Historisch Archief 1877-1940
U IT H U l 2 l G H E D E N
Stadsinventaris
Het schip der stad
HET schip der stad, onze tram ver
voert dagelijks duizenden naar
en van hun werk. Zij is onmisbaar
voor hen die niet fietsen of iedere
morgen de stoute wandelaarsschoenen
aantrekken. Reeds vroeg in de morgen
beweegt zij zich op topsnelheid met
het daarbij behoorende gegier door de
nog verlaten straten. Van acht tot tien
uur is haar binnenste het tooneel van
een onevenwichtig balanceerende en
hangende menigte, die niets liever doet
dan zich verdiepen in haar onderschei
dene lijfbladen. Iets later op den dag
vervoert zij diegenen die zich tot
voor kort met hun wagen naar hun
kantoren begaven, hun ' aantal is
kleiner tengevolge waarvan de inhoud
van de tram dus evenredig minder
belast is. 's Middags doet een nieuwe
groep stadsgenoten een beroep op haar
goedheid. Met leege tasschen begeeft
de huishoudelijke stand zich naar de
binnenstad om enkele uren later, nog
net voor de kantoren uitgaan met
overbeladen tasschen weer naar haar haard
steden terug te keeren. Om vijf uur
doet de bezetting van de kantoren weer
een aanval op haar innerlijke rust.
's Avonds trammen vertegenwoordigers
van al deze groepen eensgezind naar
de binnenstad om daar een bioskopie
te pikken" en met de laatste trams
gaan tevreden uitgangers en vermoeide
tramconducteurs en bestuurders ge
zamenlijk naar het eindpunt waar onze
trouwe vierwieler met bijwagen een
verdiende rust wacht. De invloed van
de tram op het dagelijksche leven is
enorm. Wandelaars en slanke lijn
enthousiasten verfoeien haar en hebben
medelijden met haar gebruikers. Trein
reizigers hebben de gewoonte elke
minuut op hun horloge te kijken om
daarna binnensmonds te mompelen.
Huisvrouwen hebben principieel ruimte
te kort en kinderen gebruiken de
beperkte ruimte dikwerf om eens goed
uit te huilen.
Alles tezamen gevat zouden wij onze
electro tax voor geen geld in de wereld
willen missen.
Tooneel
Don Quichot op de Bruiloft
van Kamacho
HET is geanimeerder in de Stads
schouwburg dan het bij tijden
gedurende het winterseizoen was. In
een tempo, dat wij niet gewend zijn
wordt de Grieksche tragedie afgewis
seld met een opera en de opera met een
ballet en dit op zijn beurt weer met
een boertige klucht en een
ShakesV
peariaansch blijspel. En het publiek
reageert dienovereenkomstig, zorgt
voor uitverkochte zalen en voor een
passende stemming en maakt van het
geheel een feest, wat een uitgang naar
de Eerste Schouwburg des Lands ook
behoort te zijn.
In die opwekkende sfeer, waarin
men elkaar aan weerszijden van het
voetlicht begint te begrijpen, waarin
de acteur tot beste prestaties en het
publiek tot snel en dankbaar reageeren
geprikkeld wordt, werd Pieter
Langendijks zorgelooze klucht opgevoerd, met
het entrain en de afwisseling die dit
stuk behoeft om te blijven boeien. Er
is geen woord Spaansch in deze
goedhollandsche klucht, al heeten de
vertooners" dan ook op het tooneel
Kamacho, Quiteria of Basilius en zelfs
Don Quichot wordt onder Langendijks
handen een simpele kluchtfiguur, die
slechts moet dienen om de stokslagen
van Kamacho's knechten of van
Vetlasoepe's koksmaatjes te
incasseeren. En zoo wordt het een onge
compliceerd genoegen naar de naïeve
handeling te kijken, waarbij Quiteria,
dochter van een adelijk landman uit
gehuwelijkt dreigt te worden aan den
rijken boer Kamacho, maar Basilius,
haar eigenlijke minnaar, juist op tijd
met een list dit onheil afwendt en zelf
met de buit, i.c. Quiteria, gaat strijken,
om daarna nog het publiek met een
wijze les naar huis te sturen.
Hebt u niet genoeg aan deze een
voudige handeling, aan Elsensohn's
ronde boer, aan Schmitz als edele
minnaar of aan Saalborn-van Dijk
als het zotte dus Don Quichot
Sanche Pance, dan zijn er kostelijke
bijfiguren, waarvan Cor Hormus als
de rijmende schoolmeester Jochem U
zeker het beste bevallen zal. En dan
is er nog muziek en een echt ballet en
al wordt het geheel hier en daar wat
rommelig en druk, het is alles met
plezier gedaan en zooiets ontgaat het
publiek nooit.
Film
Gitllivers Reizen (City)
DIT is dan Fleischer's antwoord op
het probleem der geteekende
hoofdfilm, door Walt Disney met
Sneeuwwitje" aan de orde gesteld.
Het is een antwoord in den geest van
Fleischer, robuust, uitbundig en zonder
poctische franje. Bij Sneeuwwitje"
zult U genoten hebben. Bij Gulliver"
zult U zich amuseeren, harder lachen,
meer ongecompliceerd plezier hebben.
Fleischer heeft het verhaal van
Lemual Gulliver, die schipbreuk lijdt
en op het eiland der Lilliputters terecht
komt, vrij behandeld en zijn film
volgestopt met komische bijfiguren, die
meer nog dan de hoofdfiguren de aan
dacht vragen. Daar zijn de
ruziemakende koningen Little en Bombo, daar
zijn de samenzweerders, maar daar
is vooral Gabby, de stadsomroeper,
die niet meer tot rust komt van het
oogenblik af, dat hij Gulliver's lichaam
op het strand ontdekt. Op deze schep
ping heeft Fleischer al zijn
teekenvaardigheid en komische inventie uit
geleefd en Gabby zal zonder twijfel
binnen korten tijd even populair wor
den als eens het dwergje Dopey uit
Disney's film.
Teekenfilms kunnen niet naverteld
worden, teekenfilms moeten gezien
worden en ik ben bang, dat Gullivers
Reizen" zoo onmatig vol is met ko
mische vondsten en verwikkelingen,
dat nmaal zien niet eens voldoende
is om haar op de juiste waarde te
taxeeren.
It happened one Night
(Uitkijk)
U hebt sinds '3S, toen ,,It happened
one Night" uitgebracht werd,
al heel wat gelijke of soortgelijke
kluchten gezien, maar u mag niet
Clark Gable en Claudette Colbert
vergeten, hoe goed het origineel ge
weest moet zijn, dat het zoo- en
zooveelste aftreksel nog genietelijk was.
Hoe goed het inderdaad was, kunt u
thans zelf nog eens constateeren en
bij films van dezen ouderdom is het
geraden er vlug bij te zijn, opdat u
zich later niet kunt beklagen de af
treksels geproefd te hebben zonder het
origineel te kennen.
De School der Liefde
(Remhrandt Th.)
HET is eenvoudiger twee heeren
te dienen dan hun gelijktijdige
liefde te beantwoorden. Dat ondervindt
Hanni Weker, die in de ochtenduren
secretaresse is bij den schrijver Heinz
Wölfing en 's middags de belangen
behartigt van den tenor Enrico Villa
nova, maar geen raad weet als beide
Cassanova's verliefd op haar worden.
Voorloopig brengt zij de heeren met
elkaar in aanraking en laat hen de
strijd onderling beslechten en met
dit duel der rivalen vult zich de film
tot Hanni haar keuze maakt en Heinz
verkiest boven Enrico. Gelukkig is
het een blijspel, zoodat Enrico niet bij
de pakken gaat neerzitten, maar het
paar zingende uitgeleide doet; en daar
deze Enrico niemand anders is dan<
Johan Heesters eindigt deze film met
het forsche stemgeluid van onzen
landgenoot.
Herinnering ( AUuitubra)
STEL je verloofde niet voor aan
Robert Taylor; hij is 'n
Draufganger" van het oude type, is na een
half uur amicaler met je vriendin dan
jezelf na een half jaar was en loopt
twee weken later in jouw plaats naar
het stadhuis. Zoo vergaat het Lew
Ayres die van zijn vacantie terug
komt, verloofd met Greer Garson,
haar voorstelt aan zijn besten vriend
Robert en eenige maanden later het
gelukkige paar moet gelukwenschen
met een gezicht, waarop de teleur
stelling met moeite verbeten wordt.
Maar het loopt Robert ock niet mee,
want zijn baan als publicity-manager
laat hem nog geen vrijen tijd voor een
huwelijksreis en de Niagara-falls zou
den nog steeds op het bezoek der
jonggehuwden hebben moeten wachten
als niet Lew Ayrus met een nieuw
geneesmiddel mehthone" was ge
komen, waarmee vergetelheid wordt
verkregen en waardoor Robert en
Green hun twisten en ruzietjes over
de uitgestelde honeymoon" inderdaad
vergeten en als nieuw tegenover elkaar
komen te staan. Dit alles wordt in een
prettigen, luchtigen stijl verteld in de
film Remember" en als u een beetje
uitgekeken bent op Robert Taylor,
let dan eens goed op den stillen humor
van Lew Ayres en op die geheel nieuwe
verschijning, Greer Garson, waarvan
u zich thans nauwelijks kunt voor
stellen, dat zij in Mr. Chips" debu
teerde.
MIJN SCHRIJFMACHINE
NIETS is geheel waar zelfs dat
niet, heeft een groot man in een
vrijmoedig oogenblik gezegd en in dat
licht gezien komt het verband tusschen
schrijfmachine en letterkundige arbeid
oogenblikkelijk op losse schroeven te
staan. Een Deensch professor moet ge
weten, heeft destijds een hecht door
timmerd betoog opgezet over het zak
kende peil van de literaire producten
in zijn land als gevolg van jawel,
van het gebruik der schrijfmachine.
Daarover moet ge niet gering denken,
want dat is een zaak van importantie,
die onze volledige belangstelling en
bevattingsgeestdrift rechtvaardigt. De
prof. verzocht ons intelligent te zijn en
wel te bedenken dat de obligate en
welluidende tikmanoeuvres, zonder
welke de speelsch-glimmende toetsen
tot doode letters zouden degradeeren,
eenvoudig van ruïneuzen invloed zijn
op de teere concentratie van den
schrijver en deszelf zorgvuldig en sier
lijk gebruik van de taal. Dat is dus niet
mis. En dezelfde onbehaaglijke evolutie
die zich aan de poëzie had voltrokken
toen de revolutionnaire stalen pen de
ganzenpen van een vorige generatie
verdrong, zou zich herhaald hebben,
maar dan in nog bedenkelijker mate,
sedert het schrijf-mechanisme dat door
onze hedendaagsche typistetjes met
zooveel gratie, courage en vaardigheid
bespeeld wordt, haar gansch niet
joyeuse entree maakte, overal waar
letters, woorden en volzinnen gehan
teerd worden.
Ik heb er mijn schrijfmachine eens
op aangekeken zij is, laten we zeg
gen, van middelbaren leeftijd, de
glimlach van het lakwerk is hier en
daar bestorven en aan haar gouden
naam heeft de klassieke tand des tijds
niet zonder succes geknabbeld en
ik moet U zeggen: er zit wat in. Vooral
van die concentratie en zoo.
Het is natuurlijk niet heelemaal
nobel om zulke harde en afvallige
gedachten te koesteren nopens een
instrument met zulk een eervollen
staat van dienst achter den solieden
stalen rug als mijn schrijfmachine.
Maar die lijdt dan ook kennelijk aan
gewrichtsrheumatiek en haar geluid,
aan het einde van iederen regel, is
klaaglijk en meelijwekkend. Daarbij
komt natuurlijk nog dat mijn schrijf
machine allerminst tot verheven gees
telijken arbeid is geroepen en hoogstens
als trouw hulpmiddel bij het regelmatig
rangschikken en aaneenrijen van een
voudige woorden goede diensten be
wijst. Maar gesteld nu eens zoo'n
Deensche hooggeleerde brengt een
mensch tot meditatie dat onze jonge
prozaïsten en poëziebedrijvers straks
allemaal aan het machineschrijven
slaan, zou dan de Muze niet verkocht
en verraden zijn? Ik bedoel, wanneer
ook de gewrichten van die machines
nu eens aan de sukkel geraken en ook
zij zich klaaglijk, meelijwekkend
enzoovoort gedragen? Zal dan het peil
onzer letterkunde niet in een duize
lingwekkende diepte verzinken? Ik
moet er niet aan denken en althans
mijn machine de zorg geven waarop
zij recht heeft. Ik zal de hoofdletter A
laten vervangen, want die1 danst. GIJS
PAG. H DE GROENE Ne. 3191