De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 24 augustus pagina 5

24 augustus 1940 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

ontwikkelt die afhankelijk is van de hoeveelheid licht die er op valt. Met een spiegelgalvanometer wordt de stroomsterkte afgelezen. Bij de jongste verbetering van den microfotometer is de thermozuil vervangen door een foto-electrische cel. Om de helderheid van een ster nog nauwgezetter te kunnen bepalen maakt met opnamen met den arceerkijker. Dat is een dubbele foto-telescoop met platencassetfen die schoksgewijs bewogen worden. ledere seconde verschuift de plaat met een schokje over een zeer kleinen afstand, b.v. 0,1 mm. Na vijftien schokjes gaat de plaat 0,1 mm in zijwaartsche richting en vervolgens in de richting die tegen gesteld is aan die waarin hij begonnen is. Zig-zagsgewijs wordt zoo heen en weer gegaan totdat een vierkantje gevormd is, dat bestaat uit 225 opnamen van de ster. In dit vierkantje is de licht-hoeveelheid van de ster mooi gelijkmatig verdeeld; een der gelijke opname levert nauwkeuriger resultaten op bij de metingen in den microfotometer. Er wordt veel met foto's gewerkt die elders zijn opgenomen. De filiaal-sterrenwacht te Johannesburg zendt halfjaarlijks (in normale tijden althans) een kist met opnamen. Ook materiaal uit andere sterren wachten, zooals die te Parijs, Berlijn, Greenwich, Algiers, Bordeaux en Helsinki, wordt onder de loupe genomen. Maar met kijken, en kijken naar foto's alleen komt men er niet. Er moet veel gerekend worden. Daarvoor zitten er tien rekenaars dag in dag uit te cijferen met onuitsprekelijk groote getallen. Een berekening beslaat soms vier groote vol met kleine cijfertjes geschreven pagina's, en gelukkig is er de hulp van enkele electrische rekenmachines. Het aantal metingen dat op de Leidsche sterrenwacht de laatste tien jaar gemaakt is, bedraagt ongeveer 1.770.000. Deze metingen worden in lijvige boeken bewaard, die een heele bibliotheek vormen. Ook de fotografische platen worden, in blikken doozen geborgen, zorgvuldig in een kamer vol rekken bewaard. De belangrijkste platendoozen zijn momenteel onder den grond gestopt, met het oog op den oorlogstoestand. Gelukkig beteekent het geen ramp voor de Leidsche sterrenwacht dat het contact met andere sterrenwachten verbroken is. Met het voorhanden zijnde fotografische materiaal kan nog jaren doorgewerkt worden. Het Hollandsche klimaat is uiteraard niet geschikt voor astro nomische waarnemingen. De lucht is zelden helder. En op het oogenblik heeft men bij de observaties te kampen met de moeilijkheden die ontstaan door de door de luchtbescherming voorgeschreven ver duistering. De klokken en andere wijzerplaten zijn nu afgeschermd en worden met flauwe blauwe lampjes belicht. Want bij het werk der duisternis is nu eenmaal licht noodig voor de instelknoppen en de afleesinstrumenten. NIET alleen de beweging der sterren wordt in Leiden onderzocht; er gebeurt heel wat meer. Professor Oort bestudeert de nevels en verricht theoretisch werk met statistieken en catalogi. Dr. Woltjer bepaalt zich tot het pulsatieverschijnsel bij sommige sterren; dat zijn sterren die periodiek uitzetten en inkrimpen. Verder legt hij zich toe op het onderzoek van de atmosfeeren der sterren, en het sterinwendige. Dr. Hins en dr. van Herk houden zich bezig met meridiaan-astronomie, een werk dat op visueele metingen berust. En zoo werkt een staf van wetenschapsmannen, waarvan er hier slechts enkele genoemd zijn, dag in dag uit, en nacht in nacht uit. De resultaten van het werk worden gepubliceerd in de Annalen van de Sterrenwacht te Leiden", en in het Bulletin" waaraan ook de sterrenwachten te Utrecht, Gro ningen en Amsterdam meewerken, al heeft Leiden het leeuwendeel. Onafgebroken wordt er voortgewerkt aan de ontdekking van het heelal waarmee men nooit gereed zal komen. Het heelal is een dankbaar object voor onderzoek evenals de wereld der atomen en electronen dat is. En tusschen de wereld van het oneindig groote en de wereld van het oneindig kleine leven de menschen als groote dwergen of kleine reuzen met een eindelooze nieuwsgierigheid. Van de oneindigheid van het heelal uit gezien zijn zij onzichtbaar kleine microscopische stofjes die beschavinkjes hebben met kunstjes en wetenschapjes die tezamen hun wereldgeschiedenisje vormen, een wereldgeschiedenis die in de eeuwigheid van het heelal niet veel meer is dan een eendagsvlieg. Want in hetzelfde tijdsverloop waarin oceanen droog worden en in tropische oerwouden veran deren, of waarin heele continenten in de zee weg zinken schommelt de Weegschaal even en kwispelt de Groote Beer met zijn staart. De menschen kunnen er uit leeren dat zij den uiterst korten tijd dien zij hebben, goed moeten besteden. De Leidsche sterrenwacht heeft dat in de drie eeuwen dat zij bestaat, zeker gedaan. E. UYLDERT Vondel in het Vondelpark HET treurtoneel is in den paradijze." We konden, met niet al te veel moeite ons daar Zaterdag namiddag inderdaad verplaatst wanen. Zachte zon ; een van de mooiste plekken in het Vondelpark. Daar ontrolde zich aller treurspelen treurspel. Voorspel van den benijdend om 't zalig oord warenden Lucifer met zijn helschen raad. Adam en Eva in lyrische vreugde opkomend; dan het de schepping bewonderend bezingende dubbelkoor. Dan, in het tweede bedrijf, de daling van de aartsengelen; het hemelsche dat 's Hemels geschapenen zegenend en beschermend tegentreedt. En de wachtengelen leiden de bruiloft in. Maar terwijl die hemelsch voltrokken wordt, bezet de hel den hof en smet hem met zijn listen: Belial en Asmode, Lucifer's raden en rotgenooten beramen den val. Tot de stoet het paar, van wachtengelen geleid, de booze geesten loerend doet schuil gaan. Dan, in het vierde bedrijf, de verleiding; de drama tische samenstoot van de hel en 't hemelschgeschapene; de tragische omslag in twee felle tempo's. De tooneelkracht van Vondel ten volle. Volgt slotbedrijf van wanhoop en verworpenheid. Zuiver verbeeld dit alles, zonder hapering; al bleven wel enkele verzen achterwege. Lucifer van Dalsum geeft den krachtigen inzet, met klare stem. De verschijning grootsch en helsch. De hellegeesten in hun slaafsch aansluipen in goeden toon; misschien wat te helgroen gepruikt. Adam en Eva (Johan Schmitz en Willy Haak) gekleed in witte zijde van erf rechtvaardigheid"; die bij den val symbolisch zal verrafelen. Adam de roodbruine"? van donkerder mannelijkheid; Eva blank en blond de dubbele verschijning roept herinnering op aan primitieven; b.v. aan de diptiek van Van der Goes teWeenen. Met de dramatiek (IV) groeit aangrijpend de suggestie. De engelen dan; voorop drie musi~ ceerenden, niet de minste wat de standen betreft 1 (BéPimentel, Cor Gaffel en Henny Gompertz; de sobere muziek is van Arnold Juda). Een mooie symphonie-van-kleur; men denkt aan f ra Angelico's hemelschen dans in 't San-Marcoklooster te Florence. De aanvoersters der rijen misschien wat te breed van gestalte en van dictie (Sarah Heyblom en Nell Knoop); maar het is moeilijk, duidelijk en tevens bezield de koorverzen voor te dragen. En het is nog moeilijker den zwevenden dans op een nattig grasveld geheel tot zijn recht van engel achtigheid te doen komen. En het eischt opperste grimeerkunst om de engelenheerlijkheid uit het gelaat te doen stralen. Maar er zijn picturale voor beelden. .. . Gabriël loopt, mee door zijn woordenrijk dom, het gevaar dat hij te gemoedelijk wordt; zijn voorkomen en houding mogen niet aan een pastoor in albe doen denken. Het was Hans van Meerten die dit, naar vermogen, vermeed. Rafaël was een vrouwelijke verschijning van Carel Briels, Michael int harrenas" slank en rap tot afweer bezig. Zou men die aartsengelen niet wat grooter van gestalte wenschen? Louis van Gasteren als vleermuisachtige Asmode, Jan Musch als overzoetgevooisde Belial met hóe fleemende accenten, en valsch den tak omslingerenden klauw waren volmaakte paranymfen van den hellevorst, gruw zame schaduwen in 't bloeiend bruilofts-paradijs. En Frits van Dijk, terecht hooggesteld, in blinkende rusting, vertolkte Gods stem en beheerschte den uittocht van de gevloekten uit den heerlijken Tuin. De zon, die we ons in den aanvang als opgaand moesten en konden voorstellen, ging naar eisch van 't spel, aan 't einde onder. JAN WALCH £"i iiiiinii iiimimtmi i ui iiiiiiiiiin s i Verrassende mededelingen l Het tijdschrift houdt zich bezi},' jj met de bedrijvigheid van madame Tabouis, Pertinax, Burc en Kcrillis, bijzondere bekoriiu = die zich tlians gedeeltelijk in Kn^eland, ;edee!telijk in de Vereeni^de Staten ..H(lt rtrcchtsclu miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii IIIIIIIIIIIIMIIIIIII im£ Geslachtelijke moeilijkheden dij-; te maken." (R.) Daar was de chtrmc van het on- = bevinden", f Vad.j liet zijn langgerekte, smalle dier tjes voorzien van 4 vleugels en (> po ten, die bij aanraking wegspringen". Een zware jongen | t bleek dat een ethisch uredi- z Verbinding verbroken Bij liet vervallen van dit voordeel Paindeluxe-brood .Alvorens op de nieuwe vragen een den prijs van hun tele!ooii niet meer woordt." (Li'o^llc) evenredig zullen achten aan hel «e- Waarom niet? mak der verbinding." ( l'tit/.j z antwooi = sonen t Huisbakkeii taal liet voorbij t rekken van de troepen Pianissirno Onderstaande getuigenis van Lodewijk van Deyssel bij Charivarius' zeventigsten verjaardag kwam door vertraging in de postbestelling veel te laat in ons bezit. Wij meenden nochtans onzer: lezers deze betuiging van den nestor onzer literatoren niet te mogen onthouden. Red. Groene. nilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllltllltlIllllUlllllllllllllllllllllllllllllllllll PAG. 5 DE GROENfc N o. 3296

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl