De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 14 september pagina 14

14 september 1940 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

UITHUIZIGHEDEN Stadsinventaris Gevels DE gevels zijn de gezichten der huizen en de ramen de oogen. Alle huizen kijken op hun eigen manier. Op ieder gezicht staat een geschiedenis geschreven, net als bij de menschen. In de buitenwijken zijn ze veelal uitdruk kingsloos, de huizengezichten. De hui zen zijn nog jong en hebben nog niet zoo veel meegemaakt. Met hun confectie-oogen flankeeren ze de uniforme straten, er glimmen hoogstens een paar geraniums en cachepots in. Die ge zichten zijn niet goed en niet slecht, ze gaan op in de groote massa en zorgen er voor dat ze er niet anders uitzien dan die aan den overkant. PPR, In de oude stad zijn de gevels per soonlijkheden. Vele hebben zoo veel meegemaakt dat ze onder de rimpelige barsten zitten; sommige zijn van adel, ze hebben ramen met paarsche ruitjes, beeldhouwwerk en gevelsteenen. Als ze erg in stijl zijn, staan ze op de mo numentenlijst, wat natuurlijk een heele eer is. Door hun ouderdom zijn ze een beetje zwak, daarom helpen ze elkaar en leunen een beetje tegen elkaar aan. Want als er n zou wankelen, zouden ze het allemaal doen. Zwijgend staan ze naast elkaar, en ze kijken naar het verkeer. Ze begrij pen niets van auto's en van vliegmachines. Ze zwijgen over hun geschie denis. Ze hebben veel meegemaakt, want ze zijn de grens tusschen de ka mers en de straat, de grens tusschen binnen en buiten. En het verschil tus schen binnen en buiten is groot en altijd groot geweest. De menschen op straat zijn keurig en beleefd als voor beeldige burgers. Ze loopen daar met wandelstokken, hoeden, horlogeket tingen, honden of actetasschen. Bin nen de beschermende muren zijn ze dat soms ook, maar soms zijn ze daar zich zelf zooals ze dat op straat niet zouden kunnen. Daar leven ze en leven ze uit, daar vieren ze en vieren ze bot, ze hui len soms belachelijk, ze vervelen zich en spelen kaart of lezen uit hun boekenkast,ze hangen schilderijen op en kijken in den spiegel, ze bezitten hun stoelen, ze tafelen en ze kachelen. Voorts sla pen ze. Wonen heet dat. De gevels zien dat, naar buiten en naar binnen en ze kijken elkaar be grijpend aan tusschen de boomen en over de grachten. Ze hebben allen hun geheimen van het lief en leed der men schen, de geheimen van douanebeamb ten op de grens tusschen binnen en buiten, en het is maar goed dat ze zwijgen. Tooneel De Rozenkrans (Hollandsche Schouwburg) ER zijn van die tooneelstukken die ge garandeerd onverwoestbaar zijn. De eene generatie speelt ze na de andere, grootvaders nemen hun kleinkinderen er mee naar toe. En Opa geniet weer opnieuw en denkt aan toen". De Rozenkrans is een van die stukken die bijna millioen maal gespeeld zijn. Goed gespeeld en slecht gespeeld, maar het stuk deed het altijd. En ook nu doet het het. Ik ben geen Opa maar toch geloof ik dat dit stuk indertijd prachtig geweest is. Misschien kan ik niet goed tegen zooveel tranen. Want tranen vloeien er bij hectoliters, de Niagara is er niets blij. De innige tragiek is mee slepend voor wie zich meeslepen laat Het is natuurlijk erg prettig je mee te laten slepen, en als je het kan moet je het ook doen, want anders leef je niet. Maar je moet het kunnen. Gerard Dalmain is een gevierd jong schilder (Pierre Mols speelt hem) en hij wordt onbeantwoord verliefd op Jane Cham pion die dat prachtige lied The Rosary" zingt. Dalmain wordt voorts blind en waart rond in de eeuwige duisternis. Jane wordt gedompeld in een rouwig berouw. Het is vreeselijk om het mee te maken, het is diep menschelijk en vrijwel verpletterend aangrijpend. Maar ik hoef u den in houd niet te vertellen want u kent het stuk waarschijnlijk wel. En als u het niet kent..., maar dat is haast on mogelijk ! Film Mijn vrouw mag 't niet weten l (City) HET slippertje is een van de gelief koosde onderwerpen van den scenarioschrijver, en persoonsverwis selingen geven altijd aanleiding tot netelige situaties. Zoo is het ook in deze film. Het echtpaar Mügge (Hans Brausewetter en Geraldine Katt) is een jaar getrouwd, en mevrouw Mügge wil dat haar man opslag vraagt aan zijn schef. Zijn opslag krijgt hij niet, maar zijn chef verwacht bezoek van den heer Schmidthenner, eigenaar van een bloeiende exportzaak. Het wel en wee van de zaak waar Mügge werkt, hangt van dit bezoek af. Bij het echt paar Schmidthenner is het ook niet koek en ei, en mevr. Schm. telegra feert het bezoek van haar man af. De uitermate luxueuze besproken en betaalde hotelkamer dreigt braak te zullen liggen. Het echtpaar Mügge vindt dat jammer en neemt bezit van de kamer om er het eenjarig huwe?é» Füchard Romanowsky lijksfeest te vieren. Maar er zijn ook anderen die het jammer van de kamer vinden, en de heer Schmidthenner, de echte, komt ook en begint een ver meend slippertje te maken. Dan komt zijn vrouw, de echte, die denkt dat ze hem op heeterdaad betrapt. Zoodat het feest een hopelooze verwarring wordt. Op het laatste nippertje wordt alles opgehelderd in een D-trein die door het heele gezelschap zonder kaart jes of perronkaartjes bestormd is, waarbij alle donkere wolken als sneeuw voor de zon wegsmelten. Was ik maar nooit getrouwd! (Rialto) HERBERT en zijn vriend Bobby hebben een zaak in antiquiteiten te Londen. Dank zij zijn aangename voorkomen heeft Herbert, zooals men dat pleegt te noemen, reuze sjans bij de vrouwen. Wat voor de zaak een groot voordeel is, omdat er veel vrouwelijke klanten komen, en wat voor Herbert een nadeel is, in het bij zonder omdat hij op hinderlijke wijze achtervolgd wordt door een zekere Yvonne die haar zinnen op hem gezet heeft. En omdat je in zoo'n geval beter archeoloog dan een opgejaagde Adonis kan zijn, vertrekt hij met Bobby naar Egypte waar belangrijke opgravingen te verrichten zijn. Maar de wereld is klein, in het bijzonder op de film, want ook Yvonne zit plotseling in Egypte, en wel om haar onvergetelijken ge liefde op te graven. Onmiddellijk neemt Herbert de beenen, hij wendt voor dat hij naar China gaat, hoewel dat nauwe lijks ver genoeg is voor zulk een liefde. Hij gaat terug naar Londen en trouwt daar direct met Dodo (Kathe von Nagy) teneinde van Yvonne's achtervolgin gen af te zijn. Maar nieuwe moeilijkPaul Kemp heden komen: Dodo hoort het een en ander over Yvonne en wordt jaloersch. Daarom gaat zij uit revanche met Herbert's vrienden flirten. En Herbert laat Bobby met Dodo flirten om haar op de proef te stellen, maar dat lukt niet. Links en rechts wordt er geflirt en er verrijzen huizenhooge stapels van misverstanden. Waarvoor de ontknooping dan noodig is die de zaak met onverwachte wendingen uitrafelt en voor een figuurlijke en letterlijke ver zoening zorgt. Voor Egypte of China ga men dus naar de Ceintuurbaan. Tentoonstellingen Jnbilenmtcntoonstclling Koloniaal Instituut HET Koloniaal Instituut bestaat 30 jaar. Als zoo'n getal deelbaar is door tien, gaat men er niet zoo maar aan voorbij. Daarom wordt er een jubileumtentoonstelling gehouden. Het belangrijkste deel van die ten toonstelling is de historische afdeeling, waar een overzicht wordt gegeven van geschiedbronnen uit de periode 15951811. We zien er oude brieven, scheeps journalen en landkaarten. Er zijn mo dellen van oude Oost-Indië-vaarders, oude Indische meubelen, schilderijen en plaatwerken die op dit tijdperk be trekking hebben. Voorts is er een af deeling die bestaat uit een collectie die op de wereldtentoonstelling te New York gestaan heeft en die op de West betrekking heeft. Het zijn interessante maquettes, o.a. die van de haven van Curacao, en een stand die ons de bevolkingstypen van Suriname toont. Ook zijn de nieuwe aanwinsten op ethnografisch gebied tentoongesteld. Vermaak Circus (Fredcriksplcin) OP de plaats waar eigenlijk het Amsterdamsche Raadhuis had moeten komen, staat nu een circustent van de Nederlandsche Circus-Revue. Deze tent behelst een programma dat bestaat uit paardendressuur, variété, balletten, acrobaten, clowns en jong leurs die in ongekende afwisseling het beste ten beste geven. Achter de piste is het tooneel aangebracht voor de bal letten en andere romantische scènes. En als een nummer in de piste nog niet afgeloopen is, begint er al een nieuw op het tooneel en omgekeerd, zoodat men soms twee, en als de clowns er tusschendoor bezig zijn drie, nummers tegelijk ziet. De revue is aller nonstopst en bevat veertig nummers. Er worden fantastische staaltjes van acro batiek gegeven waar de luchtmenschen niet en de omzittenden wel duizelig van worden. Otto Schumann geeft een Hoogeschool-nummer waarin hij zijn paarden op verzoek een wals, en polka en carioca laat dansen, keurig op de maat van de muziek. En hij heeft niet alleen zijn paarden meesterlijk gedres seerd, maar tevens een tweetal poedels die de paarden na-apen in hun danspassen. Bij de melancholieke Oostersche muziek van het nummer Au bord des Ganges" jongleert een kenau van een vrouw te paard met een andere, wat verbluffend knap is; wat dit met de Ganges te maken heeft, is niet zoo heel duidelijk, maar er zit gang in. De clowns (en vooral die eene Belga) doen waanzinnig. Als ze tot de orde geroepen worden is het heelemaal mis, ze zijn en blijven onverbeterlijk en dat is hun verdienste. Drinken In het Rinsche Anijsvat ALS ge eens in de Westerstraat ver zeild raakt, vindt ge daar een huisje met een luifel, geheeten: In het Rinsche Anijsvat. Misschien hebt ge het nooit gezien, maar toch staat het er sinds 1684, toen de Westerstraat nog de Anjeliersgracht was. Het is een oude distilleerderij en likeurstokerij, en als ge binnentreedt kunt ge een vers lezen dat aangebracht is bij den ouden drempel die bijna heelemaal uitgesleten is en daarom als curiositeit bewaard. Van Zuylekom slijt kwaliteit Als Firma van den ouden stempel. De klanten slijten in dien tijd Uit dankbaarheid hier zoo den drempel. Hoeveel tijd de Jordaners hier ver sleten hebben valt moeilijk te zeggen, maar het ziet er hier ook aanlokkelijk uit met de houten vaatjes met koperen kranen langs de wanden. Half om half, Fladderak, Eiercognac, Een om vijf, Triple sec. Ge kunt er water tanden, maar beter is het er te drinken. Ook staan er tinnen maatjes: heele en halve kannen, maatjes en vingerhoeden. Die vingerhoeden zijn er meer in het bijzonder voor den verkoop van de eau de cologne die hier gemaakt wordt en die eigenlijk eau de Wester straat zou moeten heeten of Anjeliergrachtwater. Maar dan zouden alleen Amerikaansche toeristen het gekocht hebben, en die kwamen nooit in de We sterstraat. PAU. 14 PE QROENE Na. 3299

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl