De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 21 september pagina 18

21 september 1940 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

BAR®N VMS MÜNCHHAUSEHjr. NATUURLIJK heb ik met het oog op de bijzondere tijdsomstandig heden het een en ander gehamsterd, maar in n opzicht wasch ik mijn handen in onschuld, ik heb namelijk vergeten zeep in te slaan, zoodat ik mijn handen misschien heelemaal niet meer zal kunnen wasschen wat op den duur toch wel onaangenaam moet zijn. Weliswaar is het nog niet zoo ver, maar men moet toch rekening met de toekomst houden. Toen ik onlangs op bezoek was bij mijn neef Baron Goud knots vertelde deze mij dat hij een on afzienbare hoeveelheid zeep in voor raad had. Dit trof mij ietwat onaange naam. Het zou beneden mijn waardig heid zijn hem om een paar stukken te vragen. Dat hij zooveel meer zeep dan ik had was niet heelemaal onre delijk, want wegens zijn grooten lichaamsomvang heeft hij natuurlijk veel meer zeep noodig, tenminste als hij zich wascht. Dien middag dat ik bij hem op be zoek was zaten wij ons eigenlijk eenigszins te vervelen; mijn neef is nu een maal een slecht causeur, en als hij iets vertelt is hij een groote snoever. Schaakspelen kan hij niet en biljart speelt hij nog slechter. Wij zaten dus tegenover elkaar en hadden niets an ders dan whiskey om den tijd te dooden, maar zelfs dat gaat vervelen. Totdat ik de knoop doorhakte en hem voor stelde een spelletje te gaan doen. Hij was er voor te vinden mits hij er bij kon blijven zitten. Of ik voor een par tijtje halma voelde, of voor quartetspel? Ik wees dat direct van de hand en zei dat er geen mooier spel bestond dan bellenblazen. Aanvankelijk keek mijn neef hoogst verbaasd, ik zei hem echter dat ik grootere bellen zou kun nen blaz_en dan hij. Toen was hij direct voor het spel te vinden. Ik schelde zijn huisknecht en bestelde zes badkuipen met warm zeepsop. Tot mijn verbazing en mijn neef's schrik zei de knecht dat er geen zes kuipen waren, maar slechts twee. Noodgedwongen nam ik daar genoegen mee en gaf order dat er in de keuken nieuwe voorraden zeepsop ge maakt moesten worden, want het spel kon wel eens eenigen tijd in beslag nemen. Na een half uurtje waren er twee dampende kuipen op het terras gezet en wij beiden gingen er bij zitten in ge makkelijke stoelen en met lange Goudsche pijpen. Mijn neef blies een aantal belletjes die niet grooter waren dan pruimen. Ik blies er enkele die iets grooter waren. Op zijn beurt blies mijn neef toen bellen die het formaat van tennisballen hadden. Natuurlijk blies ik toen weer iets grootere tot mijn neefs groote ergernis. Hij werd zoo nerveus dat zijn bellen telkens stuk sprongen voordat we zien konden hoe groot ze waren. Ondertusschen blies ik onop houdelijk bellen die de vorige in grootte overtroffen. Telkens beweerde mijn neef dat hij grootere bellen geblazen had dan ik, en om hem te bewijzen dat dit niet het geval was, blies ik af en toe een bel die zoo groot was, dat ik en mijn neef Baron Goudknots mitsgaders diens mislukkende zeepbelletjes, er door omhuld werden. Een onomstootelijker bewijs voor de superiotireit van mijn bellen was moeilijk denkbaar. Weldra moesten de baden opnieuw gevuld worden. Mijn neef versaagde niet, hij moest en hij zou de wedstrijd winnen. Bij duizenden stegen de zeep bellen omhoog en werden door den wind meegevoerd. In alle kleuren van den regenboog schitterden ze aan den hemel en in elke bel zag ik de bolronde lachwekkende weerspiegeling van mijn neef Baron Goudknots, die zich nau welijks tijd gunde naar boven te kijken omdat hij zoo geagiteerd bezig was dat hij adem te kort kwam. Telkens als hij een reeks bellen geblazen had, blies ik daar een groote bel omheen en deze conglomeraten zweefden weg in de richting van mijn landgoed. Uit die richting drong een regelmatig geknal tot ons door. Mijn neef vroeg mij wat dat te beteekenen had. Daarom vertelde ik hem dat mijn personeel op eksterjacht was, met welke uiteen zetting hij genoegen nam. Nadat we ieder een stuk of twintig badkuipen hadden leeggeblazen werd mijn neef bewusteloos van uitputting. Zijn eer zucht had hem parten gespeeld, nu had hij zijn verdiende loon. Hij werd bij gebracht door zijn personeel, voor mij zou dat te veel werk zijn geweest. Toen hij zijn oogen weer opende blies ik als apotheose een enorme zeepbel om mij heen, waarin ik opsteeg en naar mijn landgoed zweefde. Ik werd luidkeels begroet door mijn personeel dat rondom den vijver stond, gewapend met jachtgeweren. De vijver was gevuld met huizenhooge schuimwolken. Op het oogenblik dat ik mij boven den vijver bevond, prikte ik met mijn wijs vinger een gaatje in de bel die stuksprong. Zacht kwam ik in het schuim terecht. De oogst was bevredigend. De vijver die ik van te voren leeg had laten loopen, was tot aan den rand met zeepwater gevuld. Mijn personeel dat ik de opdracht gegeven had alle zeepbellen die voorbijzweefden stuk te schieten boven den vijver, had zijn taak naar behooren volbracht en kon nu begin nen met het leegpompen van den vijver en het bereiden van de zeep die ik zoo zeer ontbeerde. En toen mijn neef Baron Goudknots enkele dagen later mijn opzet door grondde, werd hij zoo woedend dat hij mij bijna om zeep bracht. Professor Piet Lut's perikelen Zij n leeftijd HOE oud ben je eigenlijk, vader?" vroeg prof. Piet Lut's oudste dochter terwijl ze aan het ontbijt zaten. Omdat de professor het niet noodig vond een direct antwoord te geven, fronste hij zijn wenkbrauwen en zei: Ik ben acht jaar ouder dan je moeder." ,,Nou weet ik nog niets, hoe oud is moeder dan?" Berispend keek Lut zijn dochter aan en zei: Naar den leeftijd van een dame vraagt men niet, zelfs niet als die dame je eigen moeder is. Maar ik zal je wat zeggen. Drie jaar geleden was je moeder bc jaar, of wel c maal d jaar. Met bc bedoel ik een getal van twee cijfers, maar de cijfers heb ik vervangen door letters. Als ik zeg: bc, bedoel ik daarmee dus b tien tallen en c eenheden. Evenals men bij het opschrijven van het getal 42 de cijfers 4 en 2 achtereenvolgens op het papier zet, zoo doe ik dat in gedachten met de letters bene. Je moetjedus niet vergissen, bc is niet het product van b en c, en ook niet twee en veertig, maar: cee en beetig." Wat heb ik aan dien onzin, ik wou weten hoe oud je was. Ik heb geen behoefte aan een wiskundige verhande ling op mijn nuchtere maag", pruttelde zijn dochter terecht. Eet dan wat, dan zal ik je het ondertusschen uit leggen. Als je je verstand gebruikt, dan zal je er achter komen, want het is niet zoo moeilijk." De professor roerde in zijn thee hoewel er nog geen suiker in zat en nam een slokje waarbij hij peinzend naar buiten keek. Hij was aan het denken en merkte niet dat er geen suiker in zijn thee was. Zijn vrouw glimlachte tevreden. Zij was wel voor die wiskundige probleempjes te vinden aan het ontbijt, want dan was haar man zoo verstrooid dat hij niet merkte dat hij geen suiker had. Op die manier was het een mooie bezuiniging. Luister", ging de professor verder, ons huisnummer is bj. Maar dat is niet voldoende om mijn leeftijd uit te rekenen. Daarom zal ik nog enkele gegevens verstrekken. Het aantal sui kerklontjes in de suikerpot, dat kan ik zoo op het oog wel schatten, bedraagt meer dan kl, en minder dan ch. Apro pos, ik geloof dat ik geen suiker in mijn thee heb." De professor nam vier klontjes en liet die in zijn kopje plonzen, tot groot misnoegen van zijn vrouw die uitriep: Maar Piet dan toch, kijk toch wat je doet. Nou is de suiker bijna op !" Professor Lut schonk geen aandacht aan zijn vrouw die nog wat thee in zijn kopje schonk, en vervolgde zijn uiteenzetting: ,,De letters a, b, c, d, e, f, h, j, k en l stellen ieder een cijfer voor. En met die letters zal ik nu eens enkele vermenigvuldigingen uit rekenen, a maal b is b, b maal c is cee en aatig" Is toch voordeeliger", zei Pietje junior. Moeder, die nu plotse ling aan haar punten ging denken, zei geërgerd: Niet in de rede vallen als vader praat, Pietje. Veeg je mond af. En kijk eens naar je handen. Ga gauw je handen wasschen ! Of nee, doe het nou maar niet." Mevrouw Lut was voor de heele dag uit haar humeur, en haar man ging onverstoorbaar verder: D maal e is ch, e maal f is dk, f maal h is cj, h maal j is kj, j maal k is e, k maal l is l, en a maal l is ook 1." Dat kan niet", zei Pietje, want dan is k hetzelfde als a en je hebt maar tien letters." Bemoei je er niet mee, Pietje, jij kunt er toch niets van begrij pen. Hou je mond !" zei de professor terwijl hij nog eens vier klontjes in zijn thee deed. De oudste dochter van de professor was intelligenter dan Pietje al was ze niet zoo knap, innerlijk welteverstaan, als haar vader. En voordat ze van de ontbijttafel opstond, wist ze het. Haar vader was . . jaar. Hoe oud is professor Piet Lut? l>t' Sijïarettoii Antwoord op het rekenkundige ver haaltje van de vorige week. Prof. Piet Lut kreeg 273 sigaren. Zijn collega, prof. Sof had zich dus met 273 maal 5, dus met 1365 sigaretten verrekend. Het aantal sigaretten dat prof. Sof bezat, bedroeg 16384. Van deze sigaretten had hij er 4 in zijn koker, dus 16380 stuks had hij in de doosjes, waarvan hij er 819 had. . Prof. Sof berekende dat hij 25",, van zijn voorraad zou winnen, als hij van iedere vier peukjes een nieuwe sigaret maakte. Maar hij vergat dat van de peukjes der op deze wijze bereide sigaretten weer opnieuw siga retten gemaakt kunnen worden. FA F. SINEMUS 20 Leidschestraat 21 AMSTERDAM C. GEKL OVERHEMDEN NAAR MAAT VAN Fl. 8.5°AF PRIMA COUPE EN AFWERKING EIGEN ATELIER Handschrift-Analyse ± 20 ongelinieerde regels in snel schrift m. handteekening. Opgave geboorte, nationaliteit, geslacht, beroep, te st. a. C. Adams, Aerdenhout. Strengste geheimh. Erv. uitgebr. on derzoek fl. 2.50. Giro 351908. Was DE GROENE juist toen u er naar vroeg? Een goede raad: neem een abonnement PAG. 18 DE GROENE No 3300

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl