De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 14 september pagina 8

14 september 1940 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven Van tweeërlei traditie MEN pakt alles groot aan in dat land, Amerika. Nog altijd werkt er de energie na van de mannen, die er kwamen om de rijkdommen te exploiteeren van een wereld-deel, dat onbe grensde mogelijkheden" bood. Men was er sprongs gewijze vóór in alle denkbare industrieën, men bleef er lang aan de spits in het vinden van snellere methoden, n»en bedacht er trucs, die altijd opgingen: de reclame werd er oppermachtig. Men hechtte er de grootste waarde aan scherpzinnigheid, onder nemingsgeest, oorspronkelijkheid, doorzettingsver mogen. Men werd er geboren met de kans op geld maken en met de begeerte om geld te maken in de moedermelk. Men bediende er zich niet van tien woorden als men het met twee af kon. Al deze factoren hebben natuurlijk ook de litteratuur sterk beïnvloed. Een van de hefboomen harer ontwikkeling werd de begeerte te verbluffen, te boeien, een harer gewrichten derhalve de be hendigheid. Want ook de litteratuur is er een terrein, dat kansen biedt. Zij wordt er gesteund door het enorme taai-territorium en door de reclame, die tot in alle geledingen deze maatschappij beheerscht. Geen land ter wereld, waar zooveel hand leidingen verschenen zijn om de kunst te leeren een roman, een novelle, een kort verhaal te schrijven. Want dit schrijven loont. Een andere zijde van het schrijverstalent wordt door zulk een gesteldheid tot ontwikkeling gebracht dan in de landen, waar de litteratuur het deftige cachet moet blijven bewaren eener cultureele erfenis, eener beschavings traditie. Maar de litteraire kunst is zulk een oude, mensch-eigene, met elk leven verweven kunst, dat zij ook een dergelijke grove exploitatie verdraagt. Het goede, dat in talenten schuilt, wordt ook door zulke methoden te voorschijn gebracht, omdat zij in dit land de natuurlijke zijn. Toegegeven, het zijn misschien andere kwaliteiten, wellicht die, welke ten deele een tegenstelling vormen tot wat in onze kalmere beschaving van oudsher opgeld doet. Het moeten ook wel andere eigenschappen zijn, al was het maar omdat de taal hier nimmer zoo ziekelijk is gekoesterd als bij ons, omdat de poëzie, in weerwil van haar vlucht, steeds iets is blijven behouden van het zakelijke karakter der woordkarige taal,, die op doeltreffendheid was afgestemd. En oofc, omdat men in dit land, in deze federatie van Staten met hun verscheidenheid aan grondstoffen, aan landschappen, aan welvaartsbronnen, aan klimaat en temperatuur, met hun veelsoortigheid van volkeren en stammen, mengingen en kruisingen, zulk een roekeloos groote hoeveelheid menschenmateriaal en enscèneeringsmogelijkheden ter be schikking kreeg, dat de bedachtzaamheid overbodig en spaarzaamheid met de stof voor den roman schrijver zinloos zou zijn. De inheemsch-Amerikaansche litteratuur is bijna even nieuwbakken als de film en zij heeft met alle nieuwbakkenheid haar volstrekt modernen inslag gemeen. Ook de meest voorlijke geest uit een Europeesch moederland" heeft een propaedeuse van noode om het startpunt van den reeds modern geborene te bereiken. De litteratuur heeft zich naast de film als een stuk moderne techniek kunnen ontwikkelen. Een Amerikaansch boek bezit gewoonlijk al van den eersten regel af wat b.v. een Hollandsch schrijver moeizaam in het verloop tracht aan te brengen: handeling, beweging, gebeuren. Het leven warrelt intenser, het is rijker gevuld met verscheidenheden, het heeft de koortsige motor van het Amerikaansche tempo, het ziet naast zich de grijnzende afgronden van de verlorenheid, de vergetelheid, het moet zich langs een smal, maar oneindig lang naar boven windend pad omhoog werken. Men slaagt of men slaagt niet. Faalt men, dan is er niet de traditie, niet de familie noch het mededoogen van een succes d'estime", dan is er alleen de grauwe dood. Slaagt men wel, dan bereikt men aanstonds het toppunt van het leven, de openbaarheid, die wereldgroot is, de fortuin, die (schijnbaar) alles omvat. Een Amerikaansch schrijver natuurlijk generaliseer ik met opzet om een karakteristieken trek duidelijk te doen spreken is geen boekenwurm, die in zijn hoekje blijft, hij is de reiziger, die uitvliegt, die alles ziet, alles hoort, van alles kennis neemt, er den neerslag van in zijn boek werpt en hiermee de openbaarheid bestormt. De verdiensten van een Amerikaanschen roman moet men dan ook niet in de eerste plaats zoeken in de details, niet in klank en rhythme der volzinnen, zooals dat b.v. in onze eigen litteratuur bij een figuur als Van Schendel het geval is. Zij schuilen niet, zooals bij dezen, in de meesterlijk-volledige verwoording van een kleinen inhoud zoodat het werk ons als een klinkend geheel in het geheugen blijft. Zij zijn veeleer te zoeken in den omvang van dien inhoud zelf. De Amerikaansche schrijvers leggen zich in het algemeen niet toe op het scheppen van een verhalende taal, die hun eigen is. Zij bedienen zich van de taal om een zoo groot mogelijk gebeuren suggestief aan de verbeelding op te dringen. Eerst naderhand, eerst uit de begoocheling van de beelden reeksen, die zij oproepen, gaat de lezer een stijl herkennen, die den eenen schrijver van den anderen onderscheidt. De taal is hun een vrij voertuig, plompverloren uit de spreektaal geboren; de syntaxis blijft eenvoudig, de mededeeling direct. Belangwekkend is hun verhaal meestal, omdat zij over dien rijkdom van materiaal beschikken en over een geraffineerde verteltechniek, die de concurrentie met de overige ontspanningsmiddelen, inzonderheid de film, moet kunnen doorstaan. De behoefte aan romantiek, zoo kenschetsend voor bij uitstek zakelijke volkeren, als een soort uitlaatklep van de sentimentaliteit, kan met een dergelijk omvangrijk materiaal gemakkelijk bevredigd worden zonder den werkelijkheidszin al te ruw te beleedigen. Het is deze romantiek, die de zwakke zijde vormt der Amerikaansche litteratuur. En zooals de schrijvers bij ons worstelen om los te komen uit benauwende provinciale verhoudingen en uit de kwellingen van een taal, die nog steeds niet een voldoende voertuig is voor actie en durf, zijn er onder de jonge Ameri kanen, die de noodzaak voelen zich aan deze romantiek te ontworstelen. Wat dan overblijft is de zuivere levensbeweging, krachtig, hard, in de felle trekken van een exacte taal opgeteekend. EEN voorbeeld van zulk een boek, waarin men heel Amerika (d.w.z. de U.S.A.) ziet weer spiegeld in de lotgevallen van een enkele familie is John Steinbeck, The Grapes of Wrath", kort geleden als De Druiven der Gramschap door Alice Schrijver vertaald (bij Van Holkema & Warendorf te Amsterdam 1940). Hier zien wij kleine land bouwers uit Oklahoma, het gezin Joad, van hun stukje land verdreven door de manipulaties van maatschappijen en banken, steeds meer ontredderd in een vrachtauto naar Californiëtrekken in de hoop daar het dagelijksch brood te verdienen. Maar ook in die gezegende zuidelijke streken is het kleinbezit door het bezit in n hand vernietigd en de arbeidskracht tot slavernij gedoemd. Wij krijgen in dit verhaal (alleen maar het relaas van de hoop, den tocht en de ontgoocheling) ondertusschen den Amerikaanschen mensch in actie te zien; uit die actie resulteert tegelijk de psychologie. Wij leeren de moeder b.v. niet kennen uit bespiegelingen, kleine trekken, haar gesprek of gepeins, maar uit haar deelname aan de verwachting, den rit, de ont goocheling, waarbij zij toch altijd het middelpunt blijft van het gevoelsleven, het hart der familie, aller ontfermende moeder. Van een onontkoombare suggestie, overigens, is het verhaal van dezen tocht. Nimmer heeft men, al lezend, zoo gestadig over een wegdek gedenderd met zooveel verschieten en ontmoetingen, zoo volkomen de vaart ingeleefd, den stank van de olie ingeademd, de beproeving mee doorstaan. Natuurlijk is zulk een suggestie ten deele te danken aan de werking van de taal. Onze taal is uit haar ietwat tragen aard niet het geschiktst om dit minder vertrouwde tempo, deze onmetelijkheid, deze verscheidenheid in gelijke mate te ver werkelijken. Daarom moet men een schrijver van kwaliteit zijn om een dergelijk werk in het Nederlandsch over te brengen. Een vertaler, die alleen maar zoo goed en zoo kwaad als het gaat de Amerikaansche woorden n voor n in Nederlandsche overbrengt, schiet onwillekeurig te kortt Vele glanzende plekken worden dof in de over zetting, omdat de Nederlandsche woorden de vaart of de suggestie van overeenkomstige Amerikaansche missen. Mijn opvatting is, dat het maken van een ver taling niet moet zijn het zin voor zin overbrengen van de eene in de andere taal, maar het schrijven van een Nederlandsch boek, met eigen beeldende kracht en eigen rhythme, in getrouwe navolging van den vreemden tekst. De oorspronkelijke bedoeling van het vertalen als de naasting van een stuk uitheemsche letterkunde ten bate van de eigene, dient onder alle omstandigheden in het oog te worden gehouden. Het vertalen is een scheppende arbeid, niet een reproduceerende, zooals men wel eens heeft beweerd. De vertaler dient zich telkens opnieuw met een frisch oog te vergewissen of zijn werk met eigen middelen soortgelijke suggesties wekt als de origineele tekst. Want het is belang rijker, dat deze suggesties behouden blijven dan dat men zoo genaamd een letterlijke overzetting bereikt, waaraan bij nadere beschouwing toch altijd te veel mankeert om het offer te loonen. Alice Schrijver heeft, voorzoover een opper vlakkige vergelijking tot oordeelen wettigt, een vertaling geleverd, die bruikbaar is, maar aan de eischen welke men een schrijver stellen mag voldoet zij niet. Men zal moeten toegeven, dat het (en ik doe hier maar op goed geluk een greep) iets anders is wanneer men leest op pag. 317: "He moved to one of the groups of squatting men, and they looked up to him, suspicious and quiet. They watched him and did not move; the whites of their eyes showed beneath the irises, for they did not raise their heads to look. Torn and Al and i'loyd strolled casually near. The man said: You men want to work ? Still they looked quietly, suspiciously. And men of all over the camp moved near. One of the squatting men spoke at last. Sure we wanta work. Where's at's work ? Tulare county. Fruit's opening up. Need a lot of pickers. Of dat men leest op pag. 311 van de vertaling: Hij liep naar een van de groepen op den grond zittende mannen en ze keken naar hem op, wantrouwend en stil. Ze keken naar hem op zonder zich te verroe ren; het wit van hun oogen was zichtbaar onder de irissen, want ze hieven niet het hoofd op om te kijken. Tomen Al en Floyd slenterden onopvallend nabij. De man zei: Willen jullie werken? Ze keken nog steeds stil en wantrouwend. Kn mannen van het heele kamp kwamen er bij. Een van de zittende mannen sprak ten slotte. Natuurlijk willen we werken. Waar is het werk ? Provincie Tulare. Het fruit is rijp. We hebben een hoop plukkers noodig." Men ziet, dat maar matig partij getrokken is van de beeldende kracht der woorden; de vertaalster heeft zich de situatie niet wezenlijk verbeeld, zij kon haar dus niet herschrijven en bleef slaafs aan de woorden hangen als een kind aan zijn thema. In het korte zinnetje alleen reeds: Torn en Al en Floyd slenterden onopvallend nabij", zou ik minstens drie veranderingen wenschen: Torn, Al en Floyd slenterden onverschillig naderbij." Een schrijver als Albert Heiman is aanmerkelijk beter tegen een soortgelijke taak opgewassen. Hij vertaalde van Frederic Prokosch den roman Nacht der Schamelen" (Em. Querido, Amsterdam 1940). Wij krijgen hier eveneens het verhaal van een reis, een reis min of meer op goed geluk, van een enkelen jongen, Tom, vele staten door, van Wisconsin naar Texas. Tom legt over kleinere, krommere wegen zijn lang traject af, soms gaat het te voet, soms meerijdend met vrachtwagens, een enkele maal zelfs per roeiboot. Wij krijgen andere details, andere paden en ook andere menschen te zien dan in het boek van Steinbeck, er is vooral meer individualisme, meer natuur", meer poëzie. Maar in zijn soort is het toch ook een dwarssnede van het ontzagglijke land, die de schrijver ons, minder hard en speelscher, toont. Ook hier de mensch in actie, de verschuiving der dingen in de immer bewegende wereld. Wij gaan langzamer en dichter langs den weg, wij zien de omzooming van meer nabij en houden ons veelvuldiger op met den enkeling. De taal vertoont soepeler buigingen; er is ruimer tijd tot afdwalingen. Tom, de hoofdpersoon, gaat ons als zoo maar een jonge Amerikaan" steeds grooter belang inboezemen. Het is of al de verschillende elementen van het land hun tribuut leveren tot de ontgroening, de rijpwording van Tom. Hij vertoont al de ont vankelijkheid van een ziel, die haar wasdom nadert en dus spreidt zijn aanwezigheid een lentelijk waas over de dingen, die ze onzegbaar lief en aan trekkelijk doen verschijnen. De vertaler is er in geslaagd dit verrukkelijk waas te behouden. Zijn taal bezit de vereischte behendigheid om ons onmiddellijk in de sfeer te dompelen. Ik grijp, eveneens op goed geluk, in het boek, op pag. 84: Ofschoon het laat in de nacht was, liepen sommige der aanwezigen nog in badpak. Andere lagen m hang matten op de guitaaar te spelen ei te zingen van "Koll on, Jordan". Achter hen bewoi door de verkoperde nacht. Soi kleine witte tenten opgcslager lampen daarbinnen schenen fla helder door de half-open tentsl lagen de oudere menschen "Liberty" ot 'Tihn lun" op hun veldbed te lezen, omringd door blikken bussen, vuile borden, koffiepotten, kinderwagens, snoepdozen. Of de plompe, zwetende mannen zaten schaak te spelen bij de radio, terwijl de plompe zwetende vrouwen zaten te kwebbelen en te breien." Het werk van Prokosch leest men in Helman's vertaling als een mooi Nederlandsch boek, want deze bewerking is inderdaad geschreven", de vertaler heeft het niet bij de simpele overzetting gelaten, die vaak zeer gemakkelijk lijkt uit een taal, waarvan de syntaxis zooveel overeenkomst vertoont met die van het Nederlandsch. Hij heeft begrepen, dat het precies om iets anders gaat dan om de bloote overzetting. Men moet er ook de nuancen in aanbrengen, welke de verbeelding completeeren; ook de woorden, die er niet staan, dienen op de een of andere wijze gesuggereerd te worden om het beeld met zijn kleur en in de ver eischte beweging te behouden en daardoor de illusie volkomen te doen zijn. C. J. KELK , en de petroleuuiiwtjes door het zeil, PAG. t DE GROENE No. 32»?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl