze droomen zelf
zijn saamgesteld uit indruk
ken, die de werkelijkheid
ons heef t gegeven of zou kun
nen geven. Alle groote fantasten hebben zich altijd
uitgedrukt in vormen die de natuur aan de hand
deed. Omdat andere vormen ons inderdaad niets
zeggen. Probeer eens uit uw hoofd, zoomaar
een wolk te teekenen. Een wolk schijnt iets van
toevallige vormen, iets grilligs, alles, zou men
zeggen, kan een wolk zijn en een wolk kan alles
zijn. Het lukt u niet, tenzij ge de wolken bestudeerd
hebt zoo goed als een Jacob Maris het deed. Gij
teekent een dot watten, een peluw, een matras. De
wonderlijke, nachtmerrie-achtige figuren die een
Jeroen Bosch in zijn Hel of in zijn laatste Oordeel
deed optreden, zijn saamgesteld uit werkelijkheden,
deelen van een beest aan een mensch, een wiel voor
een been, een ketel, een stuk machine in een
organisme opgenomen. Ook fantasten putten
uit den taalschat der werkelijkheid. Laat ons eens
zien, wat alles mogelijk is binnen de grenzen van
deze eenige mogelijke uitbeelding, dat wil zeggen,
de uitbeelding in vormen, die de natuur en de
werkelijkheid aan de hand doen. Neem eens de
Verloren zoon van Jeroen Bosch; dit primitief
schilderij is slechts een sober voorbeeld van een
manier van voorstellen die wij thans nooit meer
zouden kiezen: het geven van meerdere momenten
in n gezichtsveld, van meer dan n gebeurtenis,
die niet gelijktijdig kunnen zijn, in n landschap.
binnen n omlijsting. Nog een geheel ander voor
beeld: hoe men zakelijk vertellen kan van iets dat
wij als een zeer sensationeele gebeurtenis zouden
zien, zooals de brand van Sodom, door een primi
tief schilder, het effect zonder de sensatie, die
wij, moderne menschen verlangen te ondergaan,
en als tegenstelling, de doodgewone gebeur
tenis, die van een paar menschen, wandelend
op een landweg, bij zonsondergang, gezien als iets
dat men sensationeel zou kunnen noemen, zooals
bij Vincent van Gogh. Zoo kan men de schrilste
verschijnselen in de natuur als iets gewoons en
nuchters aanvaarden, als iets louter schilderachtigs
schilderen, en de dagelijksche dingen als iets
schokkends, dat het hart verontrust. Zoo verschillend
zien wij, zoo verschillend ziet de ne generatie
van de andere.
Maar wacht eens ! Deze onderscheiding van
generaties" gaat in onze dagen niet meer op.
Verschillende generaties leven, denken en scheppen
naast elkaar voort, ja, in n mensch voort. Het
is beter te spreken van temperamenten.
Slechts het temperament kan verklaren, dat het
impressionisme, geslachten lang zoozeer bestreden
en doodverklaard, nog steeds in verschillende vormen
voortleeft. Dit is evenzeer het geval met de vertel
of beschrijvingskunst, de zakelijkheid, die zich
altijd weer aanmeldt.
Beide vormen van beeldende kunst beroepen
zich onmiddellijk op het zien, en daardoor zijn ze
onsterfelijk. De experimenten, waarbij men wilde
schilderen zonder eerst te zien, of met ontkenning
van het geziene, bleken tegen-natuurlijk en on
vruchtbaar.
NOORD-BRABANT BIEDT U:
bosch, heide, vennen, stedenschoon
zeer comfort, hotels en pensions
Uitvoerige inlichtingen Federatie V.V.V. in Noord-Brabant,
DOMMELSTRAAT 24 EINDHOVEN
PAG. 9 DE GROENE No. 3289