De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 juli pagina 13

13 juli 1940 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

M eisi es in un ifo rm HET klonk voor ons reeds vol komen vanzelfsprekend en geens zins meer sensationeel als wij hoorden van de Lotta's en andere semi-militaire vrouwenvereenigingen, die daadkrach tig en met opoffering van zichzelf trachten haar manlijke landgenooten in den oorlog te steunen. Maar ook wij in Nederland hebben meisjes in uniform: leerlingen van de eerste en eenige meisjestuinbouwschool" in ons land. Terwijl haar andere geüniformeerde vrouwelijke landge nooten: het Korps Vrouwelijke Vrij willigers nu op haar wijze prachtigen hulparbeid verrichten in het belang van haar land worden deze meisjes op een niet minder gewichtige taak voor bereid. Want de tuinbouw waarin zij in Huis te Lande" grondig worden onderricht zal waarschijnlijk in de toekomst een nog belangrijker plaats in ons volksleven innemen dan tot nog toe. En dat wil heel wat zeggen, want zooals bekend, is de tuinbouw nergens op de wereld zoo ver edeld en zoo populair als hier. Daarom is het des te vreemder, dat tot nog toe de tuinbouw practisch slechts als mannenberoep bestaat, ter wijl juist de vrouw alle eigenschappen bezit om dit beroep met goed resultaat uit te oefenen. Psysiek zware arbeid, die slechts door mannen kan worden verricht komt hierbij zoo goed als niet voor. Daarentegen vergt de tuinbouw veel liefde voor de natuur, handigheid en liefde voor het detail. Deze juist bij vrouwen veel voor komende eigenschappen maken den tuinbouw tot een ideaal vrouwenbe roep, vooral daar zij bovendien har monisch geestelijken en practischen arbeid verbindt. DE leerlingen die Huis te Lande': b;zoeken moeten een goede voorop leiding hebben en minstens zeventien jaar oud zijn. 'Het zijn niet allen doch ters van kweekers en landbezitters, die later de arbeid van haar vader willen voortzetten, maar ook meisjes, die willen worden opgeleid tot tuinarchitect?, tuinbouwleerares of tot assistente in een biologisch instituut. Maar de meisjestuinbouwschool te BIJ DE FOTO'S Links: In den vrij en tijd wordt ijve rig in het eigen tuintje gewerkt. Rechts: Mestrijden kan men ook met plezier doen. Onder: Teekenwerk voor de a.s. tuinarchitecten. Rijswijk wordt ook bezocht door meisjes, die geen aspiratie hebben tot de uitoefening van den tuinbouw als beroep en die deze school slechts be zoeken uit liefde voor de levende natuur om later den eigen kleinen familietuin zoo mooi en doelmatig mogelijk te kunnen inrichten. Ongeveer veertig meisjes uit alle deelen van het land bezoeken Huis te Lande" om daar een driejarigen cursus te volgen, die zijn afsluiting vindt in een door den staat erkend einddiploma. In deze drie jaar leeren de meisjes den tuinbouw grondig in theorie en praktijk. De theoretische vakken als plantkunde, dierkunde, scheikunde en kennis van den grond worden degelijk bestudeerd, want eerst grondige kennis van de theoretische vakken en tenslotte het inzicht in hun samenhang is de voorwaarde voor een succesrijken tuinbouw. DE arbeidsdag duurt zeven uur; in het winterhalfjaar heeft het theore tische gedeelte de overhand, in het zomerhalfjaar het practische. Maar alle vakken worden met gelijken ijver en zorgvuldigheid beoefend, hetzij tuinaanleg, hetzij het zeer prozaïsche mestrijden. Zoo aanvaarden zij het ook als vanzelfsprekend dat zij 's zomers, ook Zondag, zij het om de beurt, dienst moeten doen, wat beslist noodzakelijk is voor de goede verzorging van de haar toevertrouwde planten. Nieuwe lingen morren er misschien wel tegen, maar spoedig bemerken zij, dat deze arbeid een bevrediging schenkt, die de mooiste bioscoop niet geven kan. En daarom is het niet te verwonderen, dat men zelfs in den vrijen tijd vele leerlingen in de haar persoonlijk ter beschikking gestelde tuintjes bezig ziet, die zij naar haar eigen ontwerp en werkplan bewerken. Juist in dezen tijd is het goed om te weten, dat deze school bestaat, zoowel in het belang van den tuinbouw, waar voor zij goedgeschoolde krachten af kan leveren, als in het belang van de vrouw, voor wie hierdoor een voor haar bij uitstek geschikt beroep toe gankelijk wordt gemaakt. H. M. PAG. 13 DE GROENE No. 3290

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl