De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 24 augustus pagina 11

24 augustus 1940 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Vacantie op het water WIE nog vacantie heeft, kan nu profiteeren. Genieten van water en zon. Genieten van een heerlijke zeiltocht door het mooiste Nederlandsche waterland schap ! Wat is verrukkelijker dan een vacantie in een zeilboot! O, het behoeft geen groot jacht te wezen met een schipper en zijn maat; ook op een klein scheepje is het vacantiegenot volkomen. Op een klein scheepje, waar je zelf ploetert, zelf het dek zwabbert, zelf de zeilen hijscht en het roer bedient, waar je zelf in den laten middag de boel netjes aan kant maakt. En als zoo'n klein scheepje een goed kajuitje heeft, wel, dan is het verblijf aan boord al een hél groote luxe vooral des nachts en vooral bij slecht weer, want men wete, dat ook vacantiedagen wel eens door een enkele regen bui bedreigd kunnen worden. En als het scheepje geen kajuit heeft, dan is een goede buiskap een practische vervanger of anders biedt een dekzeil niet te klein maar wel waterdicht de noodige beschutting aan jongelui tusschen de 16 en 60 jaar, die er 'n dag of wat met een bootje op uit trekken. Ongetwijfeld, een groote boeier op het groote water is een volslagen heerlijkheid en wie zelf niet over zoo'n boeier beschikt, kan met vier of vijf vrienden en de noodige contan ten uitstekende groote schepen huren mét inbegrip van schippers en motor. Dat die motor niet draaien mag, is niet zoo erg: motoren hebben, zoo lang ze bestaan, het meeste zeilgenoegen tóch maar bedorven en het beste is gén motor óf 'n motor en gén benzine. En wie zich de geldelijke uitgaven voor den huur van een groot schip niet kan veroorloven en zelf niet de gelukkige eigenaar van een kleiner scheepje is, welaan, voor hem zijn vele gelegenheden, zoowel hier aan de verrukkelijke Hollandsche wateren als in het mooie, wijde Friesland om voor niet al te veel geld een goed jachtje te huren. Wie zoo'n scheepje voor een week huurt, heeft den eersten dag zijn huur al verdiend aan genoegens, aan goed humeur, aan extra gezondheid. De rest van de week is winst. En wat voor winst! Want of uw schip nu groot is of klein, of het uw eigendom is of een huurscheepje, of ge op de Kaag vaart, in Friesland zwerft of langs onze onvolprezen rivieren trekt elke dag is een dag vol verrukking, elk uur is een uur vol nieuwe emoties, vol ongedachte avon turen. Want plotseling maakt de Holland sche IJssel een scherpe bocht en ge moet nu opeens door den wind en niet alleen dat, maar op honderd meter ligt een dot van een wipbrug. .. . gauw 'n paar stooten op den hoorn en dan op de brug aan. .. . Toe bruggewachter, vooruit alsjeblieft, anders moet ik weer 'n streek maken. .. . goed zoo bruggewachter, goed kerel, brave brug gewachter. ... 'n dubbie in het klomp je. ... Mooi weer, bruggewachter. .. . En bij een andere bocht ligt ineens een klein, lief stadje voor je. Het is nu drie uur in den middag en dit gezellige poppenstadje met zijn ooie vaarsnest op het stadhuisdak heeft zeker 'n kruidenier en een bakker en een slager. .. . Daar is een geschikt walletje om aan te leggen, maar dertig meter verder is een nóg geschikter plekje vlak bij 'n paar paaltjes. .. . Vergeet de waterkruik niet broer en hier zijn de broodkaarten; die moet je meenemen, want de bakker in Oudewater is óók niet gek, zoo min als de melkboer. Maar misschien is er nog wel een boer in Rijnsaterswoude of in Heeg of bij Ronduite, die niet zoo angstvallig bonnetjes telt als je boter koopt. Maar zeker weet ik het niet en wie in deze dagen varen gaat, doet toch goed zijn distributie-administratie met zich te voeren. DIE heerlijke avonden op het water ! De vaat is gewasschen dat v'aten-wasschen hoort er nu eenmaal bij en je scheepje ligt vredig aan een luw kantje bij het riet. De pijp smaakt beter dan ze sedert drie maan den deed en je vriend heeft een ban j o eri je andere vriend kent zulke gezellige liedjes en ga jij nou wat thee zetten het mag wel slappe thee zijn in dezen tijd terwijl zij de schemering met hun liedjes wat opvroolijken. .. . Maar denk erom, dat er ook op het water geen licht gemaakt mag worden zooals in gewone dagen en het beste is maar tijdig naar bed te gaan. > De avonden op het water ! Ze zijn van een ongekende rust tenminste als je de boel voor den nacht goed in orde hebt. Vooral geldt dit op stroo mend water ! Want wie daar niet de goede voorzorgen neemt, als de duister nis gaat vallen, kan wel eens verkeerd terecht komen. Weet je, wat het ge makkelijkste en veiligste is, als je op stroom wilt overnachten? Schiet dan rustig aan bij een klipper of tjalk, die voor anker ligt. Maak niet veel lawaai, doe niet dik, stel je niet aan alsof je leeraar bent aan de binnenschipperschool, maar tik aan je zeilpet, doe vriendelijk en bescheiden en vraag of je aan zijn schip mag vastmaken. Als een schipper neen zegt, ligt het aan de wijze, waarop de vraag gesteld werd. .. . Maar hij zegt natuurlijk ja en vraag hem dan waar hij je hebben wil; wijs daarbij 'n beetje in de richting van de mast. Ik bedoel: ga niet naast zijn roef liggen, want ook een schipper wil 's avonds vrij zijn. En als ge naast zijn tjalk ligt, doe dan niet net, alsof ge hem hypo theek op zijn scheepje hebt gegeven en hij erg achter is met de betaling der rente. Ik bedoel: loop en draaf niet over zijn schip en wees niet hinder lijk. En als het noodig is, dat je over zijn schip moet loopen, kondig u zelve dan beleefd aan: Schipper, mag ik misschien even overloopen? Óók 'n sigaartje, schipper?" En neem als stelregel, dat ge altijd vóór zijn mast omloopt; het is iets dat de schipper op prijs zal stellen. Wat schippers niet op prijs stellen, dat is opschepperij, dat zijn verschrik kelijk dure verhalen over enorme zeiltochten met zulke hooge golven en zeilen, die uit de lijken sloegen en roeren, die verloren gingen. Schippers zijn eenvoudige, degelijke lieden, rustig en beheerscht. Bedenk bovendien, dat een schipper in n week meer wind en water, meer regen en golfslag, meer stroom, meer bruggen, meer sluizen, meer rivier en meer kanaal meemaakt, dan gij waarschijnlijk in uw geheele leven. Schippers zijn prachtkerels en of ze nou 'n tjalk varen op de Lek of een sleepboot op de Keulsche vaart, of 'n klipper op de Zuiderzee, het zijn allemaal menschen, waar wij, watersportmenschen, ontzettend veel van kunnen leeren; harde werkers, over het algemeen zelfs zwoegers, maar als regel ronde, open naturen, die de meeste waardeering hebben voor eenvoudigen van harte met dezen graag een praatje maken. 'n Vacantie op het water ! Eén week biedt duizend ongedachte moge lijkheden. Mogelijkheden van zeilen, van visschen, van zwemmen, van korte wandelingen door on-ontgonnen dorp jes en speelgoed-stadjes, mogelijk heden van een gek café-tje aan het water en van een biljart, zóó hobbelig, dat je je zelf afvraagt, of er werkelijk tijdens het Hoeksche en Kabeljauwsche tijdperk al biljarts bestonden. .. . Mogelijkheden bij een wankel brug getje, mogelijkheden bij een zonnig boeren-erfje, bij een oude linde, een smal sluisje, een vredig slootje, 'n groene watermolen, mogelijkheden, die je alleen treft op het water, met een schuitje op het water als je vacan tie hebt. ... Mt. Boven : Het behoeft geen groot jacht te wezen. Onder: Het zeilen op het groote water is een volslagen heerlijkheid. PAG. II DE GROENE No. 3196

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl