De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 27 juli pagina 16

27 juli 1940 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

U lïH U m G H E O E N itadsinventaris Terrasjes MENSCHEN die iets te doen hebben, vinden niets prettiger dan niets te doen. Vandaar de bestaansmogelijk heid van de terrasjes, waar op alle uren van werk- en Zondagen menschen samenhokken om niets te doen tegen een betrekkelijk laag tarief. Want voor een kwartje krijgt ge niet alleen het kopje koffie, maar een onmetelijke zelfgenoegzaamheid en luiheid die men op kantoor en thuis nooit in die mate kan deelachtig worden omdat deze karaktereigenschappen daar niet ge motiveerd zijn. De terrasjes oefenen een magnetische kracht uit op ernstige zakenlieden die plotseling een collega ontmoet hebben teneinde een zeer ernstig onderhoud over koetjes en kalfjes te hebben. En op menschen die voorbij willen loopen maar het vervelend vinden dat alle zittenden hen met hun blikken door boren, en die dus genoopt zijn zich bij de schare der zittenden te voegen. Op de terrasjes zitten menschen die kijken en menschen die zich laten bekijken. Onder de laatsten zijn er vele die hun roeping als acteur, lebemann, genie, of ander soort beroemdheid hebben misgeloopen. Zij halen hun schade in een rieten stoeltje in. En de omzittenden kunnen hen consumeeren als het koekje bij het kopje koffie. Kijk, daar zit meneer Zitmaar, je weet wel, die met die actrice getrouwd is geweest. Daar zit Dolly, wat heeft ze zich weer opgedirkt." Waar? Nee, nou niet wijzen !" Als het niet onge manierd was om menschen met den vinger aan te wijzen, zouden er heel wat wijsvingers boven en langs de terrasjes zweven. Nu worden er slechts hoofden gewend, er wordt beteekenisvol geknikt. Dat is op zich zelf al weer interessant, want er is altijd een buurman die nieuwsgierig is als hij ziet knikken. Neen, het caféterras is pas een ideaal oord als het in een vreemde stad is. Daar kunt ge een tweede stoel voor uw beenen nemen, en de asch van uw sigaar desnoods in een andermans kopje laten vallen, want dat geeft niet. Daar hoeft ge niet te pronk te zitten en uit te kijken of iemand naar u uitkijkt. Het aantrekkelijke van het terras, waar het dan ook zijn mag, is dat men midden in het gewoel van het grootestads-leven zit en daar deel van uit maakt, met buitengewoon weinig moeite. Film We zijn toch allemaal geen Engelen. (De Uitkijk) EN daar ze geen engelen zijn, maar het graag willen schijnen, ver strikken de heer en mevrouw Kempenich, eerbare ingezetenen van een klein dorpje aan den Moezel, zich in een net van leugens, waaruit een groteske rechtszitting hen bevrijdt en hen in hun ware gedaante aan elkaar toont.... als engelen. Want noch de kennismaking van den heer Kempenich met het rosse nachtleven van Keulen, waarheen hij vertrokken is ter gelegenheid van een doopfeest, noch de afwezigheid van mevrouw Kempenich dien zelfden nacht van de echtelijke woning is zóó suspect als men verwachten zou bij menschen, die geen engelen zijn. Maar de schijn is tegen hen en dit maakt hen nerveuzer dan wanneer de verdenkingen op waarheid zouden berusten en doet hen liegen en draaien tot de leugen gemakkelijk ingehaald wordt door de zegevierende waarheid. Men moet Heinz Rühmann zien in deze, zijn beste rol, van chef ter secretarie, geëerd en gerespecteerd en tenslotte vallend, zooals alleen een hooggetroonde engel kan vallen, men moet hem zien als eerbaar burger, die Heinz Rühmann door toeval een nachtcabaret betreedt en het uiteindelijk verlaat in de heitere Stimmung", waarin de Sekt hem gebracht heeft en waarin geen draad meer doordringt tot zijn bewust zijn, men moet hem zien ontwaken in de krullerige hotelkamer, waar hij zich tot zijn ontzetting niet meer alleen bevindt en men moet hem zien vluch ten van de plaats van het vermeende onheil, zonder dat hij nochtans zijn schuldgevoelens kan ontvluchten. Dit is alles werk van een pracht komiek die ditmaal onder de beproefde leiding van Carl Froelich en in een geestig uitgewerkte intrigue zijn beste rol speelt. Stormduivels (Alhambra) WIE vroeger de film gezien of nog vroeger het boek van Rudyard Kipling gelezen heeft, zal bij het lezen van den titel den zilten smaak op zijn tong proeven als beste bewijs van de kwaliteiten van het boek en van de Spencer Tracy in ,,Stormduivels" film. Wie roept niet graag jeugd herinneringen op en wie wil dus niet nog eens de geschiedenis meebeleven van het verwende jongetje (Freddie Bartholomew) die over boord valt van zijn luxe jacht en opgepikt wordt door ruwe visschers, welke hem een nieuw leven laten zien van trouw, kameraad schap en opofferingsgezindheid. Dit is een mannelijk verhaal en tegelijk het verhaal van een man, van dien wonderlijken Italiaanschen ma troos, dien Spencer Tracy boeiend en menschelijk tot leven bracht. Een film dus van sterke sentimenten, maar een, die onder de straffe leiding van Fleming niet sentimenteel werd. Een film ruw en heftig, maar ook stil en spiegelend, een film als de zee, waarop zij grootendeels speelt. Scheiding op korten termijn (Tuschinski) PAUL Hörbiger verbrast in deze film, als componist zijnde, het vermogen van zijn vrouw en wie Hörbiger in een dronken bui ziet, be treurt het, dat dit vermogen zoo klein is en dat advocaat Werkmann tusschen beiden komt en de diep gevallen echt genoot ervan overtuigt, dat hij moet scheiden. Nu zijn er verschillende methoden van scheiding, maar voor de film is er maar »n: de man moet ontrouw fingeeren. En dus huurt advocaat Werkmann Anny Ondra als objekt van overspel en stuurt beiden de Alpen in, gevolgd door een beroepsfotograaf om het moment van ontrouw op de gevoelige plaat vast te leggen. Anny pleegt al gauw contract-breuk door een zekeren Ralf Fenton in haar leven te halen en als Alice, Hörbiger's vrouw, ook nog in het berghotel ver schijnt, ontstaat er een soort liefdesquatre-mains, die in een dissonant eindigt. Alice bereikt, wat de fotograaf tevergeefs trachtte te bereiken, zij betrapt het gefingeerde liefdespaar in een situatie, die naar ontrouw zweemt en eischt scheiding. En de film eindigt voor het gerecht waar een scheiding uitgesproken en voor den burgerlijken stand, waar dezelfde scheiding te niet gedaan en een nieuw huwelijk ge sloten wordt. Anny Ondra is wel eens de vrouwelijke Chaplin genoemd en wie het hiermee eens is, zal zich onge twijfeld op korten termijn amuseeren met deze scheiding, die in een dubbel huwelijk uitloopt. Een hopeloos geval. (Rembrandt) DIT hopelooze geval is natuurlijk een verwend, rijk meisje, dat oppervlakkige genoegens najaagt in een te mooie en veel te snelle auto en daarbij bijna haar mooie nekje riskeert, althans lichtgewond in een ziekenhuis terecht komt. Jenny J ugo is daar nukkig en eigenzinnig als in haar dagelijksche léven tot Prof. Dr. Bruchsal haar eens onverbloemd de waarheid zegt die hierop neerkomt, dat zij een nutteloos en voor niets deugend meis je, in n woord een hopeloos geval, is. Dit is zelfs Jenny te bar; nauwelijks uit het ziekenhuis ontslagen, laat zij zich inschrijven als studente in de medicijnen, wekt eerst ergernis bij de ijverige collega's door haar frivoliteit en studentikoze allures, daarna ach ting door haar studiezin en het af zweren van alle luxe. Zelfs de vrouwenschuwe Hans Faber, die door het immer zegevierende toeval in een dak kamertje naast de tot inkeer gebrachte Jenny woont, wordt ingepalmd, niet tegenstaande de ernstige waarschu wingen van Prof. Dr. Bruchsal. Maar Cupido triompheert en Jenny reist haar Hans na tot in de binnenlanden van Zuid-Amerika, als hij zich daar gaat vestigen, wat niet alleen een deugdelijk bewijs van de echtheid harer liefde is maar tegelijk van de onjuiste diagnose van den Prof. Dr. Concerten Kamermuziek (Rijksmuseum) IEDERE middag is er een concert l in het Rijksmuseum, dat om drie uur begint. Een klein ensemble speelt klassieke en moderne werken. Waar vroeger duizenden Amerikanen en andere toeristen bij het hooge licht van de plafondvensters het groote en beroemde schilderij bewonderden dat zelfs op de prulligste bazaraschbakjes gereproduceerd is, daar komen nu stroomen landgenooten binnen om zich neer te zetten tegenover de leege lijst, waarvoor het podium zich bevindt. Het feit dat de schilderijen zijn weg gehaald, heeft nu zijn goeden kant; wellicht is de acoustiek er beter op geworden. In de pauze is er tien minuten tijd om een indruk te krijgen van de Belgische tentoonstelling, waar Felix Timmermans, levensgroot ten voeten uit, ieder concert van uit de verte mee kan genieten. Het is een goed idee geweest, die muziek in het museum. De bezoeker kan twee soorten kunstgenot combi neeren, hij kan na het lange loopen zijn beenen rust geven. Maar deze concerten zijn zeker de moeite waard om er speciaal voor naar het Rijksmuseum te gaan, en het is voor de geportretteerden op de Nachtwacht jammer dat zij niet mee mogen genieten. Tooneel Hans en Grietje (Openluchttheater Minerva) HANS en Grietje is een sprookje voor kinderen, en voor het kindertooneel bewerkt door Bets Ranucci-Beckman. De voorstellingen worden gegeven door het tooneelgezelschap Kindertooneel" onder regie van Han König. Voor de kinderen is het een heerlijke middag van spanning en ontspanning. Want het sprookje wordt aangrijpend gespeeld, zoo dat de volwassenen niet minder genieten dan de kinderen. En voor de volwassenen is het op zich zelf al de moeite waard om tijdens de voorstelling naar al die verschillende uitdrukkingen op de gezichtjes van het kinderpubliek tj kijken. Er zit een jongetje van zes jaar dat een bezorgd oudemannetjes-gezicht trekt, als de booze heks Hans in de kooi stopt; of er is een meisje dat aldoor somber zat te kijken om opeens te gillen van het lachen als Annemietje het schoteltje van haar chocoladekopje afneemt. De kinderen genieten zoo dat zij alles vergeten en zoet zijn. Voor een vol wassen publiek is dit iets dat vanzelf spreekt, maar voor een kinderpubliek spreekt dit boekdeelen. De voorstellingen van dit kinder tooneel zijn zeer geslaagd, en wij twijfelen er niet aan dat binnenkort ouders door hun kinderen worden meegenomen om het te gaan zien. Daar hebben de kinderen dan gelijk aan. Het is de bedoeling van Han König een permanent kindertooneel te ves tigen en ook andere stukken op het programma te nemen. Het gezelschap bestaat voor een deel uit spelers van het Nederlandsch- en het Centraal Tooneel, dus menschen die iets in hun mars hebben. Het Kindertooneel" beoogt de kinderen op zeer jeugdigen leeftijd reeds met het tooneel ver trouwd te maken, en ze zoodoende op te voeden tot een generatie van schouwburgbezoekers, waar zeer zeker behoefte aan bestaat. Zondagmiddag is er nog een voor stelling op het terrein aan de Apollolaan, en in den loop van de volgende week zullen er voorstellingen komen in een nog nader te bepalen theater. PAG. 16 DE GROENE Ne. 3292

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl