De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 31 augustus pagina 17

31 augustus 1940 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

riep hij uit: Je soort ! Mijn dochter zegt Pa ! ! Een van de oudste knechten zag tranen in de oogen van de jonge boerin en troostte haar zoo'n beetje. Boerin, zei hij, 't is een rare, die ouwe, wees maar blij dat jij hier gekomen bent. Ik zal het nooit reeën, zei ze. Best hoor ! zei de knecht, je zult eens zien hoe best je het reeën zal. De duivel, ondertusschen, ijlde voort, zonder doel, slechts gedreven tot zinlooze activiteit. Hij keek niet op of om, doch stapte nijdig en sterk door een hoog grasveld. Opeens hoorde hij zich toeroepen voorzichtig te moeten zijn met al dat gras. Toen hij verwonderd opkeek, stond hij voor een troep man nen die met machines het gras maaiden. Op n van die machines zat een man die hem zooeven voorzichtigheid geboden had; het was den boer zélf. Ja, ja, zei Ebrecht, een beetje minder is óók goed ! Neem me niet kwalijk, zei de duivel, maar ik ben woedend ! Niks mee te maken, ouwe, maar gras is gras en jij met je lange beenen. .. . Begin jij ook al ? riep de duivel vertwijfeld uit. Nee, jij begint! zei de boer. Laten wij nu geen ruzie maken, suste de duivel, een geslepen beheersching van zijn gevoelens open barende, ik kwam eens met je praten ! Voorloopig geen tijd man, ik moet werken. De zon scheen heerlijk over het grasland en dat zag de boer, dat zag evenwel de duivel niet. Daarom ging deze verveeld aan een slootkant zitten en keek toe hoe de machines de lange reepen grasland kaal schoren en hoe verderop de knechts, gekleed in een baaien onderbroek, met een hooivork het reeds drogende hooi keerden. Toen hij een uur zoo gezeten had werd het erg met hem. Hij was gewend, overal waar hij verscheen, de menschen onder den indruk van zijn woorden te brengen, maar zwijgende ver veelt zich zoo'n creatuur verschrikkelijk. Dat was na anderhalf uur zóó kennelijk dat Ebrecht het niet langer kon aanzien. De boer ging dus naar hem toe en zei: Waarom help je niet even een handje mee? Meehelpen ? Waar mee ! Hooikeeren, dat is goed voor je ! Maar dat kan ik niet! Ik heb nog nooit gewerkt ! Kerel, dan moet je het leeren. En ik dacht dat je me eens verteld had dat je alles kon. Kan ik ook, behalve werken. Niks waard. Vooruit, ik zal je werken leeren. Hier is een hooivork en trek je broek maar uit, zoo je ziet werkt iedereen bij het hooien in z'n onderbroek. Nooit!, zei de duivel, zoolang ik nog nigen wil over mijzelf heb, vertoon ik me aan het volk in m'n onderbroek ! Maar nu werd Ebrecht slecht te spreken, en als sen boer kwaad begint te worden dan is dat nog heel wat anders. Trek je broek uit, zei Ebrecht verbeten, anders aat ik mijn het volk doen. De duivel, die gewend was zich in het onvermijdeijke te schikken en wetende hoe die kerels met hun Drimitieve zucht naar doodgewone lol, hem met genoegen de broek van zijn beenen zouden sleuren, :rok misnoegd dit kleedingstuk uit; de broek, die neer een pantalon was, daarna keurig opvouwende. Toen nam hij de hooivork uit de eeltige handen van Sbrecht die ze hem toestak. Hij keerde zich hierop laar de knechts en begon hen na te doen. Zie toch, klaagde hij tegen Ebrecht, hoe ze heimeijk lachen ! Laat ze maar lachen, zei de boer, je zult het wel ?eeën ! Zoo stond de duivel, naar de aard der boeren in iet hooiland, in een jaegertje dat tot aan zijn enkels :oe zijn beenen omspande, te hooien. Zelfs toen de >ijnlijke scheuten zijn rugspieren teisterden, durfde lij niet op te houden, angstig voor den kracht van Ie boerenknechts, die hem zouden kunnen dwingen lóór te gaan. Dien avond bleef de duivel op de Rauwelaar", lij was te veel geknakt om nog naar zijn eigen huis erug te kunnen gaan. Als lamgeslagen lag hij op :en bed en kon van pijn niet slapen, zelfs niet toen eeds iedereen al lang sliep. Hij kreunde en trachtte ?ruchteloos zich op te richten. Maar toen kwam ijn dochter die het verhaal gehoord had en met laar vader mee voelde, eens kijken. Ze vond hem n een deerniswekkende toestand. Vader, zei ze, ik ben het werkelijk, bent u het ,ok? Ja, zei hij kreunend, ik bén het. En jij. ... dus och mijn Satje? Ja, antwoordde Satje, maar ik zal u wat te drin:en geven. Maar vertel eens; gelooft de boer nu n je? Neen, kreunde de duivel, maar ik geloof in den oer! WALTER BRANDLIGT WIJ WONEN BUITEN" Tuinen en tuinen HOE geheel anders is de tuin buiten vergeleken met den gewonen stadstuin ! Is het woord stadstuin eigenlijk geen contradictio in terminis ? Kan men feitelijk wel het woord tuin gebruiken? En toch: stedelingen spre ken van hun tuin en redeneeren over de culturen in hun tuin alsof die tuin de afmetingen had van een onafzien baar graanveld in Argentiniëof de Oekraine, de vochtige duisternis van het oerwoud op Borneo of de wijde verten van de Transvaalsche Karro.... Zelfs mijn vriend uit de Nieuwe Lelie straat sprak met trots over zijn tuin. En hij had toch slechts een daktuin ! Nu heeft voor mij maar op het gebied van tuinen ben ik misschien wat verwend het begrip daktuin iets onwezenlijks. Ik zou nooit een daktuin willen hebben, zelfs voor niets niet. Op de eerste plaats, omdat je nooit flinke, zware boomen op je dak tuin kunt hebben, zulks in verband met den wortelgroei van een boom. Men heeft me nl. wel eens verteld, dat een boom onder den grond evenveel wortels heeft als takken boven den grond en dit is natuurlijk de reden, dat men op daktuinen zelden iepen of olmen, beuken- of lindenboomen en ook maar kleine denneboschjes of eikenhakhout aantreft. Maar niettegenstaande deze be perkingen in de mogelijkheden van aanplanting, heeft mijn vriend in de Nieuwe Leliestraat een daktuin gecon strueerd. Deze tuin had een lengte van 31 , m. (de breede van zijn huis), een breedte van 4 m. (de diepte van zijn zolderkamer) en een dikte van onge veer 30 c.m. Men begrijpt nu de be zwaren van een ouden beuk op een daktuin: er is geen ruimte om de wor tels te bergen, zelfs al worden ze zorg vuldig gerangschikt. Een ander bezwaar is het w gtochten van den tuin. Zooals duinen verstuiven, zoo tocht de dikte van den tuin zonder veel inspanning weg. 'nPaar droge, winderige voorjaardagen ver plaatsen alle korrels aarde van den tuin her- en derwaarts en niemand vindt er iets van terug. En dat is natuurlijk onaangenaam voor hem, die gehoopt had op warme Zondagmiddagen op zijn daktuin in den schaduw van een acacia of een sierkers, van een linde of een plataan, rust en koelte en geluk te vinden. Verder moet niet verzuimd worden het bemestingsvraagstuk onder het oog te zien. Oppervlakkige lieden zijn van meening, dat een tuin wel gedij dt zonder mest, maar dit is een illusie. Tuinen hebben bemesting noodig en uit den aard ook daktuinen. Mijn vriend met den daktuin zag dit in en bestudeerde uitvoerig de verschillende onderdeelen van het uitgebreide be mestingsvraagstuk. Hij kwam hierbij tot de stellige conclusie, dat koemest wel als de allerbeste meststof kan worden aangemerkt en hij besloot, zijn tuin het beste en edelste te ver schaffen, wat men een tuin mogelijker wijze maar geven kan en zijn conclusie behelsde vijf emmers prima koemest. Hij besprak deze aangelegenheid in een oogenblik van openhartigheid met de vrouw, die de moeilijkheden van zijn leven deelde en deze, hinderlijk practisch en nuchter, zooals vrouwen nu eenmaal kunnen zijn, vroeg schuch ter: Koemest? Zou je dit wel doen, Martijn-lief ?" Maar Martijn deed het. Het was waarschijnlijk de eerste maal, dat mijn vriend Martijn opdracht had gegeven, vijf emmers beste koe mest te doen transporteeren over de smalle, kronkelende, schemerige, ja hier en daar duistere trappen van zijn vier verdiepingen hooge huis in de Nieuwe Leliestraat. .. . Het was zeker de laatste opdracht in dien geest en mijn makker is nu be keerd tot de L G. Farben. Neen dan de tuin buiten ! Daar kan men naar hartelust mesten ! Superphosphaat of stalmest, zooveel men wil. Daar vinden huwelijken geen ontijdig einde bij bedorven trap- en portaalloopers ! Koemest ! Beste koe mest. Hoeveel koemest ? Tien emmers ? Dertig emmers? 'n Kar vol? Vijf karren? 'n Verhuiswagen vol? Hier zijn geen grenzen en de buitenman kan naar hartelust mesten. Hij kan de vruchtbaarheid van zijn bodem tot in het oneindige opvoeren en geen teelt, geen enkele cultuur zal een onmogelijk heid blijken bij een doelmatige, streng, zorgvuldig en royaal doorgevoerde bemesting. Mt. z'iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM Op de glibberige paden der beeldspraak Het is deze zaak die de emmer deed overloopen en tot liet ontslag leidde", (\ijrn. C.) Dit was slechts het nieuwe etiket op een ilesch van ouden verschimmelden inhoud, maar hiermede kon men de Dmtsche overheid geen zand in de oogen strooien". (\. v. d. D.) En der vreemde woorden ..Do aanvragen voor neutralisatie ,,Hierna werd een kopie thee gt CHARIVARIA 19 luidt volgens de oude ver taling: Bezit uwe zielen in »,vr lijdzaam heid. In de Leidse vertaling, verbeterd: Door uw standvastigheid zult ge uw li'ï'cn winnen. Het Griekse woord psyche be tekent hier niet ziel maar leven-. (Charivarius, Is dat goed Neder lands! Uitg. De Spieghel, Amster dam) Kn een indrager ,,Dil aantal \\ordt vermenigvuldigd niet 10, \\aarna de uitkomst in de laatste kolom \\ordt ingedragen". ( l:"ll)l. Ic.ltirlktlill't) De Telegraaf is geschrokken. ,,Er is met een ontstellende gulheid gegeven", schrijft het blad. Een koopje Taaiverrijking ,,De lichamelijke vorming der oplijnen en tinten dingen opdaeht". Dat lastige Hollandsen ,,De bloei van het parlementariMiie in tien icjdon en josten eeuw ". (IJ.) Ken boschje haar". f/i'.J Normaal Volgens het psychiatrisch rapport. zi]ii de ver>tandelijke vermogens van verdachte normaal, hoewel deze een alwijkende persoonlijkheid is, die lijdt aan ziclsstonngen en op de grens van krankzinnigheid staat". De wonderen der techniek Aangeboden Stemwegpiano, mooi van klank, laat; model, tevens mooie gashaard". (II.) Hij vindt niet altijd al- een machine de objectief ,-terkste voort zetting". (II.) Correspondentie Kon van de meest gepaste uit drukkingen in de Nederlandsche taal dunkt mij die, welke verkondigt, dut men :ijn :icl in lijdzaamheid moet bi'^ittcn. \\elk een kostelijk inzicht, welk een diep begrip van de menscheiijke natuur heeft de geest gehad, die met dit woord onzen taalschat verrijkte. Het is mij niet bekend, of de uitdrukking in denzelfden zin ook in andere talen voorkomt, maar wij mochten hopen, dat zij uit Neder landschen stam geboren was". (.R) Bezit uw ziel in lijdzaamheid". Dit is de onnauwkeurige aanhaling \ van een onjuiste zin. Lukas XXI, aillllllllmlIllllllllllllllllllllllllmlIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIlmimlIllllllllllllllllllmil Drie volders liet \\as bedmdeni-\ ol vo< Karcl's lot". (Kun l ,/, S/nu/, l Kon individu i.- biolo-_;isch-zin\ c gericht", f Si l/iibii:-) De ontberingsvolle jeugd". ((,. Twee uitdragers Spreker zeide dat men hier te zamen was gekomen om onze be ginselen opnieuw uit te draden", l R. l Deze aanwijzmgen zijn doi >i de radio-omroep uitgedragen". l' S p, i»r- ,'ii l'i iinii, . l Antw. Dit is een deelwoord van betreffen. Het betreffende jaar is dus het jaar dat betreft. Betreft wat ? Betreffen is onpersoonlijk. Zie hier over Haje, Taalschut bl. 35. Hij stelt voor: vermelde, genoemde. Het Genootschap Onze Taal kan u over zulke vragen afdoende inlichten (Keizersgracht 194, Amsterdam). A", l,- -l. Ik erger me dal men te . \niMerdam bl] de benoeming van stralen zoo ineoii.-ec|iient te \\erk gaat : \eruleer-traat, enz. maar dan vlak erbij ineen- MI mvl-e-t raat l volgens de nieuwe --pelliUL'i. Vindt u dit niet ver keerd ''. Antw. Neen. Erger je niet. De be doelde schilder heette Moreelse (volgens de oude spelling). PAG. 17 DE GROENE No.3297

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl