Historisch Archief 1877-1940
Herlevend muziekleven te Rotterdam
ROTTERDAM is van alle steden van Nederland
het meest bekend om zijn stedelijk chauvi
nisme. De Rotterdammers hangen aan hun
stad en aan elkaar. Er heerscht in deze werkstad
een zeldzame solidariteit, een milde vrijgevigheid,
een sterke cultuurdrift. Dit deed behagelijk aan in
tijden van voorspoed, het ontroert in tijden van nood.
Wie somber en verslagen tusschen de puinhoopen
der binnenstad heeft gedwaald, herkrijgt zijn moed
en vertrouwen, wanneer hij in een der onbescha
digde woningen van de buitenwijken.... met
Rotterdammers spreekt.
Waar heeft Rotterdam, toen het gedreun van
bommen en ineenstortende huizen tot zwijgen-ge
komen was, het eerst naar gehunkerd ? Naar muziek.
De Rotterdammers wilden nu lieflijker klanken
hooren, hun verschrikte ziel snakte naar lafenis.
Maar het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest
was zwaar getroffen. Het had zijn kostbare biblio
theek, zijn instrumenten verloren, het was zijn werk
gelegenheid kwijt, doordat in alle overeenkomsten
de oorlogs-clausule voorkwam, het wist niet waar
het zou moeten concerteeren. Ook het Philharmo
nisch Koor had zijn bibliotheek verloren. De heer
Flipse, de Directeur van het Orkest meende den
arbeid zijner laatste tien levensjaren vernietigd.
Toen werkte het Rotterdamsch chauvinisme, de
Rotterdamsche cultuurdrift met verbazingwekken
de snelheid en kracht. De Stichting Rotterdam-1940
stelde het orkest in staat tot den aankoop van
nieuwe instrumenten en een nieuwe bibliotheek.
De gemeentelijke subsidie werd vlot uitgekeerd,
concert-gelegenheden werden gratis ter beschikking
gesteld, elke instantie deed alles.
Als ik niet maak, dat ik er over een paar weken
ben, kom ik er nooit l" Dit had de heer Flipse
uitgeroepen op de puinhoopen van Rotterdam. Hij
was er binnen een paar weken. Ook van elders kwam
hulp. Het Amsterdamsch Orkest heeft een
beneficeconcert gegeven, dat ? 4000 opbracht. En ook de
Duitsche autoriteiten hebben zich niet onbetuigd
gelaten door hun contact te geven met groote
Duitsche muziek-centra, waar hij zijn bibliotheek
mimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii
Illllllllllllllirj!
Charivarius
gehuldigd
IN de beste stemming zal Charivarius ook na de
beëindiging van zijn zeventigste levensjaar zijn
werk in ons blad voortzetten. En hij doet dit met
des te meer genoegen na de ontvangst, soms van
geheel onbekenden, van zoovele bewijzen van
waardeering en aanmoediging.
Hier volgen eenige gelukwenschen:
Dr. Sterck, die zich Octogenarius noemt schrijft:
Charivario Septemgenario: Omne tulit punctum,
qui miscuit utile dulci.
Bielkine seinde: ge-eerd, geciteerd, ge-feliciteerd. .
Ant. van Duinkerken;
Heeft Charivarius Weineen, de jaren
Met Stradivarius Die hen bewaren
Alleen ivarius gemeen? Maken hen beter dan
voorheen.
Een oud senator dichtte:
Mijn dank den jongen kaalkruin,
Den wieder in den taaltuin
Die soms gelijkt een kaal duin,
Of wel een veld vol vaal puin.
Gelukgewenscht, veelzijdige,
Gesmijdige,
Wel snijdige,
Nooit nijdige.
Geluk den fijngevoelende
Den best bedoelende,
Om gunst niet boelende,
Geen driften koelende.
Mijn hulde, Charivarius
en geestig sagittarius.
kon aanvullen. De pers stimuleerde tot belang
stelling, dikwijls in een paar pakkende volzinnen,
die meer zeggen dan een heel artikel, en door dit
alles werd de basis gelegd voor een reëelen opbouw
van het Rotterdamsch orkestleven.
Toch was het einde der moeilijkheden nog niet
daar. Nog was het zoo belangrijke werk van de
samenstelling der programma's te verrichten. Er
moest met andere orkesten worden onderhandeld,
om elkaar niet in de wielen te rijden, en bovendien
eischte de keuze der programma's in de gegeven
omstandigheden bizondere zorg. Ook deze hindernis
werd genomen, zooals men er thans waarschijnlijk
eveneens in geslaagd is, concertgelegenheid te
vinden voor het aanstaand winter-seizoen in de
Koninginne-Kerk. Besprekingen met den Secretaris
en Gecommitteerden tot de Zaken der
NederduitschHervormde Gemeente te Rotterdam hebben daartoe
de gelegenheid geopend, terwijl door het benoemen
van Dr. J. J. Stam, predikant van de Ned. Her
vormde gemeente en J. H. Besselaar, toonkunstenaar
en hoofdorganist als adviseurs, het gewenschte
contact met de samenwerkende vereenigingen tot
stand werd gebracht.
Wat heeft de samenwerking van allerlei instanties
en de rustelooze bedrijvigheid van den heer Flipse
tot dusver reeds tot gevolg gehad? Tusschen 9 en
27 Juni zijn 21 concerten gegeven. En terwijl men
aanvankelijk meende, dat na de ramp het gewone
zomer-programma, dat tot i Augustus liep, niet had
kunnen worden afgewerkt, gaat het thans toch tot
i Augustus door. De nieuwe abonnementen vloeien
toe, en het geheele orkest heeft er aan meegewerkt,
om het repertoire op hetzelfde plan te houden.
HET ligt in de rede, dat deze resultaten voor een
groot deel te danken zijn aan de stuwende
muziek-hartstocht der Rotterdammers. Zij zijn
voor hun geestdrift beloond door merkwaardige
ontdekkingen.
Er werden vroeger 's zomers buiten-concerten
gehouden op Dijkzicht. Thans moest men verhuizen,
en men vond Lommerrijk" op Hilligersberg. Daar
hebben, in den dalenden avond ruim
achttienhonderd menschen geluisterd naar Beethoven's
negende Symphonie. SeidumschlungenMillionen",
het klonk op in de landelijke omgeving van de ver
woeste stad. Er moet iets van een eeredienst, van
een gewijd verlangen zijn geweest in deze reusach
tige samenkomst van menschen met een gefolterd
hart. In den tuin was grint, maar geen stoel ver
schoof. Ademloos was de aandacht voor dit evan
gelie van klanken in een tijd van nood.
En welke was nu de ontdekking? Men had op
Lommerrijk een uitstekende akoustiek gevonden!
Het orkest zat op een platvorm, met glas overdekt,
en dirigent, orkestleden en publiek waren verwon
derd over de verrassende wijze, waarop het
toondicht tot zijn recht kwam.
Maar er is in Rotterdam in deze dagen van zoeken
naar een uitweg voor het muzikaal verlangen nog
een tweede akoustisch wonder ontdekt, dat het eerste
overtreft. Men concerteerde in.... ds manege. En
naar het getuigenis van den Heer Flipse is er in
Europa maar een akoustiek, die de akoustiek van
de Rotterdamsche manege evenaart: die van het
Paleis van Schoone Kunsten te Brussel.
In deze ruimte met haar uitnemende
verklankingscondities werd het Te Deum van Diepenbrock
uitgevoerd.
EN nu zal men dan waarschijnlijk gaan concer
teeren in de Koninginnekerk. Men heeft
omtrent de akoustiek aldaar hoopvolle verwach
tingen, en al leent een kerk zich niet voor alle
muziek, er staat tegenover, dat de sfeer van een
kerkgebouw een geëigender sfeer geeft voor de uit
voering van ernstige toondichten dan bij voorbeeld
een bioscoop. Het gebouw biedt ruimte voor 1500
tot 1700 toehoorders.
De Heer Flipse wil zijn programma in groote
trekken handhaven zooals het was. Hij zal zijn
voorkeur voor Nederlandsche muziek niet opgeven,
en in hoofdzaak werken met Nederlandsche solis
ten.
Er is in Rotterdam een groote vraag naar goede
muziek. Die vraag is door de ramp volstrekt niet
verminderd, waarschijnlijk gestegen. En de orkest
leden van het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest
zien tegen geen enkele moeilijkheid op. Ik wil
gelezen worden!" riep Multatuli eens uit. Deze
toonkunstenaars zeggen: wij willen gehoord
worden !" En als men naar hen komt luisteren, dan
leeft er in hen de onstuimige kracht, die het geleden
leed vergeten doet.
Maar zou het nu de tijd niet zijn, om het Rotter
damsch Philharmonisch Orkest in aanmerking te
brengen voor Rijkssubsidie? Niet uit steun- of
opbouw-fondsen moet deze instelling haar werk
beloond zien, zij heeft recht op een gave, die het
karakter draagt eener erkenning en waardeering
van hetgeen zij op kunstgebied praesteert.
Men kan niet over het herstel van het Rotter
damsch muziekleven schrijven, zonder zijn
paedagogische zijde in beschouwing te nemen.
Ook het muziek-onderwijs heeft na de ramp een
overwinning te boeken. Men had te voren de scholen:
van Toonkunst onder Directie van Willem Pijper en
de scholen van den heer Holthaus. Deze beide
onderwijs-complexen zijn tot een concentratie gekomen.
En daardoor is de muziek-opleiding te Rotterdam
in een unieke positie geraakt. Het geheele muziek
onderwijs in deze groote stad in handen van n
organisatie, dat wil zeggen dat men de beschikking
heeft over een groot aantal schoolgebouwen in de
meest verspreide hoeken.
Men heeft elkander gevonden. Een verheugend
verschijnsel !
En toen de samenwerkende machten de handen
ineensloegen, wisten zij van den nood een deugd te
maken. Alles was vernietigd: de gebouwen, de
bibliotheken, de instrumenten waren weg. Ook de
particuliere bibliotheek van den heer Pijper, met
eenige belangrijke preciosa, o.a. oude lied-boekjes
uit de zeventiende eeuw en een verzameling exo
tische instrumenten, waren een prooi geworden van
de verdelging. En het groote orgel van het Conserva
torium is verloren gegaan.
Nu moet men weer opbouwen. Men zal de plannen
voor de feestelijke viering van het tienjarig bestaan
van het Conservatorium, dat in September voor de
deur stond, moeten prijs geven, maar men zal niet
het voornemen prijs geven, de muzikale scholing te
Rotterdam met groote stuwkracht te ontwikkelen
en het op het eerste plan te houden, minstens op
hetzelfde niveau van den Haag en Amsterdam. Men
doet het nu samen, met vereende kracht.
Ook de muziek-pa°dagogen van Rotterdam ge
wagen van groote dankbaarheid aan de Rotter
damsche bevolking. De Commissie voor de schade,
kwam het muziek-onderwijs te hulp, en die hulp is
gewettigd, want de belangstelling der leerlingen
blijft actief; van de vakleerlingen heeft niemand
afgezegd.
Rotterdam en de Rotterdammers. Het is een
smartelijke tegenstelling, wanneer men dwaalt langs
het puin. Het wordt een aangrijpende eenheid,
wanneer men in aanraking komt met den moed en
het geloof van deze menschen. Want zij zien nu
reeds in de toekomst. Zij willen de vernietiging over
winnen door hun innerlijke kracht. Als nu reeds de
drang, om de Rotterdamsche cultuur te handhaven
zoo sterk is als uit de regeneratie van het Rotter
damsch muziekleven blijkt, dan moet het ook vast
staan dat de Maas-stad haar welvaart wil heroveren,
waarop dat cultuurleven moet zijn gebaseerd. Nu
offert men van zijn nooddruft. Hoe sterk zal de
medewerking en samenwerking zijn, wanneer het
ideaal, dat ieder goed Nederlander voor Rotterdam
in zijn hart draagt, in vervulling zal gaan !
R.
Als U geregeld losse nummers koopt
hebt U kans dat juist het nummer
dat U speciaal interesseert U door
een of andere oorzaak ontgaat
Neem liever 'n abonnement
PAG. 5 DE GROENE No. 3192