De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 21 september pagina 10

21 september 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Chevalier d'Eon en abbéde Ghoisy IN 1935 heeft Bernard Grasset te Parijs een nieuwe uitgave bezorgd van de Mémoires du Chevalur d'Eon, verrijkt met alle documenten, die dienst kunnen doen om de geschiedenis van dezen zonder lingen ridder nader te belichten, maar het raadsel van zijn dubbele persoonlijkheid" blijft met dat al onopgelost. Veertig jaar lang heeft de Chevalier zich in het openbare leven bewogen, en hooge posten bekleed. Hij is achtereenvolgens officier, kapitein der dragonders, doctor in de beide rechten, advocaat aan de balie van Parijs, buitengewoon gevolgmachtigde des konings van Frankrijk te Londen, en ein delijk Fransch gezant geweest; dan verdwijnt hij plotseling van het tooneel en de intrigues van de Chevaliere d'Eon beginnen. De man, die veertig jaar lang de meest vereerende ambtsgewaden heeft ge dragen, legt ze voorgoed af en treedt de wereld tege moet in vrouwenkleeren. Doch de aldus ontstane dame trekt zich niet uit het maatschappelijke leven terug. Zij laat zich rustig het hof maken door een gedistingueerd geleerde en verlooft zich zelfs met den blijspeldichter Beaumarchais, hetgeen echter op ongenoegen uitloopt. Levenslang bleef de Cheva lier d'Eon de vrouwenkleeren dragen, die zij voor heen reeds aan had gehad ,,bij enkele gelegenheden, alleen aan Zijne Majesteit bekend". Hierdoor zijn ook de schrandersten misleid en het raadsel, of men te doen had met een man, die vrouwenkleeren droeg dan wel met een vrouw, die zich veertig jaar lang had uitgegeven voor een man, leidde nog lang na den dood van den Chevalier tot allerhande gissingen. De officieele stukken laten echter weinig kans op twijfel. De doopregisters van de Lievevrouwe-kerk te Tonnerre melden heel duidelijk: Op 7 October 1728 is gedoopt Charles, Geneviève, Louis, Auguste, André, Timothée, zoon van den edelman Louis d'Eon de Beaumont, directeur der koninklijke domeinen, en van Vrouwe Francoise de Chavanson, uit het wettige huwelijk van zijn vader en moeder geboren op den vijfden dag dezer zelfde maand. Peter is Charles Regnard, advocaat aan het parlement, baljuw van Crusy, meter is Vrouwe Geneviève d'Eon, echtgenoote van den heer Maison, wijnhandelaar te Parijs, wier handteekening hier volgt." Behoudens door peter en meter is dit stuk geteekend door Bordes, deken van Tonnerre. Welsprekender en ook beter betrouwbaar zijn de stukken betreffende de lijkschouwing, verricht door den Londenschen chirurg Th. Copeland in het sterfhuis, New-Witman-street, no. 26, te Londen, waar de Chevalier d'Eon op 21 Mei 1810 overleed. Van zijn 83 levensjaren heeft hij er 40 doorgebracht als man, 43 als vrouw. Waren de redenen dezer eigenaardige gedrags wijziging inderdaad van diplomatieken aard, zooals gewoonlijk wordt aangenomen, dan is het toch wel opvallend, dat de oud-gezant van Lodewijk XVI ook na diens dood, ja, gedurende de geheele periode van de Fransche Revolutie, heel het Napoleontische tijdvak en nog gedurende de Restauratie volhardde in eene levenswijze, die (op zijn mildst uitgedrukt) De CheYdlier d'Eon in vrouwenkleeren naar een paste/ van La Tour voor een man toch wel inconveniënten meebracht. De preciese motiveering van het travesti blijft dan ook in het duister, al bestaan er officieele beschei den, die aantoonen, dat de chevalier op uitdruk kelijk verlangen van het Fransche Hof zijn kleeder dracht, en daarmede zijn levenswijze, veranderde. Wat zijn Mémoires betreft: ze vormen een langen, grilligen, avonturen roman, genoeglijk om te lezen, maar zeker niet volstrekt geloofwaardig, spijts de talrijke mededeelingen over diplomatieke aangele genheden, die met van elders bekende feiten over eenstemmen. Ze werden voor het eerst in druk be zorgd door Frédéric Gaillardet, die evenals de chevalier geboren was in het dorpje Tonnerre, en die naam maakte met zijn tooneelspel La Tour de Nesle", of juister gezegd, met het eindelooze plagiaat-proces tegen Alexandre Dumas père, dat hieruit voortvloeide. In 1833 stelden zijn dorpsgenooten, afstammelingen der familie d'Eon, hem de papieren van den zonderlingen ridder ter hand. Hij bracht er samenhang en locale kleur in, doch verhoogde op deze wijze allerminst de betrouwbaar heid van het geheel. Handig journalist als hij was, wist hij het boek sensationeel en onderhoudend genoeg te maken, doch zijn fantasie was zeker niet geringer dan zijn feitenkennis. Mijn eigen aandeel in dit werk", zoo schreef hij in zijn voorwoord, beperkt zich tot de samenvoeging; ik heb dus alleen verdiensten voor den opmaak, indien daar iets verdienstelijks in schuilt." Dit klinkt bescheiden, doch de waarheid is, dat ongeveer de heele verdienste van het boek juist aan den opmaak moet worden toegeschreven. Het is een knap geconstrueerden roman. De eerste druk verscheen in 1835; de tweede, die Frédéric Gaillar det bezorgde in 1866 was aanzienlijk uitgebreid en nog fantastischer geworden. Nu gaf hij echter toe, dat ook zijn verbeelding haar aandeel had gehad in de constructie der Mémoires" van den Chevalier d'Eon, die dus maar weinig authentiek zijn. Wat doet het er toe? Het feit blijft bestaan, het blijft raadselachtig, dat een Fransche diplomaat te Londen plotseling om redenen, die alleen aan hemzelf en aan den koning van Frankrijk bekend waren, zijn mannenkleeren tegen vrouwenkleeren verwisselde, en dat hij met dit laatste talrijke lieden wist te ver schalken. Een diplomaat, die zich op veertigjarigen leeftijd om geheime staatsredenen in vrouwenkleeren steekt en daarin tot op hoogen ouderdom blijft leven, is ongetwijfeld een merkwaardig man, maar misschien nog vreemder is het, wanneer een Roomsch geeste lijke zonder aanwijsbaar motief een deel van zijn leven verkleed gaat als dame. Dit is het geval geweest van Frangois Timoléon de Choisy, die op 16 Augustus 1644 werd geboren. Hij was de vierde zoon zijner moeder, die nooit dochters had gehad en zoo veronderstelt men hartstochtelijk op een meisje gehoopt had. Ze kleedde haar kind in meisjeskleeren om althans van de suggestie te genieten, en zoowel de broer van den koning als de nichtjes van kardinaal Mazarin be handelden Choisy, om zijn moeder pleizier te doen, als een meisje. Dit bleef zoo, toen hij al wat grooter werd en met behulp van een pommade wist men het eerste dons van den doorkomenden baard af doend te verwijderen. De moeder stierf, maar Choisy bleef meisjes kleeren dragen, en trok zich in de provincie terug onder den naam van Gravin des Barres. Hij kocht het kasteel van Crépon, in de nabijheid van Bourges, en leefde daar als een vrouw-van-de-wereld, zoo lang zijn middelen het gedoogden. Toen het geld op raakte, opende hij in zijn kasteel zelfs een soort meisjespensionnaat en het schijnt, dat deze onder neming nogal bloeide. Eindelijk werd hij verliefd op een tooneelspeelster en hij trad met haar op in de schouwburgen der grootere provinciesteden, zoodat zijn drie broers, die het schandaal al lang moe waren, hem dwongen, mannenkleeren te dra gen en iets te ondernemen voor den kost. Dit liep faliekant mis. Hij verloor te Venetiëzijn laatsten duit en zocht op alle wijzen, te voorzien in zijn onder houd. Toen ontmoette hij Bussy-Rabutin, die hem voorstelde, devote boeken te schrijven voor wereldsche lieden. Zoo trok hij de aandacht van kardinaal de Bouillon, die hem tot zijn secretaris benoemde en hem meenam naar Rome ter gelegenheid van het conclave voor de keuze van Paus Clemens X. Kort daarna werd hij doodziek en de stichtelijke gedachten, die hij tot nu toe alleen uit winstbejag in zijn brein had gehaald, namen om zoo te zeggen wraak, want hij stond van het ziekbed op met de heiligste voornemens en stelde zich het volgend jaar beschikbaar om den Chevalier de Chaumont te vergezellen op een reis naar Siam. Er was geen priester aan boord, en Choisy, die als oud-secretaris van een kardinaal en schrijver van godvruchtige werken verondersteld werd, de theologie voldoende te beheerschen, liet zich ten gerieve der schepelin gen priester wijden, wat aan een zijner tijdgenooten de aardige opmerking ontlokte, dat hij te land ver wijfd, maar ter zee pastoor was. Over de reis naar Siam bracht hij rapport uit en hierdoor werd hij lid van de Fransche Academie. Hij woonde nu voortaan te Parijs in het seminarie der missiepaters, maar de herinnering aan de ge noegens van zijn verleden liet hem niet los en er bestaan van hem Mémoires de l'abbéde Choisy, habilléen femme", terwijl hij waarschijnlijk de auteur is van het travesti-vertelsel La MarquiseMarquis de Banneville", dat in 1695 'n den Mercure Galant" verscheen, en dat destijds werd toe geschreven aan zijn vriend Charles Perrault, den auteur der sprookjes van Moeder de Gans. Tusschen de stichtelijke werken, waarmede hij voorheen zijn brood verdiende en dezen nieuwen vorm van litteratuur bestaat een in het oog loopend verschil ! Mevrouw Roche-M'azon, die een studie wijdde aan Choisy als letterkundige, wijst hem be slist aan als schrijver van de Marquise-Marquis", en Fernand Fleuret, die den stijl van dit tijdperk dóór en dóór kent, karakteriseert de schrijfwijze van het galante verhaal als platheid, gepaard aan academisme" wat voor Choisy wel opgaat ! doch hij betwijfelt, of Choisy de auteur is. Het is de geschiedenis van een vrouw in mannenkleeren, die verliefd Wordt op een jongen in vrouwenkleeren. Heeft Choisy het ding niet geschreven, dan had hij het kunnen schrijven. De kerk heeft weinig eer met hem ingelegd. Hij dreef de vrijmoedigheid zijner levenswijze tot het uiterste der ergernis en had daarbij het cynisme, te verzekeren, dat hij zich aldus recht verwierf op de dankbaarheid van het nageslacht, daar dit genieten zou van zijn Mémoires. Ze zijn minder genietelijk dan die van den chevalier d'Eon, maar even onbe trouwbaar. Het schijnt echter wel waar te zijn, dat Choisy in latere jaren nog herhaaldelijk als vrouw gekleed ging. Ook hij werd daar oud bij. Hij stierf eerst in 1724, dus in het tachtigste jaar van zijn leven. Zooals de avonturen van d'Eon voedsel gaven aan de fantasie van Gaillardet, zoo inspireerden de Mémoires van Choisy de verbeelding van Louvet. Een deel van diens Faublas schijnt ingegeven door de lectuur van Choisy. Ingekomen Boeken T. Heymann: Gymnastiek als Spel. (Uitgave Bigot & van Rossum N.V., Amsterdam). G. A. van Bovene: Ons Dagelijksch Brood. (Uitgave A. W. Bruna & Zoon's Uitgevers-Mij., Utrecht). Willemien Brom-Struick: Reidansen (W. L. & J. Brusse, Rotterdam). G. H. Streurman: Blijft U zelf!" (Elsevier, Amsterdam). Was DE GROENE juist uitverkocht toen u er naar vroeg ? EEN GOEDE RAAD NEEM EEN ABONNEMENT! PAG. 10 DE GROENE No>3300

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl