De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 10 augustus pagina 17

10 augustus 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

MEN zegt dat fotografeeren een kunst is. Als dat zoo is, dan is het Nederlandsche volk wel hél artistiek, en niet alleen het Nederlandsche. Het aantal menschen die met een kiektoestel over straat flaneeren, in het bijzonder in de vacantiedagen, is niet te overzien. Ze loopen van de eene bezienswaardigheid naar de andere en fotografeeren. Ze komen zelden op het idee dat men een prentbriefkaart kant en klaar voor vijf cent kan koopen. Het kiekje is duurder, maar dan ook individueeler en dus meestal minder mooi omdat het een beetje scheef of onscherp is. Maar de bedoeling van het kiekje is altijd goed en daarom heeftzoo'n mislukt plaatje vaak iets aandoenlijks. Kijk, dit zijn de duinen", zegt mijn nicht die op Vlieland geweest is, en ze toont me een fototje 6X9, waar ik werkelijk niets op kan onderscheiden. Het zou de Veluwe op een regenachtigen Octoberdag kunnen zijn, of een gezicht ergens bij Kat- of Noordwijk in de avondschemering. Maar mijn nicht heeft met fraaie krulletters achter op het kiekje geschreven Vlieland, 21-7-40". Hoewel ik met de achterzijde allén al genoegen zou nemen om het te gelooven, heeft zoo'n kiekje toch iets ontroerends voor de bezitster, en is het in alle opzichten verantwoord. Maar nu komt mijn neef terug uit de Achterhoek. Natuurlijk komt hij met reisverhalen, want iemand die verre reizen doet, heeft vél te vertellen. Als het daar nou maar bij bleef. De gemoderniseerde spreuk is namelijk: Iemand die verre reizen doet, heeft vél kiekjes. En het ergste komt nog. Ga eens bij zoo'n teruggekomen reiziger op bezoek. Het resultaat daarvan is dat ge zoudt wenschen dat hij nooit van zijn reis terug gekomen was. Want ge krijgt kiekjes te zien. Stapels kiekjes. Henk bij den watermolen. Miep bij den watermolen. Blackie bij den watermolen (Blackie dat is de hond. Ik wist niet dat honden zoo'n belangstelling in watermolens hadden). Miep en Blackie bij den watermolen. Henk en Blackie bij den watermolen. Nog eens Miep (met de staart van B.) bij den watermolen, het had eens kunnen mislukken. Een foto van Miep met Henk b. d. w. is er niet, want de automatische ontspanner was stuk en B. kan niet fotografeeren. Maar nu begint het pas, want nu krijg ik te zien: Henk voor het kasteel, Miep voor het kasteel, Miep met Blackie (deze laatste ietwat bewogen) voor het kasteel, Henk en profielv. h. k., Miep en face voor den zijkant van het kasteel. Henk zeer groot met het kasteel onzichtbaar er achter, enz. enz. Dan komt de belvédère aan de beurt met acht opnamen. Vervolgens pension De Vier sprong", de oever van het beekje en de duizendjarige eik. Daarmee is het nog niet uit, het gaat zoo een half uur door. Maar n ding verwondert me, er is geen enkele foto bij van den water molen, geen enkele foto van het kasteel, geen enkele van den duizendjarigen eik zonder Henk of Miep. De watermolen en het kasteel, zij zijn tooneeldécors die zonder Henk of Miep nutteloos schijnen te zijn. Mooie tooneeldécors eischen de goede, groote acteurs, die in vervlogen eeuwen geleefd hebben. Het decor voor Henk en Miep is hun gezellige suite, met het ronde salontafeltje waar het vergulde kalfsleeren fotoalbum met kwastjes op ligt. IMAN DE TOONEELSCHOOL (Vervolg van pagina 9) gewoonlijk niet onder de bezoekers; wel vele anderen; ook die nadien een andere loopbaan dan het tooneel hebben gevonden. Er is zoo wel eens een oude clown komen aanloopen met een vermaarde internationale carrière; door den oorlogstoestand in zielige ellende geraakt; wiens uiterst bemin nelijke en beschaafde toon een schrij nend contrast vormden met zijn ver sleten jasje. Er komen ook vele artisten" van 't goochel- en kermisgenre om den directeur voor eenig onwaar schijnlijk jubileum te interesseeren. Maar er zijn ook amusanter mo menten. Lieden van de meest verschillende leeftijden, die een veelal onbetwijfelbaar ongelukkige liefde voor het tooneel hebben opgevat; en allerzonderlingste proeven van be kwaamheid willen afleggen; en dat liefst onmiddellijk. .. , Het kan toeval zijn, dat ik het juist zoo getroffen heb, maar naar mijn persoonlijke onder vinding voelen dezulken zich vooral tot de rol van Julius Caesar of van Puck aangetrokken. Het is waar, er zijn er enkelen van die plots onontkombare declameerders, die wél recht blijken te hebben te worden aangehoord en geholpen. De leeftijd, voor toelating tot de Tooneelschool met driejarigen cur sus vereischt, is voor de vrouwelijke candidaten zeventien, voor de manne lijke achttien jaar; een enkele maand die er aan hun voorafgaand leven nog ontbreken, is^geen bezwaar; die fantaizeeren we er weljbij. Maar deze leeftijdseisch is niet algemeen bekend; en het is mij ook al gebeurd, dat een moeder-en-zakenvrouw een micro scopisch klein zoontje dat haar ver gezelde, ter opneming kwam aan bieden. Daar zaten ze met belang stellende gezichten; de moeder in den fauteuil-der-eere, den bezoekers terecht aangeboden, tegenover mij; het zoon tje gekropen en gedoken in den mede ter kamer aanwezigen Klubsessel; de beentjes horizontaal, zoodat de voeten er net even uit staken. En in die driemans-conferentie werden dan door de moeder-kroongetuige de meest eervolle verklaringen omtrent den zoon afgelegd: hij kan zoo goed dansen; en hij heeft aanleg om een reuze-filmster te worden. .. . Men voelt onder zulke omstandigheden, hoe het lot ons soms prachtkansen laat ontgaan; maar ik moest de moeder meedeelen, dat voor de techniek van den tooneelspeler en voor de theore tische vakken, zooals die op de School onderwezen worden, een hoogere leef tijd dan zes jaar wordt vereischt; wat ook wel met het oog op 't samenspel noodzakelijk is. Zoodat het jongemensch, indien hij intusschen niet van idee veranderd was, beter over 'n jaar of twaalf nog eens kon terugkomen. Waarop de moeder zei: Nou, Keesie, da's dus nog niks voor jou". En Keesie zei met 'n inderdaad typisch komieken-piepstemmetje: Nnnéj !" En de moeder rees op en Keesie gleed uit zijn Klubsessel, en dribbelde achter haar aan, en 't bezoek was geëindigd. Dit zijn uiteraard anecdotische uit zonderingen. De groote meerderheid der leerlingen die zich niet alleen tegen den examendatum begin September , maar het geheele jaar door, komen aanmelden, zijn ernstiger gevallen. Helaas, ook vaak moeilijker gevallen. Hoe veel, van den artistieken drang bezetenen zijn er niet, die hun infor maties en mededeelingen besluiten met: Maar nu is er nog n moeilijk heid: het schoolgeld". .. . Dit venenum komt, naar zijn aard, bijna steeds achteraan; en 't wordt veelal uit gesproken op den lossen toon waarop een onbeduidende bedenking te berde wordt gebracht. Maar er is weinig directorale ervaring noodig, om reeds van het begin van het gesprek, ja van het begin van het binnentreden des candidaats te voorzien, dat hij met deze praeoccupatie, fleurig weggehou den, zijn entree maakt. Het is ook aan de uitvoerigheid waarmee ze hun bijzonder verlangen om op de School te komen te kennen geven voelbaar, dat dit er achter zit. Een candidaat die dit bezwaar niet heeft, draagt zijn wensch anders voor. .. . We weiden hierover niet uit; wijzen er alleen op, dat die gevallen talrijk zijn, en dat ze niet het minste desl onzer zorgen uitmaken. Want zou men niet graag, los van vuige geldover wegingen, ieder een kans geven, die zich geroepen voelt? Wel, er is althans deze kans: Neem eerst eens aan 't examen deel, waar een commissie van bij uitstek deskundigen beslist. En dan, als die commissie uw liefde voor het tooneel als een niet stellig-enzeker ongelukkige beschouwt, laten we dan nog eens over mogelijke hier aan te passen mouwen praten. .. . JAN WALCH Nieuwe Uitgaven D. Boissevain: Discrete Dood (A. W. Sijthoff's Uitgevers Mij., Leiden). Ernest R. Trattner: Bouwers van ons Wereldbeeld (N.V. Servire, Den Haag). Richard Llewellyn: Hoe groen was mijn dal (Elsevier, Amsterdam). D. J. v. d. Ven: In de Bloeiende Hof onzer Volkscultuur (Het Spectrum, Utrecht). Dr. T. S. Jansma: De oudste ge schiedenis van Rotterdam (W. L. & J. Brusse, Rotterdam). Jan Keyzer: Zijn onze kinderen muzikaal!1 (W. L. & J. Brusse, Rotterdam). FA F. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 AMSTERDAM C. GEKL OVERHEMDEN NAAR MAAT VAN Fl. 8. AF PRIMA COUPE EN AFWERKING EIGEN ATELIER Handschrift-Analyse i 2oongelinieerde regels in snel schrift m. handteekening. Opgave geboorte, nationaliteit, geslacht, beroep, te st. a. C. Adams, Aerdenhout. Strengste geheimh. Erv. uitgebr. on derzoek fl. 2.50. Giro 351908. PAG. 17 DE GROENE No. 3294

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl