De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 13 juli pagina 8

13 juli 1940 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

Het electronentnicroscoop IN aanmerking genomen haar nog betrekkelijk recent debuut, (recent, natuurlijk gemeten met vóór-oorlogsche maatstaven) heeft de electrotechniek ons dagelijksch leven verbazingwek kend ingrijpende veranderingen doen ondergaan. De omwenteling echter, die zij in den vorm van het electronenmicroscoop gebracht heeft, betreft niet het dagelijksch leven, doch het gebied der weten schappen in den ruimsten zin. Dank zij de electrotechniek is een microscoop gecreëerd dat een wereld van tot dusver onzichtbare levende wezens voor onze oogen ontsluierde, en tot zeer waardevolle ontdekkingen voerde op medischbiologisch en chemisch terrein, alleenlijk door het feit, dat het electronenmicroscoop zeer veel sterker vergrootingen kan tot stand brengen, dan het opti sche microscoop. Wat is namelijk het geval? Ten einde de uiterst kleine deeltjes, om wier zichtbaarmaking het hier gaat, te ontdekken, zijn stralen noodzakelijk van zér geringe golflengte. Bij het optische (d.i. dus het bekende microscoop), worden, gelijk men weet, de lichtstralen geconcen treerd door middel van lenzen. De stralen van zoo geringe golflengte nu, waarom het thans gaat, worden ten eerste door ons oog niet als licht waar genomen en ten tweede zijn zij door lenzen niet te concentreeren, doch gaan ongebroken door prismata heen. Aan het eerste bezwaar wordt tegemoet gekomen, door ons netvlies te vervangen door een photographische plaat; het tweede bezwaar wordt onder vangen, door gebruik te maken van het feit, dat dergelijke stralen weliswaar niet door lenzen kun nen worden geconcentreerd, doch wel door electromagnetische velden. Men spreekt dan ook van electromagnetische lens". In de werkplaatsen van Siemens nu is een micros coop geconstrueerd, dat een vergrooting van 30.000 maal bereikt. Dit cijfer begint te leven wanneer men bedenkt, dat van Leeuwenhoek, de uitvinder van het micros coop, een maximale vergrooting van 270 maal tot stand bracht, welke prestatie in drie en halve eeuw, door middel van ingewikkelde lenzenstelsels, door donkerveldbelichting en het gebruik der olieimmersie, ten slotte tot het bereiken van een 2000 malige vergrooting verbeterd werd ! Hiermede waren dan echter ook de mogelijk heden van het optische microscoop uitgeput. Het nieuwe electronenmicroscoop" (want deze naam is te verkiezen boven de Duitsche benaming Uebermikroskop") gebruikt geen licht, doch electronenbundels, overeenkomend met een straling van zeer veel geringere golflengte, dan die van het licht. Deze stralen hebben uit een physisch oogpunt de zelfde mogelijkheden als het licht, zij planten zich rechtlijnig voort, althans in een hoog vacuüm, en kunnen, zooals reeds werd uiteengezet, gebroken en geconvergeerd worden door de electromagneti sche" lens. Zij doen een fluoresceerend scherm lichten en werken in op de photographische plaat. Zoover de theorie. *"1 ?f^ v«.^ < /*" - » ?f?ït;Vt P ' * / * * ** S * " * t&i&,f'.Vrf''.if. Het electronen-microscoop van Siemens & Hatske vergroot 30.000 maal. De electronenbundel wordt on der een spanning van 100.000 volt opgewekt, en geeft een straling van uiterst geringe golflengte PRACTISCH waren enorme bezwaren te over winnen: de electronenbundels worden ver kregen door spanningen van óo.ooo, 80.000, 100.000 volt, het te onderzoeken object moet mét objectdrager, mét fluoresceerend scherm n pho tographische plaat in een hoog vacuüm geplaatst zijn en verwisseld kunnen worden ! De construc tie van een vacuumsluis" komt aan dit laatste bezwaar tegemoet. De kleine bekende materie deeltjes, en tegelijkertijd de aller-kleinste levende wezens hebben afmetingen van de orde der golf lengte van het licht, of onmiddellijk daaronder en daaruit volgt dat het gewone, zichtbare licht er geen duidelijk beeld van kan vormen. De boven beschreven electronen bundels kunnen dat wel, maar ons oog kan een dergelijk beeld niet waar nemen. Het door de electronenbundels gevormde beeld echter kan vastgelegd worden op de photogra phische plaat. En hier schuilt nog een voordeel van het electronenmicroscoop boven het optische mi croscoop: meerdere personen kunnen tegelijkertijd het beeld waarnemen. In de gunstigste gevallen kan met het gewone optische microscoop een beeld ge vormd worden van deeltjes, wier doorsnee 0.00016 m.m. bedraagt. Het electronenmiscroscoop l 5) Sao»»» Links: het beeld dat men met een optische micro scoop van micro-organis men verkrijgen kan. Rechts: dezelfde micro organismen, waargenomen met het electronenmicro scoop. maakt corpuscula zichtbaar die 10 tot 100 maal kleiner zijn, d.w.z. men betreedt met het electronen microscoop'een wereld, die tot nu toe absoluut onzichtbaar was. DOCH juist in deze wereld speelt zich een be langrijk stuk van het organische leven af. Men denke slechts aan de ultramicroscopische smetstof, het z.g. virus, waarover een vorig artikel handelde. Hondsdolheid, mond- en klauwzeer, ma zelen en griep, zij allen worden door een virus veroorzaakt. Geen menschelijk oog had tot voor korten tijd een dergelijk virus aanschouwd, geheimzinnige stof, kenbaar alleen door haar desastreuse werking, raadselachtig en eindeloos betheoretiseerd. Thans heeft het electronenmicroscoop de kristallijnen aard onthuld van een enkel virus en wij twijfelen niet, of de tijd is niet verre waarin ook de thans nog on bekende virus geen geheimen meer voor ons zullen hebben. Wij kunnen veilig aannemen, dat het ultrami croscoop nog niet zijn perfectie bereikt heeft, en dat de grens tusschen zichtbaar en onzichtbaar steeds verder verschoven zal worden. De consequenties, die dit met zich brengt, laten zich niet overzien, en de mogelijkheden, die het microscoop in zich bergt, niet voorspellen. Reeds is men er in geslaagd, de stralingstechniek zoo te verbeteren, dat levende weefsels en organis men onderzocht kunnen worden. Doch niet slechts voor geneeskunde en biologie, ook voor organische en anorganische chemie heeft het ultramicroscoop beteekenis, en belooft onschatbare gegevens te leveren over den bouw der doode stof niet minder dan over dien der levende. De eigenschappen van colloïden, van kleurstoffen (adhaesie, dekvermogen), de samenstelling van tallooze gesteenten, aardsoorten en dergelijke, zullen in den meest letterlijken zin des woords ,,in een geheel nieuw licht" bestudeerd kunnen worden. En de overwinningen, die de wetenschap met behulp van dit nieuwe wapen" op nog niet te tellen terreinen zal behalen, zijn nog niet te voorzien. PAG. 8 DE GROENE N o. 3290

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl