De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 21 september pagina 13

21 september 1940 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Uit het dagboek van een tuinarchitect ZAfIWtG. Dinsdag JUIST ben ik weer thuisgekomen na het eerste bezoek aan mijn nieuwe opdrachtgevers. Twee dagen ben ik weggeweest, want er was zoo veel te bepraten, te bekijken en dan weer opnieuw te overleggen. Nu kan ik aan het werk gaan: ik ben gelukkig ! Ik geloof, dat dit iets wordt; ik heb er vertrouwen in. Elk eerste bezoek is altijd een gebeurtenis, want wat zal het brengen? Hoe zullen de mensen zijn waar nu plotseling een tijdlang mijn gedachten omheen zullen draaien, hoe is hun smaak en wat voor moge lijkheden brengt me dit nieuwe werk? Toen ik de deur binnenkwam kreeg ik dadelijk een prettig gevoel. De in richting van de kamer was eenvoudig maar stijlvol, het geheel gaf een indruk van gaafheid, waar de mensen zelf wonderlijk goed in pasten. Het terrein voor Het nieuwe huis lag een eind verder weg, een beetje moei lijk te bereiken nu er benzinegebrek is. Maar er was een pracht exemplaar van een oude fiets voor me opgescharreld en zo trokken we er gezamenlijk op uit. Eigenlijk veel prettiger om te fietsen dan met een auto te gaan. Je kunt dan veel rustiger de omgeving in je opnemen en je krijgt een betere in druk van het landschap. Want bij een terrein, dat buiten ligt is het toch altijd een eerste vereiste je een duidelijk beeld te vormen van de streek. Niet zo eens eventjes met een flits een vage indruk te krijgen, maar je zoetjes aan te laten doordringen van de atmosfeer, die toch elk landschap heeft. Mijn eerste gedachte toen ik het ter rein zag was: ja, hier zou ik ook willen wonen: dit is echt het soort land waar ik van houd. Of is dat onzin? Houd ik eigenlijk niet van elke streek als het er maar ongerept is; van het kale vlakke land met zijn rechte kanalen en eindeloze vergezichten even goed als van de dui nen, van de hei, van korenvelden of van water? Misschien wel, maar in elk geval ligt mijn nieuwe werkveld aan de voet van de duinen, midden in wei landen, aan een gezellige, smalle straatweg waar gras tussen de stenen groeit, omdat er tegenwoordig niet zo heel veel meer langs komt dan boerenwagens en melkkarren. Een eindje verder zijn hoge bomen waar een boer derij onder verscholen ligt maar naar het Westen toe, aan de overkant van de weg, is het vlak en open, zodat de avondhemel altijd zichtbaar is. En daar achter, achter die vlakte, daar weet je de zee. Zelfs al ga je er maar zelden naar toe, toch is het weten van de nabij heid van de zee al een grote vreugde ! Het terrein lag daar te glanzen in de zon, zo ongerept, zo vredig, dat het me pijn deed te bedenken, dat hier nu over enige tijd een huis zal staan, een groot landhuis. Ook al zal het mooi worden, door een goeden architect gebouwd, passend in de streek, toch zal het nooit zo vergroeid zijn met de omgeving als een boerderij, het zal altijd een wond blijven in de gaafheid van dit land. Maar hier is nu eenmaal niets aan te doen, een mens moet een huis hebben, de stedeling wil naar buiten en we heb ben ons bij deze feiten neer te leggen. Wel kunnen we trachten het huis zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de omgeving, het geheel zo te maken, dat er tenminste zo weinig mogelijk wordt bedorven. Dit is allereerst de taak van de architect en dan kom ik aan de beurt. Of nee, hier grijpt het werk van architect en tuinarchitect in elkaar. Gelukkig, dat mijn opdracht gevers dit ook zo gevoeld hebben en mij hebben laten komen, voordat met de bouw van het huis is begonnen. We kunnen nu van het allereerste begin af alles bespreken en dit samenwerken aan n doel geeft toch altijd de groot ste vreugde. Toen ik het terrein goed bekeken had zijn we teruggegaan naar het oude huis waar de architect al op ons zat te wachten. Uren lang hebben we over de plattegrond gebogen gezeten en ge delibereerd over de juiste plaats van het huis; niet over de beste plaats maar over de enige plaats, die hiervoor in aanmerking komt. Eerst denk je na tuurlijk, dat er vele mogelijkheden zijn maar als je met alle omstandigheden rekening houdt, met zon, met het uit zicht, met de ligging ten opzichte van de weg, dan zul je na eindeloos wikken en wegen toch tot de slotsom komen, dat er maar n juiste plaats is. Het is over het algemeen het beste het huis te bouwen in de Noord-Oost hoek van het terrein, zodat het naar het zuiden en Westen geheel open en vrij ligt. Van zelf komen dan garage, keuken, ingang en hall aan de Noord en Oostzijde. De zitkamers op het Zui den en Westen liggen dan meteen be schut voor de koude Noordoostenwind. Natuurlijk kunnen er allerlei andere factoren bijkomen; we kunnen met de windrichting niet schuiven zoals dat het beste uitkomt. Wat zou dat gemak kelijk zijn als je met die Noordpijl een beetje kon schipperen ! Die neiging krijg je soms als je aan het tekenen bent. We hebben van karton een platte grond gemaakt van het huis, in dezelfde schaal als de terreinschets, waar alle belangrijke gegevens op stonden aan gegeven. Toen hebben we net zo lang heen en weer geschoven tot het juiste punt gevonden was, onwrikbaar vast als was het er al gebouwd. Het huis wordt heel eenvoudig en krijgt een uit bouw naar het Westen. Deze uitbouw is de zitkamer, een heerlijke grote ruimte met een gesloten wand aan de Noordzijde en 3 smalle openslaande deuren naar het Zuiden. Boven zullen de kamers niet hoog van verdieping worden omdat een laag huis zoveel beter past in deze omgeving. Gekeimde muren en een rieten dak zullen er toe meewerken het landelijke karakter van het geheel te versterkenl Ik zie het al staan ! Ik voel al de warmte en zon in die ingesloten hoek van het huis. Hier zul je op een mooie Januaridag al bui ten op het terras kunnen zitten. Gelukkig, dat alle materialen voor de bouw nog bijtijds besteld waren en nu al op het terrein zijn opgeslagen. De volgende week begint de architect met de eerste werkzaamheden, dan wordt de eerste schop in de grond gestoken, maar morgen. .. . dan begin ik. DE TUINARCHITECT Het terrein lag daar te glanzen in de zon .... /<-? jintrcit ZlTKAMtE HJ ttl KA M.L « £ -tiT C01 KtUI JM( «d ut. itiojne LIV. RK. JOUJDCRU. _^LDQ1 VU LAND. De kinder* en knutselkamer GROOTE huizen worden, zelfs buiten de steden, niet meer gebouwd. Het aantal menschen, dat de ouderwetsche groote kasten" kan en wil bewonen is zóó klein, dat ook zonder verdere productie daarvan, de voorraad nog te groot blijkt. Wij moeten genoegen nemen met minder kamers, bezuiniging dwingt ons er toe. Samenvoegen van verschil lende woonfuncties in n vertrek moat het gevolg zijn. En wat de kin derkamer betreft, is dat geen be zwaar. De mooie" kinderkamer is een on ding. Evenmin als de vrouw 1940 bou deert in een rose met bleu-malade boudoirtje, heeft het kind 1940 be hoefte aan de teere kinderkameridylle. De kinderkamer kan een practische beteekenis krijgen, juist indien de functie van dit vertrek gecombineerd wordt met een andere woonfunctie: het knutselen. Een kind heeft n.l. een aanspraakje" noodig, kinderjuf frouwen" zijn aan het verdwijnen; voor eenzame opsluiting, zelfs in een beelderige kinderkamer, is het niet erkentelijk. Knutselende oudere broers of zusjes hebben de volle belangstelling van het kind. Gevoel voor humor is aanwezig, zbodat een vader, die in de kinder-knutselkamer reparaties wil ver richten, zeker kan zijn van een dank baar publiek. De combinatie van kinder- en knutselkamer is goed, omdat er voor het kind dan meer te beleven valt en omdat het karakter van een knutselkamer veel beter past bij het geen de kinderkamer feitelijk moet zijn. Er is n.l. pas sprake van een ideale kinderkamer als die kamer een ideale werkplaats is voor het kind. Benoodigd: een leege vloer. Zooveel mogelijk te voorkomen: de mogelijk heid van oploopen of toebrengen van beschadigingen. Enkele wenken: opdweilbare linoleumgrond (naden wa terdicht te kitten); een speelplank met triplex bovenblad (geen splinterend hout) blank gelakt; linoleum-bekleeding ook goed. Een groot gedeelte van den wand bedekt met gladde board- of triplex-platen, geschilderd met schoolbordenverf (behoeft niet per se zwart te zijn); de wand wordt dan teeken bord. De werkplaats moet veel berging hebben; het is de moeite waard aan dacht te besteden aan het maken van die berging, omdat speelgoed, gereed schap, boeken, spelletjes en al die honderd dingen, meestal zwervend worden aangetroffen. Het daglicht moet niet worden tegen gehouden door gordijnen die gedeel telijk vóór de ramen hangen, inplaats van ernaast. De Amerikaansche staallatgordijnen (ook in ons land reeds verkrijgbaar) zijn fleurig, afwaschbaar, niet te beschadigen en zij ver vangen volkomen de markiezen. Het kunstlicht moet evenmin worden te gengehouden; bergt het niet weg ach ter lampekappen. Een plafonnier is ook geschikter dan een kaplamp om dat er dan geen belemmering is om te ballen. Voor kinderen onder de huiswerk leeftijd zijn stoeltjes overbodig. Laat het kind op een matje of kleedje liggen; geen betere en prettiger houding om te spelen en te lezen. Een podium met laden voor berging kan goede diensten bewijzen; de kinderen zitten op den kant, de box is op zoo'n podium staand, minder blootgesteld aan tocht. Als er sprake kan zijn van luxe" bij de in richting, moet die luxe bestaan in ge rieflijke berging en in het isoleeren van de kamer opdat niet elk enthousi asme geremd wordt door verbiedende bevelen uit de aangrenzende kamers. Als er geen raam is waardoor toezicht gehouden kan worden, zal op de kin derkamer een naaimachine een plaats moeten krijgen, opdat de toezicht houdende moeder of gedienstige zelf iets te doen heeft en de kinderen met rust laat. PAG. 13 DE GROENE N..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl