De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 14 september pagina 12

14 september 1940 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De mode in haar huiselijken staat BIJ DE TEEKENINOEN: Links boven: Huiselijk avond-ensemble, bestaande uit een gewatteerd jasje van pastelkleurige zijde en een langen, don keren rok, Links onder: Zijden huisjapon, van een model, dat in de toekomst gemakkelijk gevarieerd kan worden. Rechts boven : Kanten gastvrouwenge waad met ceintuur van twee afstekende kleuren crêpe de Chine. Rechts onder: Strak getailleerde, in ruime plooien verloopende huisjapon van genopte zijde, met smallen bontrand. DE mode heeft, ofschoon hartgron dig versoberd, gekortwiekt en zelfs min of meer gestabiliseerd, niets van haar ware wezen verloren; zij is nog even charmant-paradoxaal als tevoren, van vriendelijke en verrassen de tegenstrijdigheden. Zij is, bij alle, haar volgens een onuitroeibaar bijge loof toegedichte tyrannie, van een ontwapenende souplesse, en zij blijkt zich, ondanks haar reputatie van onstuimige fantasie en fatale vluchtig heid, op bijna verbijsterende wijze te voegen naar de eischen van een nieuwe realiteit. Reeds nu blijkt, hoe de ware modieuze geest zelfs uit de opgelegde beperkingen nieuwe inspiratie weet te putten, hoe zeer het modegilde, in alle instanties, woekert met de weefsels, welke nog buiten de distributie vallen, met stoffen, die tevoren, met de hardnekkigheid, velen couturiers eigen, welhaast uit sluitend voor galakleeding werden gebezigd en die bij nader inzien nog tal van andere mogelijkheden in zich be sloten houden. Er bestond welbe schouwd geen enkele reden, kant, lamé, velours chiffon, damastweefsels en zuivere zijde, met al hun goede eigenschappen, voor feestelijke avon den te reserveeren. Bovendien zijn sommige zijdesoorten even warm als wollen stoffen; zij zijn veelal sterker, niet duurder en voor de niet zeer slanken verreweg te verkiezen boven zwaardere weefsels, als velours de laine of Angora. Het gevolg van deze en dergelijke overwegingen is, dat wij zonder licht vaardigheid, er in de komende maan den, binnenshuis, wellicht wat weidscher zullen uitzien dan vroeger, niet alleen wat het materiaal van onze huiselijke kleedij betreft, ook de struc tuur van de meeste modellen zal ge woonlijk wat indrukwekkender zijn, om de eenvoudige reden, dat japonnen met een ruimen plooienval of lichte draperie, indien noodig, nog eens vol komen veranderd kunnen worden, zonder gebruik te maken van ander materiaal verleidelijke couponnetjes e.d. of van de mozaïek-techniekjes, die hoe vernuftig ook bedacht en hoe behendig uitgevoerd het kleedingstuk in kwestie toch gewoonlijk geen nieuw, doch slechts een ver nieuwd aanzien vermogen te geven. Het is daarom geenszins onmogelijk, dat vele vrouwen, in haar enthousiasme voor de nog vrije kleedingstoffen, zoo ver zullen gaan, kant, damast, velours chiffon tot lange huisjaponnen van weloverwogen snit te bezigen, tot modellen, met toekomstige mogelijk heden in wezen verwant aan de semiavondtoiletten, waaraan de meesten onzer zulke goede herinneringen heb ben. Voor zoover, behalve gezegde herinneringen, ook de japonnen zelf nog aanwezig mochten zijn, kunnen deze gewoonlijk met betrekkelijk een voudige, doch doelbewuste veranderin gen, getemperd worden voor huiselijk gebruik. Wij zijn op het oogenblik niet zoozeer gebrand op het -gloed nieuwe, alswel op duurzaamheid en behaaglijkheid, en een voormalige avondrok van zwarte crêpe satin vormt met een pastelkleurig zijden en eventueel gewatteerd jasje, voorzien van decoratieve stiksels, naar den trant van het eertijds zoo ver maarde Zaansche stikwerk", een ideaal huis-ensemble voor de avond uren. Een japon, waarvan het boven deel vrij strak gemodeleerd is, de rok lang, ruim en in groote lijnen gesneden, flatteus voor nagenoeg ieder vrouwen type, heeft uiteraard een bijna onover zichtelijke toekomst, vol variatie. Volgens een ongeschreven wet hadden wij tot nu toe den decoratieven luister van onze kleeding voornamelijk voor de buitenwereld bestemd; met het huisgewaad was het doorgaans droevig gesteld, het werd jaren achtereen ver waarloosd. Gewoonlijk bepaalden wij ons thuis tot tamelijk eenvoudige, lichtelijk sportieve jurken; soms wer den verjaarde, gekleedere modellen opgedragen", hetgeen een nogal mistroostigen aanblik bood, en in enkele gevallen werd een extra mooie négligée, met een verontschuldigend migrainegebaartje tot een soort teagown ver heven. En dat was nog mistroostiger. Nu echter hebben de mode-ontwerpers eindelijk hun welwillende aandacht aan het zoo verwonderlijk verwaar loosde huisgewaad, het stiefkind van de garderobe gewijd. Vandaar de nieuwe modellen, die niet slechts heer lijk warm zijn, maar daarenboven een vreugd voor het oog van onze allernaasten, modellen, die voortreffelijk passen bij onze nieuwbakken huiselijk heid en die wij gezien de bijna eindelooze verscheidenheid in over eenstemming met ons milieu kunnen kiezen. COLOMBINA Grapjes IN het voortreffelijke boek van Theo Thijssen, Kees, de Jongen", dat alle ouders van opgroeiende zoontjes ter lezing zij aanbevolen, wordt ergens verteld hoezeer Kees van een jaar of elf, twaalf, zich ergert wanneer hij, over een of ander in zorg zittend, zich niettemin het maal best laat smaken, en hoe zijn vader hem daarmee een beetje plaagt. Kees vindt dat idioot: Weer net iets van die groote menschen alsof het er wat mee te maken had dat je het eten tóch lekker vond, als je niettemin in de rats zat... !" Ja, die groote-menschengrapjes tegenover kinderen ! Daar heb je bijvoorbeeld Broer, die een hekel aan spinazie heeft! Als het groene moes op tafel komt, protesteert Broer al bij voorbaat, hetgeen natuur lijk niet helpt. En dan zegt moeder of vader troostend: Denk maar aan Popeye, Broer, je wordt er sterk van!" Of: Spinazie is zoo goed voor je her sens; als je dit bord leeg hebt, ken je je sommetjes veel beter l" Woest wordt Broer om zooiets. Er is een familielid, dat Freek van veelvraterij verdenkt, omdat hij aan den stevigen kant is, en die steeds toespelingen in die richting maakt als hij Freek ziet. Bijgevolg kan Freek den man niet uitstaan! En nooit wordt Zus woedender dan wanneer ze, met de laatdunkendheid harer jaren sprekend over een of ander mensch" uit de om geving, van vader te hooren krijgt, dat gezegd mensch" ongetwijfeld mo reel vél hooger staat dan onze heele familie bij elkaar.... Voortreffelijke paedagogen bevelen ons aan, kinderen niet te behandelen als wezentjes apart, maar als kame raadjes, die best zullen begrijpen wat er van hen verlangd wordt. Dus gén kindertaaltje, geen krom-gepraat, geen Heeft lieve Otje mammie nou goed begrijpt...?" O jawel, als we het maar goed ridicuul maken, weten we het wel en onthouden we ons althans daar van. Maar voor het overige...? Broer moet naar school en is van zins zulks met ongekamde lokken te doen. Hierkomen en haar kammen, Broer," zegt moeder, en ze voegt er aan toe, alle paedagogische inblazingen ten spijt: Dan kun je vél beter leeren ! Met gekamd haar heb je beslist nul fouten in je dictee..." En dan kijkt Broer haar doordrin gend aan en vertolkt de meening aller kinderen ter wereld als hij nijdig ant woordt: Hè, moeder hou op. Dat moet natuurlijk een grapje verbeelden, maar ik hou niet van zulke grapjes...!" ERICA RECEPT VAN DE GROENE" CAKE, ZONDE» BOTER- OF BLOEM-PROBLEMEN is best te maken, mits U de vorige dag i kilo aardappelen extra mee laat koken. Eerst 2 eidooiers en 200 gr. suiker met een ruime hoeveelheid vanille of citroenrasp of even ge weekte en daarna gehakte, gedroogde abrikozen samenroeren. Tussen haakjes: er zijn nog citroenen, gooi de schil niet weg, maar droog en bewaar ze in een glazen potje en ge hebt deze winter smaakjes" voor diverse dingen. Dit roeren duurt lang (10 min.), want het moet een dik papje worden. Nu volgen de goed fijngemaakte koude aardappelen. Als het geheel goed vermengd is dan zegt Uw kookgevoel wel of het mengsel voor een cake te stijf is. Doe er dan een scheut melk bij. Schep nu het flink stijf-geslagen eiwit door de aardappel-massa heen en breng het vlug over in Uw cakevorm, die ingevet staat te wachten (een vet boter-kwastje voor dergelijke werkjes is op den duur voordeliger) en in een 3*4 a i uur bakt een warme oven dit lichtbruin en gaar. PAG. 12 DE GROENE No. 3299

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl