De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 juli pagina 10

13 juli 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Tooneel Naa slandts IN mijn artikel in De Groene Amsterdammer van 22 Juni i) j.l. werd met een enkel woord gesproken over de adaptatie van anderlandsche tooneelWerken; welke adaptatie ook, althans voor de klassieken der wereld, bij een ideaal-répertoire wenschelijk werd geoordeeld; maar slechts aan een groot regisseur dient te worden toevertrouwd. We willen over dit adapteeren thans nog een enkel woord in 't midden brengen. Het is een bedrijf dat zeer algemeen en vaak weinig scrupuleus is beoefend. Men herinnert zich, hoe de Schmieredirektor in De Sabijnsche Maagdenroof", wanneer hij voor een bepaalde rol geen acteur beschikbaar heeft, besluit, er een brief van te maken". Hier heeft men een allereenvoudigst voorbeeld van adaptatie. Natuurlijk, het geldt hier een caricatuur van het tooneelbedrijf; de oplossing van de moeilijkheid is dan ook ietwat Gordiaansch; maat er zijn in den loop der eeuwen adaptaties te over geleverd, die niet van voornamer gehalte waren. Hoe vaak wordt niet een kleine rol, die men niet bezetten kan, of welker vervulling men de kosten niet waard acht, geschrapt! Met dergelijke praktijken behoeven we ons hier echter niet bezig te houden; ze betreffen meer den anecdotischen kant van het tooneel. Maar er zijn er andere, die meer de ernstige aandacht waard zijn. We denken aan adaptaties van bepaalde stukken; die ook door een auteur kunnen worden tot stand gebracht. In onze gouden eeuw bijvoorbeeld door Breeroo, die Terentius' Eunuchus" tot zijn Moortje omwerkte; door Hooft, die Plautus', Aulalaria" naa 's Landts ghelegenheyt" verduitschte, d.w.z. vernederlandschte. Hier hebben we een voorbeeld van wel zeer veel veranderend bewerken; er zijn veel genoeglijke schetsen van Amsterdamsen burgerleven ingevoegd veelal door van dat leven te laten vertellen ; we verliezen iets aan concrete kracht, maar winnen een geestig beeld van XVIIde eeuwsch Amsterdam. Men merkt ook, deze bewer king met het origineel vergelijkend, groote ver schillen op tusschen den Romeinschen volksaard, waarop Plantus en den Amsterdamschen waarop Hooft was ingesteld. Hooft maakt het stuk blijeindig; de verleiding van een meisje wordt, om ze het Hollandsche publiek minder afstootelijk te maken, wat meer aan verschillende omstandigheden toegeschreven; de moeder van het jongmensch dat haar verleidde, toont groote ontsteltenis en veront waardiging; in Plantus' stuk geenszins. En Molière, die 't zelfde gegevenr een halve eeuw later voor Frankrijk zou bewerken, behoudt nog aanmerkelijk minder van 't origineel. Dit nu is een ander uiterste van adaptatie, dan het omzetten van een rol in een brief. Namelijk: een zoo vrij mogelijk bewerken. Eigenlijk volstaat de nieuwe auteur want auteur mag die wel heeten, en niet meer vertaler of bewerker met het overnemen van een paar motieven die hij dan eigenlandsch en eigentijdsch aankleedt; men onder stelt zelfs, dat Molière het directe model van zijn werk in Parijs had gevonden; het zou een voornaam ambtenaar zijn geweest, vandaar het zonderlinge en in het stuk zelf niet verklaarde feit, dat Harpagon, hoe zuinig hij ook is, toch koets en paarden houdt; dat was voor dien ambtenaar, in zijn positie, een noodzakelijk kwaad. TUSSCHEN deze twee grenzen nu hebben we een menigte tusschenvormen. Het interes santst zijn wel die, waar een auteur een stuk, dat hemzelf en zijn publiek zeer ver ligt, voor dat publiek geschikt maakt, en met de eischen die dat publiek aan een naar zijn smaak en oordeel goed" stuk stelt, in overeenstemming brengt. De ver gelijking van een aldus tot stand gekomen versie met het origineele stuk, is een zeer leerrijke studie voor den cultuurhistoricus; als hij zich nauwkeurig rekenschap geeft van de redenen waarom de be werker bepaalde veranderingen maakt, kan hij daaruit natuurlijk in verband met andere ge gevens veelal duidelijker bepaalde eigenaardig heden eener historische periode leeren zien en daardoor die periode dieper leeren begrijpen, dan uit de oorspronkelijke tooneelproductie van dat zelfde tijdvak. Bijzonder leerrijk is het bijvoorbeeld te zien, hoe de XVIIIde eeuwsche tooneelman Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE Friedrich Ludwig Schröder (1744?1816), een typisch vertegenwoordiger van de Aufklarung, handelt met verschillende oude beroemde tooneelwerken; bijvoorbeeld met Calderon's Alcalde de Zalamea. Dat stuk handelt over de inkwartiering van generaal Don Lope bij den boer Crespo, een koppigen kerel, die in zelfgevoel den generaal niets toegeeft, en juist in dien tijd alcalde d.i. baljuw van zijn dorp wordt. De twee oude heeren, Spaansch-trotsch, maar ook beiden nobel van inborst, sluiten na een stormachtige, zeer geestig door Calderon ge schetste scène, vriendschap. Intusschen verleidt een kapitein, die onder Don Lope dient, Crespo's dochter Isabella. De boer-baljuw laat dan, als een star wreker van eer en recht, den adellijken kapitein terechtstellen. Schröder nu heeft, in overeen stemming met de denkbeelden van zijn tijd, terwijl hij verschillende sterke speelscènes o.a. het gesprek tusschen den kregelen generaal en den ongemakkelijken boer behield, het verloop van dit stuk?Amtmann Graumann" aanmerkelijk veranderd; heeft zware accenten gelegd op de moraal die hij er met zeer veel genoegen in gevonden had; heeft alles meer geprepareerd", en er een verzoenend slot aan gedicht. Wat het prepareeren betreft, dat wordt in den vorm van eenig moraliseerend voorgevoel 2), zoodra de inkwartiering wordt aangekondigd, door de dochter van den boer, Louise heet ze hier, te berde gebracht. Het klinkt in onze dagen ietwat spieszbürgerlich. So eine vornehme Visite", zegt deze jonge dame ,,hat schon manch" Unheil in bürgerlichen Hausern aangerichtet. Die Herren vom Adel machen sich gern auf Unkosten von unsereins lustig, und wie leicht sind wir arme Bürgermadchen dann ewiglich vor der Welt blamirt. ..." Zooals Isabella, Crespo's dochter, het starre eergevoel van haar vader bezit, zoo toont Louise Graumann haar vaders deugd. Wat meteen beteekent, dat zij alleszins moet triomfeeren; want volgens de begrippen van dien tijd moet de deugd altijd triomfeeren, want zij is het oorspronkelijk wezen van den mensch dat kan wel eens even in de war raken een tijdelijke Verdunkelung" van deh von Gott eingepflanzten Vernunft"; maar dat komt althans op het tooneel gewoon lijk ineens weer terecht. De officier wordt in dit stuk dan ook door Louise's deugd, ten slotte, weerhouden haar te onteeren. Hij ook moet de deugd huldigen; niewar eine so wilde That wie diese von deutlerichen Beweisen der zartlichsten Ehrfurcht begleitet", verklaart de deugdzame-en-gevoelige Louise achteraf. Trouwens, deze jongelieden, de wilde en de tamme, kenden elkaar al van vroeger. Liefde of ook maar hartstocht op 't eerste gezicht, dat voelt men als te Spaansch, en ook een uitbarstende liefdesbetuiging moet geprepareerd zijn. Dus: de officier heeft het meisje al vroeger gekend en op behoorlijke wijze het hof gemaakt. Alles meer consequent; en toch nog wel verrassend ook ! Maar meer gemoedelijk verrassend. En zoo eindigt hier het geval niet met het opknoopen van den officier dezen vernederenden vorm van terechtstelling acht Crespo den eenig juisten , maar met een huwelijk; Ambtmann Graumann heeft gelukkig, in plaats van fel-direct te handelen, veel over de heiligste wetten der menschheid" gedeclameerd. En bij een huwelijk alleen zou er nog bij enkele toeschouwers iets aan 't gevoel van volkomen bevrediging kunnen ont breken, maar dit is ook nog een standesgemasze Heirat". Want de Ambtmann is lekker ook van adel; hij is vroeger officier geweest; Graumann is een aangenomen naam. In zijn vroegere levensperiode heeft hij zelfs eens den generaal von Stern (zoo heet de ver-XVIIIde eeuwde Don Lope) uit levensgevaar gered. Aldus nóg een plezierig-toevallig terecht komen; n: de sympathie tusschen den boer en den generaal is niet zóó maar ineens ontstaan; er ligt een vaag gevoel van verbondenheid aan ten grondslag. .. . Gelukkig ! Er valt dus niets zoo maar, ongeprepareerd, uit de lucht 3). We hebben nu 'een paar gevallen aangegeven van texten-adapteeren. Een volgenden keer iets over verschil van régie, met behoud van den text, zij 't in vertaling. We zullen dan in de eerste plaats moeten zien, wat men met de Grieksche en met de Fransche tragedie doet. En we mogen Hamlet en Julius Caesar in modern en modernst costuum niet vergeten. JAN WALCH i) Wenschelijk répertoire". 2) Moraliseeren is een typisch Aufklarungs-, voorgevoel n van de eigenaardige romantiekmotieven. 3) Toen het Residentie-Tooneel, in October 1938, litteraire matinees instelde, had ik het voorrecht, bij de eerste hiervan, door mij gehouden, mijn betoog geïllustreerd te zien door de stijlvolle voorstelling, door een aantal leden van dit gezelschap, van eenige tooneelen van het XVIIde eeuwsch-Spaansche en van het XVIIIde eeuwsch-Duitsche stuk. ^iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Merkwaardige berichten Hierbij bleek dat \Villem Smit een neefje is van verdachte. De officier van justitie eischte deswege zes maanden gevangenisstraf". (K.) De reizigers moeten hier per pond over de Waal gaan." (Leeuw. C.) Paindeluxe-brood Ken vliegtuig heeft in een aard appelveldje twee explosieve bommen laten vallen." (H.) In Riarritz kan melk nog slechts alleen aan kinderen worden afge geven." (H.) CHARIVARIA Het moeilijke woord ,,Men trachtte zich tegen het onmeedoogenlooze gevaar in veiligheid te brengen." ( \* lems'sbron) Gedijdend vee Tiet schaap gedijdt nog op weiden waar runderen honger lijden." (S. }i.) Uit de hoogeschool der journalistiek Ken uitgesproken mondain milieu heeft men hier niet; de ca f e's zijn er weinige." (T.) De kamer zag er netjes uit en de beide dichters hadden, uit het licht van de lamp, een keurig pak aan.'' (X. f. </. J).) Als , .Xederland kent geen enkel dorpje, dat zoo rijk is aan oude zeden en gewoonten dan juist dit pastorale gehucht." (Toeristenkampioen) ..("?een land heeft wellicht zulke belangen bij deze evolutie dan juist Krankrijk." (R.) De Geldersche moet haar brille glazen bevochtigen met een beetje glycerine, ze daarmee aan beide kanten bevochtigen en ze daarna goed oppoetsen." (H.) En ze daarna aan beide kanten oppoetsen. \Vegens verduistering veroordeeld." (H.) Wij pleiten clementie. Versier uw woning Te koop uit netten inboedel: lief kamcrgemakje voor /. 3.50." (Alfiin. C.) Dan Volgens B. en W. van Almelo mag deze gemente veeleer als centrum van Overijssel beschouwd worden als Knschede." (R.) l)e publicatie is iets later geschied als gewoonlijk." (If.) Ons geheugenstreepje Verder is het toegestaan dat win kels, kapperszaken en café's tot il uur des avonds - - mogen geopend blijven." (.Middcnstaiulskrant) "Bovendien behoefde men om trent .Rusland nog niet alle hoop te moeten laten varen." ( \Yaa^) Uitspraakregels Het uitgesproken stille strand." (('?) Die landschappen zijn ontegen zeggelijk uitgesproken Kransch." (Jf-) ,,\ lij is zeer uitgesproken een recher cheur." ((',.) Correspondentie K. ie Ff. In de Groene van ^i) Juni staat o]) pag. 12, 2e kolom, onder het hoofd: Intelligentie als Maatstaf": Wanneer men bij het toelatings examen een intelligentie-tent toepast, enz. Waarom test" in plaats van proef" ? Anlw. Vermoedelijk omdat men daardoor aan de weet komt, hoe veel intelligentie de candidaat in zijn test heeft. PAG 10 DE GROENE No. 3190

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl