De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 6 juli pagina 9

6 juli 1940 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Impressionisme uitgesproken in den kunstvorm, dien men expres sionisme noemde, is geen fantasie, maar decadentie. Een decadente kunst, uiting van een decacenten tijd, is zeer interessant voor den historicus, ze kan een tijdgenoot niet bevredigen, in een tijd, die, naar hij overtuigd is, in wezen niet decadent is, het niet mag zijn. Een kunstenaar die dan de dingen ziet als iets gekunstelds, en daarin de schoonheid meent te herkennen men mag zijn virtuositeit bewon deren, men heeft het recht hem oppervlakkig te noemen, zijn geest onvruchtbaar. De wijze van zien, het is duidelijk, wanneer men de geschiedenis van de beeldende kunst overziet, hangt samen met den tijd, met de bepaalde geestes houding van den tijd. Want wij zijn ook kinderen van onzen tijd, ofschoon sommigen van ons, en niet altijd de minsten, opstandige. HET kan, dunkt me, niet ontkend worden, dat wij menschen de werkelijkheid in het groot zoo zien, als de impressionisten ze geschilderd hebben. Vooral waar het dingen en beweging betreft. Wij zien, zoolang we niet onze aandacht op een bepaald punt concentreeren, beweging, lichten en schaduwen, kleurvlekken, grenzen van vormen. De rest zien we niet, maar weten we. Toch hebben de schilders, vóór het midden van de negentiende eeuw, zelden ten doel gehad, hun indrukken te schilderen of beweging uit te drukken, ze hebben altijd hun aandacht dan op dit, dan op dat onderdeel van de in hun gezichtsveld liggende dingen gevestigd, en van het gezamenlijke een beeld gemaakt. Ze hebben dus eigenlijk dit geheel, dat binnen de lijst van hun schilderij of teekening viel, niet geschilderd zooals ze het zagen, maar zooals ze wisten of lang zamerhand ontdekten dat het was. Dit weten, uit kennis, redeneering of geheugen, beheerscht het uitbeelden van een groot deel der schilderkunst. Maar dat weten niet alleen. Ook Bij de afbeeldingen: Boven: Krabbel van G. H. Breitnet Onder: Studie uit een schetsboek van Adolph Menzel -i traditie, ideaal of zelfs vooroordeel. Vóór Constable, dien men misschien als den voorlooper der impres sionisten mag beschouwen, schilderde men alle schapen netjes wit. We weten dat de schapen wit zijn, of wit moeten zijn, we gelooven graag, dat ze wit zijn, de blankheid van de schapen is een ons allen dierbare illussie, maar zeg mij, met de hand op het hart, hebt u ooit een zuiver wit schaap gezien? Om even bij dat schaap te blijven. Wij hebben allemaal wel eens de neiging, vijf pooten aan een schaap te willen hebben. We hebben nooit, dan misschien op de kermis, een schaap met vijf pooten gezien. Maar we hebben allen wel eens een schaap zóó zien staan, dat in ons gezichtsveld n poot voor een andere kwam te staan en we zagen toen drie pooten in plaats van vier. Maar eerst het impressionisme heeft dit feit erkend, of liever misschien, met dit zien genoegen genomen. Het heeft het schaap niet net zoo lang gedraaid tot men alle vier pooten zag, of is zelfs niet ergens anders gaan staan om ze alle vier te zien. Was dit nu de uit vinding van n mensch, een plotselinge invallende ge dachte? Neen, het was een mentaliteit, die bij een tijd behoorde, die op een oogenblik algemeen was. Het kon niet anders, of deze mentali teit, die een zekere onbe wustheid, een zekere arge loosheid insloot, moest weer teloor gaan, toen het ver stand de plaats van het ge voel ging innemen, toen de hartstochtelijke schilder kunst van hen, die door de natuur gepakt werden, door de natuur en de emo ties die zij geeft, door de theorie doodgeredeneerd werd. Wat was nu het ge volg van dit verstandelijk worden van den kunstenaar ? Was het accuratesse, aca demisme, concurrentie met de directheid en waarheidszin van de foto? Neen, het ver stand van den kunstenaar weet toch altijd in zijn onder bewustzijn, dat het zichzelf niet genoeg is. Het wist nu zoo precies hoe alles er uit zag, dat 't daar niet meer naar keek. We kregen een soort fantasie, en nog meer: abstractie. En fantasie die dezen naam eigenlijk niet verdient, omdat ze door het vernuft werd gevoed en niet door de verbeelding, een ab stractie die iets wou uitdruk ken dat niet uit te drukken is. De natuur werd verlaten. Maar wij kunnen niet bui ten de natuur. Ook de fanta sie niet. Onze droomen zelf zijn saamgesteld uit indruk ken, die de werkelijkheid ons heef t gegeven of zou kun nen geven. Alle groote fantasten hebben zich altijd uitgedrukt in vormen die de natuur aan de hand deed. Omdat andere vormen ons inderdaad niets zeggen. Probeer eens uit uw hoofd, zoomaar een wolk te teekenen. Een wolk schijnt iets van toevallige vormen, iets grilligs, alles, zou men zeggen, kan een wolk zijn en een wolk kan alles zijn. Het lukt u niet, tenzij ge de wolken bestudeerd hebt zoo goed als een Jacob Maris het deed. Gij teekent een dot watten, een peluw, een matras. De wonderlijke, nachtmerrie-achtige figuren die een Jeroen Bosch in zijn Hel of in zijn laatste Oordeel deed optreden, zijn saamgesteld uit werkelijkheden, deelen van een beest aan een mensch, een wiel voor een been, een ketel, een stuk machine in een organisme opgenomen. Ook fantasten putten uit den taalschat der werkelijkheid. Laat ons eens zien, wat alles mogelijk is binnen de grenzen van deze eenige mogelijke uitbeelding, dat wil zeggen, de uitbeelding in vormen, die de natuur en de werkelijkheid aan de hand doen. Neem eens de Verloren zoon van Jeroen Bosch; dit primitief schilderij is slechts een sober voorbeeld van een manier van voorstellen die wij thans nooit meer zouden kiezen: het geven van meerdere momenten in n gezichtsveld, van meer dan n gebeurtenis, die niet gelijktijdig kunnen zijn, in n landschap. binnen n omlijsting. Nog een geheel ander voor beeld: hoe men zakelijk vertellen kan van iets dat wij als een zeer sensationeele gebeurtenis zouden zien, zooals de brand van Sodom, door een primi tief schilder, het effect zonder de sensatie, die wij, moderne menschen verlangen te ondergaan, en als tegenstelling, de doodgewone gebeur tenis, die van een paar menschen, wandelend op een landweg, bij zonsondergang, gezien als iets dat men sensationeel zou kunnen noemen, zooals bij Vincent van Gogh. Zoo kan men de schrilste verschijnselen in de natuur als iets gewoons en nuchters aanvaarden, als iets louter schilderachtigs schilderen, en de dagelijksche dingen als iets schokkends, dat het hart verontrust. Zoo verschillend zien wij, zoo verschillend ziet de ne generatie van de andere. Maar wacht eens ! Deze onderscheiding van generaties" gaat in onze dagen niet meer op. Verschillende generaties leven, denken en scheppen naast elkaar voort, ja, in n mensch voort. Het is beter te spreken van temperamenten. Slechts het temperament kan verklaren, dat het impressionisme, geslachten lang zoozeer bestreden en doodverklaard, nog steeds in verschillende vormen voortleeft. Dit is evenzeer het geval met de vertel of beschrijvingskunst, de zakelijkheid, die zich altijd weer aanmeldt. Beide vormen van beeldende kunst beroepen zich onmiddellijk op het zien, en daardoor zijn ze onsterfelijk. De experimenten, waarbij men wilde schilderen zonder eerst te zien, of met ontkenning van het geziene, bleken tegen-natuurlijk en on vruchtbaar. NOORD-BRABANT BIEDT U: bosch, heide, vennen, stedenschoon zeer comfort, hotels en pensions Uitvoerige inlichtingen Federatie V.V.V. in Noord-Brabant, DOMMELSTRAAT 24 EINDHOVEN PAG. 9 DE GROENE No. 3289

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl